sensor TOYOTA RAV4 2014 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2014, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2014Pages: 760, PDF Size: 20.5 MB
Page 561 of 760

5616-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso-
ren, -zenders en ventieldopjes (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
●Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of banden-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de sensoren en zenders beschadigd kunnen
raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
●Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere ventieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitten.
■Om schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders te voorko-
men (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van
de band ook de bandenspanningssensor en -zender. (Blz. 551)
■Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosserie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunnen de ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
Page 566 of 760

5666-3. Zelf uit te voeren onderhoud
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■Bij het vervangen van velgen (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
De velgen van uw auto zijn uitgerust met bandenspanningssensoren en -zen-
ders voor het bandenspanningswaarschuwingssysteem, dat in een vroegtij-
dig stadium waarschuwt als de bandenspanning te laag wordt. Bij het
vervangen van velgen moeten er bandenspanningssensoren en -zenders
worden geplaatst. (Blz. 551)
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
●Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en ban-
den. Een andere maat kan leiden tot gevaarlijke stuureigenschappen en
resulteren in een slechtere controle over de auto.
●Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■Bij het plaatsen van de wielmoeren
●Breng nooit vet of olie aan op de wielbouten en wielmoeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen raken.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder het eventu-
eel aanwezige vet of de olie van de wielbouten en wielmoeren.
●Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.
ITI41P007
Ta p s
gedeelte
Page 567 of 760

5676-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan.
OPMERKING
■Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
●Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebben op
de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze werk-
zaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de banden-
spanningssensoren en -zenders goed werken.
Page 579 of 760

5796-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
6EFI-MAIN NR. 2
15*1(Sequentieel) multipoint brandstofinspuit-
systeem
20*2Luchtmassameter, brandstofpomp, lamb-
dasensor achter
20*3EFI NR. 1, EFI NR. 2
20*4EFI NR. 1, EFI NR. 2
7VLVMATIC*130VALVEMATIC-systeem
8ABS NR. 230Vehicle Stability Control, antiblokkeersys-
teem
9ABS NR. 150Vehicle Stability Control, antiblokkeersys-
teem
10BBC*3, 440ECU Stop & Start-systeem
11ST30Startsysteem
12ETCS10(Sequentieel) multipoint brandstofinspuit-
systeem
13S-HORN*1, 210Niet gebruikt
14IG215METER, IGN, A/B (sequentieel) multi-
point brandstofinspuitsysteem
15AM27,5IG2, startsysteem
16ALT-S/ICS7,5Stroomsensor, dynamo
17HORN10Claxon
18EDU*3, 425(Sequentieel) multipoint brandstofinspuit-
systeem
19D/C CUT30DOME, ECU-B NR. 1, RADIO
20H-LP MAIN50H-LP RH-LO, H-LP LH-LO, H-LP RH-HI,
H-LP LH-HI
21GLOW*3, 480Voorgloeiregeleenheid
22EPS80Elektrische stuurbekrachtiging
23ALT120*1, 2
ABS NR. 1, ABS NR. 2140*3, 4
ZekeringAmpèreCircuit
Page 580 of 760

5806-3. Zelf uit te voeren onderhoud
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
24WIPER-S5
Ruitenwisserschakelaar, stroomsensor,
(sequentieel) multipoint brandstofinspuit-
systeem
25EFI NR. 1
10*1
Luchtmassameter, VSV dampafvoer,
ACIS VSV, lambdasensor achter,
(sequentieel) multipoint brandstofinspuit-
systeem
10*2Luchtmassameter, VSV dampafvoer,
ACIS VSV
10*3
Olieschakelklep, EDU, ADD FUEL VLV,
VSV bypass koelsysteem, bovenste kop-
pelingsschakelaar, ECU Stop & Start-
systeem, voorgloeiregeleenheid, lucht-
massameter
10*4EDU, ADD FUEL VLV, VSV bypass koel-
systeem, bovenste koppelingsschake-
laar, luchtmassameter, VNT E-VRV
26EFI NR. 2
10*2(Sequentieel) multipoint brandstofinspuit-
systeem, uitschakelsysteem brandstof-
pomp
10*1, 3,
4Luchtmassameter
27H-LP LH-HI10Linker koplamp (grootlicht), controle-
lampje grootlicht
28H-LP RH-HI10Rechter koplamp (grootlicht)
29EFI NR. 3*3, 47,5(Sequentieel) multipoint brandstofinspuit-
systeem, ECU automatische transmissie
30RADIO20Audiosysteem
31ECU-B NR. 110
Afstandsbediening, stuurhoeksensor,
hoofd-body-ECU, ECU portierslot, klok,
ECU elektrisch bedienbare achterklep,
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem
32DOME10
Contactslotverlichting, interieurverlich-
ting, make-upverlichting, bagageruimte-
verlichting, leeslampjes
ZekeringAmpèreCircuit
Page 585 of 760

5856-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
15WIP FR25Ruitenwissers, ECU ruitenwisser met
regensensor
16SFT LOCK-ACC5ECU schakelblokkeersysteem
17P/OUTLET NR. 215Accessoireaansluitingen
18ACC7,5
Accessoireaansluitingen, audiosysteem,
buitenspiegels, hoofd-body-ECU, ECU
Stop & Start-systeem, klok, stroomsensor
19PA N E L7,5
Schakelaar extra verwarming, schake-
laar VSC OFF, instrumentenpaneel (con-
trole- en waarschuwingslampjes), hoofd-
schakelaar BSM, vergrendelschakelaar
vierwielaandrijving, schakelaar voorruit-
verwarming, schakelaar DAC, (sequenti-
eel) multipoint brandstofinspuitsysteem,
ECU Toyota Parking Assist-sensor, stoel-
verwarmingsschakelaars, draaiknop kop-
lampverstelling, accessoireaansluitin-
gen, schakelaars elektrisch bedienbare
achterklep, airconditioningschakelaars,
schakelaar achterruit- en buitenspiegel-
verwarming, audiosysteem, uitschakel-
knop Stop & Start-systeem, verlichting
bekerhouders, stuurwieltoetsen, schake-
laar bestuurdersmodule
20TA I L10
Parkeerlichten voor, achterlichten, mist-
lampen voor, mistachterlicht, kenteken-
plaatverlichting
21EPS-IG5Elektrische stuurbekrachtiging
22ECU-IG NR. 110
ECU Dynamic Torque Control AWD-sys-
teem, stuurhoeksensor, ECU automati-
sche verticale koplampverstelling,
instrumentenpaneel (controle- en waar-
schuwingslampjes), schakelaar schakel-
regeling
ZekeringAmpèreCircuit
Page 586 of 760

5866-3. Zelf uit te voeren onderhoud
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
23ECU-IG NR. 25
Hoofd-body-ECU, afstandsbediening,
ECU schakelblokkeersysteem, Smart
entry-systeem met startknop, regensen-
sor, ECU schuifdak, audiosysteem, ECU
elektrisch bedienbare achterklep, ban-
denspanningswaarschuwingssysteem,
LDA-systeem
24HTR-IG7,5
ECU airconditioning, schakelaars aircon-
ditioning, schakelaar achterruitverwar-
ming, schakelaar extra verwarming
25S-HTR LH10Stoelverwarming links
26S-HTR RH10Stoelverwarming rechts
27IGN7,5
C/OPN, brandstofpomp (sequentieel)
multipoint brandstofinspuitsysteem, rem-
lichten, ECU stuurslotsysteem, ECU
automatische transmissie
28A/B7,5ECU SRS-airbagsysteem
29METER5Meters en tellers
30ECU-IG NR. 37,5
Dynamo, koplampsproeier, ECU ruiten-
wisser met regensensor, ECU antiblok-
keersysteem/Vehicle Stability Control,
remlichten, FAN NR. 1, FAN NR. 2, FAN
NR. 3, HTR, PTC, DEF, DEICER, scha-
kelaar voorruitverwarming
ZekeringAmpèreCircuit
Page 619 of 760

6197-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
*: De controlelampjes van de hoek en het midden knipperen nadat eerst het
controlelampje voor een storing van de sensor knippert en het controle-
lampje auto uit gaat, terwijl de zoemer gedurende ongeveer 7 seconden
klinkt.
Waarschuwingslampje ABS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het ABS; of
• Het Brake Assist-systeem
Waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging
(waarschuwingszoemer)
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbe-
krachtiging
(Knippert)
Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is het Stop & Start-
systeem
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het VSC-systeem;
• Het TRC-systeem;
• De AUTO LSD-functie;
• Het Hill Start Assist Control-systeem of
• Het Downhill Assist Control-systeem
Het lampje gaat knipperen wanneer de VSC, de TRC of
het Hill Start Assist-regelsysteem in werking is.
Waarschuwingslampje automatische verticale koplamp-
verstelling (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de automati-
sche verticale koplampverstelling
(Knippert)
Controlelampje (waarschuwingszoemer) Toyota Parking
Assist-sensor
* (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota Par-
king Assist-sensor
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details
Page 622 of 760

6227-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
*1: Waarschuwingszoemer open portier/achterklep:
Blz. 631
*2: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel bestuurder en voorpassagier:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordels herinnert de
bestuurder en de passagier eraan de veiligheidsgordel om te doen. De
zoemer klinkt gedurende 30 seconden intermitterend vanaf een rijsnelheid
van 20 km/h. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is vastgemaakt, laat
de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid horen.
*3: De controlelampjes van de hoek en het midden gaan branden en blijven
aan nadat het controlelampje voor een storing van de sensor is gaan bran-
den en het controlelampje auto uitgaat, terwijl de zoemer gedurende onge-
veer 7 seconden klinkt.
■Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en
waarschuwingszoemer
Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de detectiesensor
het controlelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer laten klin-
ken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
■Als het motorcontrolelampje tijdens het rijden gaat branden
Het motorcontrolelampje gaat branden als de brandstoftank volledig leeg
raakt. Als de brandstoftank leeg is, vul deze dan zo snel mogelijk. Het motor-
controlelampje gaat na enkele ritten weer uit.
Laat de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als het motorcontrolelampje niet uitgaat.
Controlelampje (waarschu-
wingszoemer) Toyota Par-
king Assist-sensor
* 3
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de Toyota
Parking Assist-sensor vuil
is of bedekt is met ijs.Reinig de sensoren.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/detailsCorrectieprocedure
Page 623 of 760

6237-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging (waarschuwings-
zoemer)
Als de spanning van de accu laag is of tijdelijk daalt, kan het waarschuwings-
lampje van de elektrische stuurbekrachtiging gaan branden en kan er een
waarschuwingszoemer klinken.
■Als het waarschuwingslampje bandenspanning gaat branden (auto's
met waarschuwingssysteem bandenspanning)
Controleer het uiterlijk van de band om na te gaan of de band niet lek is.
Als de band lek is: Blz. 646, 661
Als de band niet lek is:
Gebruik de volgende procedure wanneer de banden voldoende zijn afge-
koeld.
●Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
●Als het waarschuwingslampje zelfs na enkele minuten niet uit gaat, contro-
leer dan of de bandenspanning in orde is en voer de initialisatie uit.
(Blz. 552)
Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaande
handelingen zijn uitgevoerd zonder eerst de banden voldoende te laten
afkoelen.
■Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden
door een natuurlijke oorzaak (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwingslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spanning
gebracht zijn.
■Als een wiel wordt vervangen door een compact reservewiel (auto's met
compact reservewiel en waarschuwingssysteem bandenspanning)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor
en zender. Bij een lekke band zal het waarschuwingslampje lage banden-
spanning niet uitgaan, ook al is het wiel met de lekke band vervangen door
het reservewiel. Vervang het reservewiel door het standaardwiel en breng de
band op de juiste spanning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning
zal na een paar minuten uitgaan.