TOYOTA PRIUS 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: PRIUS, Model: TOYOTA PRIUS 2023Pages: 510, PDF Size: 109.67 MB
Page 21 of 510

Interieur (auto's met rechtse besturing)
1Airbags blz. 27
2Vloermatten blz. 22
3Voorstoelen blz. 129
4Achterstoelen blz. 129
5Hoofdsteunen blz. 131
6Veiligheidsgordels blz. 24
7Consolevak blz. 306
8Vergrendelknoppen binnenzijde
portier blz. 118
9Bekerhouders blz. 306
10Handgrepen blz. 317
1Binnenspiegel blz. 134
2Zonnekleppen*1blz. 312
3Make-upspiegels blz. 312
4Interieurverlichting*2, 3blz. 303
Leeslampjes*3blz. 304
5Schuifdakschakelaars*4blz. 139
Overzicht
19
Overzicht
Page 22 of 510

*1: Gebruik NOOIT een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of
kinderzitje op een stoel met een
INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het
KIND anders DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL kan oplopen als de airbag wordt
geactiveerd.
*2: De afbeelding toont de voorzijde, maar
ze zijn ook aan de achterzijde geplaatst.
*3: Bij auto's zonder schuifdak is de vorm
van de schakelaar mogelijk anders.
*4: Indien aanwezig
Overzicht
20
Page 23 of 510

1.1 Voor een veilig gebruik..........22
1.1.1 Voordat u gaat rijden........22
1.1.2 Veilig rijden.............23
1.1.3 Veiligheidsgordels.........24
1.1.4 Airbags...............27
1.1.5 Belangrijke voorzorgsmaatregelen
in verband met uitlaatgassen....34
1.2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen .35
1.2.1 Aan/uit-schakelaar airbag......35
1.2.2 Rijden met kinderen in de auto . . .36
1.2.3 Baby- en kinderzitjes........37
1.3 Noodoproep................49
1.3.1 ERA-GLONASS/EVAK
*1, 2, 3.....49
1.4 Hybridesysteem.............52
1.4.1 Kenmerken hybridesysteem.....52
1.4.2 Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem...........55
1.5 Antidiefstalsysteem...........59
1.5.1Startblokkering...........59
1.5.2 Supervergrendeling
*........60
1.5.3 Alarm*...............60
Veiligheid en beveiliging1
21
Page 24 of 510

1.1 Voor een veilig gebruik
1.1.1 Voordat u gaat rijden
Vloermat
Gebruik alleen vloermatten die speciaal
zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde
model en modeljaar als uw auto. Bevestig
ze op de juiste wijze op de
vloerbedekking.
1. Steek de klemhaken (clips) in de
ringen in de vloermat.
2. Draai het bovenste hendeltje van de
klemhaken (clips) om de vloermatten
te bevestigen.
Breng de merktekens
altijd in lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt
mogelijk af van wat is aangegeven in de
afbeelding.
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Als u dat niet doet, kan de vloermat van
de bestuurder gaan schuiven, wat de
bediening van de pedalen tijdens het
rijden kan hinderen. Hierdoor kan de
snelheid plotseling toenemen of kan
mogelijk niet geremd worden. Dit kan
leiden tot een ongeval met dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg.
Wanneer u de vloermat van de
bestuurder plaatst
• Gebruik geen vloermatten die zijn
ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als
het gaat om originele Toyota-
vloermatten.
• Gebruik alleen vloermatten die zijn
ontworpen voor de bestuurderszijde.
• Zet de vloermat altijd vast met
behulp van de meegeleverde
klemhaken (clips).
• Leg nooit twee of meer vloermatten
boven op elkaar.
• Bevestig de vloermat niet met de
onderzijde naar boven of in de
verkeerde richting.
Voordat u gaat rijden
• Controleer of de vloermat stevig op
de juiste plaats is bevestigd met alle
meegeleverde klemhaken (clips).
Voer deze controle altijd uit nadat de
vloer van de auto is gereinigd.
• Zet het hybridesysteem uit en de
selectiehendel in stand P en trap elk
pedaal helemaal in, om er zeker van
te zijn dat de vloermat de bediening
van de pedalen niet hindert.
1 .1 Voor een veilig gebruik
22
Page 25 of 510

1.1.2 Veilig rijden
Om veilig te kunnen rijden, moet u
vooraf de stoel in de juiste positie
zetten en de spiegels afstellen.
De juiste houding achter het stuur
1Pas de hoek van de rugleuning zo aan
dat u rechtop zit en niet voorover hoeft te
leunen om te kunnen sturen. (→Blz. 129)
2Pas de zitting zo aan dat u de pedalen
helemaal kunt intrappen en dat uw armen
licht gebogen zijn wanneer u het stuurwiel
vasthoudt. (→Blz. 129)
3Vergrendel de hoofdsteun met het
midden zo dicht mogelijk bij de bovenkant
van uw oren. (→Blz. 131)
4Draag de veiligheidsgordel op de juiste
wijze. (→Blz. 24)
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle
inzittenden de veiligheidsgordel dragen.
(→Blz. 24)
Gebruik een passend baby- of kinderzitje
tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste
wijze te dragen. (→Blz. 37)
Afstellen van de spiegels
Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt
kijken door de binnenspiegel en de
buitenspiegels goed af te stellen. (→134,
135)
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Verstel de bestuurdersstoel niet
tijdens het rijden. Als u dat wel doet,
kunt u de controle over de auto
verliezen.
• Plaats geen kussen tussen de
bestuurder of voorpassagier en de
rugleuning. Gebruik van een kussen
kan ertoe leiden dat de zithouding
niet correct is, waardoor het effect
van de veiligheidsgordel en de
hoofdsteun in negatieve zin kan
worden beïnvloed.
• Plaats geen voorwerpen onder de
voorstoelen. Voorwerpen onder de
voorstoelen kunnen klem komen te
zitten in de stoelslede, waardoor de
stoelen wellicht niet goed
vergrendeld worden. Dit kan leiden
tot een ongeval en ook kan het
stelmechanisme beschadigd raken.
• Houd u altijd aan de wettelijke
maximumsnelheid wanneer u op de
openbare weg rijdt.
• Neem, wanneer u lange afstanden
rijdt, geregeld een pauze voordat u
zich moe begint te voelen. Als u zich
tijdens het rijden moe of slaperig
voelt, moet u zichzelf niet dwingen
om verder te rijden, maar direct een
pauze nemen.
1 .1 Voor een veilig gebruik
23
1
Veiligheid en beveiliging
Page 26 of 510

1.1.3 Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt eerst of
alle inzittenden de veiligheidsgordel
dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
• Trek de schoudergordel zo ver naar
buiten dat de gordel goed tegen de
schouder aan ligt en niet van de
schouder af glijdt of tegen de nek aan
ligt.
• Plaats het heupgedeelte van de gordel
zo laag mogelijk over de heupen.
• Stel de rugleuning af. Ga zo rechtop
mogelijk in de stoel zitten met uw rug
stevig tegen de leuning.
• Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel
niet gedraaid zit.
Vast- en losmaken van de
veiligheidsgordel
1Maak de veiligheidsgordel vast door de
gesp in de gordelsluiting te drukken totdat
u een klik hoort.
2De veiligheidsgordel kan worden
losgemaakt door de ontgrendelknop in te
drukken.
Afstellen van de hoogte van het
schouderbevestigingspunt van de
veiligheidsgordel (voorstoelen)
1Duw het schouderbevestigingspunt
omlaag terwijl u de ontgrendelknop
indrukt.
2Duw het schouderbevestigingspunt
omhoog terwijl u de ontgrendelknop
indrukt.
Zet het bovenste bevestigingspunt in
de gewenste positie en laat het los als
u een klik hoort.
Gordelspanners (voorstoelen en
buitenste zitplaatsen achter)
De gordelspanners helpen bij het op hun
plaats houden van de inzittenden doordat
ze de gordels snel strak tegen het lichaam
aan trekken bij bepaalde soorten zware
frontale aanrijdingen en aanrijdingen van
opzij.
1 .1 Voor een veilig gebruik
24
Page 27 of 510

De gordelspanners worden niet
geactiveerd bij lichtere frontale
aanrijdingen of aanrijdingen van opzij, bij
aanrijdingen van achteren of wanneer de
auto over de kop slaat.
Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel
als u zeer krachtig remt of betrokken
raakt bij een aanrijding. De
blokkeerautomaat kan ook in werking
treden als u te snel vooroverbuigt. Door
rustig te bewegen kan de
veiligheidsgordel afrollen, zodat u vrij
kunt bewegen.
Gebruik van veiligheidsgordels door
kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in
principe ontworpen voor gebruik door
volwassenen.
• Gebruik een passend baby- of
kinderzitje tot het kind groot genoeg
is om de veiligheidsgordel van de auto
op de juiste wijze te dragen. (→37)
• Als het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel op de juiste wijze te
dragen, volg dan de instructies met
betrekking tot het gebruik van de
veiligheidsgordel op. (→24)
Vervangen van de veiligheidsgordel als
de gordelspanner geactiveerd is
geweest
Als de auto betrokken is bij meerdere
aanrijdingen, wordt de gordelspanner
geactiveerd voor de eerste aanrijding,
maar niet voor de tweede of voor
volgende aanrijdingen.
Wetgeving met betrekking tot
veiligheidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels
zijn voor veiligheidsgordels, neem dan
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige voor het vervangen of
plaatsen van veiligheidsgordels.WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om de
kans op letsel bij plotseling remmen,
plotseling uitwijken of een ongeval te
beperken. Het niet in acht nemen van
de voorzorgsmaatregelen kan
resulteren in dodelijk of ernstig letsel.
Dragen van een veiligheidsgordel
• Zorg ervoor dat alle inzittenden de
veiligheidsgordel dragen.
• Draag de veiligheidsgordel altijd op
de juiste manier.
• Elke veiligheidsgordel mag maar
door één persoon worden gebruikt.
Gebruik een veiligheidsgordel niet
voor twee personen tegelijk, ook
niet als de tweede persoon een kind
is.
• Toyota beveelt aan dat kinderen op
de achterstoel plaatsnemen en altijd
op de juiste manier gebruikmaken
van de veiligheidsgordels en het
baby- of kinderzitje.
• Laat om de juiste zitpositie in te
stellen de rugleuning niet verder
achterover hellen dan nodig is. De
veiligheidsgordels zijn het meest
effectief als de inzittenden rechtop
en goed tegen de rugleuning zitten.
• Draag de schoudergordel niet onder
uw arm.
• Draag de veiligheidsgordel altijd laag
en goed aansluitend over uw
heupen.
WAARSCHUWING!
Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de
veiligheidsgordel op de juiste manier.
(→24)
Zwangere vrouwen moeten het
heupgedeelte van de veiligheidsgordel
op dezelfde manier dragen als de
andere inzittenden, zo laag mogelijk
over het bekken, de schoudergordel
1 .1 Voor een veilig gebruik
25
1
Veiligheid en beveiliging
Page 28 of 510

WAARSCHUWING!(Vervolg)
helemaal uittrekken over de schouder
en ervoor zorgen dat de gordel niet
over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de
juiste wijze gedragen wordt, kan niet
alleen de zwangere vrouw zelf, maar
ook het ongeboren kind dodelijk of
ernstig letsel oplopen bij plotseling
remmen of een aanrijding.
Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de
veiligheidsgordel op de juiste manier.
(→24)
Als er kinderen in de auto aanwezig
zijn
→46
Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat
branden als een gordelspanner is geacti-
veerd. De veiligheidsgordel kan in dit
geval niet meer worden gebruikt en moet
worden vervangen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Verstelbaar
schouderbevestigingspunt
Zorg ervoor dat de gordel goed over
het midden van de schouder ligt. De
gordel mag niet tegen de nek
aanliggen, maar ook niet van uw
WAARSCHUWING!(Vervolg)
schouder afglijden. Als u hier niet voor
zorgt, wordt de mate van bescherming
bij plotseling remmen, uitwijken of een
ongeval minder en de kans op dodelijk
of ernstig letsel groter. (→24)
Beschadiging en slijtage van
veiligheidsgordels
• Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
niet beschadigd raken doordat de
riem, de gesp of de gordelsluiting
bekneld raakt tussen het portier en
de carrosserie.
•
Controleer het veiligheidsgordelsy-
steem regelmatig. Let op beschadi-
gingen, zoals scheuren en rafels, en op
losse onderdelen. Gebruik een be-
schadigde veiligheidsgordel niet, maar
laat hem zo snel mogelijk vervangen.
Een beschadigde veiligheidsgordel
kan de desbetreffende inzittende niet
beschermen tegen dodelijk of ernstig
letsel.
• Controleer of de gordel en de gesp
vergrendeld zijn en of de gordel niet
gedraaid is. Neem direct contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de
veiligheidsgordel niet goed werkt.
• Laat de stoelen, inclusief de
veiligheidsgordels, vervangen als de
auto betrokken is geweest bij een
ernstig ongeval, ook al is er geen
zichtbare schade.
• Probeer de veiligheidsgordels niet
zelf te plaatsen, verwijderen,
wijzigen, demonteren of af te
voeren. Laat eventueel
noodzakelijke reparaties uitvoeren
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Als de
veiligheidsgordels niet op de juiste
wijze worden gebruikt, werken ze
mogelijk niet meer naar behoren.
1 .1 Voor een veilig gebruik
26
Page 29 of 510

1.1.4 Airbags
De airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt bij bepaalde soorten zware
aanrijdingen, die zouden kunnen leiden tot ernstig letsel voor de inzittenden. Ze
werken samen met de veiligheidsgordels om de kans op dodelijk of ernstig letsel te
beperken.
1Bestuurdersairbag/voorpassagiersairbag
Helpen het hoofd en de borst van de
bestuurder en de voorpassagier te
beschermen tegen contact met
onderdelen van het interieur
2Knie-airbag
Helpt de bestuurder te beschermenSide airbags en curtain airbags
3Side airbags
Helpen het bovenlichaam van de
voorste inzittenden te beschermen
4Curtain airbags
Helpen het hoofd van de passagiers
op de buitenste zitplaatsen voor en
achter te beschermen
Airbags voor
1 .1 Voor een veilig gebruik
27
1
Veiligheid en beveiliging
Page 30 of 510

Onderdelen SRS-airbagsysteem
1Sensoren frontale aanrijding
2Waarschuwingslampje SRS en
controlelampje PASSENGER AIR BAG
3Aan/uit-schakelaar airbag
4Voorpassagiersairbag
5Sensoren aanrijding opzij (voor)
6Sensoren aanrijding opzij
(voorportier)
7Gordelspanners en
spankrachtbegrenzers
8Side airbags
9Curtain airbags
10Sensoren aanrijding opzij (achter)
11Positiesensor bestuurdersstoel
12Bestuurdersairbag
13Knie-airbag bestuurder
14Airbag-ECU
De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierboven afgebeeld. Het
SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de airbag-ECU. Bij het activeren van de airbags
zorgt een chemische reactie in de ontstekingsmechanismen ervoor dat de airbags snel gevuld
worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzittenden te helpen beperken.
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem met betrekking tot de airbags de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Alle inzittenden dienen hun
veiligheidsgordel op de juiste manier
te dragen. De airbags zijn
aanvullende middelen die samen
met de veiligheidsgordels gebruikt
moeten worden.
1 .1 Voor een veilig gebruik
28