display TOYOTA MIRAI 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2022Pages: 578, PDF Size: 99.29 MB
Page 346 of 578

344
Handleiding_Europa_M62060_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Verder zijn de positie van het display en
de knoppen per systeem verschillend.Het temperatuurniveau van de
stoelverwarming wijzigen
De stoelverwarming heeft 3 verschillende
niveaus. (Laag, midden of hoog)
Het temperatuurniveau van de
stuurwielverwarming wijzigen
*
De stuurwielverwarming heeft 2 verschillende
niveaus. (Laag of hoog)
Het toerental van de stoelventilator
wijzigen
De stoelventilator heeft 3 verschillende
niveaus. (Laag, midden of hoog)
Toets ALL AUTO-regeling
Wanneer de ALL AUTO-regeling is inge-
schakeld, gaat de indicator op het scherm
branden. ( →Blz. 332)
■Bedieningspaneel achter (indien
aanwezig) Het temperatuurniveau van de
stoelverwarming achter wijzigen
De stoelverwarming heeft 3 verschillende
niveaus. (Laag, midden of hoog)
Het toerental van de stoelventilator
achter wijzigen
De stoelventilator heeft 3 verschillende
niveaus. (Laag, midden of hoog)
Controlelampjes
■De stuurwielverwarming, stoelverwar-
ming en stoelventilatoren kunnen wor-
den gebruikt wanneer
Het contact AAN staat.
■Aan airconditioning gekoppelde regel-
modus
Wanneer het toerental van de stoelventilator
hoog is, wordt het toerental hoger overeen-
komstig de aanjagersnelheid van de aircondi-
tioning.
■Als de airconditioning werkt in de S-
FLOW-modus
Als er geen passagier gesignaleerd is op de
passagiersstoel worden de stoelventilator en
de stoelverwarming van de passagiersstoel
uitgeschakeld. ( →Blz. 338)
■Instellingen bedieningspaneel achter
wijzigen
De volgende instellingen kunnen worden
gewijzigd.
• Reactietijd na het selecteren van de toets.
• Werkingsgeluiden toets in-/uitschakelen.
1 Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en schakel het brandstofcelsys-
teem uit.
2 Druk eenmaal op de startknop terwijl u
het rempedaal niet intrapt en zet het con-
tact in stand ACC. De instelling kan niet
worden gewijzigd wanneer het contact
AAN staat.
3 Druk gedurende ten minste 10
seconden in terwijl u de toets inge-
drukt houdt.
4 Laat de toets los zodra de zoemer klinkt.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 344 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 365 of 578

363
6
Handleiding_Europa_M62060_nl
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
Op de accessoireaansluiting kunnen
12V-accessoires worden aangesloten
die minder dan 10 A verbruiken.
Open het consolevak en open het
klepje.
■De accessoireaansluiting kan worden
gebruikt als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
■Bij het uitschakelen van het brandstof-
celsysteem
Koppel aangesloten elektrische apparaten
met een oplaadfunctie, zoals een powerbank,
los. Als dergelijke apparaten niet worden los-
gekoppeld, wordt het brandstofcelsysteem
mogelijk niet op de normale manier uitge-
schakeld.
Kledinghaakjes
WAARSCHUWING
■Zaken die niet aan het kledinghaakje
mogen worden gehangen
Hang geen kleerhanger, hard voorwerp of
voorwerp met scherpe punten aan het kle-
dinghaakje. Als de curtain airbags geacti-
veerd worden, kunnen deze voorwerpen
projectielen worden en ernstig letsel ver-
oorzaken.
Accessoireaansluiting
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de
accessoireaansluiting
Sluit de accessoireaansluiting af met het
kapje als de aansluiti ng niet in gebruik is.
Vreemde voorwerpen of vloeistoffen die in
de accessoireaansluiting terechtkomen,
kunnen kortsluiting veroorzaken.
■Voorkomen dat de zekering door-
brandt
Sluit geen accessoires aan die meer dan
12 V/10 A verbruiken.
■Onjuiste werking van de auto voor-
komen
Zorg ervoor dat alle laadaccessoires,
zoals draagbare laders, powerbanks, enz.
losgekoppeld zijn van de accessoireaan-
sluiting als het contact UIT wordt gezet.
Als een dergelijk access oire niet losgekop-
ppeld is, kan het volgende gebeuren:
●De portieren kunnen niet worden ver-
grendeld met het Smart entry-systeem
met startknop of de afstandsbediening.
●Het beginscherm wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
●De interieurverlichting, de dashboard-
verlichting, enz. gaan branden.
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Gebruik de accessoireaansluiting niet lan-
ger dan noodzakelijk is als het brandstof-
celsysteem is uitgeschakeld.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 363 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 388 of 578

386
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Vergeet niet na het wisselen van de banden
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem te initialiseren.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage
bandenspanning te signaleren voordat
deze tot problemen leidt.
De door het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem gesignaleerde
bandenspanning kan op het multi-
informatiedisplay worden weergege-
ven. ( →Blz. 117)
Als de bandenspanning onder een
bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder gewaarschuwd door mid-
del van een melding op het scherm
en een waarschuwingslampje.
(→Blz. 430)
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Bandenspanning
●Nadat het contact AAN is gezet, kan het
enkele minuten duren voordat de banden-
spanning wordt weergegeven. Het kan ook
enkele minuten duren voordat de banden-
spanning wordt weergegeven nadat de
banden op spanning zijn gebracht.
●De bandenspanning verandert met de tem-
peratuur. De weergegeven waarden kun-
nen verschillen van de waarden die met
andere bandenspanningmeters worden
gemeten.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningsw aarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Als een band is vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
• Als een band is vervangen door een exem- plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Als er sneeuwkettingen, enz. zijn gemon- teerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 386 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 390 of 578

388
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Als de bandenspanning wordt gewij-
zigd (bijvoorbeeld wanneer de rij-
snelheid of de belading verandert).
Bij het wijzigen van de bandenspan-
ning omdat er een andere banden-
maat gemonteerd is.
Bij het wisselen van wielen.
Na het uitvoeren van de procedure
voor de zenderidentificatiecodere-
gistratie. ( →Blz. 390)
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1 Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand, zet het contact UIT en
wacht ten minste 20 minuten.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorgeschre-
ven spanning bij koude banden.
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Start het brandstofcelsysteem. 4
Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren.
5 Druk op of om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens inge-
drukt.
6 Druk op of om TPWS te
selecteren en druk vervolgens op
.
7 Druk op of om “Set Pres-
sure” (ingestelde druk) te selecte-
ren. Houd vervolgens ingedrukt
tot het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat knipperen.
Er wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay. Ook wordt “---” weer-
gegeven voor de bandenspanning van elke
band op het multi-informatiedisplay terwijl
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem de positie van de band bepaalt.
8Rijd met een snelheid van ongeveer
40 km/h of hoger gedurende 10 tot
30 minuten.
Als de initialisatie is voltooid, wordt de ban-
denspanning van elke band weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 388 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 391 of 578

389
7
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Zelfs als er niet wordt gereden met een snel-
heid van ongeveer 40 km/h of hoger, kan de
initialisatie worden voltooid als er gedurende
langere tijde met de auto wordt gereden.
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 20 minuten als de initialisa-
tie na 1 uur of langer rijden niet is voltooid en
rijd vervolgens nogmaals met de auto.
■Wanneer initialiseren
●De initialisatie wordt uitgevoerd als rijsnel-
heid ongeveer 40 km/h of hoger is.
●Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het aan-
passen van de bandenspanning.
●Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem kunt u zelf initialiseren maar afhanke-
lijk van de rijomstandigheden en de rijom-
geving kan het enige tijd duren voordat de
initialisatie voltooid is.
■De initialisatieprocedure
●Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de initialisatie weer handma-
tig te starten, omdat de initialisatie automa-
tisch wordt herstart wanneer het contact de
volgende keer AAN wordt gezet.
●Als u per ongeluk de initialisatie uitvoert
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer de initialisatie
opnieuw uit.
●Als tijdens het bepalen van de positie van
elke band, waarbij de bandenspanningen
niet worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay, de spanning in een band
daalt, gaat het waarschuwingslampje lage
bandenspanning branden.
■Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem niet goed is geïnitiali-
seerd
●In de onderstaande situaties duurt het vol-
tooien van de initialisatie mogelijk langer
dan gebruikelijk of is initialisatie niet moge-
lijk. Normaliter duurt de initialisatie onge-
veer 30 minuten.
• Er wordt niet gereden met een snelheid van ongeveer 40 km/h of hoger
• Er wordt gereden op een onverharde weg • Er wordt gereden in de buurt van andere
auto's en het systeem herkent de banden-
spanningssensoren en -zenders van uw
auto niet tussen die van andere auto's
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 20 minuten als de initialisatie
na 1 uur of langer rijden niet is voltooid en rijd
vervolgens nogmaals met de auto.
●Als er tijdens de initialisatie achteruit gere-
den wordt, worden de gegevens tot dat
punt gereset. Herhaal de initialisatieproce-
dure in dat geval vanaf het begin.
●In de volgende situaties wordt de initialisatie
niet gestart of is de initialisatie niet goed
voltooid en werkt he t systeem niet goed.
Voer de initialisatieprocedure nogmaals uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning niet 3 keer knippert wanneer
wordt geprobeerd om de initialisatie te
starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de initialisatie gedu-
rende ongeveer 20 minuten met de auto is
gereden.
Als de bandenspanning van elke band nog
steeds niet wordt weergegeven, laat dan de
auto controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet zonder eerst de
banden op de voorgeschreven spanning te
brengen. Anders kan het voorkomen dat
het waarschuwingslampje voor de lage
bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 389 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 392 of 578

390
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Elke bandenspanningssensor en -zen-
der is voorzien van een unieke identifi-
catiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren.
Ga als volgt te werk bij het registreren
van de identificatiecodes:
1Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand, zet het contact UIT,
wacht gedurende ten minste onge-
veer 15 minuten en voer de proce-
dure uit.
2 Start het brandstofcelsysteem.
(→Blz. 178)
3 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren.
4 Druk op of om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens inge-
drukt.
5 Druk op of om TPWS te
selecteren en druk vervolgens op
.
6 Druk op of om “Change
Wheel” (wielen wijzigen) te selecte-
ren. Houd vervolgens ingedrukt
tot het waarschuwingslampje lage
bandenspanning 3 keer langzaam
knippert.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
Als de registratie wordt uitgevoerd, gaat het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gedurende ongeveer 1 minuut knippe-
ren en blijft het vervolgens branden. “---”
wordt op het multi-informatiedisplay weerge-
geven voor de bandenspanning van elke
band.
7Rijd gedurende ongeveer 10 tot 30
minuten met een snelheid van 40
km/h of hoger.
De registratie is voltooid wanneer het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning
dooft en de bandenspanning van elke band
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display.
Zelfs als er niet wordt gereden met een snel-
heid van ongeveer 40 km/h of hoger, kan de
registratie worden voltooid als er gedurende
langere tijd met de auto wordt gereden. Als
de registratie na ten minste een uur rijden
niet is voltooid, herhaal dan de procedure
vanaf het begin.
8Initialiseer het bandenspannings-
waarschuwingssysteem.
(→Blz. 388)
■Bij het registreren van identificatiecodes
●De identificatiecoderegistratie wordt uitge-
voerd als rijsnelheid ongeveer 40 km/h of
hoger is.
●Controleer voordat u de identificatiecode-
registratie uitvoert of er zich geen velgen
met bandenspanningssensoren en -zen-
ders in de buurt van de auto bevinden.
Registreren van
identificatiecodes
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 390 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 402 of 578

400
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter vol-
gens het onderhoudsschema. In gebieden
met veel stof of met veel verkeer moet ver-
vanging vaker plaatsvinden. (Zie het onder-
houdsboekje of het garantieboekje voor het
onderhoudsschema.)
■Als er te weinig lucht uit de ventilatie-
roosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het
filter en vervang het indien nodig.
■Interieurfilter met luchtreinigingsfunctie
Als er geurstoffen in uw auto zijn geplaatst,
kan de luchtreinigingsfunc tie in korte tijd aan-
zienlijk achteruit gaan.
Als er constant een ai rconditioninglucht te
ruiken is, moet het interieurfilter worden ver-
vangen.
Verwijder verontreinigingen met een
stofzuiger o.i.d. ui t de ventilatieopening.
Zorg ervoor dat u alleen een vacuüm
gebruikt om stof en verontreinigingen op te
zuigen. Wanneer u stof en verontreinigingen
probeert weg te blazen met een blower of
iets dergelijks, kunnen deze verder in de
ventilatieopeningen worden gedrukt.
(→ Blz. 402)
OPMERKING
■Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter aanwezig is.
Als de airconditioning zonder filter gebruikt
wordt, kan het systeem beschadigd raken.
■Voorkomen van schade aan de
afdekkap van het filter
Oefen bij het bewegen van de afdekkap
van het filter in de richting van de pijl om
de bevestiging los te nemen, geen over-
matige kracht uit op de klauwen. Anders
kunnen de klauwen beschadigd raken.
Schoonmaken van de
ventilatieopeningen
en filters van de
tractiebatterij
Controleer, om een hoger brand-
stofverbruik te voorkomen, de
ventilatieopeningen van de tractie-
batterij periodiek op stof en ver-
ontreinigingen. Als “Maintenance
Required for Traction Battery
Cooling Parts See Owner’s
Manual” (Onderhoud vereist voor
koelonderdelen tractiebatterij, zie
handleiding) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay,
moeten de ventilatieopeningen
worden gereinigd volgens onder-
staande procedure:
Schoonmaken van de
ventilatieopeningen
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 400 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 404 of 578

402
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
●Onjuist omgaan met de kapjes en filters
van de ventilatieopeningen kan schade
eraan tot gevolg hebben. Indien u twijfels
hebt over het schoonmaken van het filter,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Als “Maintenance Required for Trac-
tion Battery Cooling Parts See Owner’s
Manual” (Onderhoud vereist voor koel-
onderdelen tractiebatterij, zie handlei-
ding) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay
●Verwijder de afdekkapjes van de ventilatie-
openingen en reinig de filters als deze
waarschuwingsmelding wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
(→ Blz. 435)
●Start na het reinigen van de ventilatieope-
ningen het brandstofcelsysteem en contro-
leer of de waarschuwi ngsmelding niet lan-
ger wordt weergegeven.
Het kan tot 20 minuten na het starten van het
brandstofcelsysteem duren voordat de waar-
schuwingsmelding uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige wanneer de waarschuwingsmelding
niet verdwijnt.
WAARSCHUWING
■Bij het schoonmaken van de ventila-
tieopeningen
●Maak de ventilatieopeningen niet
schoon met water of andere vloeistof-
fen. Als er water op de tractiebatterij of
andere componenten terechtkomt, kan
dit leiden tot een storing of brand.
●Zet het contact UIT om het brandstofcel-
systeem uit te schakelen alvorens de
ventilatieopeningen schoon te maken.
■Bij het verwijderen van de afdekkap-
jes van de ventilatieopeningen
Raak de servicestekker die zich in de
buurt van de ventilatieopeningen bevindt
niet aan. ( →Blz. 89)
OPMERKING
■Bij het schoonmaken van de ventila-
tieopeningen
Gebruik bij het reinigen van de ventilatie-
openingen alleen een stofzuiger voor het
verwijderen van verontreinigingen. Als er
perslucht wordt gebruikt om de verontreini-
gingen te verwijderen, kunnen deze in de
ventilatieopeningen geblazen worden,
waardoor de prestaties van de tractiebat-
terij in negatieve zin beïnvloed kunnen
worden en er een storing kan ontstaan.
■Voorkomen van beschadigingen aan
de auto
●Zorg dat er geen water en verontreini-
gingen in de ventilatieopening terecht-
komen als de afdekkap is verwijderd.
●Ga voorzichtig om met het filter om te
voorkomen dat het filter beschadigd
raakt. Laat een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige een beschadigd filter
vervangen door een nieuw filter.
●Plaats het filter en de afdekkap na het
reinigen in hun oorspronkelijke positie.
●Plaats alleen het voor deze auto
bestemde filter in de ventilatieopening
en gebruik de auto niet terwijl het filter
verwijderd is.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 402 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 405 of 578

403
7
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Als de batterij van de elektronische
sleutel ontladen is
De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen:
●Het Smart entry-systeem met startknop en
de afstandsbediening zullen niet goed wer-
ken.
●Het bereik van de afstandsbediening zal
kleiner worden.
Sleufkopschroevendraaier
Kleine sleufkopschroevendraaier
Lithiumbatterij CR2032
■Gebruik een CR2032 lithiumbatterij
●Batterijen zijn verkrijgbaar bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste desk undige, plaatselijke
elektrozaken of fotospeciaalzaken.
●Vervang de batterij alleen door het door de
fabrikant aanbevolen type.
●Gooi batterijen niet weg, maar lever ze in
als KCA.
OPMERKING
■Als “Maintenance Required for Trac-
tion Battery Cooling Parts See
Owner’s Manual” (Onderhoud vereist
voor koelonderdelen tractiebatterij,
zie handleiding) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
Als er met de auto wordt doorgereden ter-
wijl de waarschuwingsmelding (die aan-
geeft dat het laden/ontladen van de trac-
tiebatterij wordt begrensd) weergegeven
wordt, kan de tractiebatterij oververhit
raken waardoor er een storing kan ont-
staan. Reinig de ventilatieopeningen
onmiddellijk als de w aarschuwingsmelding
wordt weergegeven.
Batterij elektronische
sleutel
Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
Mogelijk raakt de sleutel bescha-
digd als de onderstaande proce-
dure niet goed wordt uitgevoerd.
Het verdient daarom aanbeveling
om de sleutelbatterij te laten ver-
vangen door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Zaken die u dient klaar te
leggen
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 403 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 420 of 578

418
Handleiding_Europa_M62060_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
In de volgende gevallen kan de auto niet
door een andere auto worden gesleept
met behulp van kabels of kettingen,
doordat de achterwielen mogelijk wor-
den geblokkeerd door de parkeerblokke-
ring. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige of een
professioneel bergingsbedrijf.
Er zit een storing in de schakelrege-
ling. ( →Blz. 433)
Er is een storing aanwezig in de
startblokkering. ( →Blz. 77)
Er is een storing aanwezig in het
Smart entry-systeem met startknop.
(→Blz. 449)
De 12V-accu is ontladen.
(→Blz. 452)
Het volgende kan duiden op een pro-
bleem in de transmissie. Neem vóór het
slepen contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige of een
professioneel bergingsbedrijf.
De waarschuwingsmelding voor het
brandstofcelsysteem wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay
en de auto komt niet in beweging.
De auto maakt een abnormaal geluid.
WAARSCHUWING
■Plaatsen van de sleepogen op de
auto
Controleer of de sleepogen goed vastzitten.
Als dat niet het geval is, dan kunnen de
sleepogen bij het slepen losraken.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadigingen aan
de auto bij het slepen met een lepel-
wagen
●Sleep de auto nooit aan de achterzijde
als het contact UIT staat. Het stuurslot
is niet sterk genoeg om de voorwielen in
de rechtuitstand te houden.
●Let erop dat de andere zijde van de auto
dan die op de lepel staat voldoende
bodemvrijheid heeft. Als er onvoldoende
speling aanwezig is, kan de auto tijdens
het slepen beschadigd raken.
■Voorkomen van beschadigingen aan
de auto bij het slepen met een takel-
wagen
Sleep de auto niet met een takelwagen,
noch aan de voorzijde, noch aan de ach-
terzijde.
■Voorkomen van beschadigingen aan
de auto tijdens slepen in een noodge-
val
Maak de kabel of de ketting niet vast aan
onderdelen van de wielophanging.
Situaties waarbij het niet
mogelijk is om door een ander
voertuig te worden gesleept
Omstandigheden waaronder u
vóór het slepen contact dient
op te nemen met de dealer
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 418 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM