display TOYOTA MIRAI 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2023Pages: 530, PDF Size: 103.29 MB
Page 393 of 530

WAARSCHUWING!
Als de waarschuwingslampjes van het
ABS en het remsysteem blijven
branden
Breng de auto onmiddellijk op een
veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. De auto kan tijdens het
remmen extreem onstabiel worden en
het ABS-systeem treedt mogelijk niet
in werking. Dit kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
Als het waarschuwingslampje
elektrische stuurbekrachtiging gaat
branden
Als het lampje geel gaat branden, wordt
de stuurbekrachtiging beperkt. Als het
lampje rood gaat branden, werkt de
stuurbekrachtiging niet meer en gaat
het draaien van het stuurwiel zeer
zwaar. Als het stuurwiel zwaarder werkt
dan gebruikelijk, houd het dan stevig
vast en oefen meer kracht uit dan
anders.
Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat
niet doet, kunt u de macht over het
stuur verliezen. Dit kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
• Controleer de bandenspanning en
breng hem op het juiste niveau.
•
Als, nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje
lage bandenspanning opnieuw gaat
branden, kan dit erop duiden dat er een
band lek is. Laat de lekke band
vervangen door de dichtstbijzijnde
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Vermijd plotselinge
stuurbewegingen en hard remmen.
De banden kunnen beschadigd
raken, waardoor u de controle over
het stuurwiel of de remmen kunt
verliezen.
Als u een klapband krijgt of als er
plotseling een lek ontstaat
Het kan zijn dat het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet meteen in werking treedt.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem goed werkt
Monteer geen banden met verschillende
specificaties of van verschillende
merken, anders werkt het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
mogelijk niet goed.
8.2.4 Als er een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven
Het multi-informatiedisplay waarschuwt
bij systeemstoringen en onjuist
uitgevoerde handelingen, of geeft
meldingen over noodzakelijk onderhoud
weer. Voer de juiste corrigerende
maatregelen uit wanneer er een melding
wordt weergegeven.
Als een waarschuwingsmelding weer
wordt weergegeven na het uitvoeren van
de volgende handelingen, neem dan
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Als tevens een waarschuwingslampje
gaat branden of knippert terwijl er een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, tref dan corrigerende
maatregelen overeenkomstig het
waarschuwingslampje. (→Blz. 384)
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
391
8
Bij problemen
Page 396 of 530

• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
Als “Shift System Malfunction Shifting
Unavailable Drive to a Safe Place and
Stop” (Storing in schakelsysteem.
Schakelen niet mogelijk. Rijd naar een
veilige plek en breng de auto tot
stilstand.) of “Shift System
Malfunction Driving Unavailable”
(Storing in schakelsysteem. Rijden is
niet mogelijk) wordt weergegeven
Er zit een storing in de schakelregeling.
Laat de auto onmiddellijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als er een melding wordt weergegeven
dat de selectiehendel moet worden
bediend
Om te voorkomen dat de selectiehendel
in de verkeerde stand wordt gezet of dat
de auto onverwachts in beweging komt,
kan op het multi-informatiedisplay een
melding worden weergegeven die u
verzoekt om de selectiehendel in een
andere stand te zetten. Volg in dat geval
de instructie van de melding en zet de
transmissie in de aangegeven stand.
Als er een melding wordt weergegeven
dat u naar uw erkende Toyota-dealer
moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven, is defect. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als er een melding wordt weergegeven
dat de handleiding moet worden
geraadpleegd
• Als een van de onderstaande
meldingen wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, kan dit
duiden op een storing. Laat de autoonmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
– “Smart Entry & Start System
Malfunction See Owners Manual”
(storing Smart entry-systeem met
startknop. Zie handleiding)
– “P Switch Malfunction Apply
Parking Brake Securely When
Parking See Owner’s Manual”
(Storing in schakelaar stand P.
Activeer parkeerrem goed bij het
parkeren. Zie handleiding)
– “Shift System Malfunction Apply
Parking Brake Securely When
Parking See Owner’s Manual”
(Storing in schakelsysteem.
Activeer parkeerrem goed bij het
parkeren. Zie handleiding)
– “Shift System Unavailable Apply
Parking Brake Securely When
Parking See Owner’s Manual”
(Schakelsysteem niet beschikbaar.
Activeer parkeerrem goed bij het
parkeren. Zie handleiding)
– “Shift System Malfunction See
Owner’s Manual” (Storing in
schakelsysteem. Zie handleiding)
– “Shift System Malfunction Stop in a
Safe Place See Owner’s Manual”
(Storing in schakelsysteem. Breng
auto op veilige plaats tot stilstand.
Zie handleiding)
– “Battery Low Shifting Unavailable
See Owner’s Manual” (Accu bijna
leeg. Schakelen niet mogelijk. Zie
handleiding)
– “FCV system malfunction” (storing
in brandstofcelsysteem)
– “Traction battery system
malfunction” (systeemstoring
tractiebatterij)
– “Accelerator System Malfunction”
(systeemstoring gaspedaal)
• Als een van de onderstaande
meldingen wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, kan dit
duiden op een storing. Breng de auto
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
394
Page 397 of 530

onmiddellijk tot stilstand en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
– “Braking Power Low Stop in a Safe
Place See Owner’s Manual”
(Remvermogen laag. Breng auto op
veilige plaats tot stilstand.
Raadpleeg handleiding)
– “FCV Sys. OFF Due to Hydrogen
Leak Stop in Safe Place See Manual”
(brandstofcelsysteem UIT ten
gevolge van waterstoflekkage, stop
op een veilige plaats, zie
handleiding)
• Als “FCV system stopped”
(brandstofcelsysteem uitgeschakeld)
op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven, kan de auto zonder
brandstof zijn komen te staan. Breng
de auto op een veilige plaats tot
stilstand en vul brandstof bij als het
brandstofniveau laag is. (→Blz. 73)
• Als “Low Auxiliary Battery See
Owner’s Manual” (Lage
batterijspanning, raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven
– Wanneer het display na een paar
seconden uitgaat (wordt gedurende
ongeveer 6 seconden
weergegeven): Laat het
brandstofcelsysteem langer dan
15 minuten werken en laad de
12V-accu.
– Wanneer het display niet uitgaat:
Start het brandstofcelsysteem met
behulp van de procedures:
→Blz. 410
• Als “Maintenance Required for
Traction Battery Cooling Parts See
Owner’s Manual” (Onderhoud vereist
voor koelonderdelen tractiebatterij,
raadpleeg handleiding) wordt
weergegeven, zitten de filters
mogelijk verstopt, zijn de
ventilatieopeningen mogelijkgeblokkeerd of zit er mogelijk een gat
in het kanaal. Voer daarom de
onderstaande correctieprocedure uit.
– Schoonmaken van de
ventilatieopeningen van de
tractiebatterij (→blz. 363) Als de
waarschuwingsmelding zelfs wordt
weergegeven wanneer de
ventilatieopeningen zijn gereinigd,
laat de auto dan nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als “Ion Filter Maintenance Required
Visit Your Dealer” (Onderhoud
ionenfilter vereist. Ga naar uw dealer)
wordt weergegeven
Het ionenfilter moet worden vervangen.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
Als “Low Auxiliary Battery See
Owner’s Manual” (Lage
batterijspanning, zie handleiding)
regelmatig wordt weergegeven
De 12V-accu kan verouderd zijn.
Wanneer de auto niet wordt gebruikt,
kan de accu ontladen raken. Laat
daarom de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als “Maintenance Required For
Traction Battery At Your Dealer”
(Onderhoud bij dealer vereist voor
tractiebatterij) wordt weergegeven
Deze melding geeft aan dat de
tractiebatterij mogelijk gecontroleerd of
vervangen moet worden. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
395
8
Bij problemen
Page 411 of 530

Achterportieren
1. Sluit het portier.
Achterklep
Draai de mechanische sleutel rechtsom
om de achterklep te ontgrendelen.
(→Blz. 62)
Aan de sleutel gekoppelde functies
1. Sluiten van de ruiten (draaien en
vasthouden)
2. Openen van de ruiten (draaien en
vasthouden)
Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING!
Bij het gebruik van de mechanische
sleutel en het bedienen van de
elektrisch bedienbare ruiten
Bedien de elektrisch bedienbare ruit
nadat u hebt gecontroleerd of er geen
risico is dat een passagier met een
WAARSCHUWING!(Vervolg)
lichaamsdeel bekneld raakt tussen de
ruit. Laat tevens de mechanische
sleutel niet bedienen door kinderen.
Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel
van een kind of een andere passagier
klem komt te zitten door het bedienen
van de elektrisch bedienbare ruit.
Starten van het brandstofcelsysteem
1. Trap het rempedaal stevig in terwijl de
selectiehendel in stand P staat.
2. Houd de zijde van de elektronische
sleutel met het Toyota-logo tegen de
startknop.
Wanneer de elektronische sleutel
wordt gesignaleerd, klinkt er een
zoemer en wordt het contact AAN
gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem
met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voorkeursinstellingen,
wordt het contact in stand ACC gezet.
3. Trap het rempedaal stevig in en
controleer of
op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven.
4. Druk op de startknop.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als het
brandstofcelsysteem nog steeds niet kan
worden gestart.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
409
8
Bij problemen
Page 430 of 530

20 inch banden
Bandenmaat 245/45ZR20 103Y
Bandenspanning (Aanbevo-
len bandenspanning koud)Voorwiel kPa (kg/cm2of bar,
psi)Achterwiel kPa (kg/cm2of bar,
psi)
230 (2,3, 33) 230 (2,3, 33)
Velgmaat 20×81/2J
Aanhaalmoment wielmoeren 140 Nm.(14,3 kgm,.103 ft.lbf )
Lampen*
Lampen W Type
Exterieur Mistachterlicht 21 A
A: Bolvormige lampjes
*Lampen die niet in deze tabel staan, zijn ledlampen.
Verklaring
De banden die op deze auto gemonteerd zijn, voldoen aan de Indian Standard IS 15633 en
zijn in overeenstemming met de eisen van Rule 95, zoals deze zijn vastgelegd in de Central
Motor Vehicle Rules (CMVR) 1989.
9.2 Persoonlijke
voorkeursinstellingen
9.2.1 Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen
Uw auto is voorzien van verschillende
elektronische functies die naargelang uw
persoonlijke voorkeur kunnen worden
ingesteld. De instellingen van deze
functies kunnen worden gewijzigd met
behulp van het multi-informatiedisplay,
het multimediasysteem of bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Functies van de auto aanpassen aan de
persoonlijke voorkeur
Wijzigen met de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel
1. Druk op
ofomte
selecteren.
2. Bedien de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het item te
selecteren dat u aan uw persoonlijke
voorkeur wilt aanpassen.3. Selecteer de gewenste instelling
overeenkomstig de weergave en druk
vervolgens op
.
Druk op
om naar het vorige scherm te
gaan of om het instelscherm te verlaten.
Wijzigen met behulp van het
multimediasysteem
1. Selecteer
in het hoofdmenu.
2. Selecteer “Vehicle customize”
(voertuig aanpassen).
3. Selecteer het item waarvan u de
instelling wilt wijzigen uit de lijst.
Er kunnen verschillende instellingen
worden gewijzigd. Raadpleeg het
overzicht met instellingen die kunnen
worden gewijzigd voor meer informatie.
OPMERKING
Tijdens het aanpassen van de
persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg ervoor dat het
brandstofcelsysteem tijdens het
aanpassen aan de persoonlijke voorkeur
is ingeschakeld, om te voorkomen dat de
12V-accu ontladen raakt.
9.1 Specificaties
428
Page 431 of 530

Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere functies.
Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AInstellingen die u met het multimediasysteem kunt wijzigen
BInstellingen die u met behulp van het multi-informatiedisplay kunt wijzigen
CInstellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen worden gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, — = niet beschikbaar
Alarm
*(→blz. 61)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Schakelt het alarm uit wan-
neer de portieren of de ach-
terklep worden ontgrendeld
met de sleutel of de mecha-
nische sleutelUit Aan — — O
*Indien aanwezig
Meters, tellers en multi-informatiedisplay (→blz. 88, blz. 90)
Functie*1Standaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Ta a l*2Engels*3—O—
Eenheden*4km (kg/100 km) mijl (kg/100 km) — O —
Begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaalAan Uit — O —
Weergave brandstofverbruikTotaal gemiddelde
(gemiddeld
brandstofverbruik
[sinds resetten])Ritgemiddelde
(gemiddeld
brandstofverbruik
[sinds starten])
—O—
Gemiddelde per
tankbeurt (gemid-
deld brandstof-
verbruik [sinds
tanken])
Audiosysteemgekoppeld dis-
playAan Uit — O —
Energiemonitor Aan Uit — O —
Type rij-informatieReis (sinds star-
ten)Totaal (sinds re-
setten)—O—
Rij-informatie-items (eerste
item)AfstandGemiddelde rij-
snelheid
—O—
Verstreken tijd
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
429
9
Voertuigspecificaties
Page 432 of 530

Functie*1Standaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Rij-informatie-items (tweede
item)Verstreken tijdGemiddelde rij-
snelheid
—O—
Afstand
Weergave resultaat huidige
ritRij-informatie Eco Score — O —
Pop-updisplay Aan Uit — O —
Suggestiefunctie AanAan (bij stil-
staande auto)
O—O
Uit
*1Voor meer informatie over elke functie:→blz. 95
*2De standaardinstelling verschilt per land.
*3Arabisch, Spaans, Russisch, Frans, Duits, Italiaans, Nederlands, Pools, Hebreeuws, Noors,
Zweeds, Deens, Fins, Tsjechisch, Portugees, Hongaars, Vlaams
*4Indien aanwezig
Head-up display
*(→blz. 97)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Indicator brandstofcelsys-
teemAan Uit — O —
Routebegeleiding naar
bestemming/straatnaamAan Uit — O —
Weergave ondersteunend
systeemAan Uit — O —
Kompas Aan Uit — O —
Status bediening audiosys-
teemAan Uit — O —
*Indien aanwezig
Portiervergrendeling (→blz. 108, blz. 114, blz. 408)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Ontgrendelen met de mecha-
nische sleutelAlle portieren in
één keer ontgren-
delenBestuurderspor-
tier ontgrendelen
in één keer, ove-
rige portieren in
twee keer—— O
Functie koppeling van rijsnel-
heid aan portiervergrende-
lingAan Uit O — O
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
430
Page 437 of 530

Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Waarschuwingsfunctie slin-
geren autoAan/Uit — O —
Gevoeligheid waarschuwing
voor slingerenHoog/Standaard/Laag — O —
RSA (Road Sign Assist) (→blz. 207)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
RSA (Road Sign Assist)*1Aan/Uit — O —
Meldingsmethode snelheids-
overschrijding
*2Alleen display/display en zoemer/geen
melding—O—
Meldingsniveau snelheids-
overschrijding2 km/h (1 mph)/5 km/h
(3 mph)/10 km/h (5 mph)—O—
Meldingswijze inhaalverbodGeen melding/alleen display/display
en stuurwieltrilling—O—
Andere meldingsmethode
(melding verboden in te rij-
den)Geen melding/alleen display/display
en zoemer—O—
*1De RSA-functie wordt ingeschakeld wanneer het contact AAN wordt gezet.
*2Als de snelheidslimiet met aanvullend teken wordt overschreden, werkt de
waarschuwingszoemer niet.
Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik (→blz. 212)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Functie voor verlaging van de
bochtensnelheidHoog/laag/uit — O —
Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign AssistAan/Uit — O —
BSM (Blind Spot Monitor)*(→blz. 223)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
BSM (Blind Spot Monitor) Aan Uit — O —
Helderheid indicator in bui-
tenspiegelHelder Gedimd — O —
Timing waarschuwing voor
aanwezigheid van naderende
auto (gevoeligheid)GemiddeldVroeg
—O— Laat
Alleen wanneer
een auto wordt
gesignaleerd in de
dode hoek
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
435
9
Voertuigspecificaties
Page 445 of 530

• Hebt u op de startknop gedrukt terwijl
u het rempedaal ingetrapt hield?
(→Blz. 150)
• Kan de elektronische sleutel in de auto
worden gesignaleerd? (→Blz. 116)
• Is het stuurslot ontgrendeld? (indien
aanwezig) (→Blz. 152)
• Is de batterij van de elektronische
sleutel zwak of leeg?
Het brandstofcelsysteem kan in dit
geval op een tijdelijke manier worden
gestart. (→Blz. 409)
• Is de 12V-accu ontladen? (→Blz. 410)
Het stuurwiel kan niet
worden gedraaid nadat
het brandstofcelsys-
teem is uitgeschakeld
(indien aanwezig)
• Het wordt automatisch vergrendeld
om diefstal van de auto te voorkomen.
(→Blz. 152)
De ruiten kunnen niet
worden geopend of
gesloten met de scha-
kelaars van de
ruitbediening
• Is de blokkeerschakelaar van de
ruitbediening ingedrukt?
De elektrisch bedienbare ruiten,
behalve die van het
bestuurdersportier, kunnen niet
worden bediend als de
blokkeerschakelaar van de
ruitbediening wordt ingedrukt.
(→Blz. 141)
Het contact wordt au-
tomatisch UIT gezet
• De auto power off-functie wordt
bediend als het contact gedurende
een bepaalde tijd in stand ACC staat.
(→Blz. 155)
Tijdens het rijden
klinkt een
waarschuwingszoemer
• Het controlelampje van de
veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de
voorpassagier hun veiligheidsgordel?
(→Blz. 389)
• Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
(→Blz. 160)
Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten
waarschuwingszoemers. (→Blz. 384,
blz. 391)
Er wordt een alarm ge-
activeerd en de claxon
klinkt (indien
aanwezig)
• Heeft iemand een portier geopend of
bewoog er iets in de auto tijdens het
instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het
alarm klinken. (→Blz. 61)
Voer een van de onderstaande
handelingen uit om het alarm te
deactiveren of uit te schakelen:
• Ontgrendel de portieren of de
achterklep met de instapfunctie of de
afstandsbediening.
• Start het brandstofcelsysteem. (Het
alarm wordt na enkele seconden
gedeactiveerd of uitgeschakeld.)
Bij het verlaten van de
auto klinkt een
waarschuwingszoemer
• Wordt de melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 391)
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
443
Index
Page 524 of 530

Gelijktijdig instellen van de
temperatuur voor de bestuurder en
voor de voorpassagier (DUAL- of
3-ZONE-modus)...........299
Inschakelen van de ALL
AUTO-regeling............294
Instellen van de temperatuur voor de
achterstoelen.............303
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen.....302 , 303
Stuurwielverwarming*
/
stoelverwarming*/
stoelventilatoren*...........
304
Voorruitverwarming (indien
aanwezig)...............301
Gebruik van de interieurverlichting
Bedienen van de
interieurverlichting.........308
Bedienen van de leeslampjes
achter..................308
Bedienen van de leeslampjes voor .308
Overzicht interieurverlichting . . .307
Plaats van de interieurverlichting .307
Wijzigen van de kleur van de
verlichting (indien aanwezig) . . .308
Gebruik van de ondersteunende
systemen
Advanced Park-functie
fileparkeren..............269
Advanced Park-functie wegrijden uit
fileparkeervak.............272
Begeleidingsschermen Advanced
Park...................263
Beschrijving functie.........257
BSM (Blind Spot Monitor)*
.....223
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist...........219
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik.......212
Functie haaks inparkeren
(vooruit/achteruit)..........265
Functies................257
Functies die zijn opgenomen in het
LTA-systeem..............200
Functie voor verlaging van de
bochtensnelheid...........218
Functie wegrijden uit haaks
parkeervak (vooruit/achteruit)
Advanced Park............267Geheugenfunctie Advanced Park .274
Hervatten van het rijden met de
volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem
(afstandsregelmodus)........217
In- en uitschakelen van het Advanced
Park-systeem.............263
Inschakelen/uitschakelen Dynamic
Radar Cruise Control met Road Sign
Assist..................220
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake........247
Inschakelen/uitschakelen van de
RCD-functie..............243
Inschakelen/uitschakelen van de
RCTA ..................238
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)........215
Instellingen LTA-systeem......202
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)........217
In-/uitschakelen van de Blind Spot
Monitor.................225
LTA (Lane Tracing Assist)......197
Meldingen op het multi-
informatiedisplay...........203
Multimedia-display..........256
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........217
Ondersteunde soorten
verkeersborden............208
Ondersteunende systemen.....283
Ondersteunend systeem......182
Overzicht systeem..........249
Overzicht van de functie......207
Overzicht van de ondersteunende
systemen................283
Overzicht van functies. . . .197 , 212
Parking Support Brake-functie
(bewegende voertuigen achter de
auto)*
..................254
Parking Support Brake-functie
(stilstaande objecten voor en achter
de auto/stilstaande objecten rond de
auto*
)..................251
Parking Support Brake-functie
(voetgangers achter de auto)*
...255
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .186
PKSB (Parking Support Brake)*
..246
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................246
Trefwoordenlijst
522