ESP TOYOTA MIRAI 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2023Pages: 530, PDF Size: 103.29 MB
Page 405 of 530

20. Schakel de compressor in, wacht een
paar seconden en schakel deze dan
weer uit. Controleer de
bandenspanning.
AAls de bandenspanning lager is
dan 130 kPa (1,3 kg/cm2of bar,
19 psi): De band kan niet worden
gerepareerd. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
BAls de bandenspanning 130 kPa
(1,3 kg/cm2of bar, 19 psi) of hoger is,
maar lager dan de voorgeschreven
spanning: Ga verder met stap21.
CAls de bandenspanning juist is
(→Blz. 427): Ga verder met stap22.
21. Zet de compressor aan om de band op
de voorgeschreven spanning te
brengen. Rijd ongeveer 5 km en voer
dan stap19uit.
22. Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijkbandenreparatievloeistof en kan de
auto vuil worden.
23. Berg de fles, terwijl deze aan de
compressor is bevestigd, op in de
bagageruimte.
24. Voorkom plotseling remmen,
plotseling accelereren en scherpe
bochten, rijd voorzichtig met een
snelheid van minder dan 80 km/h
naar de dichtstbijzijnde Toyota-dealer
op minder dan 100 km rijden voor het
repareren of vervangen van de band.
Laat wanneer u de band laat
repareren of vervangen, de erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige weten dat er
bandenreparatievloeistof is
ingespoten.
Als de band te hard wordt opgepompt
1. Neem de slang los van het ventiel.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
403
8
Bij problemen
Page 410 of 530

8.2.9 Als de elektronische sleutel
niet goed werkt
Als de communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto is
verbroken (→blz. 118) of de
elektronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is, werken
het Smart entry-systeem met startknop
en de afstandsbediening niet. In
dergelijke gevallen kunnen de portieren
en de achterklep worden geopend en kan
het brandstofcelsysteem worden gestart
volgens onderstaande procedure.
Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
• Controleer of het Smart
entry-systeem met startknop niet is
uitgeschakeld via de persoonlijke
voorkeursinstellingen. Is de functie
uitgeschakeld, schakel hem dan in.
• Controleer of de
energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de functie
ingeschakeld, schakel hem dan uit.
(→Blz. 118)
OPMERKING
In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle
elektronische sleutels die bij uw auto zijn
geleverd, naar een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren, ontgrendelen van de
achterklep
Vergrendelen en ontgrendelen van het
portier
Gebruik de mechanische sleutel
(→blz. 108) om de volgende handelingen
uit te voeren:
1. Vergrendelen van alle portieren
2. Ontgrendelen van alle portieren
Vergrendelen van het portier
1. Druk bij geopend portier de
vergrendelknop aan de binnenzijde
van het portier in.
Voorportieren
1. Sluit het portier met de portiergreep
uitgetrokken.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
408
Page 421 of 530

6. Schakel het brandstofcelsysteem en
de airconditioning in en controleer of
de koelventilator van de radiateur
draait en of er geen koelvloeistof lekt
uit de radiateur of de slangen.
De koelventilator gaat draaien als de
airconditioning wordt ingeschakeld
direct na een koude start. Controleer
of de ventilator draait door ernaar te
luisteren en te voelen of er
luchtstroom is. Schakel als u hier niet
zeker van bent de airconditioning nog
een aantal keer in en uit.
(De ventilator werkt mogelijk niet bij
temperaturen beneden het
vriespunt.)
7. Als de koelventilator niet draait: Zet
het brandstofcelsysteem onmiddellijk
uit en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als de koelventilator draait: Laat de
auto nakijken door de dichtstbijzijnde
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Bij controles in de motorruimte van
uw auto
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ernstig
letsel, zoals brandwonden, tot gevolg
hebben.
•
Als er stoom onder de motorkap
vandaan komt, open de motorkap dan
niet voordat de stoom is verdwenen. De
ruimte van de brandstofcelmodule kan
zeer heet zijn.
• Zelfs als het brandstofcelsysteem is
uitgeschakeld, kan de koelventilator
plotseling beginnen te bewegen.
Houd uw handen en kleding,
gereedschap en andere voorwerpen
uit de buurt van de draaiende
ventilator. Als uw vingers,
kledingstukken of gereedschappen
ertussen komen, kan ernstig letsel
het gevolg zijn.
• Draai de dop van het
koelvloeistofreservoir of de
radiateurdop niet los als het
brandstofcelsysteem en de radiateur
heet zijn. Er kan hete stoom of
koelvloeistof uit spuiten.
OPMERKING
Bij het bijvullen van
inverterkoelvloeistof
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat het
brandstofcelsysteem voldoende is
afgekoeld. Het te snel bijvullen van
inverterkoelvloeistof bij een heet
brandstofcelsysteem kan schade aan het
brandstofcelsysteem veroorzaken.
Voorkomen van beschadigingen aan
het koelsysteem
Houd u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen:
• Zorg dat de koelvloeistof niet
verontreinigd raakt (bijvoorbeeld met
zand of stof ).
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
419
8
Bij problemen