sensor TOYOTA RAV4 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2020Pages: 730, PDF Size: 126.68 MB
Page 640 of 730

639
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
krachtiging gaan branden en kan er een
waarschuwingszoemer klinken.
■Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem)
Controleer het uiterlijk van de banden om na
te gaan of er een band lek is.
Als een band lek is: Blz. 643, 654
Als geen van de banden lek is:
Zet het contact UIT en vervolgens AAN. Con-
troleer of het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden of knipperen.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den
Er kan een storing aanwezig zijn in het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
1 Controleer de bandenspanning voor
iedere band nadat de banden voldoende
zijn afgekoeld en breng de banden op de
voorgeschreven spanning.
2 Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, controleer
dan of de bandenspanning voor iedere
band in orde is en voer de initialisatie uit.
( Blz. 591)
■Het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak (auto's met ban-
denspanningswaarschuwingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gaat mogelijk branden door een natuur-
lijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke
spanningsverlies dat op den duur optreedt of
een veranderde bandenspanning die veroor-
zaakt wordt door temperatuurveranderingen.
In dat geval zal het waarschuwingslampje na
een paar minuten uitgaan als de banden
weer op de juiste spanning gebracht zijn.
■Als een wiel wordt vervangen door een
compact reservewiel (auto's met com-
pact reservewiel en bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender. Bij een lekke band zal het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning niet uitgaan,
ook al is het wiel met de lekke band vervan-
gen door het reservewiel. Vervang het reser-
vewiel door het standaardwiel en breng de
band op de juiste spanning. Het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning zal na
een paar minuten uitgaan.
■Omstandigheden waaronder het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem
mogelijk niet juist werkt
Blz. 581
WAARSCHUWING
■Als er een waarschuwingslampje
gaat branden of een waarschuwings-
zoemer klinkt wanneer een waar-
schuwingsmelding wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display
*
Controleer de melding die wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay en
volg deze op.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
*: Het waarschuwingslampje gaat rood of
geel branden en de waarschuwingszoe-
mer piept één keer of klinkt continu.
■Als het waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging gaat bran-
den
Als het lampje geel gaat branden, wordt de
stuurbekrachtiging beperkt. Als het lampje
rood gaat branden, werkt de stuurbekrach-
tiging niet meer en gaat het draaien van
het stuurwiel zeer zwaar.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan
gebruikelijk, houd het dan stevig vast en
oefen meer kracht uit.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 639 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 652 of 730

651
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
22
Zet de compressor aan om de band
op de voorgeschreven spanning te
brengen. Rijd ongeveer 5 km en
voer dan stap 20 uit.
23 Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk bandenrepa-
ratievloeistof en kan de auto vuil worden.
24Berg de fles, terwijl deze aan de
compressor is bevestigd, op in de
bagageruimte.
25 Voorkom plotseling remmen, plotse-
ling accelereren en scherpe boch-
ten. Rijd voorzichtig met een
snelheid van maximaal 80 km/h
naar de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige die zich binnen een afstand
van 100 km bevindt voor het repare-
ren of vervangen van de band.
Neem voor de reparatie van een band of
afvoer van de bandenreparatieset contact
op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Laat wanneer u de band laat repareren of
vervangen, de erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige weten dat er bandenreparatie-
vloeistof is ingespoten.
■Als de band te hard is opgepompt
1 Neem de slang los van het ventiel.
2 Plaats het dopje op het uiteinde van de
slang en duw het uitstekende gedeelte
van het dopje in het ventiel van de band
om wat lucht te laten ontsnappen.
3 Neem de slang los van het ventiel, verwij-
der het dopje van de slang en sluit dan
de slang weer aan.
4 Zet de compressor aan, wacht enkele
seconden en zet de compressor weer uit.
Controleer of de bandenspanningsmeter
de voorgeschreven spanning aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning
onder de voorgeschreven waarde ligt en vul
de band tot de juiste spanning is bereikt.
■Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset
●Vervang de bandenspanningssensor en -
zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het voor-
geschreven niveau ligt, gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning branden/knipperen.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 651 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 654 of 730

653
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Een band mag alleen met de bandenre-
paratieset worden gerepareerd indien
de beschadiging is veroorzaakt door
perforatie van het loopvlak door een
scherp voorwerp, zoals een spijker of
een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet
uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat gro-
ter worden waardoor de band niet meer
tijdelijk gerepareerd kan worden.
●De reparatieset is niet waterbestendig.
Zorg dat de bandenreparatieset niet in
aanraking komt met water, bijvoorbeeld
bij gebruik tijdens regen.
●Zet de bandenreparatieset niet op een
stoffige ondergrond, zoals in het zand of
in de berm. Als de reparatieset stof e.d.
opzuigt, kunnen er storingen optreden.
●Plaats de bandenreparatieset verticaal.
De bandenreparatieset werkt anders
niet.
■Voorzorgsmaatregelen voor de ban-
denreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding 12V-
gelijkstroom nodig. Sluit de reparatieset
niet aan op andere voedingsbronnen.
●Als er brandstofdruppels op de repara-
tieset terechtkomen, kan de set bescha-
digd raken. Zorg dat de set niet met
brandstof in aanraking kan komen.
●Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de reparatieset op in de bagage-
ruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel onder-
delen als de bandenspanningsmeter
niet bloot aan schokken. Hierdoor kun-
nen storingen optreden.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspan-
ningssensor en -zender wanneer de band
wordt gerepareerd of vervangen.
( Blz. 581)
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 653 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 662 of 730

661
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
●Op de band van het compacte reservewiel
staat aan de zijkant de aanduiding TEM-
PORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk
gebruik).
Gebruik het compacte
reservewiel alleen
tijdelijk en alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het
compacte reservewiel. ( Blz. 690)
■Gebruik van het compacte reservewiel
(indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender,
waardoor een te lage bandenspanning hier-
van niet wordt aangegeven door het banden-
spanningswaarschuwingssysteem. Verder
zal, als u het compacte reservewiel monteert
nadat het waarschuwingslampje voor een
lage bandenspanning is gaan branden, dit
lampje blijven branden.
■Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
De auto ligt lager op de weg als het compacte
reservewiel is gemonteerd dan wanneer er
gereden wordt met de standaardbanden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt
op een weg die bedekt is met sneeuw of
ijs (auto's met een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer
sneeuwkettingen op de voorwielen:
1 Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
2 Vervang het wiel met de lekke voorband
door het wiel dat van de achterzijde
afkomstig is.
3 Monteer sneeuwkettingen op de voorwie-
len.
■Opbergen van de krik (indien aanwezig)
Stel voor het opbergen van de krik de hoogte
van de krik af totdat deze overeenkomt met
de vorm van de krikhouder.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 661 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 664 of 730

663
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte reserve-
wiel (indien aanwezig)
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC/Trailer Sway Control (indien aan- wezig)
•TRC
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• EPS
• LDA (Lane Departure Alert met stuurre- geling) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem (indien aanwezig)
• AHB (Automatic High Beam) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Downhill Assist Control (indien aanwe- zig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• Panoramic View Monitor (indien aanwe- zig)
• Toyota Parking Assist-monitor (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
Niet alleen kunnen de volgende systemen
niet optimaal worden gebruikt, maar ook
kan dit een negatief effect hebben op de
onderdelen van de aandrijflijn:
• Dynamic Torque Vectoring AWD-sys- teem (indien aanwezig)
• Dynamic Torque Control AWD-systeem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
(indien aanwezig)
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 663 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 665 of 730

6648-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
Er is mogelijk onvoldoende brand-
stof aanwezig in de tank.
Vul de brandstoftank.
De motor kan verzopen zijn.
Probeer nogmaals de motor te star-
ten en volg daarbij de juiste startpro-
cedures. ( Blz. 298, 300)
Er kan een storing aanwezig zijn in
de startblokkering. ( Blz. 84)
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De accu kan te ve r ontladen zijn.
(Blz. 669)
De accuklemmen kunnen loszitten of
gecorrodeerd zijn.
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel onder de auto gemon-
teerd is (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij het
rijden over slechte wegen.
■Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel (indien aanwe-
zig)
Monteer geen sneeuwketting op het com-
pacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie
beschadigen en het rijgedrag in negatieve
zin beïnvloeden.
■Bij het vervangen van banden (auto's
met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige, omdat
de bandenspanningssensoren en -zen-
ders beschadigd kunnen raken als er niet
voorzichtig mee wordt omgegaan.
Als de motor niet wil
aanslaan
Als de motor niet wil aanslaan ter-
wijl wel de juiste startprocedures
zijn gevolgd ( Blz. 298, 300), kan
dat de volgende oorzaken hebben:
De motor slaat niet aan terwijl
de startmotor wel normaal
werkt
De startmotor dr aait langzaam
rond, de interieurverlichting en
de koplampen gaan zwakker
branden of de claxon maakt
geen of weinig geluid
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 664 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 696 of 730

695
9
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
Sommige voorkeursinstellingen zij
n van invloed op de instelling en van andere func-
ties. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyo ta-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Auto's met navigatiesysteem o f multimediasysteem: Instellingen die u met het
navigatiesysteem of het multimediasysteem kunt wijzigen
Instellingen die u met behulp van het multi-informatiedisplay kunt wijzigen
Instellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige ku nnen worden
gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, – = niet beschikbaar
■Alarm ( Blz. 110)
*: Indien aanwezig
■Meters, tellers en multi-informatiedisplay ( Blz. 122, 126, 131)
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellin -
gen
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Aanpassen van de gevoeligheid van
de inbraaksensor wanneer een ruit
is geopend
*StandaardBijna leeg––O
Schakelt het alarm uit wanneer de
portieren worden ontgrendeld met
de mechanische sleutel
UitAan––O
Functie*1Standaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Klok (instellen tijd)OO*2–
Klok (displaytype)*312-uurs weergave24-uurs weergaveOO*2–
Taal*3“English” (Engels)Behalve Engels*4–O–
Eenheden*3km (l/100 km)km (km/liter)–O–mijlen (MPG)*5
Weergave snelheidsmeter*6AnaloogDigitaal–O–
ECO-controlelampje*5AanUit–O–
A
B
C
ABC
ABC
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 695 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 700 of 730

699
9
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■Elektrisch bedienbare achterklep*1 (
Blz. 178)
*1: Indien aanwezig
*2: De zoemer die klinkt als de ac hterklep in beweging komt kan ni et worden uitgeschakeld.
( Blz. 181)
*3: De geopende positie wordt ingesteld met de toets van de elektrisch bedienbare achterklep.
( Blz. 190)
*4: Als de trekhaak is geplaatst, wer kt de sensor regeling voetbediening niet
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Werking elektrisch bedienbare ach-
terklepAanUit–O–
Bediening schakelaar achterklep
openenIngedrukt houdenEén keer kort indrukken––O
Werking schakelaar op de
afstandsbedieningUit
Eén keer kort indrukken
––OTwee keer indruk- ken
Ingedrukt houden
Zoemervolume31–O–2
Werking zoemer terwijl de achter-
klep in beweging is*2UitAan––O
Openingshoek5
1 - 4
–O–Instelling gebrui-
ker*3
Werking openen elektrisch bedien-
bare achterklep als de schakelaar
achterklep openen ingedrukt wordt
AanUit––O
Bekrachtigingsfunctie sluitsysteem
achterklepAanUit––O
Sensor regeling voetbediening*1, 4AanUit–OO
ABC
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 699 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 702 of 730

701
9
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■Ve r li c h t in g (
Blz. 322)
■Automatische verlichting ( Blz. 322)
*1: Behalve auto's met een modelcode*3 die een “W” als laatste letter heeft
*2: Auto's met een modelcode*3 die een “W” als laatste letter heeft
*3: De modelcode staat vermeld op het typeplaatje. ( Blz. 681)
■Achterruitenwisser ( Blz. 332)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Zoemer verlichtingAanUit––O
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensorStandaard- 2 - 2O–O
Automatisch uitschakelsysteem ver-
lichting*1Gekoppeld aan
bestuurdersportierGekoppeld aan
bediening van startknop
––O
Tijd die verstrijkt voordat de koplam-
pen automatisch worden ingescha-
keld
StandaardLang––O
Tijd die verstrijkt voordat de koplam-
pen uitgaan (Follow Me Home)*230 seconden
60 seconden
––O90 seconden
120 seconden
FunctieStandaard-instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Aan het openen van de achterklep
gekoppelde onderbreking van de
werking van de achterruitenwisser
UitAan––O
Ruitensproeiergekoppelde werking
achterruitenwisserAanUit––O
Schakelpositiegekoppelde werking
achterruitenwisser ( Blz. 333)Alleen één keerUit––OContinu
ABC
ABC
ABC
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 701 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
Page 705 of 730

7049-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
■BSM (Blind Spot Monitor)* ( Blz. 404)
*: Indien aanwezig
■RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)*1 (Blz. 404)
*1: Indien aanwezig
*2: Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolume van de Toyota Parking Assist-sensor.
■Toyota Parking Assist-sensor*1 (Blz. 419)
*1: Indien aanwezig
*2: Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolume van de RCTA-functie (Rear Crossing
Traffic Alert).
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
BSM (Blind Spot Monitor)AanUit–O–
Helderheid indicator in buitenspiegelHelderGedimd–O–
Timing waarschuwing voor aanwe-
zigheid van naderende auto (gevoe-
ligheid)
Gemiddeld
Vroeg
–O–
Laat
Alleen wanneer een auto wordt
gesignaleerd in de
dode hoek
FunctieStandaard-instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)AanUit–O–
Zoemervolume*2Niveau 2Niveau 1–O–Niveau 3
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Toyota Parking Assist-sensorAanUit–OO
Zoemervolume*221–OO3
ABC
ABC
ABC
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 704 Monday, October 7, 2019 3:26 PM