sensor TOYOTA RAV4 2014 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2014, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2014Pages: 760, PDF Size: 20.5 MB
Page 104 of 760

1042. Instrumentenpaneel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
*1: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze doven nadat de
motor is aangeslagen of nadat er enkele seconden verstreken zijn. Er kan
een storing in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden
of niet uitgaat. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Het lampje knippert om een storing aan te geven.
*3: Het lampje gaat branden als de Toyota Parking Assist-sensor vuil is of
bedekt is met ijs.
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus
van de verschillende systemen van de auto.
*1Waarschuwingslampje
elektrische stuurbe-
krachtiging (Blz. 619)*1
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
automatische verticale
koplampverstelling
(Blz. 619)
*2, 3
(indien
aanwezig)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
(Blz. 619, 622)Waarschuwingslampjes
achterpassagiersgordels
(Blz. 620)
*1
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
(Blz. 621)
Controlelampjes
Controlelampje richting-
aanwijzers (Blz. 272)(indien
aanwe-
zig)Controlelampje mistlam-
pen voor (Blz. 292)
Controlelampje
grootlicht (Blz. 280)Controlelampje
mistachterlicht
(Blz. 292)
Page 105 of 760

1052. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Automatic High Beam-
systeem (Blz. 285)
(indien
aanwezig)
Controlelampje cruise
control (Blz. 307)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
cruise control SET
(Blz. 307)*1
(indien
aanwezig)
ECO-controlelampje
(Blz. 208)
*1, 2Controlelampje
Traction Control
(Blz. 334)*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Stop & Start-systeem
(Blz. 326)
*1
Controlelampje
VSC OFF (Blz. 335)
*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje
uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
(Blz. 327)
(Blauw)
Controlelampje lage
koelvloeistoftemperatuur
*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje perma-
nente vierwielaandrijving
(Blz. 325)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
voorgloeien
(Blz. 232, 236)*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje
AUTO LSD (Blz. 335)
*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje Downhill
Assist Control
(Blz. 341)
(indien
aanwezig)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
(Blz. 319)
Controlelampje
antidiefstalsysteem
(Blz. 87, 95)
(indien
aanwezig)
Controlelampje LDA
(Blz. 311)
(indien
aanwezig)
Controlelampje SPORT
(Blz. 246)
*3
(indien
aanwezig)
BSM-indicator in
buitenspiegel
(Blz. 344)
Page 127 of 760

1273-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Voorportieren
Pak de portiergreep vast om de
portieren te ontgrendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan de
achterzijde van de portiergreep
aanraakt.
De portieren kunnen gedurende
3 seconden na het vergrendelen
niet worden ontgrendeld.
Raak de vergrendelsensor (de
inkeping aan de bovenzijde van
de portiergreep) aan om alle por-
tieren te vergrendelen.
Controleer of het portier goed
gesloten is.
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren
Page 130 of 760

1303-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■
Bereik (gebieden waarin de elektronische sleutel wordt gesig-
naleerd)
Bij het vergrendelen of ont-
grendelen van de portieren
Het systeem werkt als de elek-
tronische sleutel zich binnen
0,7 m van de voorste portier-
handgreep of de ontgrendel-
schakelaar van de achterklep
bevindt. (Alleen de portieren die
de sleutel detecteren, kunnen
worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van de motor
of het in een andere stand
zetten van het contact
Het systeem werkt als de elek-
tronische sleutel zich in de auto
bevindt.
■Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrendelsen-
sor aan de bovenzijde van de portiergreep
Als het portier niet kan worden vergren-
deld, zelfs niet wanneer het sensorgebied
bovenaan wordt aangeraakt, kunt u pro-
beren de sensorgebieden bovenaan en
onderaan tegelijkertijd aan te raken.
Page 135 of 760

1353-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Aanwijzing voor het vergrendelen van de portieren
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk
niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrendelsensor
opnieuw aan.
●Wanneer is vergrendeld met de vergrendelsensor, worden maximaal twee-
maal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens worden geen
identificatiesignalen gegeven. (indien aanwezig)
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schakelen. (Blz. 132)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep
wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz.,
werkt deze mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsensor en raak hem
opnieuw aan of gebruik de vergrendelsensor aan de onderzijde van de por-
tiergreep.
■Aanwijzing voor de ontgrendelfunctie
●Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep kan
het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval
de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schakelen. (Blz. 132)
●Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
Page 177 of 760

1773-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
OPMERKING
■Pennen van de achterklep (auto's met elektrisch bedienbare achter-
klep)
De achterklep is voorzien van pennen die de achterklep op zijn plaats hou-
den.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kunnen de pennen van de achterklep beschadigd raken, waardoor
deze niet meer werken.
●Plaats uw handen nooit op de pen en oefen hierop nooit zijdelingse krach-
ten uit.
■Voorkomen van storingen in het sluitsysteem van de achterklep (auto's
met een elektrisch bedienbare achterklep)
Oefen geen grote kracht uit op de achterklep terwijl het sluitsysteem in wer-
king is.
■Voorkomen van beschadiging van de elektrisch bedienbare achterklep
(indien aanwezig)
●Controleer of er geen ijs zit tussen de achterklep en de sponning, waar-
door de achterklep niet bediend kan worden. Wanneer er zich te veel
gewicht op de achterklep bevindt, kunnen bij het bedienen van de elek-
trisch bedienbare achterklep storingen optreden.
●Oefen geen grote kracht uit op de achterklep terwijl de elektrisch bedien-
bare achterklep in werking is.
●Voorkom dat de sensoren (aan de rechter- en linkerzijde van de elektrisch
bedienbare achterklep) beschadigd raken door scherpe voorwerpen. Wan-
neer de sensor is losgenomen, kan de elektrisch bedienbare achterklep
niet automatisch worden gesloten.
●Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
astap.
●Raak de pen nooit aan met handschoe-
nen of andere stoffen voorwerpen.
●Bevestig geen zware accessoires aan
de achterklep. Neem voor meer infor-
matie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige alvo-
rens accessoires te bevestigen.
Pennen
Page 190 of 760

1903-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■Voorkom een onjuiste werking van de sensoren (auto's met binnenspie-
gel met automatische antiverblindingsstand)
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
Page 203 of 760

203
4Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 204
Lading en bagage .............. 218
Rijden met een
aanhangwagen ................ 220
4-2. Rijprocedures
Contactslot (auto's zonder
Smart entry-systeem
en startknop) ................... 232
Startknop (auto's met
Smart entry-systeem
en startknop) ................... 236
Automatische transmissie
(met S-modus) ................. 244
Automatische transmissie
(met M-modus) ................ 251
Multidrive CVT ................... 260
Handgeschakelde
transmissie ...................... 268
Richtingaanwijzer-
schakelaar ....................... 272
Parkeerrem ........................ 274
Claxon ............................... 275
DPF-roetfilter
(Diesel Particulate Filter)/
DPNR-katalysator
(Diesel Particulate-NOx
Reduction) ....................... 2764-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar .................. 279
Automatic High Beam-
systeem ........................... 285
Schakelaar mistlampen ..... 292
Ruitenwissers en
-sproeiers......................... 294
Achterruitenwisser en
-sproeier .......................... 300
4-4. Tanken
Openen van de tankdop .... 302
4-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Cruise control..................... 307
LDA
(Lane Departure Alert) ..... 311
Toyota Parking Assist-
sensor .............................. 319
Schakelaar permanente
vierwielaandrijving
(AWD-uitvoeringen) ......... 325
Stop & Start-systeem ......... 326
Ondersteunende
systemen ......................... 333
Hill Start Assist Control ...... 339
Downhill Assist Control ...... 341
BSM (Blind Spot Monitor) .. 344
• De Blind Spot Monitor-
functie ............................ 351
• De Rear Crossing
Traffic Alert-functie ........ 354
4-6. Rijtips
Rijden in de winter ............. 357
Voorzorgsmaatregelen
bij terreinauto's ................ 362
Page 283 of 760

2834-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■Dagrijverlichting
Om uw auto beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers, gaan de
parkeerlichten vóór automatisch branden (op gereduceerde sterkte) als de
motor gestart wordt en de parkeerrem wordt ontgrendeld. Dagrijverlichting is
niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling (indien aanwezig)
■Automatisch uitschakelsysteem verlichting
Type A
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat:
De koplampen en de mistlampen vóór gaan uit als het contact UIT wordt
gezet.
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand AUTO staat:
De verlichting gaat uit als het contact UIT wordt gezet.
Type B
De koplampen en de mistlampen vóór gaan uit als het contact UIT wordt
gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen het contact AAN of draai de licht-
schakelaar eenmaal uit en daarna terug naar stand of . De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waar-
door de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
Page 284 of 760

2844-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Zoemer verlichting
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Er klinkt een zoemer wanneer het contact UIT wordt gezet, de sleutel wordt
verwijderd en het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de verlichting is
ingeschakeld.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Er klinkt een zoemer als het contact UIT wordt gezet en het bestuurderspor-
tier wordt geopend terwijl de verlichting is ingeschakeld.
■Automatische verticale koplampverstelling (indien aanwezig)
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal
passagiers in de auto en de mate van belading om verblinding van andere
weggebruikers door de koplampen te voorkomen.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 730)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat de verlichting niet langer branden dan noodzakelijk is als de motor niet
draait.