TOYOTA HIGHLANDER 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: HIGHLANDER, Model: TOYOTA HIGHLANDER 2023Pages: 498, PDF Size: 69.85 MB
Page 131 of 498

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Gebruikers van elektrische medische
apparatuur anders dan
geïmplanteerde pacemakers,
CRT-pacemakers en geïmplanteerde
hartdefibrillatoren moeten contact
opnemen met de fabrikant van deze
producten om te informeren of
radiosignalen invloed uitoefenen op
de werking van deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte
effecten hebben op de werking van
dergelijke medische apparatuur.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige voor meer informatie over
het uitschakelen van de instapfunctie.
3.3 Verstellen van de
stoelen
3.3.1 Voorstoelen
Procedure voor het verstellen
ASchakelaar stoelpositie
BSchakelaar rugleuningverstelling
CSchakelaar hoekverstelling zitting
(voorzijde)
DSchakelaar hoogteverstelling
ESchakelaar lendensteunverstelling
(alleen bestuurderszijde)
Wanneer de stoel wordt versteld
Let er bij het verstellen van de stoel op
dat de hoofdsteun het dak niet raakt.
WAARSCHUWING!
Wanneer de positie van de stoel
wordt versteld
• Let er bij het verstellen van de positie
van de stoel op dat de stoel de
overige inzittenden van de auto niet
raakt, omdat deze hierdoor wellicht
letsel zouden kunnen oplopen.
• Houd uw handen niet onder de stoel
of in de buurt van bewegende
onderdelen om letsel te voorkomen.
Uw vingers of handen zouden
bekneld kunnen raken in het
stoelmechanisme.
• Zorg ervoor voor dat er voldoende
ruimte overblijft voor de voeten,
zodat ze niet vast komen te zitten.
Stoel afstellen
• Let erop dat de stoel geen passagiers
of bagage raakt.
• Om te voorkomen dat u bij een
aanrijding onder de veiligheidsgordel
doorschuift, is het raadzaam de
leuning niet verder achterover te
zetten dan strikt noodzakelijk is.
Als de leuning te ver achterover
staat, kan bij een aanrijding het
heupgedeelte over uw heupen heen
schuiven en direct kracht op uw buik
uitoefenen, of de schoudergordel in
contact komen met uw nek,
waardoor de kans op dodelijk of
ernstig letsel toeneemt.
Verstel de bestuurdersstoel niet
tijdens het rijden, aangezien de stoel
dan onverwachts kan bewegen.
Hierdoor kan de bestuurder de
controle over de auto verliezen.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
129
3
Voordat u gaat rijden
Page 132 of 498

3.3.2 Achterstoelen
De stoelpositie en de hoek van de
rugleuning kunnen versteld worden en de
rugleuning kan worden neergeklapt door de
hendel voor de rugleuningverstelling te
bedienen.
WAARSCHUWING!
Stoel afstellen
• Om te voorkomen dat u bij een
aanrijding onder de veiligheidsgordel
doorschuift, is het raadzaam de
leuning niet verder achterover te
zetten dan strikt noodzakelijk is.
Als de leuning te ver achterover staat,
kan bij een aanrijding het heupgedeelte
over uw heupen heen schuiven en
direct kracht op uw buik uitoefenen, of
de schoudergordel in contact komen
met uw nek, waardoor de kans op
dodelijk of ernstig letsel toeneemt.
Verstel de bestuurdersstoel niet
tijdens het rijden, aangezien de stoel
dan onverwachts kan bewegen.
Hierdoor kan de bestuurder de
controle over de auto verliezen.
• Let erop dat de stoel geen passagiers
of bagage raakt.
• Let erop dat uw handen en voeten
niet klem komen te zitten in de stoel.
Na het verstellen en terugzetten van
de stoelen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Controleer of de stoel en de
rugleuning goed vergrendeld zijn
door deze naar voren en naar
achteren te bewegen.
• Controleer of de veiligheidsgordels
niet gedraaid zijn of vastzitten in de
rugleuning.
Bij het neerklappen van de
rugleuningen van de achterstoelen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Klap de rugleuningen niet neer
tijdens het rijden.
• Parkeer de auto op een vlakke
ondergrond, activeer de parkeerrem
en zet de selectiehendel in stand P.
• Laat geen personen op de
neergeklapte rugleuning of in de
bagageruimte zitten tijdens het
rijden.
• Laat kinderen niet in de
bagageruimte komen.
• Klap de rugleuning achter niet neer
als er iemand op de achterstoelen zit
of als er bagage op is geplaatst.
• Zorg ervoor dat uw hand niet klem
komt te zitten bij het neerklappen
van de rugleuningen van de
achterstoelen.
Bij gebruik van de derde zitrij
Ga niet in het midden van de derde
zitrij zitten. Er bevindt zich een label
zoals aangegeven. Anders kunnen de
inzittenden bij plotseling remmen of
een aanrijding dodelijk of ernstig letsel
oplopen.
3.3 Verstellen van de stoelen
130
Page 133 of 498

Procedure voor het verstellen
Tweede zitrij
AHendel rugleuningverstelling
BHendel stoelpositieverstelling
Derde zitrij
AHendel rugleuningverstellingWegschuiven van de tweede zitrij voor
toegang tot de derde zitrij
In of uit laten stappen van
achterpassagiers
Trek aan de hendel voor de
rugleuningverstelling
AofBom de
rugleuning naar voren te klappen en
schuif de stoel naar voren.
Controleer of er zich geen passagiers of
obstakels op de tweede zitrij bevinden
alvorens de hendel te bedienen.
Nadat passagiers zijn ingestapt/
uitgestapt
Klap de rugleuning omhoog en schuif de
stoel naar achteren in de vergrendeling.
Omlaagklappen van de tweede zitrij
Voordat de tweede zitrij omlaag wordt
geklapt
1. Berg de armsteun achter op.
(→Blz. 310)
2. Berg de gordelsluitingen van de
tweede zitrij op.
3.3 Verstellen van de stoelen
131
3
Voordat u gaat rijden
Page 134 of 498

3. Plaats de veiligheidsgordels in de
houders en maak de plaatjes vast.
Hierdoor wordt voorkomen dat de
gordel beschadigd kan raken.
4. Zet de hoofdsteunen in de laagste
stand. (→Blz. 136)
Omlaagklappen van de tweede zitrij
1. Trek aan de hendel voor de
rugleuningverstelling
AofBom
de rugleuning naar voren te klappen.
De delen van de rugleuning kunnen
afzonderlijk worden neergeklapt.
2. Trek aan de hendel voor de
rugleuningverstelling om de
rugleuning te ontgrendelen. De
rugleuning wordt neergeklapt.Na het neerklappen van de tweede zitrij
Schuif de neergeklapte tweede zitrij naar
achteren totdat hij wordt vergrendeld.
Rechtop zetten van de tweede zitrij
Til de rugleuningen op tot deze
vergrendelen.
Haal de veiligheidsgordels uit de houders
alvorens ze te gebruiken.
3.3 Verstellen van de stoelen
132
Page 135 of 498

Neerklappen van de stoelen op de derde
zitrij
Voordat de stoelen op de derde zitrij
worden neergeklapt
1. Berg de gordelsluitingen van de derde
zitrij op.
2. Plaats de veiligheidsgordels in de
houders en maak de plaatjes vast.
Hierdoor wordt voorkomen dat de
gordel beschadigd kan raken.
Neerklappen van de stoelen op de derde zitrij
Klap de rugleuningen neer terwijl u aan de
hendel voor de rugleuningverstelling trekt.
De hoofdsteunen klappen naar voren.Terugklappen stoelen derde zitrij
1. Rechtop zetten van de rugleuningen
Van binnenuit
Til de rugleuningen op tot deze
vergrendelen.
Van buitenaf
Trek aan de lussen en klap de
rugleuningen omhoog totdat ze
worden vergrendeld.
Gebruik daarna het klittenband op de
lussen om ze vast te zetten aan de
rugleuningen.
2. Rechtop zetten van de hoofdsteunen
Haal de veiligheidsgordels uit de
houders alvorens ze te gebruiken.
3.3 Verstellen van de stoelen
133
3
Voordat u gaat rijden
Page 136 of 498

3.3.3 Ergonomisch geheugen*
*Indien aanwezig
Deze functie zet de bestuurdersstoel, de
buitenspiegels en het head-up display
(indien aanwezig) automatisch in de
gewenste positie.
Er kunnen twee verschillende posities
worden opgeslagen in het geheugen.
In elke elektronische sleutel kan de door u
gewenste rijpositie worden opgeslagen,
zodat die kan worden opgeroepen.
Opslaan van een rijpositie in het
geheugen
1. Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
2. Zet het contact AAN.
3. Zet de bestuurdersstoel, de
buitenspiegels en het head-up display
(indien aanwezig) in de gewenste
positie.
4. Druk, terwijl u de toets SET ingedrukt
houdt of binnen 3 seconden nadat de
toets SET is ingedrukt, op toets 1 of
2 tot de zoemer klinkt.
Als er onder de gekozen toets al een
instelling was opgeslagen, zal deze
worden overschreven.
Stoelposities die in het geheugen
kunnen worden opgeslagen
Andere ingestelde posities dan de
ingestelde positie met de schakelaar van
de lendensteunverstelling kunnen in het
geheugen worden opgeslagen.Het ergonomische geheugen op de
juiste wijze gebruiken
Als de stoel al in de verst mogelijke stand
staat en de stoel wordt in dezelfde
richting bewogen, dan wijkt de
opgeslagen positie mogelijk iets af
wanneer deze wordt opgeroepen.
WAARSCHUWING!
Waarschuwing bij het verstellen van
de stoel
Let er bij het instellen van de
stoelpositie op dat de stoel de
passagier achterin niet raakt en dat uw
lichaam niet klem komt te zitten tussen
de stoel en het stuurwiel.
Oproepen van een rijpositie
1. Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
2. Zet het contact AAN.
3. Houd een van de toetsen van de
rijpositie die u wilt oproepen
ingedrukt totdat de zoemer klinkt.
Het oproepen van de stoelpositie
halverwege onderbreken
Voer een van de volgende handelingen
uit:
• Druk op de toets SET.
• Druk op toets 1 of 2.
• Bedien een van de schakelaars van de
stoelverstelling (schakelt alleen het
oproepen van de stoelpositie uit).
3.3 Verstellen van de stoelen
134
Page 137 of 498

Bedienen van het ergonomische
geheugen nadat het contact UIT is
gezet
De opgeslagen posities kunnen
gedurende 180 seconden na het openen
van het bestuurdersportier nog worden
geactiveerd en nog eens 60 seconden na
het sluiten van het portier.
Als de opgeslagen stoelpositie niet kan
worden opgeroepen
In sommige situaties, waarbij de
stoelpositie binnen een bepaald bereik is
opgeslagen, kan de stoelpositie mogelijk
niet worden opgeroepen. Neem voor
meer informatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Registreren/uitschakelen/oproepen
van een rijpositie in een elektronische
sleutel (geheugenoproepfunctie)
Procedure voor registreren
Sla uw zitpositie op onder toets 1 of
2 alvorens de volgende handelingen uit te
voeren:
Draag alleen de sleutel bij u die u wilt
registreren en sluit het
bestuurdersportier.
Als zich 2 of meer sleutels in de auto
bevinden, kan de rijpositie niet juist
worden opgeslagen.
1. Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
2. Zet het contact AAN.
3. Roep de rijpositie op die u wilt
opslaan.
4. Houd de toets voor het oproepen van
de rijpositie ingedrukt en druk op de
schakelaar voor de centrale
vergrendeling in het portier
(vergrendelen of ontgrendelen)
totdat de zoemer klinkt.
Als de toets niet kan worden
geregistreerd, klinkt de zoemercontinu gedurende ongeveer
3 seconden.
Procedure voor annuleren
Draag alleen de sleutel bij u die u wilt
annuleren en sluit het
bestuurdersportier.
Als zich 2 of meer sleutels in de auto
bevinden, kan de koppeling aan de
rijpositie niet goed worden geannuleerd.
1. Zet het contact AAN.
2. Houd de toets SET ingedrukt en druk
op de schakelaar voor de centrale
vergrendeling (vergrendelen of
ontgrendelen) totdat de zoemer
tweemaal klinkt.
Als de toets niet kan worden
geannuleerd, klinkt de zoemer continu
gedurende ongeveer 3 seconden.
Procedure voor oproepen
Controleer of de portieren zijn
vergrendeld alvorens de rijpositie op te
roepen. Gebruik de elektronische sleutel
met de opgeslagen rijpositie en
ontgrendel en open het
bestuurdersportier met het Smart
entry-systeem met startknop of de
afstandsbediening.
De stoel wordt in de opgeslagen rijpositie
gezet.
Als de rijpositie een positie is die al is
opgeslagen, zullen de stoel en de
buitenspiegels niet bewegen.
3.3 Verstellen van de stoelen
135
3
Voordat u gaat rijden
Page 138 of 498

Oproepen van de rijpositie met behulp
van de geheugenoproepfunctie
• In elke elektronische sleutel kunnen
verschillende rijposities worden
opgeslagen. Daarom kan de rijpositie
die wordt opgeroepen per sleutel
anders zijn.
• Wanneer een ander portier dan het
bestuurdersportier wordt
ontgrendeld via het Smart
entry-systeem met startknop, wordt
de rijpositie niet opgeroepen. Druk in
dat geval op de toets van de rijpositie
die is ingesteld.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 415)
3.3.4 Hoofdsteunen
Alle zitplaatsen zijn voorzien van een
hoofdsteun.
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van de hoofdsteunen
Neem met betrekking tot de
hoofdsteunen de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Plaats de hoofdsteunen altijd op de
bijbehorende stoel.
• Stel de hoofdsteunen altijd goed af.
• Druk de hoofdsteunen na het
plaatsen naar beneden om te
controleren of ze goed vergrendeld
zijn.
• Rijd nooit zonder hoofdsteunen.Afstellen van een hoofdsteun
Voorstoelen
1. Omhoog
Trek de hoofdsteunen omhoog.
2. Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en houd
daarbij de ontgrendelknop
Aingedrukt.
Tweede zitrij
1. Omhoog
Trek de hoofdsteunen omhoog.
2. Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en houd
daarbij de ontgrendelknop
Aingedrukt.
3.3 Verstellen van de stoelen
136
Page 139 of 498

Afstellen van de hoogte van de
hoofdsteunen
Stel de hoofdsteunen zo in dat het
midden van de hoofdsteun zich zo dicht
mogelijk bij de bovenzijde van uw oren
bevindt.
Bij gebruik van de derde zitrij
Als een hoofdsteun naar voren is geklapt,
zet deze dan weer rechtop. (→Blz. 133)
Verwijderen van de hoofdsteunen
Trek de hoofdsteun omhoog en houd
daarbij de ontgrendelknop
Aingedrukt.
Wanneer de hoofdsteun het dak raakt
waardoor het verwijderen ervan wordt
bemoeilijkt, wijzig dan de stoelhoogte of
de -hoek. (→Blz. 129, Blz. 130)
VoorstoelenTweede zitrij
Plaatsen van de hoofdsteunen
Breng de hoofdsteun in lijn met de
bevestigingsgaten en schuif hem omlaag
tot hij in de vergrendeling klikt.
Houd de ontgrendelknop
Aingedrukt
wanneer u de hoofdsteun laat zakken.
Voorstoelen
Tweede zitrij
3.3 Verstellen van de stoelen
137
3
Voordat u gaat rijden
Page 140 of 498

3.4 Verstellen van het
stuurwiel en de spiegels
3.4.1 Stuurwiel
Procedure voor het verstellen
1. Houd het stuurwiel vast en druk de
hendel omlaag.
2. Zet het stuurwiel in de ideale positie
door het in horizontale en verticale
richting te bewegen.
Trek na de verstelling de hendel
omhoog om het stuurwiel te borgen.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel het stuurwiel niet tijdens het
rijden. Anders kunt u de macht over het
stuur verliezen en een ongeval
veroorzaken, waardoor dodelijk of
ernstig letsel kan ontstaan.
Na het afstellen van het stuurwiel
Zorg ervoor dat het stuurwiel goed
vergrendeld is.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Anders kan het stuurwiel plotseling
bewegen, waardoor een ongeval kan
ontstaan met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg. Ook klinkt de claxon
wellicht niet als het stuurwiel niet goed
is vergrendeld.
Claxonneren
Druk op of vlak bij het symbool
.
3.4.2 Binnenspiegel*
*Indien aanwezig
De positie van de binnenspiegel kan
worden afgesteld zodat de bestuurder
voldoende zicht naar achteren heeft.
Afstellen van de hoogte van de
binnenspiegel
De hoogte van de binnenspiegel kan
worden afgestemd op uw houding achter
het stuur.
Stel de hoogte van de binnenspiegel af
door de spiegel omhoog of omlaag te
bewegen.
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
138