display TOYOTA MIRAI 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2021Pages: 574, PDF Size: 96.75 MB
Page 278 of 574

277
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals
een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
●In geval van bewegende objecten (vlag-
gen, uitlaatgassen, grote regendruppels of
sneeuwvlokken, plassen op het wegdek,
enz.)
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
●Roosters en goten
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
●Als de wielophanging is gewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
*: Indien aanwezig
RCD (Rear Camera
Detection)*
Wanneer de auto achteruitrijdt,
kan de Rear Camera Detection-
functie voetgangers signaleren in
het detectiegebied achter de auto.
Als een voetganger wordt gesig-
naleerd, klinkt er een zoemer en
wordt er een icoon weergegeven
op het multimedia-display om de
bestuurder over de voetganger te
informeren.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
De herkennings- en regelmogelijkheden
voor dit systeem zijn beperkt.
De bestuurder moet voorzichtig rijden door
altijd zijn verantwoordelijkheid te nemen
zonder te veel op het systeem te vertrou-
wen en inzicht te hebben in de situaties
om hem heen.
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Neem het volgende in acht, want anders
kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan
die tot een ongeval kunnen leiden.
●Reinig de camera altijd zonder hem te
beschadigen.
●Plaats geen op de markt verkrijgbare
elektronische onderdelen (zoals een
verlichte kentekenpl aat en mistlampen)
in de buurt van de camera.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 277 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 279 of 574

278
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Voetgangerdetectie-icoon
Wordt automatisch weergegeven wanneer
een voetganger wordt gesignaleerd.
RCD OFF-icoon
Wanneer de RCD-functie wordt uitgescha-
keld, gaat het RCD OFF-icoon branden.
(Telkens wanneer het contact UIT en weer
AAN wordt gezet, wordt de RCD automa-
tisch ingeschakeld.)
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de RCD-functie
in of uit te schakelen. ( →Blz. 114)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om RCD te
selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de RCD-functie wordt uitgescha-
keld, gaat het controlelampje RCD OFF
(→ Blz. 108) branden.
WAARSCHUWING
●Stel de omgeving van de camera niet
bloot aan sterke schokken. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de omge-
ving is blootgesteld aan sterke schok-
ken.
●Neem de camera niet uit elkaar, breng
er geen wijzigingen in aan en spuit hem
niet.
●Bevestig geen accessoires of stickers
op de camera.
●Plaats geen op de markt verkrijgbare
beschermingsonderdelen (bumperbe-
kleding, enz.) op de achterbumper.
●Zorg ervoor dat de banden altijd de
juiste spanning hebben.
●Zorg ervoor dat de achterklep volledig
gesloten is.
■RCD-functie wordt uitgeschakeld
In de volgende situaties wordt het systeem
uitgeschakeld. De RCD-functie werkt
mogelijk niet goed waardoor het gevaar
bestaat dat er een ongeval gebeurt.
●De hierboven genoemde punten zijn
niet in acht genomen.
●Er zijn andere dan originele Toyota-
onderdelen gebruikt voor de wielop-
hanging.
Multimedia-display
Inschakelen/uitschakelen van
de RCD-functie
A
B
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 278 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 280 of 574

279
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als de Rear Camera Detection-functie
een voetganger in het detectiegebied
signaleert, werken de zoemer en de
voetgangerdetectie als volgt:Wanneer een voetganger wordt
gesignaleerd in gebied
Zoemer: Klinkt herhaaldelijk
Voetgangerdetectie-icoon: Knippert
3 keer en blijft vervolgens branden
Wanneer een voetganger wordt
gesignaleerd in gebied
Zoemer (als de auto stil staat):
Klinkt driemaal
Zoemer (als de auto achteruitrijdt,
als een voetganger de achterzijde
van de auto nadert): Klinkt herhaal-
delijk
Voetgangerdetectie-icoon: Knippert
3 keer en blijft vervolgens branden Als het systeem oo
rdeelt dat de
kans bestaat dat uw auto een voet-
ganger in gebied raakt
Zoemer: Klinkt herhaaldelijk
Voetgangerdetectie-icoon: Knippert
3 keer en blijft vervolgens branden
■De Rear Camera Detection-functie werkt
wanneer
●Het contact staat AAN.
●De RCD-functie is ingeschakeld.
●De selectiehendel staat in stand R.
■Instellen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aangepast
op het multi-informatiedisplay.
Wijzig de instellingen met behulp van de
bedieningstoetsen van het instrumentenpa-
neel. ( →Blz. 114)
1 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
om te selecteren.
2 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
om RCD te selecteren en houd vervol-
gens ingedrukt.
3 Druk op om het volume te selecte-
ren.
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wijzigt
het volume tussen 1, 2 en 3.
■Als “Rear Camera Detection Unavaila-
ble Remove the Dirt From Rear Camera”
(Rear Camera Detection niet beschik-
baar, verwijder het vuil van de camera
achter) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Mogelijk is de lens van de camera achter vuil
of bedekt met sneeuw of ijs. Wanneer dit in
zo'n geval van de lens van de camera achter
wordt verwijderd, moet het systeem weer
normaal werken. (Het is wellicht nodig om
enige tijd met de auto te rijden voordat het
systeem weer normaal werkt.)
Wanneer een voetganger wordt
gesignaleerd
A
A
B
B
C
C
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 279 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 281 of 574

280
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Als “Rear Camera Detection Unavaila-
ble” (Rear Camera Detection niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
●Draai, als deze melding wordt weergege-
ven nadat de 12V-accu is losgenomen en
weer is aangesloten, het stuurwiel hele-
maal naar links en vervolgens naar rechts
op een horizontale ondergrond.
●Als deze melding alleen wordt weergege-
ven als de selectiehendel in stand R staat,
is de lens van de camera achter mogelijk
vuil. Reinig de lens van de camera achter.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
●Sommige voetgangers, zoals onder-
staande, worden mogelijk niet gesigna-
leerd door de Rear Camera Detection-
functie, waardoor de functie niet goed
werkt:
• Voetgangers die vooroverbuigen of gehurkt zitten
• Voetgangers die liggen
• Voetgangers die rennen
• Voetgangers die plotseling binnen het detectiegebied komen
• Personen op een fiets, skateboard of een ander klein vervoermiddel
• Voetgangers die ruimvallende kleding, zoals een regenjas of een lange rok, dra-
gen waardoor hun silhouet vaag wordt
• Voetgangers van wie het lichaam gedeel- telijk verborgen is ac hter een object, zoals
een winkelwagen of paraplu
• Voetgangers die niet te zien zijn door don- kerte, bijvoorbeeld 's nachts
●In bepaalde situaties, zoals onderstaande,
worden voetgangers mogelijk niet gesigna-
leerd door de Rear Camera Detection-
functie, waardoor de functie niet goed
werkt:
• Bij achteruitrijden in slecht weer (regen, sneeuw, mist, enz.)
• Wanneer de camera achter is bedekt (er zit vuil, sneeuw, ijs, enz. op) of als er kras-
sen op zitten
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de zon of de koplampen van een ander voer-
tuig, rechtstreeks in de camera achter
schijnt
• Wanneer er achteruit wordt gereden op een plek waar de helderheid van het
omgevingslicht plotseling verandert, zoals
bij het in- of uitrijden van een garage of
ondergrondse parkeergarage • Wanneer er achteruit wordt gereden in het
duister, zoals in de schemering of in een
ondergrondse parkeergarage
• Als de positie en richting van de camera afwijken
• Als er een trekhaak gemonteerd is
• Als er waterdruppels over de cameralens lopen
• Als de wagenhoogte extra veranderd is (neus omhoog, neus omlaag)
• Als er sneeuwkettingen of een bandenre- paratieset worden gebruikt
■Situaties waarin het systeem mogelijk
onverwacht ingeschakeld wordt
●Hoewel er zich geen voetgangers in het
detectiegebied bevinden, worden
bepaalde objecten, zoals onderstaande,
mogelijk gesignaleerd, waardoor de Rear
Camera Detection-functie mogelijk in wer-
king treedt.
• Driedimensionale objec ten, zoals een paal,
pylon, hek of geparkeerd voertuig
• Bewegende objecten, zoals een auto of motorfiets
• Objecten die in de richting van uw auto bewegen als u achteruitrijdt, zoals vlaggen
of plassen (of materie in de lucht, zoals
rook, stoom, regen of sneeuw)
• Straten met kinderkopjes of grind, tram- rails, wegwerkzaamheden, witte lijnen,
zebrapaden of gevallen bladeren op de
weg
• Metalen afdekkingen (roosters), zoals gebruikt boven afvoergoten
• Objecten die gereflecteerd worden in een plas of op een nat wegdek
• Schaduwen op de weg
●In bepaalde situaties, zoals onderstaande,
werkt de Rear Camera Detection-functie
mogelijk terwijl er zich geen voetgangers in
het detectiegebied bevinden.
• Bij achteruitrijden ri chting de wegkant of
een kuil in de weg
• Bij heuvelop/heuvelaf achteruitrijden
• Als de achterzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto
• Als er een bumperbeschermer, zoals een extra beschermstrip, is geplaatst op de
achterbumper
• Als de stand van de camera achter is gewijzigd
• Wanneer een sleepoog op de achterzijde van de auto is gemonteerd
• Wanneer er water over de lens van de camera achter stroomt
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 280 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 283 of 574

282
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
De Parking Support Brake kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via het
multi-informatiedisplay. Alle functies
van de Parking Support Brake (voor
stilstaande objecten, voor voertuigen
die achterlangs rijden en voor voetgan-
gers die achterlangs lopen) worden
gelijktijdig ingeschakeld/uitgeschakeld.
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Parking
Support Brake in of uit te schakelen.
(→Blz. 114)
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
omdat dit kan leiden tot een ongeval.
Controleer altijd de omgeving van uw auto
tijdens het rijden.
Afhankelijk van de auto en de conditie van
de weg, de weersomstandigheden, enz.
werkt het systeem mogelijk niet.
De signaleringsmogel ijkheden van senso-
ren en radars zijn beperkt. Controleer altijd
de omgeving van uw auto tijdens het rij-
den.
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd voor-
zichtig en houd rekening met de omge-
ving. Het Parking Support Brake-
systeem is ontworpen om te helpen de
ernst van een aanrijding te verminde-
ren. Onder sommige omstandigheden is
het echter mogelijk dat het systeem niet
werkt.
●Het Parking Support Brake-systeem is
niet ontworpen om de auto volledig tot
stilstand te brengen. Bovendien is het,
zelfs wanneer het systeem de auto tot
stilstand heeft gebracht, noodzakelijk
om onmiddellijk het rempedaal in te
trappen, omdat de remregeling na
ongeveer 2 seconden wordt uitgescha-
keld.
●Het is extreem gevaarlijk om de werking
van het systeem te controleren door
opzettelijk met de auto in de richting van
een muur, enz. te rijden. Doe dit nooit.
■Wanneer moet de Parking Support
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de
Parking Support Brake uit, omdat het sys-
teem anders mogelijk zelfs werkt als er
geen kans op een aanrijding is.
●Bij een controle van de auto op een rol-
lenbank o.i.d.
●Wanneer de auto op een schip, vracht-
wagen of ander transportmiddel wordt
geladen
●Als de wielophanging is gewijzigd of als
er een andere maat banden dan voor-
geschreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de
auto
●Als er uitrusting die een sensor kan hin-
deren, zoals een sleepoog, bumperbe-
schermer (een extra beschermstrip,
enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is
geplaatst
●Als gebruik wordt gemaakt van een
wasstraat
●Als niet op een stabiele wijze kan wor-
den gereden met de auto, bijvoorbeeld
als hij betrokken is geweest bij een
ongeval of als er storingen zijn
●Als met een sportieve rijstijl of in het ter-
rein wordt gereden
●Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
●Als de banden zeer versleten zijn
●Wanneer er sneeuwkettingen worden
gebruikt, een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset
is gebruikt
Inschakelen/uitschakelen van
de Parking Support Brake
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 282 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 284 of 574

283
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om PKSB
te selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de Parking Support Brake wordt
uitgeschakeld, gaat het controlelampje
PKSB OFF ( →Blz. 108) branden.
Als het systeem is uitgeschakeld en u het
weer wilt inschakelen, selecteer dan op
het multi-informatiedisplay, selecteer
PKSB en vervolgens “On” (aan). Als het sys-
teem door middel van deze methode is uit-
geschakeld, wordt het niet automatisch weer
ingeschakeld nadat het contact UIT en weer
AAN is gezet.
Als de begrenzingsregeling van het brand-
stofcelsysteem of de remregeling in werking
is, klinkt er een zoemer en wordt er een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display, het head-up display (indien
aanwezig) en het scherm van het multimedi-
asysteem (indien aanwezig) om de bestuur-
der te waarschuwen.
Afhankelijk van de situatie werkt de begren-
zingsregeling van het brandstofcelsysteem
om hetzij de acceleratie te begrenzen hetzij
het vermogen zo veel mogelijk te beperken.
De begrenzingsregeling van het
brandstofcelsysteem is in werking
(begrenzing acceleratie)
Het systeem begrenst sneller accelereren
dan een bepaalde waarde.
Multimedia-display: Geen waarschuwing
weergegeven
Multi-informatiedisplay: “Object Detected
Ahead Speed Reduced” (object vóór de auto
gesignaleerd, snelheid begrensd)
Head-up display (indien aanwezig): Geen
waarschuwing weergegeven
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Klinkt niet
De begrenzingsregeling van het
brandstofcelsysteem is in werking
(vermogen zo veel mogelijk beperkt)
Het systeem heeft bepaald dat er harder
moet worden geremd dan normaal.
Multimedia-display: BRAKE! (Remmen!)
Multi-informatiedisplay en head-up display
(indien aanwezig): BRAKE! (Remmen!)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
De remregeling is in werking
Het systeem heeft bepaald dat een nood-
stop noodzakelijk is
Multimedia-display: BRAKE! (Remmen!)
Multi-informatiedisplay en head-up display
(indien aanwezig): BRAKE! (Remmen!)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
Auto tot stilstand gebracht door de
werking van het systeem
De auto is tot stilstand gebracht door de
remregeling.
Multimedia-display: “Press Brake Pedal”
(trap het rempedaal in)
Multi-informatiedisplay: “Switch to Brake”
(verplaats voet naar rempedaal) (Als het
gaspedaal niet wordt ingetrapt, wordt “Press
Brake Pedal” (trap rempedaal in) weergege-
ven.)
Weergave en zoemer voor
begrenzingsregeling
vermogen
brandstofcelsysteem en
remregeling
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 283 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 285 of 574

284
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Head-up display (indien aanwezig): “Switch
to Brake” (verplaats voet naar rempedaal)
(Als het gaspedaal niet wordt ingetrapt,
wordt “Press Brake Pedal” (trap rempedaal
in) weergegeven.)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt
Zoemer: Kort piepsignaal
Als de Parking Support Brake bepaalt
dat er een risico op een aanrijding met
een gesignaleerd object of een voet-
ganger bestaat, wordt het vermogen
van het brandstofcelsysteem vermin-
derd om een toename van de rijsnel-
heid te beperken. (Begrenzingsregeling
brandstofcelsysteem: zie afbeelding 2.)
Bovendien treedt wanneer u het gaspe-
daal ingetrapt blijft houden automatisch
het remsysteem in werking om de rij-
snelheid te verlagen. (Remregeling: zie
afbeelding 3.)
Afbeelding 1: Wanneer de PKSB
(Parking Support Brake) niet in wer-
king is
Vermogen brandstofcelsysteem
Remkracht
Tijd
Afbeelding 2: Wanneer de begren-
zingsregeling voor het brandstofcel-
systeem in werking is
Vermogen brandstofcelsysteem
Remkracht
Tijd
Begrenzingsregeling brandstofcel-
systeem wordt geactiveerd (het sys-
teem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object groot is)
Afbeelding 3: Wanneer de begren-
zingsregeling voor het brandstofcel-
systeem en de remregeling in
werking zijn
Vermogen brandstofcelsysteem
Remkracht
Tijd
Overzicht systeem
A
B
C
A
B
C
D
A
B
C
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 284 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 286 of 574

285
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Begrenzingsregeling brandstofcel-
systeem wordt geactiveerd (het sys-
teem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object groot is)
Remregeling wordt geactiveerd (het
systeem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object zeer groot is)
■Als de Parking Support Brake in wer-
king is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking van
de Parking Support Brake, wordt de Parking
Support Brake uitgeschakeld en gaat het
controlelampje PKSB OFF branden. Als de
Parking Support Brake onnodig in werking
treedt, kan de remregeling worden geannu-
leerd door het rempedaal in te trappen of
door ongeveer 2 seconden te wachten totdat
deze automatisch wordt geannuleerd. Vervol-
gens kunt u verder rijden door het gaspedaal
in te trappen.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is uitge-
schakeld door de werking ervan, kunt u zelf
het systeem weer inschakelen ( →Blz. 282) of
het contact UIT en vervolgens weer AAN zet-
ten.
Bovendien wordt het systeem weer automa-
tisch ingeschakeld en gaat het controle-
lampje PKSB OFF uit, als aan een van
onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
●De selectiehendel staat in stand P.
●Het obstakel bevindt zich niet langer in de
rijrichting van de auto.
●De rijrichting van de auto wijzigt*
*
: Behalve wanneer de Parking Support Brake-functie (voor voetgangers die ach-
terlangs lopen) in werking treedt
■Wanneer “PKSB Unavailable” (PKSB
niet beschikbaar) op het multi-informa-
tiedisplay wordt weergegeven en het
controlelampje PKSB OFF brandt
Als de auto is stilgezet door de werking van
de Parking Support Brake, wordt de Parking
Support Brake uitgeschakeld en gaat het
controlelampje PKSB OFF branden.
●Mogelijk is een van de sensoren bedekt
met bijvoorbeeld waterdruppels, ijs,
sneeuw of vuil. Verwijder dit van de sensor
om te zorgen dat het systeem weer nor-
maal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen moge-
lijk een waarschuwingsmelding weergege-
ven doordat zich ijs vormt op een sensor
en een sensor daardoor mogelijk geen
obstakels signaleert. Zodra het ijs smelt,
zal het systeem weer normaal werken.
●Als deze melding alleen wordt weergege-
ven als de selectiehendel in stand R staat,
is de lens van de came ra achter mogelijk
vuil. Reinig de lens van de camera. Wan-
neer deze melding wordt weergegeven
wanneer de selectiehendel in een andere
stand dan R staat, is een sensor op de
voor- of achterbumper mogelijk vuil. Reinig
de sensoren en het omliggende gebied op
de bumpers.
●Als deze melding na het schoonmaken van
de sensor nog steeds wordt weergegeven
of wordt weergegeven ondanks dat de
sensor schoon is, laat uw auto dan contro-
leren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
D
E
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 285 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 291 of 574

290
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Wanneer tijdens het achteruitrijden een
voetganger wordt gesignaleerd achter
de auto of het rempedaal niet of te laat
wordt ingetrapt.Geeft een melding we
er om de bestuur-
der aan te sporen om uit te wijken wan-
neer er een voetganger wordt
gesignaleerd in het detectiegebied ach-
ter de auto. (Er wordt ook een melding
weergegeven op het multi-informatie-
display en het head-up display [indien
aanwezig].)
Voetgangerdetectie-icoon
Remherinnering
Parking Suppor t
Brake-functie
(voor voetgangers die
achterlangs lopen)
*
Wanneer de camerasensor achter
tijdens het achteruitrijden een
voetganger signaleert achter de
auto en het systeem oordeelt dat
de kans op een aanrijding met de
gesignaleerde voetganger groot
is, klinkt er een zoemer. Wanneer
het systeem oordeelt dat de kans
op een aanrijding met de gesigna-
leerde voetganger zeer groot is,
worden de remmen automatisch
bekrachtigd om de impact van een
aanrijding te helpen verminderen.
Voorbeelden van de werking
van het systeem
Multimedia-display
WAARSCHUWING
■Als de Parking Support Brake-functie
(voor voetgangers die achterlangs
lopen) onnodig in werking treedt
Trap het rempedaal direct in nadat de Par-
king Support Brake-functie (voor voetgan-
gers die achterlangs lopen) in werking is
getreden. (De werking van de functie
wordt geannuleerd door het rempedaal in
te trappen.)
■Correct gebruik van de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voetgan-
gers die achterlangs lopen)
→ Blz. 277
A
B
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 290 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 292 of 574

291
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Voorwaarde voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voet-
gangers die achterlangs lopen)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 108, 429)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• De selectiehendel staat in stand R.
• De camerasensor acht er signaleert tijdens
het achteruitrijden een voetganger achter
de auto en het systeem oordeelt dat de
kans op een aanrijding met de gesigna-
leerde voetganger groot is.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het brandstof- celsysteem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een voetganger te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor voetgangers die achter-
langs lopen)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met normaal remmen.
• De voetganger wordt niet langer achter de auto gesignaleerd.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• De voetganger wordt niet langer achter de auto gesignaleerd.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake-functie (voor voetgan-
gers die achterlangs lopen)
→ Blz. 285
■Detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voetgangers die
achterlangs lopen)
Het detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voetgangers die achter-
langs lopen) verschilt van dat van de RCD-
functie ( →Blz. 279). Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor voetgangers
die achterlangs lopen) mogelijk niet geacti-
veerd, ook al signaleert de RCD-functie een
voetganger en wordt er een waarschuwing
gegeven.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
→ Blz. 280
■Situaties waarin het systeem mogelijk
onverwacht ingeschakeld wordt
→ Blz. 280
OPMERKING
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable Remove the Dirt from
Rear Camera” (Parking Support
Brake niet beschikbaar, verwijder het
vuil van de camera achter) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje PKSB
OFF knippert
Als deze melding direct nadat het contact
AAN is gezet wordt weergegeven, bedien
de auto dan voorzichtig en let daarbij goed
op de omgeving.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 291 Friday, November 6, 2020 11:27 AM