TOYOTA HILUX 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: HILUX, Model: TOYOTA HILUX 2022Pages: 798, PDF Size: 64.08 MB
Page 341 of 798

3394-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Zet de bedieningsschakelaar
voor voorwielaandrijving in H4.
Het controlelampje van de lage gea-
ring bij vierwielaandrijving knippert
tijdens het wijzigen.
Als de bedieningsschakelaar voor
voorwielaandrijving wordt gedraaid
zonder dat stap en zijn
gevolgd, gaat het controlelampje
lage gearing bij vierwielaandrijving
knipperen en klinkt er een zoemer.
Zet de bedieningsschakelaar voor
voorwielaandrijving terug in stand
L4 en voer stap en nogmaals
uit.
Als het koppelingspedaal wordt losgelaten terwijl het controlelampje lage gearing
bij vierwielaandrijving knippert, zijn er mogelijk geluiden van de transmissie te
horen. Trap direct het koppelingspedaal stevig in en wacht tot het wijzigen van de
modus van de tussenbak is voltooid.
Controleer of het controle-
lampje lage gearing bij vierwiel-
aandrijving dooft.
Het controlelampje lage gearing bij
vierwielaandrijving dooft wanneer
het wijzigen van de modus van de
tussenbak is voltooid.
Laat het koppelingspedaal los om
met de auto te rijden.
(Knippert)
3
12
12
(Dooft)
4
OPMERKING
■Schakelen tussen H4 en L4
Laat het koppelingspedaal niet los en trap het gaspedaal niet in terwijl het controle-
lampje lage gearing bij vierwielaandrijving knippert. Anders kunnen geluiden van de
transmissie te horen zijn en kan er een storing optreden.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 33 9 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 342 of 798

3404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
■Mate van gebruik van de vierwielaandrijving (auto's met ADD)
Het is aan te raden elke maand minstens 16 km met ingeschakelde vierwielaandrijving
te rijden.
Dit zorgt ervoor dat de onderdelen van de vierwielaandrijving worden gesmeerd.
■ Schakelen tussen H2 en H4
Als het schakelen bij koud weer moeilijk gaat, verminder dan snelheid of stop de auto
en schakel opnieuw.
■ Schakelen naar L4 (auto's met VSC)
De VSC wordt automatisch uitgeschakeld.
■ Bij het rijden op een droog, ve rhard wegdek en op snelwegen
Gebruik stand H2. Als lange tijd wordt gereden in stand H4 of L4, klinkt een waarschu-
wingszoemer en knippert het controlelampje vierwielaandrijving snel of wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven op het mu lti-informatiedisplay. Als de waarschu-
wingsmelding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay, volg dan de melding
op.
WAARSCHUWING
■ Tijdens het rijden
● Zet de bedieningsschakelaar voor voorwielaandrijving nooit vanuit stand H2 in
stand H4 als de wielen spinnen. Stop het slippen of spinnen vóór het schakelen.
●
Gebruik stand H2 als u over droog en verhard wegdek rijdt. Als u over droog en ver-
hard wegdek rijdt terwijl stand H4 of L4 is ingeschakeld, kunnen onderdelen van de
aandrijflijn olie gaan lekken, defect raken of andere problemen krijgen, waardoor een
ongeval kan ontstaan. Bovendien zullen de banden sneller slijten en zal het brand-
stofverbruik hoger zijn.
● Vermijd het plotseling maken van bochten bij het rijden in stand H4 of L4. Als u plot-
seling een bocht maakt, heeft het verschil in draaisnelheid tussen de voor- en ach-
terwielen hetzelfde effect als remmen, waardoor het rijden wordt bemoeilijkt.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 34 0 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 343 of 798

341
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Achterdifferentieelsper
Druk op de schakelaar van de achter-
differentieelsper inschakelen om de
achterdifferentieelsper in te schakelen.
Het controlelampje van de achterdiffe-
rentieelsper gaat branden.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
achterdifferentieelsper uit te schakelen.
: Indien aanwezig
De achterdifferentieelsper dient alleen te worden gebruikt wanneer er
wielspin optreedt in bijvoorbeeld een greppel of op een gladde of ruige
ondergrond.
Dit sperdifferentieel is effectief als één van de achterwielen slipt.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 34 1 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 344 of 798

3424-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Alleen 4WD-uitvoeringen: Draai de
bedieningsschakelaar voor voor-
wielaandrijving in stand L4 en pro-
beer de auto in beweging te bren-
gen alvorens de achterdifferenti-
eelsper te gebruiken. (Blz. 334,
337)
Wanneer dit niet het gewenste effect
heeft, schakel dan ook de achterdiffe-
rentieelsper in.
Verminder de rijsnelheid tot minder
dan 8 km/h.
Zorg ervoor dat de wielen niet spinnen.
Druk op de schakelaar van de
achterdifferentieelsper.
Het controlelampje van de achterdiffe-
rentieelsper knippert terwijl het achter-
differentieel wordt gesperd.
Als de schakelaar van de achterdiffe-
rentieelsper wordt ingedrukt zonder dat
stap en zijn opgevolgd, knippert
het controlelampje van de achterdiffe-
rentieelsper driemaal, klinkt er driemaal
een zoemer en kan het achterdifferenti-
eel niet worden gesperd. Voer stap
en nogmaals uit.
De achterdifferentieelsper gebruiken
1
8 km/h (5 mph)
2
(Knippert)
3
12
1
2
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 34 2 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 345 of 798

3434-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Trap het gaspedaal geleidelijk in.
Controleer of het controlelampje
van de achterdifferentieelsper gaat
branden.
Het controlelampje van de achterdiffe-
rentieelsper gaat branden wanneer het
sperren van het achterdifferentieel is
voltooid.
Als het controlelampje van de achter-
differentieelsper blijft knipperen nadat
de schakelaar van de achterdifferenti-
eelsper is ingedrukt, voer dan een van
de onderstaande handelingen uit terwijl
u het stuurwiel naar links en rechts
draait.• Accelereren
• Decelereren
Schakel de achterdifferentieelsper zo snel mogelijk na het loskomen van de
auto uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterdifferentieelsper uit te
schakelen.
II45PK240
4
(Gaat branden)
5
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 34 3 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 346 of 798

3444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
■Sperren van het achterdifferentieel
De volgende systemen werken niet als het achterdifferentieel is gesperd.
Het is normaal dat het waarschuwingslampje ABS, het controlelampje VSC OFF
(indien aanwezig) en het controlelampje TRC OFF (indien aanwezig) nu branden of
dat “TRC turned off” (TRC uitgeschakeld) nu wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay (indien aanwezig).
•ABS
• Brake Assist (indien aanwezig)
• VSC (indien aanwezig)
• TRC/A-TRC (indien aanwezig)
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• Hill Start Assist Control (indien aanwezig)
• Downhill Assist Control (indien aanwezig)
■ Uitschakelen van de achterdifferentieelsper
Als het controlelampje van de achterdifferentieelsper blijft knipperen, zelfs nadat de
achterdifferentieelsper uitgeschakeld is, controleer dan of de omgeving veilig is en
draai het stuurwiel iets naar links of rechts terwijl de auto in beweging is.
■ Automatische uitschakeling van de achterdifferentieelsper
De achterdifferentieelsper wordt in een van de volgende situaties ook uitgeschakeld:
● De bedieningsschakelaar voor de voorwielaandrijving wordt in stand H2 of H4 (4WD-
uitvoeringen) gezet.
● Het contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
■ Na uitschakeling van de achterdifferentieelsper
Controleer of het controlelampje dooft.
WAARSCHUWING
■Voorkom ongevallen
Het niet in acht nemen van de onderstaande voorzorgsmaatregelen kan leiden tot
een ongeval.
●
Gebruik het achterdifferentieelsper alleen wanneer er wielspin optreedt in
bijvoorbeeld een greppel of op een gladde of ruige ondergrond. Het besturen van de
auto zal zwaarder gaan en bochten zullen voorzichtiger moeten worden genomen.
● Schakel de achterdifferentieelsper niet in zolang de wielen nog spinnen. Anders
kan de auto, als het sperdifferentieel wordt ingeschakeld, in een onverwachte
richting gaan bewegen, wat een ongeval kan veroorzaken. Dit kan ook schade
veroorzaken aan onderdelen van de achterdifferentieelsper.
● Rijd niet sneller dan 8 km/h als de differentieelsper is ingeschakeld.
● Blijf niet doorrijden met een ingeschakelde achterdifferentieelsper.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 34 4 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 347 of 798

345
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Stop & Start-systeem
■Uitzetten van de motor
Auto's met automatische transmissie
Trap, terwijl u met de selectie-
hendel in stand D rijdt, het rem-
pedaal in en breng de auto tot
stilstand. De motor wordt auto-
matisch uitgezet.
Als de motor uitgezet wordt, gaat
het controlelampje van het Stop
& Start-systeem branden.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Trap het koppelingspedaal geheel in en trap het rempedaal in om de
auto tot stilstand te brengen.
Zet de selectiehendel in de neu-
traalstand en laat het koppe-
lingspedaal los. De motor wordt
automatisch uitgezet.
Wanneer de motor is uitgescha-
keld door het Stop & Start-sys-
teem, gaat het controlelampje
van het Stop & Start-systeem
branden.
: Indien aanwezig
Het Stop & Start-systeem schakelt de motor uit en start deze weer
overeenkomstig de bediening van het rempedaal (auto's met
automatische transmissie) of koppelingspedaal (auto's met hand-
geschakelde transmissie) of de selectiehendel als de auto tot stilstand
wordt gebracht, bijvoorbeeld bij een verkeerslicht of kruising, om het
brandstofverbruik te verlagen en geluid en vervuiling door een
stationair draaiende motor te voorkomen.
Werking Stop & Start-systeem
1
N
2
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 34 5 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 348 of 798

3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)■
Opnieuw starten van de motor
Auto's met automatische transmissie
Laat het rempedaal los. De motor wordt automatisch weer gestart.
Als de motor start, gaat het controlelampje van het Stop & Start-systeem uit.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Trap, terwijl de selectiehendel in de neutraalstand staat, het koppelings-
pedaal in. De motor wordt automatisch weer gestart.
Als de motor start, gaat het controlelampje van het Stop & Start-systeem uit.
Druk op de uitschakeltoets van het
Stop & Start-systeem om het Stop &
Start-systeem uit te schakelen.
Het controlelampje uitgeschakeld Stop
& Start-systeem
gaat branden.
Als nogmaals op de toets wordt
gedrukt, wordt het Stop & Start-sys-
teem weer ingeschakeld en gaat het
controlelampje uitgeschakeld Stop &
Start-systeem uit.
■
Automatisch inschakelen van het Stop & Start-systeem
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoe\
ts
van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is
gezet.
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 34 6 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 349 of 798

3474-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Als de motor wordt uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem wanneer de
auto op een helling rijdt, worden de remmen nog enige tijd bekrachtigd nadat
het rempedaal is losgelaten om te voorkomen dat de auto achteruitrolt voordat
de motor weer wordt gestart en er aandrijfkracht wordt gegenereerd. Als er
aandrijfkracht wordt gegenereerd, wordt de vastgehouden remkracht automa-
tisch uitgeschakeld.
● Deze functie werkt zowel op vlakke oppervlakken als op steile hellingen.
● Het remsysteem kan geluid maken, maar dit duidt niet op een storing.
● De reactie van het rempedaal kan veranderen en er kunnen trillingen aan-
wezig zijn, maar dit duidt niet op een storing.
■Punten bij het gebruik
●Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem en de startknop wordt inge-
drukt, kan de motor niet worden herstart door de automatische motorstartfunctie.
Start in dat geval de motor volgens de normale startprocedure. ( Blz. 220, 223)
● Wanneer de motor wordt herstart door het Stop & Start-systeem, zijn de accessoire-
aansluitingen mogelijk tijdelijk niet bruikbaar. Dit duidt echter niet op een storing.
●
Het plaatsen en verwijderen van elektrische onderdelen en draadloze apparaten is
mogelijk van invloed op het Stop & Start-systeem. Neem voor meer informatie contact
op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Zet het contact UIT en zet de motor volledig uit wanneer de auto voor langere tijd
wordt stilgezet.
● Als de motor wordt herstart door het Stop & Start-systeem, kan de besturing van de
auto zwaarder aanvoelen.
● Alleen 4WD-uitvoeringen: Het verdient aanbe veling het Stop & Start-systeem tijdens
het rijden in de L4-modus uit te schakelen omdat het dan mogelijk niet goed werkt.
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Hill Start Assist Control (auto' s met automatische transmissie)
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 34 7 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 350 of 798

3484-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)■
Voorwaarden voor werking
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Er is gedurende een bepaalde tijd met de auto gereden.
• Het rempedaal wordt stevig ingetrapt. (auto's met automatische transmissie)
• Het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt. (auto's met handgeschakelde trans-
missie)
• Schakelstand D is geselecteerd (auto's met automatische transmissie)
• De selectiehendel staat in de neutraalstand. (auto's met handgeschakelde trans- missie)
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• De geselecteerde rijmodus is de normale modus of de ECO-rijmodus. (indien aanwezig)
• De achterdifferentieelsper is uitgeschakeld. (indien aanwezig)
• is uit. (auto's zonder handmatig bediende airconditioning)
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt. (auto's met automatische transmissie)
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De motorkap is gesloten. ( Blz. 349)
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet uitgeschakeld door
het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een storing van het Stop & Start-systeem.
• Als de airconditioning wordt gebruikt.
• Als de accu periodiek wordt opgeladen.
• Als de accu niet voldoende is opgeladen, bijvoorbeeld als de auto gedurende lange tijd heeft stilgestaan en de ladingstoestand is afgenomen, als de elektrische
belasting hoog is, als de temperatuur van de accuvloeistof extreem laag is of als
de accu verouderd is.
• Als het vacuüm van de rembekrachtiger te laag is.
• Als de verstreken tijd sinds het starten van de motor kort is.
• Als de auto frequent tot stilstand wordt gebracht, bijvoorbeeld in een file.
• Als de temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof extreem laag of hoog is.
• Als de auto stilstaat op een steile helling. (auto's met automatische transmissie)
• Als het stuurwiel wordt bediend.
• Als de auto op grote hoogte rijdt.
• Als de temperatuur van de accuvloeistof extreem laag of hoog is.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losgenomen en weer aangesloten.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 34 8 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM