sensor TOYOTA RAV4 HYBRID 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4 HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 HYBRID 2021Pages: 626, PDF Size: 108.42 MB
Page 405 of 626

4044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Voertuigen die van direct achter de auto
naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een
parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van
obstakels
●Voertuigen vlak bij uw auto die plotseling
accelereren of decelereren
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
●Objecten die zich zeer dicht bij een radar-
sensor bevinden*
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van minder dan ongeveer 8 km/h
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van meer dan ongeveer 24 km/h
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) mogelijk zelfs als er geen kans
op een aanrijding is.
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
●Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 404 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
Page 406 of 626

405
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerde auto,
die mogelijk elektrische golven richting de
achterzijde van de auto reflecteren, kort is
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals
een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet goed
werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande,
signaleren de radarsensoren een object
mogelijk niet en werkt deze functie mogelijk
niet goed
●Stilstaande objecten
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
●Als de achterbumper is bedekt met bijvoor-
beeld ijs, sneeuw of vuil
●Bij zware regenval of een andere oorzaak
waardoor er veel water op de auto terecht-
komt
●Wanneer een voertuig naast uw auto het
detectiegebied van een radarsensor blok-
keert
●Als de auto sterk naar één kant helt
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
●Als de wielophanging is gewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
●Als een sticker of een elektronisch onder-
deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in
de buurt van een radarsensor is geplaatst
●Als de stand van een radarsensor is gewij-
zigd
●Wanneer meerdere auto's naderen met
slechts weinig ruimte tussen elke auto
●Als er een auto snel van achteren nadert
●Omstandigheden waaronder de radarsen-
sor een voertuig mogelijk niet signaleert
• Wanneer een voertuig van rechts of links achter de auto nadert terwijl u achteruitrij-
dend een bocht maakt
• Wanneer u achteruitrijdend een bocht maakt
• Bij het onder een kleine hoek achteruit uit- rijden van een parkeerplaats
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 405 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
Page 413 of 626

4124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■E-Four (elektronisch on-demand
AWD-systeem) (AWD-uitvoerin-
gen)
Schakelt afhankelijk van de rijomstan-
digheden automatisch van voorwiel-
aandrijving naar vierwielaandrijving
(AWD), wat bijdraagt aan betrouwbaar
rijgedrag en stabiliteit. Voorbeelden van
omstandigheden waaronder het sys-
teem overschakelt op AWD zijn het
nemen van bochten, heuvelopwaarts
rijden, wegrijden of accelereren en als
het wegoppervlak glad is ten gevolge
van sneeuw, regen, enz.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway Con-
trol in werking is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway
Control in werking is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van het hybridesysteem
naar de wielen beperken.
Als u op drukt om het systeem uit te
schakelen, kunt u de auto waarschijnlijk
gemakkelijker los krijgen door te ‘schomme-
len’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op om het systeem weer
in te schakelen.
■Uitschakelen van de TRC/VSC/Trailer
Sway Control
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt
terwijl de auto stilstaat om de TRC/VSC/Trai-
ler Sway Control uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden
en “Traction Control Turned OFF” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op om de systemen weer
in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-sys- teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is
beschikbaar) Het waarschuwingslampje
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. ( Blz. 338)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 412 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
Page 415 of 626

4144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Gereduceerde bekrachtiging door het
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-
systeem wordt gereduceerd om het systeem
tegen oververhitting te beschermen als er
gedurende langere tijd veel stuurbewegingen
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bestu-
ring zwaar aanvoelen. Probeer als dat het
geval is minder frequent te sturen of breng de
auto tot stilstand en schakel het hybridesys-
teem UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
■Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit.
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55
km/h.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat.
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is. Het systeem werkt echter niet onder
de volgende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10
km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 414 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
Page 421 of 626

4204-6. Rijtips
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn
voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof
• Koelvloeistof vermogensregeleenheid
• Ruitensproeiervloeistof
Laat de toestand van de 12V-accu
controleren door een monteur.
Laat vier winterbanden onder uw
auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen
aan
*
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn
voor de bandenmaat van uw auto.
*: Auto's met 225/55R19 banden kunnen
niet worden voorzien van sneeuwkettin-
gen.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de
winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde con-
troles uit. Pas uw rijgedrag altijd
aan de actuele weersomstandig-
heden aan.
Voorbereidingen voor de
winter
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Gebruik winterbanden met de voorge-
schreven maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan
de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet
die geldt voor de gebruikte winterban-
den.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
(behalve 225/55R19 banden)
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig
letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50
km/h, afhankelijk van welke snelheid de
laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
●Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing
Assist) (indien aanwezig) niet.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 420 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
Page 423 of 626

4224-6. Rijtips
Auto's zonder 225/55R19 banden
Gebruik de juiste maat sneeuwkettin-
gen. De maat van de sneeuwkettingen
is afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting:
diameter 3 mm
breedte 10 mm
lengte 30 mm
Dwarsketting:
diameter 4 mm
breedte 14 mm
lengte 25 mm
Auto's met 225/55R19 banden
Er kunnen geen sneeuwkettingen wor-
den gemonteerd. Gebruik in plaats
daarvan winterbanden. De wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen verschilt
per land en per soort weg. Stel u op de
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen
op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op
de voorwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de achterwielen.
●Plaats de sneeuwkettingen zo strak moge-
lijk om de voorwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1,0 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Kiezen van sneeuwkettingen
A
B
C
D
E
F
Wetgeving met betrekking tot
het gebruik van
sneeuwkettingen (behalve
225/55R19 banden)
OPMERKING
■Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn,
werken de bandenspanningssensoren en -
zenders mogelijk niet goed.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 422 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
Page 462 of 626

461
6
6-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
●Gebruik met alcohol natgemaakte doekjes
o.i.d. om olieresten te verwijderen.
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte
komt. Anders kunnen de elektrische com-
ponenten, enz. vlam vatten.
■Bij het wassen van de voorruit
(auto's met ruitenwissers met regen-
sensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand
OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in
de volgende gevallen onverwacht in wer-
king treden. Hierdoor kunnen uw handen
bekneld raken en kunt u ernstig letsel
oplopen, en hierdoor kunnen de ruitenwis-
serbladen beschadigd raken.
Uit
AUTO
●Wanneer het bovenste deel van de
voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt aange-
raakt
●Wanneer een natte doek of iets derge-
lijks in de buurt van de regensensor
wordt gehouden
●Als iets tegen de voorruit stoot
●Als u het regensensorhuis aanraakt of
als iets in aanraking komt met de regen-
sensor
A
B
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de uitlaatpijpen
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaat-
pijpen tamelijk heet worden.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpij-
pen niet aan totdat deze voldoende zijn
afgekoeld, aangezien het aanraken van
een hete uitlaatpijp brandwonden kan ver-
oorzaken.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de achterbumper met de
Blind Spot Monitor (indien aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is geschil-
ferd of bekrast, kan een storing optreden
in het systeem. Neem, als dit gebeurt, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
■Aantasting van de lak en corrosie
van de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorko-
men
●Was de auto zo spoedig mogelijk:
• Na het rijden in een kustgebied
• Na het rijden over gepekelde wegen
• Als er zich teer of boomsappen op de lak bevinden
• Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de lak bevinden
• Na het rijden in gebieden waar sprake is van veel rook, stof, ijzerdeeltjes of che-
mische stoffen
• Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
• Als er brandstof op de lak is gemorst
●Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
●Verwijder vuil van de velgen en berg ze
op een droge plaats op om te voorko-
men dat de velgen tijdens de opslag
gaan corroderen.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 461 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
Page 463 of 626

4626-1. Onderhoud en verzorging
OPMERKING
■Schoonmaken van de verlichting aan
de buitenzijde
●Was deze met de nodige voorzichtig-
heid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af met
een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
●Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
■Wassen in een wasstraat (auto's met
ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand
OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in
werking treden waardoor de ruitenwisser-
bladen beschadigd kunnen raken.
■Reinigen met een hogedrukreiniger
●Stel de camera (indien aanwezig) of de
omgeving ervan tijdens het wassen van
de auto niet bloot aan sterke waterstra-
len uit de hogedrukreiniger. Door de
kracht van de waterstralen werkt het
apparaat mogelijk niet normaal.
●Houd de sproeierkop uit de buurt van
hoezen (rubberen of kunststof afdekkin-
gen), stekkers en de volgende onderde-
len.
Wanneer onderdelen in aanraking
komen met sterke waterstralen, kunnen
ze beschadigd raken.
• Aan tractie gerelateerde onderdelen
• Onderdelen stuurinrichting
• Onderdelen wielophanging
• Onderdelen remsysteem
●Houd de sproeierkop op ten minste 30
cm van de carrosserie. Anders kunnen
kunststof delen, zoals lijsten en bum-
pers, vervormd of beschadigd raken.
Houd de sproeierkop ook niet de hele
tijd op dezelfde plek.
●Spuit niet continu met water op het
onderste gedeelte van de voorruit. Daar
bevindt zich de luchtinlaatopening voor
de airconditioning en als daar water
doorheen komt, werkt de airconditioning
mogelijk niet goed.
●Reinig de onderzijde van de auto niet
met een hogedrukreiniger.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 462 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
Page 481 of 626

4806-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Wissel de banden zoals aangegeven in
de afbeelding.
2WD-uitvoeringen:
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer
elke 10.000 km van plaats te wisselen om
een gelijkmatig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te verkrij-
gen.
Vergeet niet na het wisselen van de banden
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem te initialiseren. (indien aanwezig)
AWD-uitvoeringen:
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer
elke 5.000 km van plaats te wisselen om een
gelijkmatig slijtagepatroon en een langere
levensduur van de banden te verkrijgen.
Vergeet niet na het wisselen van de banden
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem te initialiseren. (indien aanwezig)
Auto's zonder een volwaardig reser-
vewielVoor
Auto's met een volwaardig reserve-
wielVoor
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschu wingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage
bandenspanning te signaleren voordat
deze tot problemen leidt.
Als de bandenspanning onder een
bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder door middel van een mel-
ding en een waarschuwingslampje
gewaarschuwd. ( Blz. 539)
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningsw aarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
Wisselen van banden
A
Bandenspanningswaarschuwi
ngssysteem
A
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 480 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
Page 482 of 626

481
6
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
• Er is een band vervangen door een exem-
plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu- nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings- sensor en -zender zijn gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
• Als het reservewiel zich op een plaats bevindt waar een slechte ontvangst van
radiosignalen is.
*
• Als er in de bagageruimte een groot meta-len object aanwezig is dat de ontvangst
van signalen kan verstoren.
*
*
: Alleen auto's met een volwaardig reserve- wiel
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiem iddel bij u draagt
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de omstandigheden waaronder het
systeem geïnitialiseerd is. Daarom laat het
systeem mogelijk zelfs een waarschuwing
zien wanneer de bandenspanning niet laag
genoeg is of wanneer de druk hoger is dan
de druk die was ingestel d tijdens het initiali-
seren van het systeem.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 481 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM