stop start TOYOTA PRIUS PLUG-IN HYBRID 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: PRIUS PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA PRIUS PLUG-IN HYBRID 2023Pages: 554, PDF Size: 107.79 MB
Page 375 of 554

• Als de werkingsindicator knippert
Als zich een fout voordoet, knippert de werkingsindicator oranje. Los de fout op op basis
van onderstaande tabel.
Werkingsindicator Vermoedelijke oorzaken Oplossing
Knippert eens per
seconde herhaaldelijk
(oranje)Fout in communicatie tussen
auto en lader.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Knippert continu
3 keer herhaaldelijk
(oranje)
Er bevindt zich een vreemde sub-
stantie tussen het draagbare ap-
paraat en het laadgebied.Verwijder de vreemde substantie.
Het draagbare apparaat is niet
synchroon doordat het van zijn
plaats is geschoven.Plaats het draagbare apparaat in het
midden van het laadgebied.
Knippert continu
4 keer herhaaldelijk
(oranje)De temperatuur in de draadloze
lader stijgt.Stop direct met laden en start het
laden weer na een poos te hebben
gewacht.
De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Bruikbare draagbare apparaten
Standaard Wireless Qi-laders kunnen
worden gebruikt voor draagbare
apparaten. Niet voor alle standaard
Qi-apparaten is echter compatibiliteit
gegarandeerd.
De draadloze lader is bedoeld voor
draagbare apparaten met een laag
vermogen van niet meer dan 5 W, zoals
mobiele telefoons en smartphones.
Wanneer er hoesjes of accessoires aan
de draagbare apparaten zijn bevestigd
Laad niet op wanneer er een hoesje of
accessoire aan het draagbare apparaat is
bevestigd dat niet compatibel is met Qi.
Afhankelijk van het type hoesje of
accessoire kan het zijn dat het laden niet
mogelijk is. Verwijder het hoesje of
accessoire als het draagbare apparaat op
het laadgebied is geplaatst, ook al wordt
er niet geladen.Tijdens het laden is via AM-radio ruis te
horen
Schakel de draadloze lader uit en
controleer of de ruis is afgenomen. Als de
ruis afneemt, druk dan gedurende
2 seconden op de voedingsschakelaar
van de draadloze lader. Hiermee kan de
frequentie van de lader worden gewijzigd
en de ruis worden verminderd.
In dat
geval gaat ook de werkingsindicator 2 keer
oranje knipperen.
Belangrijke punten met betrekking tot
de draadloze lader
•
Als de elektronische sleutel niet in het
interieur kan worden gesignaleerd, kan
er niet worden geladen. Wanneer het
portier wordt geopend en gesloten,
wordt het laden mogelijk tijdelijk
onderbroken.
• Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat
warmer. Dit duidt echter niet op een
storing. Wanneer een draagbaar
apparaat tijdens het laden warm
wordt, stopt het laden mogelijk als
gevolg van de beschermingsfunctie
van het draagbare apparaat. In dit
geval kunt u weer laden nadat de
temperatuur van het draagbare
apparaat aanmerkelijk is afgenomen.
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
373
6
Voorzieningen in het interieur
Page 446 of 554

– Er wordt een
waarschuwingsmelding
weergegeven wanneer de
wegrijregeling of de Parking
Support Brake-functie (indien
aanwezig) in werking is (→blz. 200,
blz. 317). Volg de instructies op het
multi-informatiedisplay.
• Als er een melding over de bediening
van de startknop wordt weergegeven
Er wordt een instructie voor de
bediening van de startknop
weergegeven wanneer een onjuiste
procedure voor het starten van het
hybridesysteem wordt uitgevoerd of
wanneer de startknop onjuist wordt
bediend. Volg de op het multi-
informatiedisplay weergegeven
instructies om de startknop nogmaals te
bedienen.
• Als er een melding over een
schakelhandeling wordt weergegeven
Om te voorkomen dat de schakelstand
onjuist wordt geselecteerd of dat de
auto onverwachts in beweging komt,
kan de schakelstand automatisch
worden gewijzigd (→
blz. 225) of moet
een schakelhandeling worden
uitgevoerd. Wijzig in dit geval de
schakelstand aan de hand van de
instructies op het
multi-informatiedisplay.
• Als er een melding of afbeelding met
betrekking tot een geopend/gesloten
onderdeel of het bijvullen van een
vloeistof wordt weergegeven
Controleer het onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven of dat door het
waarschuwingslampje wordt
aangegeven en los het probleem op,
bijvoorbeeld door het geopende portier
te sluiten of de vloeistof bij te vullen.
Als “See Owner’s Manual” (Raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven
• Als “Braking Power Low Stop in a Safe
Place See Owner’s Manual”
(Remvermogen laag. Breng auto opveilige plaats tot stilstand. Raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven,
duidt dit mogelijk op een storing.
Breng de auto onmiddellijk op een
veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Doorrijden met de auto
kan gevaarlijk zijn.
• Als “Engine Oil Pressure Low” (Lage
motoroliedruk) wordt weergegeven,
duidt dit mogelijk op een storing.
Breng de auto onmiddellijk op een
veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Als de onderstaande meldingen
worden weergegeven, is er mogelijk
sprake van een storing. Laat
onmiddellijk de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
– “Plug-in charging system
malfunction.” (storing
plugin-laadsysteem)
– “Hybrid System Malfunction”
(storing hybridesysteem)
– “Check Engine” (controleer motor)
– “Hybrid Battery System
Malfunction” (storing
tractiebatterijsysteem)
– “Accelerator System Malfunction”
(systeemstoring gaspedaal)
– “Smart Entry & Start System
Malfunction See Owners Manual”
(Storing Smart entry-systeem met
startknop. Zie handleiding)
• Volg de instructies als “Exhaust Filter
Full See Owner’s Manual”
(uitlaatgasfiltersysteem vol, zie
handleiding) op het multi-
informatiedisplay wordt
weergegeven. (→Blz. 344)
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
444
Page 447 of 554

Als “Shift System Not Active Apply
Parking Brake Securely While Parking
See Owner’s Manual” (Schakelsysteem
niet actief. Activeer parkeerrem goed
bij het parkeren. Zie handleiding)
wordt weergegeven
Geeft aan dat de schakelregeling tijdelijk
niet werkt of dat er een storing in zit.
Laat onmiddellijk de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Wanneer de melding wordt
weergegeven, kan het hybridesysteem
mogelijk niet worden gestart of kan de
schakelstand mogelijk niet normaal
worden gewijzigd. (Oplossing:
→blz. 448)
Als “Shift System Malfunction Apply
Parking Brake Securely While Parking
See Owner’s Manual” (Storing in
schakelsysteem. Activeer parkeerrem
goed bij het parkeren. Zie handleiding)
wordt weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is
in de schakelregeling. Laat onmiddellijk
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Wanneer de melding wordt
weergegeven, kan het hybridesysteem
mogelijk niet worden gestart of kan de
schakelstand mogelijk niet normaal
worden gewijzigd. (Oplossing:
→blz. 448)
Als “
Switch Malfunction Apply
Parking Brake Securely While Parking
See Owner’s Manual” (Storing in
schakelaar stand P. Activeer
parkeerrem goed bij het parkeren. Zie
handleiding) wordt weergegeven
De schakelaar stand P werkt mogelijk
niet. Laat onmiddellijk de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer ofhersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Parkeer de auto op een vlakke
ondergrond en activeer de parkeerrem
goed.
Als “Shift System Malfunction Shifting
Unavailable See Owner’s Manual”
(Storing in schakelsysteem. Schakelen
niet mogelijk. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is
in de schakelregeling. Laat onmiddellijk
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Mogelijk kan geen andere schakelstand
dan stand P worden ingeschakeld.
Als “Shift System Malfunction Stop in
a Safe Place See Owner’s Manual”
(Storing in schakelsysteem. Breng
auto op veilige plaats tot stilstand. Zie
handleiding) wordt weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in
de schakelregeling. Laat onmiddellijk de
auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Er kan geen andere schakelstand
worden ingeschakeld. Breng de auto op
een veilige plaats tot stilstand.
Als “Shift System Malfunction See
Owner’s Manual” (Storing in
schakelsysteem. Zie handleiding)
wordt weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in
de schakelregeling. Laat onmiddellijk het
systeem nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Mogelijk werkt het systeem niet goed.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
445
8
Bij problemen
Page 448 of 554

Als “Low 12-Volt Battery Apply
Parking Brake Securely While Parking
See Owner’s Manual” (12V-accu bijna
leeg. Activeer parkeerrem goed bij het
parkeren. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat de 12V-accu onvoldoende
geladen is. Laad de 12V-accu op of
vervang hem.
• Wanneer de melding wordt
weergegeven, kan het
hybridesysteem mogelijk niet worden
gestart of kan de schakelstand
mogelijk niet normaal worden
gewijzigd. (Oplossing:→blz. 448)
• Na het laden van de 12V-accu wordt
de melding mogelijk nog
weergegeven totdat een andere
schakelstand dan P wordt
geselecteerd.
Als “Shifting Unavailable Low 12-Volt
Battery See Owner’s Manual”
(Schakelen niet mogelijk. 12V-accu
bijna leeg. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat de schakelstand niet kan
worden gewijzigd doordat de spanning
van de 12V-accu is gedaald. Laad de
12V-accu op of vervang hem. (Oplossing
wanneer de 12V-accu is ontladen:
→blz. 462)
Als “Hybrid System Overheated.
Reduced Output Power.”
(Hybridesysteem oververhit.
Gereduceerd uitgangsvermogen)
wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk
weergegeven tijdens het rijden onder
zware omstandigheden. (Bijvoorbeeld
wanneer u (achteruit) een lange steile
helling op rijdt.)
Oplossing:→blz. 466Als “Maintenance Required for
Traction Battery Cooling Parts See
Owner’s Manual” (Onderhoud vereist
voor koelonderdelen tractiebatterij,
zie handleiding) wordt weergegeven
Het filter kan verstopt zitten, de
ventilatieopeningen kunnen
geblokkeerd zijn of er kan een gat in het
kanaal zitten.
• Als de ventilatieopeningen of filters
vuil zijn, maak ze dan schoon met
behulp van de procedures op blz. 382.
• Als de waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de
ventilatieopeningen en filters niet vuil
zijn, laat de auto dan controleren door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als “Traction Battery Needs to be
Protected Refrain from the Use of
Position” (Tractiebatterij moet
worden beschermd. Vermijd het
gebruik van stand N.) wordt
weergegeven
Deze melding kan worden weergegeven
als de transmissie in stand N staat.
Het batterijpakket (tractiebatterij) kan
niet worden geladen als schakelstand N
is geselecteerd. Selecteer daarom
schakelstand P als de auto stilstaat.
Als “Traction battery needs to be
protected. Shift into
to Restart”
(Tractiebatterij moet worden
beschermd. Zet selectiehendel in
stand P om opnieuw te starten.) wordt
weergegeven
Deze melding wordt weergegeven
wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) bijna leeg is, doordat de
auto een bepaalde periode in stand N
heeft stilgestaan.
Zet bij het bedienen van de auto de
selectiehendel in stand P en herstart het
hybridesysteem.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
446
Page 449 of 554

Als “Shifted intoShift Again to
Start Vehicle” (zet selectiehendel
weer in stand P om de auto te starten)
wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven
wanneer de functie automatisch
selecteren van stand P in werking is.
(→Blz. 226)
Bedien de selectiehendel nogmaals om
weg te rijden nadat schakelstand P is
geselecteerd.
Als “Shift to
Before Exiting Vehicle”
(Zet selectiehendel in stand P voordat
u de auto verlaat) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven
wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl het contact niet UIT is
gezet en een andere schakelstand dan P
is geselecteerd.
Zet de selectiehendel in stand P.
Als “Shift is in
Release Accelerator
Before Shifting” (Selectiehendel staat
in stand N. Laat vóór het schakelen het
gaspedaal los) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven
wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt
en schakelstand N is geselecteerd.
Laat het gaspedaal los en zet de
selectiehendel in stand D of R.
Als “Depress Brake When Vehicle is
Stopped. Hybrid System may
Overheat.” (Trap rempedaal in
wanneer auto stilstaat.
Hybridesysteem is mogelijk
oververhit) wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk
weergegeven wanneer het gaspedaal
wordt ingetrapt om de auto op een
omhoog lopende helling op zijn plaats te
houden, enz.
Het hybridesysteem kan oververhit
raken. Laat het gaspedaal los en trap het
rempedaal in.Als “Shifted to
Stop Vehicle to Shift
to” (Stand N is ingeschakeld. Breng
auto tot stilstand om stand P in te
schakelen) wordt weergegeven
Als schakelaar stand P tijdens het rijden
wordt ingedrukt, wordt de schakelstand
in stand N gewijzigd en wordt de
melding weergegeven. (→Blz. 225)
Als “Auto Power OFF to Conserve
Battery” (Automatische uitschakeling
contact om batterij te sparen) wordt
weergegeven
Het contact is UIT gezet door de Auto
power off-functie.
Bedien de volgende keer dat u het
hybridesysteem start het
hybridesysteem gedurende ongeveer
5 minuten om de 12V-accu op te laden.
Als “Engine Oil Level Low Add or
Replace” (Motoroliepeil laag. Bijvullen
of verversen) wordt weergegeven
Het motoroliepeil is mogelijk te laag.
Controleer het oliepeil en vul indien nodig
olie bij. Deze waarschuwingsmelding
verschijnt mogelijk wanneer de auto op
een helling stilstaat. Plaats de auto op een
horizontale ondergrond en controleer of
de melding verdwijnt.
Als “Accelerator and Brake Pedals
Pressed Simultaneously” (gaspedaal
en rempedaal gelijktijdig ingetrapt) op
het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Het gaspedaal en rempedaal worden
gelijktijdig ingetrapt. (→Blz. 213)
Laat het gaspedaal los en trap het
rempedaal in.
Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de camera voor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld tot het in
de melding aangegeven probleem is
opgelost. (→Blz. 249, blz. 436)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
447
8
Bij problemen
Page 485 of 554

S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem)*(→blz. 320)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursinstel-
ling123
Detectiegebied voor obsta-
kelsStandaardDichtbij
––O Enigszins ver weg
Ver weg
Achteruit inparkeren StandaardSmal
––O Enigszins breed
Breed
Fileparkeren StandaardSmal
––O Enigszins breed
Breed
*: Indien aanwezig
Airconditioning (→blz. 352)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursinstel-
ling123
Automatische bediening
aircoschakelaarAan Uit – O O
Schakelen tussen buiten-
luchtmodus en de aan de
bediening van de toets AUTO
van de airconditioning ge-
koppelde recirculatiemodusAan Uit – O O
Op afstand bedienbare airconditioning (→blz. 359)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursinstel-
ling123
Werking starten via de toets
A/C van de afstandsbedie-
ningHoud 0,8 secon-
den ingedruktEen keer indruk-
ken
––O Twee keer indruk-
ken
Houd 2,4 secon-
den ingedrukt
Uit
Werking stoppen via de toets
A/C van de afstandsbedie-
ningTwee keer in-
drukkenEen keer indruk-
ken
––O Houd 0,8 secon-
den ingedrukt
Houd 2,4 secon-
den ingedrukt
Uit
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
483
9
SPECIFICATIES
Page 491 of 554

kunnen niet worden bediend als de
blokkeerschakelaar van de
ruitbediening is ingedrukt. (→)
Het contact wordt automa-
tisch UIT gezet
• De auto power off-functie wordt
bediend als het contact gedurende
een bepaalde tijd in stand ACC of AAN
staat (het hybridesysteem werkt niet).
(→)
Tijdens het rijden klinkt
een waarschuwingszoemer
• Het controlelampje van de
veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en alle passagiers
hun veiligheidsgordel?
• Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
• Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten
waarschuwingszoemers.
Er wordt een alarm geacti-
veerdendeclaxonklinkt
(auto's met alarmsysteem)
• Heeft iemand een portier geopend
tijdens het instellen van het alarm? De
sensor signaleert dit en laat het alarm
klinken. (→)
Zet om het alarm te stoppen het contact
AAN of start het hybridesysteem.
Bij het verlaten van de auto
klinkt een
waarschuwingszoemer
• Bevindt de elektronische sleutel zich
in de auto? Controleer de melding op
het multi-informatiedisplay. (→)
Er gaat een waarschu-
wingslampje branden of er
wordt een waarschu-
wingsmelding
weergegeven
• Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, raadpleeg dan , .
Wanneer zich een probleem heeft
voorgedaan
Als uw auto een lekke band
heeft
• Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en repareer de lekke band
met de bandenreparatieset. (→)
De auto zit vast
• Voer de procedure uit voor als de auto
vastzit in modder, vuil of sneeuw. (→)
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
489
Index
Page 547 of 554

Antidiefstalsysteem
Alarm*..................51
Deactiveren of uitschakelen van het
alarm...................51
Het alarm................51
Inbraaksensor (indien aanwezig) . .52
Inschakelen van de
supervergrendeling..........50
Inschakelen van het alarmsysteem .51
Startblokkering.............50
Supervergrendeling*.........50
Uitschakelen van de
supervergrendeling..........51
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
AHS
(Adaptive High Beam-systeem) . .231
Bedienen van de
ruitenwisserhendel..........235
Bedieningsinstructies.....229 , 235
Extended Headlight Lighting-
systeem................230
Handmatig in- en uitschakelen van
het grootlicht.............232
Het Adaptive High Beam-systeem
activeren................232
Inschakelen van het grootlicht . . .230
Lichtschakelaar............229
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .235
Schakelaar mistlampen.......235
Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.........430
Als de auto onder water staat of het
water op de weg stijgt........431
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .430
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Activeren van de op afstand
bedienbare airconditioning.....359
Automatische airconditioning . . .352
Bedieningsinstructies........362
Bedieningspaneel airconditioning.352
Gebruik van de automatische
modus.................353
Geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus)..........353Op afstand bedienbare
airconditioning............359
Overige functies...........354
Stoelverwarming...........361
Uitstroomopeningen........355
Voor het verlaten van de auto . . .359
Gebruik van de interieurverlichting
Interieurverlichting achter.....363
Interieurverlichting voor......363
Leeslampjes voor...........363
Overzicht interieurverlichting . . .362
Gebruik van de ondersteunende
systemen
Als het TRC/VSC/ABS-systeem in
werking is...............345
Annuleren of stoppen van de
ondersteuningsmodus........323
Begeleidingsscherm.........322
BSM (Blind Spot Monitor)*.....285
De Blind Spot Monitor-functie . . .298
De detectiegebieden van de Blind
Spot Monitor-functie........298
De detectiegebieden van de Rear
Crossing Traffic Alert-functie. . . .301
De Rear Crossing Traffic
Alert-functie.............300
Detectiebereik van de sensoren . .307
Display.................305
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist...........278
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik.......271
Fileparkeren (modus automatisch
fileparkeren)..............324
Functies die zijn opgenomen in het
LTA-systeem..............261
GPF-systeem (benzineroetfilter) .344
Hervatten van het rijden met de
volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem
(afstandsregelmodus)........277
Inschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist.........279
Inschakelen van het LTA-systeem .262
Instellen van de rijsnelheid.....283
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)........275
Trefwoordenlijst
545
Trefwoordenlijst