TOYOTA RAV4 HYBRID 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2018, Model line: RAV4 HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 HYBRID 2018Pages: 690, PDF Size: 31.07 MB
Page 411 of 690

4104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren ka n de
detectieafstand korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
• Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te d icht bij de
sensor bevinden.
• Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kl eine ver-
traging. Ook als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijk-
heid dat het obstakel binnen het detectiegebied van de sensoren komt
voordat het display wordt weergegeven en het piepsignaal hoorba ar is.
• Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worde n mogelijk
niet gesignaleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zij n gesigna-
leerd.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de au dio-installa-
tie hard staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid
produceert.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
→Blz. 663)
■ Als er geen melding op het multi-informatiedisplay verschijnt
→Blz. 580
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
● Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
● Het detectiegebied van de sensoren en de reactietijden zijn beperkt. Con-
troleer tijdens rijden of de omgeving (vooral naast de auto) ve ilig is en rijd
langzaam. Regel de snelheid met het rempedaal.
● Monteer geen accessoires binnen de detectiegebieden van de sens oren.
Page 412 of 690

4114-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
OPMERKING
■Als de Toyota Parking Assist-sensor in gebruik is
In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk niet goed al s gevolg
van een storing in een sensor, enz. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
● Het display van de Toyota Parking Assist-sensor knippert en er klinkt een
piepsignaal terwijl er geen obstakel is gesignaleerd.
● Als het gedeelte rond de sensor in aanraking komt met iets of w ordt bloot-
gesteld aan een krachtige schok.
● Als de bumper ergens tegenaan komt.
● Als het display continu te zien is en er geen piepsignaal klink t.
● Controleer eerst de sensor als er een weergavefout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sen-
sor zit, is de sensor waarschijnlijk defect.
■ Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstr alen of
stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
Page 413 of 690

4124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
BSM (Blind Spot Monitor)∗
De Blind Spot Monitor is een systeem met 2 functies;
● De Blind Spot Monitor-functie
Helpt de bestuurder bij het nemen van de beslissing wanneer van
rijstrook te wisselen
● De Rear Crossing Traffic Alert-functie
Helpt de bestuurder bij het achteruitrijden
Deze functies maken gebrui k van dezelfde sensoren.
Het scherm en de indicator Blind Spot Monitor aan/uit
Het Blind Spot Monitor-systeem kan worden in- en uitgeschakeld op het
multi-informatiedisplay. Als het systeem is ingeschakeld, gaat de indicator
op het multi-informatiedisplay branden. De Blind Spot Monitor-f unctie en
Rear Crossing Traffic Alert-functie worden gelijktijdig in- en uitgeschakeld.
Indicatoren in buitenspiegel
Blind Spot Monitor-functie:
Als een auto in de dode hoek wordt gesignaleerd, gaat de indica tor in de
buitenspiegel branden als de richtingaanwijzerschakelaar niet w ordt
bediend. Als de richtingaanwijzerschakelaar wordt bediend in de richting
van de zijde waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de indicato r in de bui-
tenspiegel knipperen.
∗: Indien aanwezig
Overzicht van de B lind Spot Monitor
1
2
Page 414 of 690

4134-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
Rear Crossing Traffic Alert-functie:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter
nadert, gaan de indicatoren in de buitenspiegels knipperen.
Rear Crossing Traffic Alert-zoemer (alleen Rear Crossing Traffic
Alert-functie)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter
nadert, klinkt een zoemer vanachter de linker achterstoel.
Druk op of van de bedieningstoets van het instrumenten-
paneel en selecteer op het m ulti-informatiedisplay.
Druk op of van de bedieningstoets van het instrumenten-
paneel, selecteer en druk vervolgens op .
■ De zichtbaarheid van de indi catoren in de buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspiegels bij fel zonli cht niet goed te
zien.
■ Hoorbaarheid van de Rear Crossing Traffic Alert-zoemer
De zoemer van de Rear Crossing Traffic Alert-functie komt mogel ijk moeilijk
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het volume van het audiosysteem
hoog staat.
■ Als er een storing in de Blind Spot Monitor aanwezig is
Als er een systeemstoring wordt gesignaleerd om een van onderst aande
redenen, worden er waarschuwingsmeldingen weergegeven:
( →Blz. 585, 587)
● Er zit een storing in de sensoren
● De sensoren zijn vuil geworden
● De buitentemperatuur is zeer hoog of zeer laag
● De sensorspanning is niet in orde
In-/uitschakelen van het Blind Spot Monitor-systeem
3
1
2
Page 415 of 690

4144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Verklaring bij het Blin d Spot Monitor-systeem
Page 416 of 690

4154-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
Page 417 of 690

4164-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Page 418 of 690

4174-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
Page 419 of 690

4184-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In Oekraïne verkochte auto's
WAARSCHUWING
■Omgaan met de radarsensor
In de linker- en rechterzijde van de achterbumper van de auto w ordt respec-
tievelijk één Blind Spot Monitor-sensor geplaatst. Houd u aan het volgende
om ervoor te zorgen dat de Blind Spot Monitor goed werkt.
● Stel de sensor en de omgeving van de sensor op de bumper niet bloot aan
krachtige schokken. Als de sensor ook maar iets wordt verplaats t, werkt
het systeem mogelijk niet meer goed en worden auto's die binnen het
detectiegebied komen mogelijk nie t meer gesignaleerd. Als de sensor of
de omgeving van de sensor aan krachtige schokken is blootgestel d, moet
het desbetreffende gedeelte van de auto altijd worden gecontrol eerd door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een ander e naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Neem de sensor niet uit elkaar.
● Monteer geen accessoires op de sensor of het omliggende gebied op de
bumper en plak er geen stickers op.
● Breng geen wijzigingen aan de sensor of het omliggende gebied o p de
bumper aan.
● Breng geen andere kleur lak dan een officiële Toyota-kleur aan op de ach-
terbumper.
● Houd de sensor en zijn omgeving op de
bumper te allen tijde schoon.
Page 420 of 690

4194-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
De Blind Spot Monitor maakt gebruik van radarsensoren om auto's te
signaleren die in een aangrenzende rijstrook rijden in het gebi ed dat
niet in de buitenspiegel is te zien (de dode hoek) en brengt de
bestuurder hiervan op de hoogte via de indicator in de buitensp iegel.
Hieronder staat de dode hoek aangegeven waarin auto's kunnen wor-
den gesignaleerd.
Het detectiegebied reikt tot: Ongeveer 3,5 m vanaf de zij-
kant van de auto
De eerste 0,5 m vanaf de zijkant
van de auto bevindt zich buiten het
detectiegebied
Ongeveer 3 m achter de achter-
bumper
Ongeveer 1 m vóór de achter-
bumper
De Blind Spot Monitor-functie
Detectiegebieden Blind Spot Monitor
1
2
3