sensor TOYOTA RAV4 2014 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2014, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2014Pages: 760, PDF Size: 20.5 MB
Page 624 of 760

6247-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Als het waarschuwingssysteem voor de bandenspanning buiten werking
is
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt onder de volgende
omstandigheden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
●Als er banden zonder bandenspanningssensor worden gebruikt
●Als de identificatiecodes op de bandenspanningssensoren niet zijn geregis-
treerd in de bandenspannings-ECU
●Als de bandenspanning 500 kPa (5,1 kg/cm
2 of bar, 73 psi) of meer
bedraagt
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem kan onder de volgende
omstandigheden worden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
●Als zich in de nabijheid een elektrische voorziening bevindt, die dezelfde
radiografische signalen uitzendt
●Als in de auto een radio aanstaat op dezelfde frequentie
●Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt
●Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen en in de wiel-
kasten
●Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd (Zelfs wanneer er origi-
nele velgen zijn gemonteerd, kan het zijn dat het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem bij sommige bandentypes niet goed werkt.)
●Als er sneeuwkettingen worden gebruikt
■Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft wanneer het contact AAN
wordt gezet, laat het systeem dan controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een luidruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
Page 632 of 760

6327-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Geeft aan dat de par-
keerrem nog is geacti-
veerd
Als de auto een snel-
heid bereikt van
5 km/h, knippert
en er klinkt
een zoemer om aan
te geven dat de par-
keerrem nog is geac-
tiveerd.
Deactiveer de parkeer-
rem.
Geeft aan dat de vier-
wielaandrijving niet in
werking kan treden
Minder snelheid of zet
de auto op een veilige
plaats stil totdat de waar-
schuwing verdwijnt. Zet
de motor in dat geval
niet uit.
Geeft aan dat het motor-
oliepeil laag isControleer het oliepeil en
vul indien nodig olie bij.
Geeft aan dat de wer-
king van de LDA (Lane
Departure Alert) is on-
derbroken
De temperatuur van
de camerasensor is
hoger dan de maxi-
male werkingstempe-
ratuur.
Herstart de LDA (Lane
Departure Alert) na even
verder gereden te heb-
ben.
WaarschuwingsmeldingDetailsCorrectieprocedure
(Knippert)
(Alleen
AWD-uitvoeringen)
(alleen dieselmotor)
(indien aanwezig)
Page 633 of 760

6337-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Waarschuwt de bestuur-
der dat de auto over een
rijstrookmarkering is
gereden (terwijl de LDA
[Lane Departure Alert] in
werking is). De waar-
schuwingszoemer klinkt
onafgebroken)
De rijstrookmarkering
aan de zijde die de auto
overschrijdt, gaat knip-
peren.
Controleer de omgeving
van de auto en rijd veilig
terug naar de rijstrook
binnen de rijstrookmar-
keringen.
Geeft aan dat de Blind
Spot Monitor-sensoren
of de omliggende gebie-
den op de bumper vuil
zijn of bedekt zijn met ijs
of dat de sensorspan-
ning/de omliggende ge-
bieden van de sensor
niet in orde zijn
Reinig de sensor en het
omliggende gebied op
de bumper. Laat de auto
nakijken door een erken-
de Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een
andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als de
waarschuwingsmelding
en het lampje niet uit-
gaan.
Auto's zonder Smart
entry-systeem en start-
knop:
Geeft aan dat het con-
tact UIT of in de stand
ACC is gezet en het
bestuurdersportier
geopend wordt terwijl de
verlichting is ingescha-
keld
Auto's met Smart entry-
systeem en startknop:
Geeft aan dat het con-
tact UIT of in stand ACC
is gezet en het bestuur-
dersportier geopend
wordt terwijl de verlich-
ting is ingeschakeld.
Schakel de verlichting
uit.
WaarschuwingsmeldingDetailsCorrectieprocedure
(indien aanwezig)
(indien aanwezig)
(Knippert)
Page 657 of 760

6577-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Auto's met centrale wieldop
*: De wieldop kan niet worden gemonteerd op het compacte reservewiel.
Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap op.
■Het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. (Blz. 723)
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor
en zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wordt aange-
geven door het waarschuwingssysteem voor de bandenspanning. Verder zal,
als u het compacte reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje
voor een lage bandenspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs (auto's met een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte reserve-
wiel. Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voor-
wielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reservewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer de sneeuwkettingen op de voorwielen.
6
1
2
3
Page 659 of 760

6597-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat
de volgende systemen niet goed werken:
Niet alleen kan het volgende systeem niet optimaal worden gebruikt, maar
ook kan dit een negatief effect hebben op de onderdelen van de aandrijflijn:
• Dynamic Torque Control AWD-systeem (AWD-uitvoeringen)
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
• Cruise control (indien aanwezig)
•EPS
• LDA (Lane Departure Alert)
(indien aanwezig)
• Downhill Assist Control (indien
aanwezig)• Rear View Monitor-systeem
(indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-monitor
(indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor
(indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwe-
zig)
Page 660 of 760

6607-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval en ernstig letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik (indien aanwezig)
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het com-
pacte reservewiel onder de auto gemonteerd is. (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorzichtig
bij het rijden over slechte wegen.
■Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedrag in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■Bij het vervangen van banden (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of de banden-
spanningssensor en -zender contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige, omdat de sensor en zender beschadigd kunnen raken
als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
Page 676 of 760

6767-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Een band mag alleen met de bandenreparatieset worden gerepareerd
indien de beschadiging te wijten is aan perforatie door een spijker of
schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet uit de band. Door het verwijderen
van de spijker of de schroef kan het gat groter worden waardoor de band
niet meer tijdelijk gerepareerd kan worden.
●De reparatieset is niet waterbestendig. Zorg dat de reparatieset niet nat
wordt, wanneer de set bijvoorbeeld in de regen wordt gebruikt.
●Zet de reparatieset niet op een stoffige ondergrond zoals bijvoorbeeld
zand. Als de reparatieset stof e.d. opzuigt, kunnen er storingen optreden.
■Gebruik van de bandenreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding 12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repara-
tieset niet aan op andere voedingsbronnen.
●Als er benzinedruppels op de reparatieset terechtkomen, kan de set defect
raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan komen.
●Berg de reparatieset op in de bagageruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de bandenspanningsmeter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
■Om schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders te voorko-
men (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van
de band ook de bandenspanningssensor en -zender. (Blz. 551)
Page 732 of 760

7328-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Automatische
verlichting
(Blz. 279)
Gevoeligheid lichtsensor*1Standaard-2 - 2OO
Follow Me Home-systeem*1
(Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen automatisch wor-
den uitgeschakeld)30
seconden
60
seconden
—O90
seconden
120
seconden
Automatic High Beam-sys-
teem
*1 (in- en uitschakelen)AanUit—O
Richtingaan-
wijzerschake-
laar
(Blz. 272)
Aantal keren knipperen bij het
veranderen van rijbaan3Uit—O
Instrumenten-
paneel
(Blz. 109)ECO-controlelampje*1, 3
(in- en uitschakelen)AanUit—O
Multi-informa-
tiedisplay
(Blz. 109)
Het gemiddelde brandstofver-
bruik wordt weergegeven als
u de weergave wijzigt
*4
Koelvloei-
stoftempe-
ratuurme-
ter
ECO-
indicator—O
Eenheden*1, 3km
(km/liter)mijlen
(MPG)—O
Ta a l*1, 3Ameri-
kaans
Engels
*5
Frans
—O
Duits
Spaans
Italiaans
Russisch
Turks
OnderwerpFunctie
Stan-
daardin-
stellingPersoon-
lijke voor-
keursin-
stelling
12
Page 734 of 760

7348-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
*1: Indien aanwezig
*2: Behalve auto's met rechtse besturing
*3: Instellingen die u met de toets DISP kunt wijzigen. (Blz. 114)
*4: Instellingen die u alleen kunt wijzigen bij auto's met een automatische
transmissie of Multidrive CVT
*5: De standaardinstelling verschilt per land.
*6: Instellingen die u alleen kunt wijzigen bij auto's met elektrisch bedienbare
achterklep en/of alarm
Verlichting
(Blz. 481)
Gevoeligheid van omgevings-
lichtsensor die wordt gebruikt
voor het dimmen van de
instrumentenverlichting
enz.
*1
Standaard-2 - 2—O
Gevoeligheid van omgevings-
lichtsensor die wordt gebruikt
voor het vergroten van de hel-
derheid van de instrumenten-
verlichting enz.
*1
Standaard-2 - 2—O
Alarm*1
(Blz. 95)
Aanpassen van de gevoelig-
heid van de inbraaksensor
wanneer een ruit is geopend
StandaardLow (laag)—O
Schakelt het alarm uit als de
portieren met de mechanische
sleutel worden ontgrendeld
(auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop).
UitAan—O
OnderwerpFunctie
Stan-
daardin-
stellingPersoon-
lijke voor-
keursin-
stelling
12
Page 743 of 760

743Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
●Heeft iemand een portier geopend tijdens het instellen van
het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm klinken.
(Blz. 95)
Zet, om het alarm uit te schakelen, het contact AAN of start de
motor.
●Wordt de melding weergegeven op het multi-informatiedis-
play?
Controleer de melding op het multi-informatiedisplay.
(Blz. 636)
●Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingsmelding wordt weergegeven, raadpleeg dan
Blz. 617, 627. Er wordt een alarm geactiveerd en de claxon klinkt (indien
aanwezig)
Bij het verlaten van de auto klinkt een waarschuwingszoe-
mer
(auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Er gaat een waarschuwingslampje branden of er wordt
een waarschuwingsmelding weergegeven