TOYOTA PROACE CITY 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: PROACE CITY, Model: TOYOTA PROACE CITY 2020Pages: 272, PDF Size: 61.2 MB
Page 91 of 272

91
Veiligheid
5
Side airbags
Indien de auto hiermee is uitgerust, beschermt dit systeem de bestuurder en voorpassagier in geval van een ernstige zijdelingse aanrijding, waardoor het risico op letsel aan de borst, de buik en het hoofd wordt beperkt.Elke side airbag is aan de portierzijde in het rugleuningframe gemonteerd.
Activering
De side airbags worden aan één zijde geactiveerd
bij een ernstige zijdelingse aanrijding op de gehele of een deel van de zijdelingse botsingszone, loodrecht op de lengteas van de auto op een horizontaal vlak en van buiten naar binnen gericht.De side airbag wordt geactiveerd en bevindt zich dan tussen de buik en het hoofd van de voorste inzittende en het portierbekledingspaneel aan die kant.
Curtain airbags
Indien de auto hiermee is uitgerust, biedt dit systeem bescherming aan de bestuurder en passagier in geval van een ernstige zijdelingse aanrijding, waardoor het risico op letsel aan de zijkant van het hoofd wordt beperkt.Elke curtain airbag is in de stijlen en het bovenste gedeelte van het passagierscompartiment ingebouwd.
NOTIC E
Bij de uitvoering met tweezitsbank voor is de passagier in het midden niet beschermd.
Activering
De side airbags worden aan één zijde geactiveerd bij een ernstige zijdelingse aanrijding op de gehele of een deel van de zijdelingse botsingszone, loodrecht op de lengteas van de auto op een horizontaal vlak en van buiten naar binnen gericht.De curtain airbag wordt geactiveerd tussen de achterpassagiers op de buitenste zitplaatsen en de ruiten.
Storing
Als dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden, neem dan contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats om het systeem te laten controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige aanrijding niet worden geactiveerd.
WARNI NG
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of bij over de kop slaan kan het zijn dat de airbags niet worden geactiveerd.Bij een aanrijding van achteren of een frontale aanrijding worden er geen side airbags
geactiveerd.
Advies
WARNI NG
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags.Ga normaal rechtop zitten.Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbags en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten, enz.) en bevestig niets in de buurt van de airbags of in het gebied waar de airbags afgaan. Dit zou tot verwondingen kunnen leiden bij het activeren van de airbags.Plaats geen voorwerpen op het dashboard.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke ontwerp van uw auto, vooral niet in de directe omgeving van de airbags.
Page 92 of 272

92
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen uitsluitend door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd.Zelfs als alle bovenstaande voorschriften worden nageleefd, blijft de kans bestaan op letsel of lichte brandwonden aan het hoofd, de borst of de armen als de airbag wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden) en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij de warme gassen via de daarvoor bestemde openingen naar buiten stromen.
WARNI NG
Airbags voorHoud het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het middelste deel van het stuurwiel rusten.Passagiers mogen hun voeten niet op het
dashboard laten rusten.Rook niet in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.Bevestig geen voorwerpen op of aan het stuurwiel of dashboard. Deze kunnen bij het afgaan van de airbags letsel veroorzaken.
WARNI NG
Side airbagsBreng uitsluitend goedgekeurde stoelhoezen aan die compatibel zijn met side airbags. Neem voor informatie over het assortiment stoelhoezen voor uw auto contact op met een TOYOTA-dealer.Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (kleding enz.): dit zou bij het afgaan van de side airbags kunnen leiden tot verwondingen aan armen of borstkas.Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.De portierpanelen van de voorportieren bevatten de zijdelingse botsingssensoren.Schade aan het portier of het niet correct uitvoeren van werkzaamheden (wijzigingen of reparaties) aan de voorportieren of de binnenbekleding van de voorportieren kan ertoe leiden dat deze sensoren niet meer goed werken. In dat geval werken de side airbags mogelijk niet!
Dergelijke werkzaamheden mogen uitsluitend door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd.
WARNI NG
Curtain airbagsBevestig nooit iets op of aan de hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de curtain airbags kunnen leiden tot hoofdletsel.Verwijder de handgrepen aan het dak niet; deze maken deel uit van de bevestiging van de curtain airbags.
Kinderzitjes
NOTIC E
De regelgeving met betrekking tot het vervoer van kinderen is per land verschillend. Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:– Conform de Europese wetgeving dienen alle kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan 150 cm in gehomologeerde, aan het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels of ISOfix-bevestigingen uitgeruste plaatsen te worden vervoerd.– De veiligste plaats voor het vervoeren van een kind is volgens de statistieken een plaats op een van de achterzitplaatsen van uw auto.
Page 93 of 272

93
Veiligheid
5
– Kinderen tot 9 kg moeten zowel voor- als achterin “tegen de rijrichting in” worden vervoerd.
NOTIC E
Het is raadzaam om kinderen op de achterzitplaatsen van uw auto als volgt te vervoeren:– tot 3 jaar “met het gezicht tegen de
rijrichting in”,– vanaf 3 jaar “met het gezicht in de rijrichting”.
WARNI NG
Controleer of de veiligheidsgordel goed gepositioneerd en aangetrokken is.Controleer bij kinderzitjes met een steun of deze steun stevig en stabiel op de vloer staat.
WARNI NG
Verwijder de hoofdsteun en berg deze op voordat u een kinderzitje met rugleuning op een passagiersstoel plaatst. Plaats de hoofdsteun weer zodra het kinderzitje is verwijderd.
Advies
WARNI NG
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is de bescherming van het kind bij een aanrijding niet meer gewaarborgd.Controleer of er geen veiligheidsgordel of gordelsluiting van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het zitje
in gevaar kunnen brengen.Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, wordt vastgemaakt, waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt.Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren.Verwijder de hoofdsteun voordat u een kinderzitje met rugleuning op een passagiersstoel plaatst.Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de hoofdsteun weer zodra het kinderzitje is verwijderd.
WARNI NG
Plaatsen van een zittingverhogerHet bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen, zonder de hals te raken.Controleer of de heupgordel goed over de dijen van het kind ligt.Gebruik een zittingverhoger met rugleuning en een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
WARNI NG
Extra beveiligingGebruik het kinderslot om te voorkomen dat de portieren en zijruiten achter per ongeluk worden geopend.Zorg ervoor dat de zijruiten achter niet verder dan voor 1/3 deel worden geopend.Plaats zonneschermen op de zijruiten achter om jonge kinderen tegen de zon te beschermen.Laat uit veiligheidsoverwegingen:– geen kinderen zonder toezicht in de auto achter,– nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,– de sleutels nooit binnen bereik van kinderen achter in de auto.
Page 94 of 272

94
Kinderzitje achterin
Tweede zitrij
Gezicht in de rijrichting of gezicht tegen de rijrichting in
► Schuif de voorstoel naar voren en zet de rugleuning ervan rechtop, zodat de benen van het kind in het kinderzitje “met gezicht in de rijrichting” of het kinderzitje “met gezicht tegen de rijrichting in” zelf de voorstoel niet raakt.► Zorg ervoor dat de afstand tussen de rugleuning van het kinderzitje “met gezicht in de rijrichting” en de rugleuning van de achterzitplaats zo klein mogelijk is. Idealiter raken ze elkaar.► Zet de achterzitplaats (tweede zitrij) in de achterste stand, met de rugleuning rechtop.
NOTIC E
Controleer of de veiligheidsgordel goed aangetrokken is.Controleer bij kinderzitjes met een steun of deze steun stevig en stabiel op de vloer staat. Verzet indien nodig de voorstoel van de auto.
Kinderzitje voorin
► Zet de voorpassagiersstoel in de hoogste stand en schuif hem zo ver mogelijk naar achteren, met de rugleuning rechtop.
“Gezicht in de rijrichting”
WARNI NG
De voorpassagiersairbag moet ingeschakeld blijven.
“Gezicht tegen de rijrichting in”
WARNI NG
De voorpassagiersairbag moet worden uitgeschakeld voordat een kinderzitje “met gezicht tegen de rijrichting in” wordt geplaatst. Anders kan het kind ernstig gewond raken bij het afgaan van de airbag.
Waarschuwingslabel - Voorpassagiersairbag
Page 95 of 272

95
Veiligheid
5
Houd u aan de volgende instructies die zijn vermeld op het waarschuwingslabel aan beide zijden van de zonneklep aan passagierszijde:
Plaats NOOIT een kinderzitje met de rug in de rijrichting op een zitplaats waarvan de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij het afgaan van de airbag kan het KIND LEVENSGEVAARLIJK GEWOND RAKEN.
Uitschakelen van de
voorpassagiersairbag
WARNI NG
Schakel voor de veiligheid van uw kind de voorpassagiersairbag altijd uit als u een kinderzitje “tegen de rijrichting in” op de voorpassagiersstoel plaatst. Anders kan het kind ernstig gewond raken bij het afgaan van de airbag.
WARNI NG
Auto's zonder schakelaar voor het uitschakelenHet is uitdrukkelijk verboden een kinderzitje “tegen de rijrichting in” op de voorpassagiersstoel of voorbank te plaatsen! Anders kan het kind ernstig gewond raken bij het afgaan van de airbag.
WARNI NG
Schakel bij de Extenso-cabine of de uitvoeringen met dubbele cabine de voorpassagiersairbag uit wanneer u lange voorwerpen vervoert.
Uitschakelen/weer inschakelen van de
voorpassagiersairbag
De schakelaar bevindt zich op de zijkant van het dashboardkastje.
Met het contact UIT:► Steek de sleutel in de schakelaar en draai hem in de stand “OFF” om de airbag uit te schakelen. ► Draai de sleutel in de stand “ON” om de airbag weer in te schakelen.Als het contact AAN wordt gezet:Dit waarschuwingslampje gaat branden. Het blijft branden zolang de airbag is uitgeschakeld.
Page 96 of 272

96
Aanbevolen kinderzitjes
Deze aanbevolen kinderzitjes kunnen met een driepuntsveiligheidsgordel worden vastgemaakt.
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1Wordt “tegen de rijrichting in” geplaatst.
Groep 2 en 3: 15 - 36 kg
L5Kan aan de ISOfix-bevestigingen van de auto worden bevestigd.
Het kind wordt door de veiligheidsgordel op zijn plaats gehouden.Alleen geschikt voor de buitenste zitplaatsen achter.De hoofdsteun van de stoel van de auto moet worden verwijderd.
Groep 2 en 3: 15 - 36 kg
L6Het kind wordt door de veiligheidsgordel op zijn plaats gehouden.Alleen geschikt voor de voorpassagiersstoel of de buitenste zitplaatsen achter.
Page 97 of 272

97
Veiligheid
5
Plaatsen voor het bevestigen van kinderzitjes met de veiligheidsgordel
Conform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer \
met betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een un\
iverseel gehomologeerd kinderzitje (c), gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Gewicht kind en leeftijdsindicatie
ZitplaatsTot 13 kg(groep 0 (b) en 0+)Tot ongeveer 1 jaar
9 - 18 kg(groep 1)Van 1 tot ongeveer 3 jaar
15 - 25 kg(groep 2)Van 3 tot ongeveer 6 jaar
22 - 36 kg(groep 3)Van 6 tot ongeveer 10 jaar
Cabine/Zitrij 1 (a)Met stoel, passagiersplaats
/
Met bank, middelste of buitenste passagiersplaats
Met passagiersairbag uitgeschakeld “OFF”
U
Met passagiersairbag ingeschakeld “ON”
XUF
Legenda
(a) Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land alvorens een kinderzitje\
op deze plaats te bevestigen.(b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. Op de passagiersplaats(en) vó\
ór kan geen reiswieg of kinderbedje voor in de auto worden bevestigd.\
Page 98 of 272

98
(c) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met de veilighei\
dsgordel kan worden bevestigd.U Zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd\
kinderzitje met een veiligheidsgordel, zowel “tegen de rijrichting i\
n” als “in de rijrichting” geplaatst.UF Zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd\
kinderzitje met een veiligheidsgordel, “in de rijrichting geplaatst”\
.X Zitplaats die niet geschikt is voor het plaatsen van een kinderzitje ui\
t de aangegeven gewichtsgroep.
Handbediend kinderslot
Mechanisch systeem dat voorkomt dat de schuifdeur met de binnenportiergreep kan worden geopend.
Inschakelen/uitschakelen
► Draai de knop op de zijkant van de schuifdeur omhoog om het kinderslot in te schakelen of omlaag om het kinderslot uit te schakelen.
Elektrisch kinderslot
Op afstand bedienbaar systeem dat voorkomt dat de achterportieren (schuifdeur(en), achterdeuren of achterklep) van binnenuit kunnen worden geopend.
Inschakelen/uitschakelen
► Druk met het contact AAN op deze toets om het kinderslot in of uit te schakelen.Als het controlelampje brandt, is het kinderslot ingeschakeld.
NOTIC E
Als het kinderslot is ingeschakeld, blijft het mogelijk de portieren van buitenaf te openen.
NOTIC E
Bij een ernstige aanrijding wordt het elektrische kinderslot automatisch uitgeschakeld.
WARNI NG
Als het lampje een ander signaal geeft, wijst dit op een storing in het elektrische kinderslot.Laat het systeem controleren door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 99 of 272

99
Veiligheid
5
WARNI NG
Dit is een op zichzelf staand systeem dat in geen geval in de plaats komt van de centrale vergrendeling.Rijd niet met de auto als de schuifdeur open is.Controleer bij het AAN zetten van het contact altijd de stand van het kinderslot.Verwijder de sleutel altijd uit het contactslot als u de auto verlaat, zelfs voor een korte tijd.
Page 100 of 272

100
Rijadviezen
► Houd u altijd aan de verkeersregels en let onder alle omstandigheden goed op.► Richt uw aandacht op het verkeer en houd uw handen op het stuurwiel, zodat u snel kunt reageren op onverwachte situaties.► Kies voor een soepele rijstijl, anticipeer op situaties waarbij u moet remmen en houd afstand van de auto's voor u, vooral bij slecht weer.► Voer handelingen die veel aandacht vergen (bijvoorbeeld instellingen) altijd bij stilstaande auto uit.► Las tijdens een lange rit om de twee uur een pauze in.
Belangrijk!
WARNI NG
Laat de motor nooit stationair draaien in een slecht geventileerde, afgesloten ruimte. Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaatgassen uit, zoals koolmonoxide. Kans op vergiftiging met dodelijke afloop!
WARNI NG
Laat bij winterse omstandigheden (temperaturen
onder -23°C) de motor gedurende 4 minuten stationair draaien voordat u wegrijdt. Dit is belangrijk voor de goede werking en de
levensduur van de mechanische onderdelen van uw auto (de motor en de transmissie).
WARNI NG
Rijd nooit met aangetrokken parkeerrem. Kans op oververhitting en beschadiging van het remsysteem!
WARNI NG
Parkeer de auto niet of laat de motor niet draaien op een brandbare ondergrond (dor gras, dode bladeren, papier, enz.). Het uitlaatsysteem van uw auto wordt erg warm en blijft ook na het uitzetten van de motor nog enkele minuten warm. Brandgevaar!
WARNI NG
Laat de auto nooit onbewaakt met draaiende motor achter. Als u uw auto met draaiende motor moet verlaten, activeer dan de parkeerrem en zet de transmissie in de neutraalstand of in de stand N of P, afhankelijk van het type transmissie.
WARNI NG
Laat nooit kinderen zonder toezicht in de auto achter.
Rijden op een overstroomde
weg
Probeer het rijden op overstroomde wegen zo veel mogelijk te vermijden, omdat hierbij de motor, de transmissie en de elektrische installatie van uw auto ernstig beschadigd kunnen raken.
Bent u genoodzaakt om over een overstroomd weggedeelte te rijden, doe dan het volgende:► verzeker u ervan dat het water nergens dieper is dan 15 cm en houd daarbij rekening met de golven die kunnen worden veroorzaakt door andere weggebruikers,► schakel de functie Stop & Start uit,► rijd zo langzaam mogelijk zonder de motor te laten afslaan. Rijd in elk geval niet sneller dan 10 km/h,► zet de auto niet stil en zet de motor niet uit.Als u het overstroomde weggedeelte achter u hebt gelaten, rem dan zodra de verkeerssituatie dit toelaat meerdere keren licht af om de remschijven en -blokken droog te maken.Neem als u twijfels hebt over de staat van uw auto contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.