display TOYOTA MIRAI 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2022Pages: 578, PDF Size: 99.29 MB
Page 296 of 578

294
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Begeleidingsschermen worden weer-
gegeven op het multimedia-display.
Begeleidingsscherm (bij starten
begeleiding)Vak beoogd parkeervak (blauw)
Toets wijzigen parkeertype
Als er meerdere toetsen worden weergege-
ven, verschilt de functie afhankelijk van de
kleur van de toets als volgt. of : Overschakelen naar een
ander mogelijk parkeervak.
of : Parkeervak dat was gese-
lecteerd.
: Selecteer deze toets om over te
schakelen op de functie fileparkeren.
: Selecteer deze toets om over te scha-
kelen op de functie haaks inparkeren.
Adviesweergave
WAARSCHUWING
●Aangezien Advanced Park is ontworpen
om het parkeren van de auto in een
ingesteld parkeervak te begeleiden, is
het afhankelijk van bijvoorbeeld de staat
van het wegdek of de auto of de afstand
tussen de auto en het parkeervak wel-
licht niet mogelijk een parkeervak te sig-
naleren of kan het systeem u mogelijk
niet begeleiden tot het punt waarop het
parkeren helemaal is afgerond.
●In de volgende situaties kan Advanced
Park u mogelijk niet begeleiden naar de
geselecteerde parkeerplaats:
• Als de banden erg versleten zijn of als de bandenspanning te laag is
• Wanneer de auto zwaar beladen is
• Wanneer de auto schuin staat door een zware belading
• Als het wegdek van het parkeervak wordt verwarmd (ter voorkoming van
bevriezing van het wegdek)
• Als de wielen niet g oed zijn uitgelijnd,
bijvoorbeeld nadat een wiel is blootge-
steld aan een hevige schok
Als in een andere dan bovengenoemde
situatie de auto sterk afwijkt van het inge-
stelde parkeervak, laat de auto dan con-
troleren door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Begeleidingsschermen
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 294 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 297 of 578

295
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Toets “Start”
Hiermee kunt u de parkeerbegeleiding starten.
Toets MODE
Selecteer deze toets om te wisselen tussen
de geheugenfunctie en de functie haaks
inparkeren/fileparkeren. (→Blz. 307)
Registratietoets
Selecteer deze toets om het registreren van
een parkeervak te starten
Toets voor persoonlijke voorkeurs-
instelling
Hiermee kunt u het instelscherm voor
Advanced Park weergeven.
Begeleidingsscherm (bij achteruit-
rijden)
Afstandslijnen (geel en rood)
Geven punten aan vanaf het midden van de
rand van de voor- of achterbumper tot aan
de beoogde stoppositie (geel)
* en ongeveer
0,3 m (rood) vanaf de auto.
Display Toyota Parking Assist
→ Blz. 263
RCTA (Rear Cross Traffic Alert)/
RCTA-icoon
→Blz. 273
Display werking remregeling
BRAKE! (remmen) wordt weergegeven.
Toets voor persoonlijke voorkeurs-
instelling
Hiermee kunt u het instelscherm voor
Advanced Park weergeven.
Werkingsicoon
Wordt weergegeven als Advanced Park is
ingeschakeld.
*: Als de afstand tot de beoogde stoppositie
langer is dan 2,5 m, wordt de lijn 2,5 m
vóór de auto weergegeven.
■Pop-updisplay Toyota Parking Assist
Ongeacht of de Toyota Parking Assist is uit-
of ingeschakeld ( →Blz. 263), als er een
object wordt gesignaleerd door de Toyota
Parking Assist terwijl Advanced Park is inge-
schakeld, wordt er automatisch een pop-
updisplay weergegeven over het begelei-
dingsscherm.
■Werking remregeling als Advanced
Park is ingeschakeld
Als terwijl Advanced Park is ingeschakeld
wordt geoordeeld dat de kans op een aanrij-
ding met een gesignaleerd bewegend of stil-
staand object groot is, treden de begren-
zingsregeling van het brandstofcelsysteem
en de remregeling in werking.
●Als de remregeling in werking is, wordt de
werking van Advanced Park onderbroken
en wordt er een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
●Als de werking van Advanced Park 3 keer is
onderbroken door werking van de remrege-
ling, wordt Advanced Park uitgeschakeld.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 295 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 298 of 578

296
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In de volgende situaties wordt de wer-
king van Advanced Park uitgeschakeld
of onderbroken.
De begeleiding wordt uitgeschakeld
als:
De hoofdschakelaar van Advanced
Park wordt ingedrukt
De selectiehendel in stand P wordt
gezet
De parkeerrem wordt geactiveerd
Een portier of de achterklep wordt
geopend
De veiligheidsgordel van de bestuur-
der wordt losgemaakt
De buitenspiegels worden ingeklapt
De TRC of VSC wordt uitgeschakeld
De TRC, de VSC of het ABS in wer-
king is
De startknop wordt ingedrukt
Advanced Park oordeelt dat de
begeleiding niet kan worden voort-
gezet in de huidige parkeeromge-
ving
Storingen Advanced Park
Als de begeleiding is uitgeschakeld,
wordt er een melding weergegeven op
het multimedia-display. ( →Blz. 313)
Houd het stuurwiel stevig vast en trap
het rempedaal in om de auto tot stil-
stand te brengen. Aangezien Advanced
Park is uitgeschakeld, dient u deze
weer in te schakelen of handmatig door
te gaan met parkeren met behulp van
het stuurwiel.
De begeleiding wordt onderbroken
als:
Het stuurwiel wordt bediend
Het gaspedaal wordt ingetrapt
De selectiehendel in een andere
stand dan P wordt gezet
De remregeling in werking is
Het PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem) in werking is geweest
■Beschrijving functie
De functie haaks inparkeren kan wor-
den gebruikt als het beoogde parkeer-
vak kan worden gesignaleerd wanneer
de auto dicht bij en haaks op het mid-
den van het parkeervak tot stilstand
wordt gebracht. Ook kan, afhankelijk
van de conditie va n het parkeervak,
enz., de stand van de selectiehendel
worden gewijzigd door de begeleidings-
regeling als de koers van de auto moet
worden veranderd.
■Parkeren met behulp van de func-
tie haaks inparkeren
1 Breng de auto tot stilstand op een
punt dicht bij en haaks op het mid-
den van het beoogde parkeervak.
1 m
Uitschakelen/onderbreken
Advanced Park
Functie haaks inparkeren
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 296 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 299 of 578

297
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
2Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park en controleer of er
een mogelijk parkeervak wordt
weergegeven op het multimedia-
display.
Als er een parkeerplaats wordt
gesignaleerd waar uw auto kan wor-
den geparkeerd, wordt er een vak
met het beoogde parkeervak weer-
gegeven.
Als het mogelijk is om hier te filepar-
keren, selecteer dan het parkeervak
en selecteer vervolgens om
over te schakelen op de functie file-
parkeren.
Afhankelijk van de omgeving kan
deze functie mogelijk niet worden
gebruikt. Gebruik de functie voor
een ander parkeervak overeenkom-
stig de informatie die wordt weerge-
geven op het multimedia-display.
3 Selecteer de toets “Start”.
Er klinkt een zoemer, er wordt een melding
met betrekking tot de werking weergegeven
op het multi-informatiedisplay en de begelei-
ding wordt gestart.
Als het rempedaal wordt losgelaten,
wordt “Moving Forward...” (rijdt naar
voren...) weergegeven en begint de
auto vooruit te rijden.
Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park om de begeleiding
uit te schakelen.
Als de begeleiding wordt uitgeschakeld,
wordt “Advanced Park Cancelled” (Advan-
ced Park uitgesc hakeld) weergegeven.
Als u merkt dat de auto een voertuig, object,
persoon of greppel in de buurt te dicht
nadert: → Blz. 298
4Voer de handelingen uit overeen-
komstig de weergegeven adviezen
totdat de auto stopt in het beoogde
parkeervak.
Als de auto tot stilstand komt, wordt “Advan-
ced Park Finished” (Advanced Park beëin-
digd) weergegeven en wordt de begeleiding
beëindigd.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 297 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 300 of 578

298
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als u selecteert op het multime-
dia-display, zal de op het voltooiings-
scherm van de Parking Assist weer-
gegeven auto draaien.
■Als u merkt dat de auto een voertuig,
object, persoon of greppel in de buurt
te dicht nadert
Trap het rempedaal in om de auto tot stil-
stand te brengen en zet de selectiehendel in
een andere stand om de koers van de auto te
veranderen. Op dat moment wordt de bege-
leiding onderbroken. Als de toets “Start” ech-
ter wordt geselecteerd, wordt de begeleiding
hervat en beweegt de auto in de richting die
overeenkomt met de geselecteerde stand
van de selectiehendel.
■Beschrijving functie
De functie fileparkeren kan worden
gebruikt als het beoogde parkeervak
kan worden gesignaleerd wanneer de
auto dicht bij en in lijn met het midden
van het parkeervak tot stilstand wordt
gebracht. Ook kan, afhankelijk van de
conditie van het parkeervak, enz., de
stand van de selectiehendel worden
gewijzigd door de begeleidingsregeling
als de koers van de auto moet worden
veranderd.
■Parkeren met behulp van de functie
fileparkeren
1 Breng de auto tot stilstand op een
punt in lijn met en dicht bij het mid-
den van het beoogde parkeervak.
1 m
OPMERKING
■Bij gebruik van de functie haaks
inparkeren
●Controleer of er geen obstakels aanwe-
zig zijn binnen de gele afstandslijnen en
tussen de auto en de beoogde parkeer-
plaats. Als er obstakels aanwezig zijn
tussen de auto en de beoogde parkeer-
plaats of binnen de gele afstandslijnen,
schakel dan de functie haaks inparke-
ren uit.
●Het beoogde parkeervak kan niet cor-
rect worden ingesteld als het parkeer-
vak zich op een helling bevindt of als er
hoogteverschillen zijn. Hierdoor kan de
auto buiten het beoogde parkeervak of
scheef komen te staan. Gebruik de
functie haaks inparkeren daarom niet
voor dit soort parkeerplaatsen.
●Bij het parkeren in een smalle ruimte
kan de auto dicht bij een ernaast gepar-
keerde auto komen. Als een aanrijding
onvermijdelijk lijkt, trap dan het rempe-
daal in om de auto tot stilstand te bren-
gen.
●Afhankelijk van de omgevingscondities,
zoals de positie van andere geparkeerde
auto's, komt de auto mogelijk buiten het
beoogde parkeervak of scheef te staan.
Zet de auto indien nodig handmatig recht
in het parkeervak.
Functie fileparkeren
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 298 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 301 of 578

299
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
2Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park en controleer of er
een mogelijk parkeervak wordt
weergegeven op het multimedia-
display.
Als er een parkeerplaats wordt
gesignaleerd waar uw auto kan wor-
den geparkeerd, wordt er een vak
met het beoogde parkeervak weer-
gegeven.
Als het mogelijk is om hier haaks in
te parkeren, selecteer dan het par-
keervak en selecteer vervolgens
om over te schakelen op de
functie haaks inparkeren.
3 Selecteer de toets “Start”.
Er klinkt een zoemer, er wordt een melding
met betrekking tot de werking weergegeven
op het multi-informatiedisplay en de begelei-
ding wordt gestart.
Als het rempedaal wordt losgelaten,
wordt “Moving Forward...” (rijdt naar
voren...) weergegeven en begint de
auto vooruit te rijden.
Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park om de begeleiding
uit te schakelen.
Als de begeleiding wordt uitgeschakeld,
wordt “Advanced Park Cancelled” (Advan-
ced Park uitgesc hakeld) weergegeven.
Als u merkt dat de auto een voertuig, object,
persoon of greppel in de buurt te dicht
nadert: → Blz. 300
4Voer de handelingen uit overeen-
komstig de weergegeven adviezen
totdat de auto stopt in het beoogde
parkeervak.
Als de auto tot stilstand komt, wordt “Advan-
ced Park Finished” (Advanced Park beëin-
digd) weergegeven en wordt de begeleiding
beëindigd.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 299 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 302 of 578

300
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als u selecteert op het multime-
dia-display, zal de op het voltooiings-
scherm van de Parking Assist weer-
gegeven auto draaien.
■Als u merkt dat de auto een voertuig,
object, persoon of greppel in de buurt
te dicht nadert
Trap het rempedaal in om de auto tot stil-
stand te brengen en zet de selectiehendel in
een andere stand om de koers van de auto te
veranderen. Op dat moment wordt de bege-
leiding onderbroken. Als de toets “Start” ech-
ter wordt geselecteerd, wordt de begeleiding
hervat en beweegt de auto in de richting die
overeenkomt met de geselecteerde stand
van de selectiehendel.
■Als “No available parking space” (geen
parkeervak beschikbaar) wordt weerge-
geven
Zelfs wanneer de auto parallel aan een par-
keervak tot stilstand wordt gebracht, wordt
een ernaast geparkeerde auto mogelijk niet
gesignaleerd. Als in dat geval de auto wordt
verplaatst naar een punt waarop een gepar-
keerde auto kan worden gesignaleerd, kan
de begeleiding worden gestart.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 300 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 304 of 578

302
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Beschrijving functie
Door bij het verlaten van een filepar-
keerplek de richting waarin u wilt wegrij-
den te selecteren, begeleidt de functie
wegrijden na fileparkeren het wegrijden
door het wijzigen van de stand van de
selectiehendel en het bedienen van het
stuurwiel, het rempedaal en het gaspe-
daal om de auto te begeleiden naar een
positie vanaf waar u het parkeervak
kunt verlaten.
■Verlaten van een parkeervak met
behulp van de functie wegrijden
na fileparkeren
1 Druk met ingetrapt rempedaal en de
selectiehendel in stand P op de
hoofdschakelaar van Advanced
Park en controleer of het selectie-
scherm voor de vertrekrichting
wordt weergegeven op het multime-
dia-display.
2 Selecteer de richting waarin u wilt
vertrekken door de richtingaanwij-
zerschakelaar te bedienen
(→Blz. 188).
De vertrekrichting kan ook worden geselec-
teerd door een pijl op het multimedia-display
te selecteren.
3 Trap het rempedaal in en selecteer
de toets “Start”.
Er klinkt een zoemer, er wordt een melding
met betrekking tot de werking weergegeven
op het multi-informatiedisplay en de begelei-
ding wordt gestart.
Druk op de hoofdschakelaar van Advanced
Park om de begeleiding uit te schakelen.
Als de begeleiding wordt uitgeschakeld,
wordt “Advanced Park Cancelled” (Advan-
ced Park uitgesc hakeld) weergegeven.
Als u merkt dat de auto een voertuig, object,
persoon of greppel in de buurt te dicht
nadert: → Blz. 303
4Voer de handelingen uit overeen-
komstig de weergegeven adviezen
totdat de auto zich in een positie
bevindt waarin u het parkeervak
kunt verlaten.
Trap, als de auto stopt in een positie waarin
u het vak kunt verlaten, het rempedaal of
gaspedaal in. “Advanced Park Finished”
(Advanced Park beëindigd) wordt weergege-
ven en de begeleiding wordt beëindigd. Pak
het stuurwiel vast en rijd vooruit.
Functie wegrijden na
fileparkeren
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 302 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 308 of 578

306
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4Pas met behulp van de pijltoetsen
de positie van het te registreren par-
keervak aan en selecteer vervol-
gens de toets OK.
5 Selecteer de toets “Start”.
Er klinkt een zoemer, er wordt een melding
met betrekking tot de werking weergegeven
op het multi-informatiedisplay en de begelei-
ding wordt gestart.
Als u merkt dat de auto een voertuig, object,
persoon of greppel in de buurt te dicht
nadert: → Blz. 307
Als het rempedaal wordt losgelaten,
wordt “Moving Forward...” (rijdt naar
voren...) weergegeven en begint de
auto vooruit te rijden.
6 Voer de handelingen uit overeen-
komstig de weergegeven adviezen
totdat de auto stopt in het beoogde
parkeervak.
7 Controleer de positie waarop de
auto tot stilstand is gekomen. Pas
indien nodig de positie van het te
registreren parkeervak aan met
behulp van de pijltoetsen en selec-
teer vervolgens de registratietoets.
“Registration Completed” (registratie vol-
tooid) wordt weergegeven op het scherm
van het multimediasysteem.
Registreer het parkeervak alleen als
er geen obstakels aanwezig zijn bin-
nen het met de dikke lijnen aange-
geven gebied.
De mate waarin de positie van het te
registreren parkeervak kan worden
aangepast, is beperkt.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 306 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 309 of 578

307
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Bij het parkeren in een met behulp
van de geheugenfunctie geregis-
treerd parkeervak
1 Breng de auto tot stilstand op een
punt haaks op het midden van het
beoogde parkeervak.
1 m
2 Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park en controleer of er
een mogelijk parkeervak wordt
weergegeven op het multimedia-
display.
3 Als de toets MODE wordt weerge-
geven, selecteer deze dan om de
geheugenfunctie te wijzigen.
4 Selecteer het gewenste parkeervak
en druk vervolgens op de toets
“Start”. Voer de procedure voor de functie
haaks inparkeren uit vanaf stap
3.
(→Blz. 296)
■Als u merkt dat de auto een voertuig,
object, persoon of greppel in de buurt
te dicht nadert
Trap het rempedaal in om de auto tot stil-
stand te brengen en zet de selectiehendel in
een andere stand om de koers van de auto te
veranderen. Op dat moment wordt de bege-
leiding onderbroken. Als de toets “Start” ech-
ter wordt geselecteerd, wordt de begeleiding
hervat en beweegt de auto in de richting die
overeenkomt met de geselecteerde stand
van de selectiehendel.
■Bij het overschrijven van een geregis-
treerd parkeervak
Als het maximale aantal parkeervakken is
geregistreerd en wordt geselecteerd,
kan een geregistreerd parkeervak worden
geselecteerd en vervolgens worden over-
schreven met een nieuw parkeervak.
■Als er meerdere parkeervakken zijn
geregistreerd
Selecteer het gewenste parkeervak en druk
vervolgens op de toets “Start”.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 307 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM