display TOYOTA MIRAI 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2021Pages: 574, PDF Size: 96.75 MB
Page 293 of 574

292
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■Beschrijving functie
Advanced Park helpt bij het achteruit
inparkeren of fileparkeren op een plek
die op het multimedia-display is gese-
lecteerd of bij het verlaten van een par-
keervak, door de procedure te
begeleiden via displays, de werking van
een zoemer, het wijzigen van de stand
van de selectiehendel en het bedienen
van het stuurwiel, gaspedaal en rempe-
daal.
Daarnaast kan de Panoramic View
Monitor het gebied voor en achter de
auto en een beeld van boven de auto
weergeven om te helpen de staat van
het gebied rondom de auto te bevesti-
gen. Raadpleeg dehandleiding voor het
navigatiesysteem voor meer informatie
over de Panoramic View Monitor.
Afhankelijk van de staat van het weg-
dek of de auto, de afstand tussen de
auto en het parkeervak, enz. is het wel-
licht niet mogelijk om het parkeren in
het beoogde vak te begeleiden.
Toyota Teammate
Advanced Park*
Advanced Park
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van Advanced Park
●Vertrouw niet alleen op Advanced Park.
Houd de omgeving in de gaten als de
auto rijdt, net als bij elke andere auto.
●Let tijdens de werking altijd op de omge-
ving van de auto.
●Advanced Park ondersteunt de bestuur-
der bij het parkeren in en verlaten van
een parkeervak. Trap het rempedaal
zodanig in dat de auto afremt of tot stil-
stand komt en controleer daarbij of het
gebied rondom de auto veilig is.
●Lage objecten (stoepranden, parkeer-
blokken, enz.) worden mogelijk niet
gesignaleerd. Controleer daarom altijd
de veiligheid van het gebied rondom uw
auto en trap het rempedaal in om de
auto tot stilstand te brengen als de kans
bestaat dat hij een object raakt.
●Als Advanced Park in werking is en de
kans bestaat dat uw auto een voertuig,
parkeerblok, object of persoon raakt,
trap dan het rempedaal in om de auto
tot stilstand te brengen en druk op de
hoofdschakelaar van Advanced Park
om het systeem uit te schakelen.
●Gebruik nooit alleen het multimedia-dis-
play om het gebied achter de auto te
bekijken. De afbeelding wijkt mogelijk af
van de werkelijke situatie. Als u tijdens
het achteruitrijden alleen het scherm
gebruikt, kan dat leiden tot een ongeval,
bijvoorbeeld een aanrijding met een
ander voertuig. Let bij het achteruitrijden
rechtstreeks of door gebruik te maken
van de spiegels op de veiligheid van het
gebied rondom de auto, met name ach-
ter de auto.
●Let goed op de volgende punten, aan-
gezien het stuurwiel draait als Advan-
ced Park in werking is.
• Let erop dat uw stropdas, sjaal of arm niet bekneld raakt. Houd uw bovenli-
chaam uit de buurt van het stuurwiel.
Houd ook kinderen uit de buurt van het
stuurwiel.
• Lange vingernagels kunnen door het draaiende stuurwiel geraakt worden
waardoor u letsel kunt oplopen.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 292 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 295 of 574

294
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik is niet ingeschakeld
●Het ABS, de VSC, de TRC, het PCS en de
PKSB werken niet
●Niet op een steile helling
●Advanced Park is ingeschakeld
●De VSC en TRC zijn niet uitgeschakeld
Controleer of er op het multimedia-display
meldingen worden weergegeven als de
begeleiding niet kan worden gestart.
( → Blz. 309)
WAARSCHUWING
■Voor een juiste werking van Advan-
ced Park
●Gebruik Advanced Park niet in de vol-
gende situaties:
• Als u op andere plekken dan in gebrui- kelijke parkeervakken wilt parkeren
• Als de parkeerplaats is bedekt met zand of grind en er geen duidelijke belijning is
aangebracht
• Als het parkeervak niet horizontaal is, bijvoorbeeld op een helling, of als er
hoogteverschillen zijn
• Als het wegdek bevroren of glad is of is bedekt met sneeuw
• Als het extreem warm is en het asfalt zacht is geworden
• Als er zich een object bevindt tussen uw auto en de beoogde parkeerplaats of op
de beoogde parkeerplaats (binnen het
weergegeven blauwe vak)
• Als u zich in een gebied bevindt met veel voetgangers of voertuigen
• Als het parkeervak niet geschikt is (te smal of te kort voor uw auto)
• Als de beelden onduidelijk zijn door vuil of sneeuw op de cameralens, licht dat in
de camera schijnt of schaduwen
• Bij het gebruik van sneeuwkettingen
• Wanneer de achterklep niet geheel gesloten is
• Als iemand een arm uit het raam steekt
●Gebruik alleen de standaard banden-
maat, zoals die van de banden waar-
mee de auto af fabriek was uitgerust.
Anders werkt Advanced Park mogelijk
niet goed. Als de banden zijn vervan-
gen, wordt tevens mogelijk de positie
van de lijnen of het vak verkeerd weer-
gegeven op het scherm. Neem voor het
vervangen van de banden contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Aangezien Advanced Park is ontworpen
om het parkeren van de auto in een
ingesteld parkeervak te begeleiden, is
het afhankelijk van bijvoorbeeld de staat
van het wegdek of de auto of de afstand
tussen de auto en het parkeervak wel-
licht niet mogelijk een parkeervak te sig-
naleren of kan het systeem u mogelijk
niet begeleiden tot het punt waarop het
parkeren helemaal is afgerond.
●In de volgende situaties kan Advanced
Park u mogelijk niet begeleiden naar de
geselecteerde parkeerplaats:
• Als de banden erg versleten zijn of als de bandenspanning te laag is
• Wanneer de auto zwaar beladen is
• Wanneer de auto schuin staat door een zware belading
• Als het wegdek van het parkeervak wordt verwarmd (ter voorkoming van
bevriezing van het wegdek)
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd, bijvoorbeeld nadat een wiel is blootge-
steld aan een hevige schok
Als in een andere dan bovengenoemde
situatie de auto sterk afwijkt van het inge-
stelde parkeervak, laat de auto dan con-
troleren door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 294 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 296 of 574

295
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Begeleidingsschermen worden weer-
gegeven op het multimedia-display.
Begeleidingsscherm (bij starten
begeleiding)Vak beoogd parkeervak (blauw)
Toets wijzigen parkeertype
Als er meerdere toetsen worden weergege-
ven, verschilt de functie afhankelijk van de
kleur van de toets als volgt. of : Overschakelen naar een
ander mogelijk parkeervak.
of : Parkeervak dat was gese-
lecteerd.
: Selecteer deze toets om over te
schakelen op de functie fileparkeren.
: Selecteer deze toets om over te scha-
kelen op de functie haaks inparkeren.
Adviesweergave Toets “Start”
Hiermee kunt u de parkeerbegeleiding star-
ten.
To e t s M O D E
Selecteer deze toets om te wisselen tussen
de geheugenfunctie en de functie haaks
inparkeren/fileparkeren. (
→Blz. 306)
Registratietoets
Selecteer deze toets om het registreren van
een parkeervak te starten
Toets voor persoonlijke voorkeurs-
instelling
Hiermee kunt u het instelscherm voor
Advanced Park weergeven.
Begeleidingsschermen
A
B
C
D
E
F
G
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 295 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 297 of 574

296
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Begeleidingsscherm (bij achteruitrij-
den)
Afstandslijnen (geel en rood)
Geven punten aan vanaf het midden van de
rand van de voor- of achterbumper tot aan
de beoogde stoppositie (geel)
* en ongeveer
0,3 m (rood) vanaf de auto.
Display Toyota Parking Assist
→ Blz. 263
RCTA (Rear Cross Traffic
Alert)/RCTA-icoon
→Blz. 274
Display werking remregeling
BRAKE! (remmen) wordt weergegeven.
Toets voor persoonlijke voorkeurs-
instelling
Hiermee kunt u het instelscherm voor
Advanced Park weergeven.
Werkingsicoon
Wordt weergegeven als Advanced Park is
ingeschakeld.
*: Als de afstand tot de beoogde stoppositie
langer is dan 2,5 m, wordt de lijn 2,5 m
vóór de auto weergegeven.
■Pop-updisplay Toyota Parking Assist
Ongeacht of de Toyota Parking Assist is uit-
of ingeschakeld ( →Blz. 263), als er een
object wordt gesignaleerd door de Toyota
Parking Assist terwijl Advanced Park is inge-
schakeld, wordt er automatisch een pop-
updisplay weergegeven over het begelei-
dingsscherm.
■Werking remregeling als Advanced
Park is ingeschakeld
Als terwijl Advanced Park is ingeschakeld
wordt geoordeeld dat de kans op een aanrij-
ding met een gesignaleerd bewegend of stil-
staand object groot is, treden de
begrenzingsregeling van het brandstofcel-
systeem en de remregeling in werking.
●Als de remregeling in werking is, wordt de
werking van Advanced Park onderbroken
en wordt er een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
●Als de werking van Advanced Park 3 keer
is onderbroken door werking van de remre-
geling, wordt Advanced Park uitgescha-
keld.
In de volgende situaties wordt de wer-
king van Advanced Park uitgeschakeld
of onderbroken.
De begeleiding wordt uitgeschakeld
als:
De hoofdschakelaar van Advanced
Park wordt ingedrukt
De selectiehendel in stand P wordt
gezet
De parkeerrem wordt geactiveerd
Een portier of de achterklep wordt
geopend
De veiligheidsgordel van de bestuur-
der wordt losgemaakt
De buitenspiegels worden ingeklapt
De TRC of VSC wordt uitgeschakeld
De TRC, de VSC of het ABS in wer-
king is
A
B
C
D
E
F
Uitschakelen/onderbreken
Advanced Park
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 296 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 298 of 574

297
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De startknop wordt ingedrukt
Advanced Park oordeelt dat de
begeleiding niet kan worden voort-
gezet in de huidige parkeeromge-
ving
Storingen Advanced Park
Als de begeleiding is uitgeschakeld,
wordt er een melding weergegeven op
het multimedia-display. ( →Blz. 313)
Houd het stuurwiel stevig vast en trap
het rempedaal in om de auto tot stil-
stand te brengen. Aangezien Advanced
Park is uitgeschakeld, dient u deze
weer in te schakelen of handmatig door
te gaan met parkeren met behulp van
het stuurwiel.
De begeleiding wordt onderbroken
als:
Het stuurwiel wordt bediend
Het gaspedaal wordt ingetrapt
De selectiehendel in een andere
stand dan P wordt gezet
De remregeling in werking is
Het PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem) in werking is geweest
■Beschrijving functie
De functie haaks inparkeren kan wor-
den gebruikt als het beoogde parkeer-
vak kan worden gesignaleerd wanneer
de auto dicht bij en haaks op het mid-
den van het parkeervak tot stilstand
wordt gebracht. Ook kan, afhankelijk
van de conditie van het parkeervak,
enz., de stand van de selectiehendel
worden gewijzigd door de begeleidings-
regeling als de koers van de auto moet
worden veranderd.
■Parkeren met behulp van de func-
tie haaks inparkeren
1 Breng de auto tot stilstand op een
punt dicht bij en haaks op het mid-
den van het beoogde parkeervak.
1 m
2 Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park en controleer of er
een mogelijk parkeervak wordt
weergegeven op het multimedia-
display.
Als er een parkeerplaats wordt
gesignaleerd waar uw auto kan wor-
den geparkeerd, wordt er een vak
met het beoogde parkeervak weer-
gegeven.
Functie haaks inparkeren
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 297 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 299 of 574

298
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als het mogelijk is om hier te filepar-
keren, selecteer dan het parkeervak
en selecteer vervolgens om
over te schakelen op de functie file-
parkeren.
Afhankelijk van de omgeving kan
deze functie mogelijk niet worden
gebruikt. Gebruik de functie voor
een ander parkeervak overeenkom-
stig de informatie die wordt weerge-
geven op het multimedia-display.
3 Selecteer de toets “Start”.
Er klinkt een zoemer, er wordt een melding
met betrekking tot de werking weergegeven
op het multi-informatiedisplay en de begelei-
ding wordt gestart.
Als het rempedaal wordt losgelaten,
wordt “Moving Forwar d...” (rijdt naar
voren...) weergegeven en begint de
auto vooruit te rijden.
Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park om de begeleiding
uit te schakelen.
Als de begeleiding wordt uitgeschakeld,
wordt “Advanced Park Cancelled” (Advan-
ced Park uitgeschakeld) weergegeven.
Als u merkt dat de auto een voertuig, object,
persoon of greppel in de buurt te dicht
nadert: → Blz. 299
4Voer de handelingen uit overeen-
komstig de weergegeven adviezen
totdat de auto stopt in het beoogde
parkeervak.
Als de auto tot stilstand komt, wordt “Advan-
ced Park Finished” (Advanced Park beëin-
digd) weergegeven en wordt de begeleiding
beëindigd.
Als u selecteert op het multime-
dia-display, zal de op het voltooiings-
scherm van de Parking Assist
weergegeven auto draaien.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 298 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 301 of 574

300
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
2Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park en controleer of er
een mogelijk parkeervak wordt
weergegeven op het multimedia-
display.
Als er een parkeerplaats wordt
gesignaleerd waar uw auto kan wor-
den geparkeerd, wordt er een vak
met het beoogde parkeervak weer-
gegeven.
Als het mogelijk is om hier haaks in
te parkeren, selecteer dan het par-
keervak en selecteer vervolgens
om over te schakelen op de
functie haaks inparkeren. 3
Selecteer de toets “Start”.
Er klinkt een zoemer, er wordt een melding
met betrekking tot de werking weergegeven
op het multi-informatiedisplay en de begelei-
ding wordt gestart.
Als het rempedaal wordt losgelaten,
wordt “Moving Forward...” (rijdt naar
voren...) weergegeven en begint de
auto vooruit te rijden.
Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park om de begeleiding
uit te schakelen.
Als de begeleiding wordt uitgeschakeld,
wordt “Advanced Park Cancelled” (Advan-
ced Park uitgesc hakeld) weergegeven.
Als u merkt dat de auto een voertuig, object,
persoon of greppel in de buurt te dicht
nadert: → Blz. 301
4Voer de handelingen uit overeen-
komstig de weergegeven adviezen
totdat de auto stopt in het beoogde
parkeervak.
Als de auto tot stilstand komt, wordt “Advan-
ced Park Finished” (Advanced Park beëin-
digd) weergegeven en wordt de begeleiding
beëindigd.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 300 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 302 of 574

301
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als u selecteert op het multime-
dia-display, zal de op het voltooiings-
scherm van de Parking Assist
weergegeven auto draaien.
■Als u merkt dat de auto een voertuig,
object, persoon of greppel in de buurt
te dicht nadert
Trap het rempedaal in om de auto tot stil-
stand te brengen en zet de selectiehendel in
een andere stand om de koers van de auto te
veranderen. Op dat moment wordt de bege-
leiding onderbroken. Als de toets “Start” ech-
ter wordt geselecteerd, wordt de begeleiding
hervat en beweegt de auto in de richting die
overeenkomt met de geselecteerde stand
van de selectiehendel.
■Als “No available parking space” (geen
parkeervak beschikbaar) wordt weerge-
geven
Zelfs wanneer de auto parallel aan een par-
keervak tot stilstand wordt gebracht, wordt
een ernaast geparkeerde auto mogelijk niet
gesignaleerd. Als in dat geval de auto wordt
verplaatst naar een punt waarop een gepar-
keerde auto kan worden gesignaleerd, kan
de begeleiding worden gestart.
OPMERKING
■Bij gebruik van de functie fileparke-
ren
●Controleer of er geen obstakels aanwe-
zig zijn binnen de gele afstandslijnen en
tussen de auto en de beoogde parkeer-
plaats. Als er obstakels worden gesig-
naleerd binnen de gele afstandslijnen of
tussen de auto en het beoogde parkeer-
vak, wordt de functie fileparkeren uitge-
schakeld of onderbroken.
●Het beoogde parkeervak kan niet cor-
rect worden ingesteld als het parkeer-
vak zich op een helling bevindt of als er
hoogteverschillen zijn. Hierdoor kan de
auto buiten het beoogde parkeervak of
scheef komen te staan. Gebruik de
functie fileparkeren daarom niet voor dit
soort parkeerplaatsen.
●Als een vlakbij geparkeerde auto smal
is, of zeer dicht tegen de stoeprand aan
geparkeerd staat, wordt uw auto ook
naar een positie dicht tegen de stoep-
rand aan begeleid. Breng, als het ernaar
uitziet dat de auto de stoeprand gaat
raken of van de weg raakt, de auto tot
stilstand door het rempedaal in te trap-
pen en druk vervolgens op de hoofd-
schakelaar van Advanced Park om het
systeem uit te schakelen.
●Wanneer zich aan de binnenzijde van
het parkeervak een muur of ander
obstakel bevindt, komt de auto mogelijk
tot stilstand op een positie net buiten het
ingestelde beoogde parkeervak.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 301 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 303 of 574

302
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Beschrijving functie
Door bij het verlaten van een filepar-
keerplek de richting waarin u wilt wegrij-
den te selecteren, begeleidt de functie
wegrijden na fileparkeren het wegrijden
door het wijzigen van de stand van de
selectiehendel en het bedienen van het
stuurwiel, het rempedaal en het gaspe-
daal om de auto te begeleiden naar een
positie vanaf waar u het parkeervak
kunt verlaten.
■Verlaten van een parkeervak met
behulp van de functie wegrijden
na fileparkeren
1 Druk met ingetrapt rempedaal en de
selectiehendel in stand P op de
hoofdschakelaar van Advanced
Park en controleer of het selectie-
scherm voor de vertrekrichting
wordt weergegeven op het multime-
dia-display. 2
Selecteer de richting waarin u wilt
vertrekken door de richtingaanwij-
zerschakelaar te bedienen
(→Blz. 190).
De vertrekrichting kan ook worden geselec-
teerd door een pijl op het multimedia-display
te selecteren.
3Trap het rempedaal in en selecteer
de toets “Start”.
Er klinkt een zoemer, er wordt een melding
met betrekking tot de werking weergegeven
op het multi-informatiedisplay en de begelei-
ding wordt gestart.
Druk op de hoofdschakelaar van Advanced
Park om de begeleiding uit te schakelen.
Als de begeleiding wordt uitgeschakeld,
wordt “Advanced Park Cancelled” (Advan-
ced Park uitgesc hakeld) weergegeven.
Als u merkt dat de auto een voertuig, object,
persoon of greppel in de buurt te dicht
nadert: → Blz. 303
4Voer de handelingen uit overeen-
komstig de weergegeven adviezen
totdat de auto zich in een positie
bevindt waarin u het parkeervak
kunt verlaten.
OPMERKING
●Afhankelijk van de omgevingscondities,
zoals de positie van andere gepar-
keerde auto's, komt de auto mogelijk
buiten het beoogde parkeervak of
scheef te staan. Zet de auto indien
nodig handmatig recht in het parkeer-
vak.
●De auto wordt begeleid naar een positie
die overeenkomt met de vlakbij gepar-
keerde auto, zelfs wanneer er een
obstakel, hoogteverschil of stoeprand
aanwezig is in het parkeervak. Breng,
als het ernaar uitziet dat de auto ergens
tegenaan gaat rijden, de auto tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen
en druk vervolgens op de hoofdschake-
laar van Advanced Park om het sys-
teem uit te schakelen.
Functie wegrijden na
fileparkeren
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 302 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 307 of 574

306
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
5Selecteer de toets “Start”.
Er klinkt een zoemer, er wordt een melding
met betrekking tot de werking weergegeven
op het multi-informatiedisplay en de begelei-
ding wordt gestart.
Als u merkt dat de auto een voertuig, object,
persoon of greppel in de buurt te dicht
nadert: → Blz. 307
Als het rempedaal wordt losgelaten,
wordt “Moving Forwar d...” (rijdt naar
voren...) weergegeven en begint de
auto vooruit te rijden.
6 Voer de handelingen uit overeen-
komstig de weergegeven adviezen
totdat de auto stopt in het beoogde
parkeervak. 7
Controleer de positie waarop de
auto tot stilstand is gekomen. Pas
indien nodig de positie van het te
registreren parkeervak aan met
behulp van de pijltoetsen en selec-
teer vervolgens de registratietoets.
“Registration Completed” (registratie vol-
tooid) wordt weergegeven op het scherm
van het multimediasysteem.
Registreer het parkeervak alleen als
er geen obstakels aanwezig zijn bin-
nen het met de dikke lijnen aange-
geven gebied.
De mate waarin de positie van het te
registreren parkeervak kan worden
aangepast, is beperkt.
■Bij het parkeren in een met behulp
van de geheugenfunctie geregis-
treerd parkeervak
1 Breng de auto tot stilstand op een
punt haaks op het midden van het
beoogde parkeervak.
1 m
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 306 Friday, November 6, 2020 11:27 AM