TOYOTA MIRAI 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2021Pages: 574, PDF Size: 96.75 MB
Page 381 of 574

380
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Koelvloeistofreservoir inverter (→Blz. 382)
Koelvloeistofreservoir brandstofcelpakket ( →Blz. 382)
Zekeringenkasten ( →Blz. 407)
Sproeierreservoir ( →Blz. 384)
Radiateur koelsysteem inverter ( →Blz. 384)
Elektrische koelventilator
Condensor (→Blz. 384)
Radiateur koelsysteem brandstofcelpakket (→Blz. 384)
Auto's met rechtse besturing:
De zekeringenkast bevindt zich aan de tegenov ergestelde zijde van de ruimte van de brand-
stofcelmodule, nabij de voorruit.
■12V-accu
→ Blz. 385
Ruimte brandstofcelmodule
Onderdelen
A
B
C
D
E
F
G
H
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 380 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 382 of 574

381
7
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Verwijderen van de afdekkap van de ruimte van de brandstofcelmodule
Buitenzijde
Vo o r
■Plaatsen van de clips
1 Het middelste deel omhoog drukken
2 Plaatsen
3 Indrukken
Afdekkap ruimte brandstofcelmodule
A
OPMERKING
■Na het plaatsen controleren van de
afdekkap van de ruimte van de
brandstofcelmodule
Controleer of de afdekkap goed vastzit in
zijn oorspronkelijke positie.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 381 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 383 of 574

382
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Verwijderen van de afdekkap van
het brandstofcelpakket
Verwijder de afdekkap van het brand-
stofcelpakket.
■Plaatsen van de afdekkap van het
brandstofcelpakket
Plaats de afdekkap van het brandstof-
celpakket.
1 Maak de haken aan de achterzijde
van de afdekkap van het brandstof-
celpakket vast.
2 Plaats de voorzijde van de afdekkap
van het brandstofcelpakket op de
pennen. Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich tussen de streepjes MAX en
MIN bevindt als he
t brandstofcelsys-
teem koud is.
Dop koelvloeistofreservoir brand-
stofcelpakket
Bovenste streepje (MAX)
Onderste streepje (MIN)
Als het niveau zich op of onder het onderste
streepje (MIN) bevindt, moet koelvloeistof
worden bijgevuld tot aan het bovenste
streepje (MAX). ( →Blz. 460)
Afdekkap brandstofcelpakket
OPMERKING
■Controleer de afdekkap van het
brandstofcelpakket na plaatsing.
Controleer of de afdekkap goed vastzit in
zijn oorspronkelijke positie.
Koelvloeistof
brandstofcelpakket controleren
OPMERKING
■Koelvloeistof brandstofcelpakket
Het koelvloeistofreservoir van het brand-
stofcelpakket wordt gevuld met een unieke
koelvloeistof. Gebr uik geen andere koel-
vloeistof. Anders kan uw auto beschadigd
raken.
A
B
C
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 382 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 384 of 574

383
7
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich tussen de streepjes MAX en
MIN bevindt als het brandstofcelsys-
teem koud is.Dop koelvloeistofre servoir inverter
Bovenste streepje (MAX)
Onderste streepje (MIN)
Als het niveau zich op of onder het onderste
streepje (MIN) bevindt, moet koelvloeistof
worden bijgevuld tot aan het bovenste
streepje (MAX). ( →Blz. 460)
■Selectie van inverterkoelvloeistof
Gebruik alleen Toyota Super Long Life Cool-
ant of een gelijkwaardig product.
Toyota Super Long Life Coolant is een meng-
sel van 50% koelvloeistof en 50% gedemine-
raliseerd water. (Minimumtemperatuur: -
35°C)
Neem voor meer informatie over koelvloeistof
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Als het koelvloeistofniveau van de
inverter korte tijd na het bijvullen weer
is gezakt
Controleer de radiateurs, de slangen, de dop
van het koelvloeistofreservoir van de inverter,
het aftapkraantje en de waterpomp.
Als u geen lek kunt vinden, laat dan een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige de druk op
de dop nakijken en controleren op lekkages
in het koelsysteem.Inverterkoelvloeistof
controleren
A
B
C
WAARSCHUWING
■Wanneer het brandstofcelsysteem
heet is
Draai de doppen van het koelvloeistofre-
servoir niet los. ( →Blz. 463)
Als het koelsysteem nog onder druk staat,
kan hete koelvloeistof uit de vulopening
spuiten als de dop wordt verwijderd en
brandwonden of ander ernstig letsel ver-
oorzaken.
OPMERKING
■Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of
alleen water. Een goede mengverhouding
van water en antivries zorgt voor een
goede smering, corrosiebescherming en
koeling. Lees altijd de informatie op het eti-
ket van de antivries of koelvloeistof.
■Als u koelvloeistof morst
Verwijder de koelvloeistof met veel water
om te voorkomen dat het de lak of onder-
delen aantast.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 383 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 385 of 574

384
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Controleer de radiateur en de conden-
sor en verwijder eventueel vuil. Als een
van bovenstaande onderdelen erg vuil
is of als u niet zeker bent van de staat
ervan, laat dan uw auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als een sproeier niet werkt, is het
sproeierreservoir mogelijk leeg. Vul rui-
tensproeiervloeistof bij.
Controle van radiateur
en condensor
WAARSCHUWING
■Wanneer het brandstofcelsysteem
heet is
Raak om brandwonden te voorkomen de
radiateur of de condensor niet aan, aange-
zien deze heet kunnen zijn.
Bijvullen van
ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als het
brandstofcelsysteem heet is of nog werkt.
Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en
kan vlam vatten als het bijvoorbeeld op
een heet brandstofcelsysteem wordt
gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of antivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien
nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 384 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 386 of 574

385
7
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
De 12V-accu bevindt zich aan de rech-
terzijde van de bagageruimte.
Verwijderen van de bagageruimtemat:
→Blz. 354
■Voorzorgsmaatregelen voor het opla-
den van de accu
Tijdens het opladen van de 12V-accu ont-
staat het licht ontvlambare en explosieve
waterstof. Houd u daarom voor het opladen
aan de volgende voorzorgsmaatregelen:
●Als de 12V-accu in de auto is gemonteerd,
moet voorafgaand aan het opladen de
massakabel worden losgenomen.
●Zorg ervoor dat de acculader tijdens het
aansluiten en losnemen van de accuklem-
men is uitgeschakeld.
■Na het laden/aansluiten van de 12V-
accu
●Nadat de 12V-accu losgenomen is
geweest en weer is aangesloten, is het
wellicht niet meteen mogelijk om de portie-
ren met het Smart entry-systeem met start-
knop te ontgrendelen. Gebruik in dat geval
de afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te vergrendelen of
ontgrendelen.
●Start het brandstofcelsysteem met het con-
tact in stand ACC. Het brandstofcelsys-
teem kan niet worden gestart als het
contact UIT staat. Het brandstofcelsys-
teem werkt vanaf de tweede poging echter
normaal.
●De stand van het contact wordt door de
auto geregistreerd. Als de 12V-accu weer
wordt aangesloten, keert de startknop
terug naar de stand die was geselecteerd
voordat de 12V-accu werd losgenomen.
Zorg ervoor dat het contact UIT wordt
gezet voordat u de 12V-accu losneemt.
Wees extra voorzichtig als niet bekend is
wat de stand van de startknop was voordat
de 12V-accu leeg raakte.
●Als de 12V-accu weer is aangesloten: start
het brandstofcelsysteem, trap het rempe-
daal in en controleer of de selectiehendel
in alle schakelstanden kan worden gezet.
Neem, als het systeem na meerdere pogin-
gen nog niet start, contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
12V-accu
Plaats
WAARSCHUWING
■Chemicaliën in de 12V-accu
Het zwavelzuur in de 12V-accu is giftig en
bijtend en kan het ontstaan van het licht
ontvlambare en explosieve waterstof ver-
oorzaken. Neem bij werkzaamheden bij of
aan de 12V-accu de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht om ernstig letsel te
voorkomen:
●Veroorzaak geen vonken met gereed-
schap.
●Rook nooit en steek nooit een lucifer of
een aansteker aan bij de 12V-accu.
●Voorkom dat ogen, huid of kleren in
contact komen met de elektrolyt.
●Adem of slik nooit elektrolyt in.
●Gebruik een veiligheidsbril als u bij de
12V-accu bezig bent.
●Laat kinderen niet in de buurt spelen als
u met de 12V-accu bezig bent.
■Een veilige plaats voor het opladen
van de 12V-accu
Laad de 12V-accu altijd op in een open
ruimte. Laad de 12V-accu niet op in een
garage of in een afgesloten ruimte waar
onvoldoende ventilatie is.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 385 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 387 of 574

386
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Controleer de 12V-accu op gecorro-
deerde en loszittende klemmen, scheu-
ren en een loszittende klembeugel.Accupolen
Klembeugel
Controleer de toestand van de 12V-
accu aan de hand van de indicator-
kleur.
Blauw: in orde
Rood: opladen is noodzakelijk.
Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Helder: vervanging is noodzakelijk.
Laat de 12V-accu nakijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Noodmaatregelen met betrekking tot
elektrolyt
Als er elektrolyt in uw ogen terechtkomt Spoel de ogen minstens 15 minuten met
water en schakel direct medische hulp
in. Blijf zo mogelijk water met een spons
of doek op de ogen deppen, terwijl u
naar een arts of het ziekenhuis gaat.
●
●
Als er elektrolyt op uw huid terechtkomt
Was de huid zorgvuldig met veel water.
Als het pijn doet of brandt, roept u
meteen medische hulp in.
●Als er elektrolyt op uw kleding terecht-
komt
De elektrolyt kan via de kleding op uw
huid terechtkomen. Trek onmiddellijk de
kleding uit en volg, indien nodig, de pro-
cedure zoals hierboven beschreven.
●Als u per ongeluk elektrolyt binnenkrijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk.
Schakel zo snel mogelijk medische hulp
in.
■Vervangen van de 12V-accu
Gebruik alleen een voor deze auto ontwor-
pen 12V-accu. Anders kan er gas (water-
stof) in het passagierscompartiment
komen, waardoor brand of een explosie
kan ontstaan.
Neem voor de vervanging van de 12V-
accu contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
OPMERKING
■Wanneer de 12V-accu wordt opgela-
den
Laad de 12V-accu nooit op wanneer het
brandstofcelsysteem in werking is. Contro-
leer ook of alle accessoires zijn uitgescha-
keld.
Exterieur
De toestand van de 12V-accu
controleren
A
B
A
B
C
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 386 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 388 of 574

387
7
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Controleer of de slijtage-indicatoren op
de banden te zien zijn. Controleer de
banden tevens op ongelijkmatige slij-
tage, zoals overmatige slijtage aan een
zijde van het loopvlak.Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt
aangegeven met de tekst TWI of de indicatie op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren
te zien zijn.
■Wanneer moeten banden worden ver-
vangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een
band.
●De banden beschadigingen vertonen,
zoals insnijdingen, scheuren of barsten die
zo diep zijn dat het binnenmateriaal zicht-
baar wordt en bulten die duiden op een
interne beschadiging
●Een band vaak leegloopt of niet goed kan
worden gerepareerd vanwege de grootte
of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als u er niet zeker van bent.
■Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten
altijd door gekwalificeerd werkplaatsperso-
neel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of
nauwelijks met de banden is gereden en de
banden niet beschadigd lijken te zijn.
■Als de profieldiepte van winterbanden
minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de
winterbanden verloren.
Banden
Vervang of verwissel banden
afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
A
B
C
WAARSCHUWING
■Bij het controleren of vervangen van
de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen om ongevallen te voorkomen.
Het niet in acht nemen van deze voor-
zorgsmaatregelen, kan schade aan de
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rij-
eigenschappen tot gevolg hebben, waar-
door een ongeval met ernstig letsel kan
ontstaan.
●Gebruik geen banden van verschil-
lende merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk
verschillende slijtagepatronen door
elkaar.
●Gebruik uitsluitend de door Toyota voor-
geschreven bandenmaat.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 387 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 389 of 574

388
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Wissel de banden zoals aangegeven in
de afbeelding.Vo o r
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer
elke 10.000 km van plaats te wisselen om
een gelijkmatig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te verkrij-
gen. Vergeet niet na het wisselen van de banden
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem te initialiseren.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschu
wingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage
bandenspanning te signaleren voordat
deze tot problemen leidt.
De door het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem gesignaleerde
bandenspanning kan op het multi-
informatiedisplay worden weergege-
ven. ( →Blz. 119)
Als de bandenspanning onder een
bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder gewaarschuwd door mid-
del van een melding op het scherm
en een waarschuwingslampje.
(→Blz. 432)
WAARSCHUWING
●Gebruik geen verschillende soorten
banden (radiaalbanden, gordelbanden
met diagonaalkarkas en diagonaalban-
den) door elkaar.
●Gebruik geen zomer-, all-season- en
winterbanden door elkaar.
●Gebruik nooit banden onder uw auto die
zijn gebruikt onder een andere auto.
Door het gebruik van banden waarvan
het verleden onbekend is, loopt u extra
risico.
OPMERKING
■Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over
onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben moge-
lijk een verlaging van de bandenspanning
tot gevolg, waardoor de verende werking
van de banden vermindert. Bovendien
kunnen de banden zelf en de velgen en
carrosserie beschadigd raken bij het rijden
over onverharde wegen.
Wisselen van banden
A
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 388 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 390 of 574

389
7
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Bandenspanning
●Nadat het contact AAN is gezet, kan het
enkele minuten duren voordat de banden-
spanning wordt weergegeven. Het kan ook
enkele minuten duren voordat de banden-
spanning wordt weergegeven nadat de
banden op spanning zijn gebracht.
●De bandenspanning verandert met de tem-
peratuur. De weergegeven waarden kun-
nen verschillen van de waarden die met
andere bandenspanningmeters worden
gemeten.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Als een band is vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
• Als een band is vervangen door een exem- plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Als er sneeuwkettingen, enz. zijn gemon- teerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings- sensoren en -zenders worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• Wanneer u in de buurt van een televisie- zendmast, elektriciteitscentrale, tanksta-
tion, radiozender, videowall, luchthaven of
andere locatie rijdt waar sterke radiogolven
of elektromagnetische velden aanwezig
zijn • Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
Als de bandenpositiegegevens niet juist wor-
den weergegeven als gevolg van slechte ont-
vangst van de radiogolv en, kan de weergave
worden hersteld door verder te rijden en zo
de ontvangst van de radiogolven te verande-
ren.
●Wanneer de auto tot stilstand is gebracht,
kan het langer duren voordat de waarschu-
wing verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, verschijnt de waar-
schuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de omstandigheden waaronder het
systeem geïnitialiseerd is. Daarom laat het
systeem mogelijk zelfs een waarschuwing
zien wanneer de bandenspanning niet laag
genoeg is of wanneer de druk hoger is dan
de druk die was ingesteld tijdens het initiali-
seren van het systeem.
■Verklaring bandenspanningswaarschu-
wingssysteem
→ Blz. 565
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders op de te monteren velgen
worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze
componenten worden geregistreerd in
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarsch uwingssysteem
worden geïnitialiseerd. ( →Blz. 392)
Plaatsen van bandenspan-
ningssensoren en -zenders
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 389 Friday, November 6, 2020 11:27 AM