sensor TOYOTA PROACE CITY 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: PROACE CITY, Model: TOYOTA PROACE CITY 2020Pages: 272, PDF Size: 61.2 MB
Page 150 of 272

150
WARNI NG
Sommige voorwerpen zijn wellicht niet zichtbaar voor de camera achter.
WARNI NG
Sommige voertuigen kunnen moeilijk zichtbaar zijn (donkere kleuren, uitgeschakelde
verlichting) als de helderheid van het scherm is verminderd met de dimfunctie van de auto.
WARNI NG
De beeldkwaliteit kan worden beïnvloed door de omgeving, de omstandigheden buiten (regen, vuil, stof), de manier van rijden en de lichtomstandigheden (bijv. duisternis, laagstaande zon).Bij schaduw, fel zonlicht of onvoldoende licht kan het beeld donkerder en minder contrastrijk zijn.
WARNI NG
De obstakels kunnen verder weg lijken dan ze in werkelijkheid zijn.Tijdens parkeermanoeuvres en het wisselen van rijstrook is het belangrijk om met behulp van de buitenspiegels de zijkanten van de auto in de gaten te houden.Daarnaast geven de parkeersensoren achter extra informatie over de omgeving van de auto.
Inschakelen/uitschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld als het contact AAN wordt gezet.
► Druk als het contact AAN staat op toets 2 om
het scherm in of uit te schakelen.Er wordt een melding weergegeven.► Lees deze melding en bevestig deze door 1 (“Accepteren”) te selecteren.
Het scherm van de functie wordt ingeschakeld.► Druk bij draaiende motor op toets 2 om het scherm van de functie uit te schakelen.
NOTIC E
De functie wordt automatisch onderbroken (het scherm wordt grijs) als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld en de snelheid hoger wordt dan 15 km/h.
De functie wordt weer ingeschakeld wanneer de auto met een snelheid rijdt die lager is dan deze drempelwaarde.
Werking
► In de neutraalstand wordt het bewakingsbeeld achter standaard weergegeven.► Wanneer de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, wordt de visuele hulp bij achteruitrijden op het scherm weergegeven (zelfs als het systeem is uitgeschakeld).
Page 151 of 272

151
Rijden
6
► Druk om een andere weergave te selecteren op het uiteinde van de lichtschakelaar of op de desbetreffende toets onder het scherm.
NOTIC E
De omgeving van de auto wordt alleen weergegeven door het bewakingsbeeld achter en het beeld van de zijkant aan passagierszijde.
Beperkingen van het systeem
In de volgende situaties wordt het systeem mogelijk verstoord (of raakt het zelfs beschadigd):– Plaatsen van een fietsendrager op de achterklep of achterdeur (afhankelijk van de uitvoering).– Koppelen van een aanhangwagen aan de trekhaakkogel.– Rijden met geopend portier of geopende deur.
WARNI NG
Let op: de camera's mogen niet afgedekt zijn (door een sticker, fietsendrager, enz.).
NOTIC E
Het gezichtsveld van de camera achter (bewakingsbeeld achter en visuele hulp bij
achteruitrijden) is afhankelijk van de belading van de auto.
NOTIC E
Als de achterdeur wordt geopend tijdens de weergave van het bewakingsbeeld achter of de visuele hulp bij achteruitrijden terwijl een versnelling vooruit of de achteruitversnelling is ingeschakeld, wordt het scherm grijs.Als het voorpassagiersportier wordt geopend tijdens de weergave van het beeld van de zijkant aan passagierszijde terwijl een versnelling vooruit of de achteruitversnelling is ingeschakeld, wordt het scherm grijs.
NOTIC E
Wanneer een aanhangwagen is aangekoppeld en de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, dan werkt de visuele hulp bij achteruitrijden niet meer totdat de aanhangwagen wordt
losgekoppeld. Het bewakingsbeeld achter wordt dan de standaardweergave.
NOTIC E
Neem bij een storing in het systeem contact op met een TOYOTA-dealer om veiligheidsproblemen te voorkomen.
Onderhoudsadviezen
Let er bij slecht weer en in de winter altijd op dat de sensoren en camera's niet bedekt zijn met modder, ijs of sneeuw.Controleer regelmatig of de lenzen van de camera's schoon zijn.Reinig de camera's indien nodig met een zachte en droge doek.
Page 169 of 272

169
Praktische informatie
7
NOTIC E
Wanneer uw auto wordt gewassen in een wasstraat met rolborstels, sluit dan alle portieren en, afhankelijk van de uitvoering, verwijder de elektronische sleutel.Houd bij gebruik van een hogedrukreiniger de lans op een afstand van ten minste 30 cm van de auto (vooral bij het reinigen van delen met schilferende lak, sensoren of afdichtrubbers).Verwijder vlekken die chemische stoffen bevatten meteen van de auto, omdat die de lak kunnen beschadigen (dit geldt ook voor hars van bomen, vogelpoep, insectenuitwerpselen, pollen en teer).Was de auto vaker als de situatie hiertoe aanleiding geeft, bijvoorbeeld om zoutresten (in kustgebieden), roet (in industriegebieden) of modder (in natte of koude gebieden) te verwijderen. Deze resten kunnen leiden tot corrosie.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats als u
advies nodig hebt over het verwijderen van hardnekkige vlekken waarvoor speciale producten nodig zijn (zoals teer of insectenverwijderaars).Laat lakbeschadigingen bij voorkeur bijwerken door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Interieur
WARNI NG
Reinig tijdens het wassen van uw auto nooit het interieur met een waterstraal.Vloeistof die in de bekerhouder wordt vervoerd (bijvoorbeeld in een mok) en wordt gemorst, kan bij contact met schakelaars op het dashboard en de middenconsole storingen veroorzaken.
Wees voorzichtig!
Carrosserie
Hoogglanslak
WARNI NG
Gebruik voor het reinigen van de carrosserie geen schurende producten of oplosmiddelen, benzine of olie.Gebruik nooit een schuurspons om hardnekkige vlekken weg te krijgen. Kans op krassen op het lakwerk!Gebruik geen autowas in fel zonlicht of op onderdelen van kunststof of rubber.
NOTIC E
Gebruik een zachte spons en zeepsop of een pH-neutraal product.Veeg de auto af met een schone microvezeldoek.Breng autowas aan op een schone en droge auto.Houd u aan de op het product vermelde gebruiksaanwijzing.
Stickers
(Afhankelijk van de uitvoering)
WARNI NG
Gebruik geen hogedrukreiniger voor het wassen van de auto. De kans bestaat dan dat de stickers beschadigd raken of losraken.
NOTIC E
Gebruik een sterk stromende waterstraal met een temperatuur tussen 25 en 40°C.Beweeg de waterstraal over het te reinigen oppervlak en houd de straal daarbij loodrecht op het oppervlak.Spoel de auto af met gedemineraliseerd water.
Page 260 of 272

260
RDS 217, 244Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager, regeling 62Regeling luchtverdeling ~ Luchtverdeling 62Regelmatige controles ~ Controles 163–164Regelmatig onderhoud 121, 163Regeneratie roetfilter 164Reinigen (adviezen) 168–169Rembekrachtigingsysteem 82–83Remblokken 164Remlichten 181Remmen 164Remschijven 164Remvloeistof 162Reservewiel 11 8, 165, 170–171, 174, 177Reservoir ruitensproeiers ~ Ruitensproeierreservoir 163Resetten bandenspanningscontrolesysteem 11 8Richtingaanwijzers 71, 71–72, 71–72, 178, 180–181, 181Rijadviezen 7, 100–101Rijden 100–101Rijhulpcamera (waarschuwingen) 121
Rijhulpsystemen (algemene adviezen) 120Rijstrookcontrolesystemen 82–83Rijverlichting 70Roetfilter 163–164Ruitensproeier achter 76Ruitensproeiers vóór 75Ruitenwisser achter 76Ruitenwisserbladen (vervangen) 76–77Ruitenwisserbladen vervangen 76–77Ruitenwissers 74, 77–78
Ruitenwisserschakelaar 74, 76–78Ruitenwissers vóór 75
S
Schakelaars stoelverwarming ~ Stoelverwarming, schakelaars 45–46Schakel sneeuwketting 154Schuifdeuren 37SCR (Selective Catalytic Reduction) 165SCR-systeem 165Selectiehendel automatische transmissie ~ Schakelen automatische versnellingsbak 111–11 4Selectiehendel handgeschakelde versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak 11 0–111Selectieve ontgrendeling 26–28Sensoren (waarschuwingen) 121Serienummer auto 199Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset 170–174Sierdeel 177Signalering onoplettendheid 144–145Sjorogen 54Sleepoog 189Slepen 188Slepen van een auto 188–190Sleutel 24, 26–28, 30–32Sleutel met afstandsbediening 30SMS 250
Sneeuwkettingen 11 8, 154Snelheidsbegrenzer 124–128, 135Snelheidslimietherkenning 122, 124Snelheidsregelaar 124–125, 128–131, 135Snelheidsregeling met snelheidslimietherkenning 124–125Soort lamp 178Spaarfase 158Sproeiers, verwarmd 64Starten 185Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten 152Starten van de auto 103, 105, 111–11 4Starten van de motor 102Steunstang voor lange voorwerpen 38Stickers 169Stickerset 169Stilzetten van de auto 105, 111–11 4Stoelen achter ~ Achterbank 43, 47, 49–50, 94Stoelen verstellen 44Stoelverwarming 45–46Stop & Start 22, 61, 65, 11 5–11 7, 152, 159, 164, 185, 188
Streaming audio Bluetooth 207, 219, 246Stuurwiel (verstellen) 46Supervergrendeling 31Surround Rear Vision 149Synchroniseren afstandsbediening 33Synchroniseren van de afstandsbediening ~ Afstandsbediening synchroniseren 33
Page 261 of 272

261
Alfabetische index
T
Tankbeveiliging 154Technische gegevens 197–198Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau 152–153Telefoon 52, 208, 210, 222–224, 247–250Teller 122Temperatuurregeling 62Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden, noodreparatie 171, 173Tijd instellen 225, 252TMC (verkeersinformatie) 237Toegang tot het reservewiel 174Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening) 62Trailer Stability Management (TSM) 84Trekhaak 84, 155–156, 156Tweepersoons voorbank 47, 49, 88Tweezitsbank vóór 47–49
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 125–126Uitneembaar luik 55–56Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen 90, 94–95Uitschakelen ASR/CDS (ESC) 83USB 205, 219, 240, 245USB-aansluiting 51, 205, 219, 240, 245USB-poort 205, 219, 245
V
Veiligheidsgordels 87–88, 96Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen 90, 92–95, 97Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen (veiligheidsvoorzieningen) 90, 92–95, 97Ventilatie 60–61, 66–67Ventilatieroosters 60Verbonden apps 242Vergrendelen 24, 26, 29–30Vergrendeling van binnenuit 34–35Verkeersinformatie (TA) 203Verkeersinformatie (TMC) 237Verklikkerlampjes 70Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes 11Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes 11Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder niet vastgemaakt ~ Gordellampje 88Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel (lampje) 88Verlichting 70
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting 72, 178–179Verversen 161Vervuiling van het roetfilter (diesel) 164Verwarming 60–61, 64, 66–67Video 246Volledig ontgrendeld 26–28Voorruitverwarming 64–65Voorstoelen 43–45, 47–49
W
Waarschuwing kans op aanrijding 135–136Waarschuwing oplettendheid bestuurder 144–145Waarschuwingssignaal sleutel in contact 104Waarschuwing vergeten verlichting 71Wassen 121Wassen (adviezen) 168–169Webbrowser 238, 242Wiel demonteren 175–177Wiel monteren 175–177Wiel verwisselen 171, 174WiFi-netwerkverbinding 243Window-airbags 91–92
Z
Zekeringen 182–184Zekeringen vervangen 182–184Zekeringkast dashboard 183
Zekeringkast motorruimte 183–184Zij-airbags 91–92Zijknipperlicht 179Zonnesensor 60Zuinig rijden 7