TOYOTA RAV4 PHEV 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4 PHEV, Model: TOYOTA RAV4 PHEV 2021Pages: 666, PDF Size: 116.04 MB
Page 361 of 666

359
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
●In bepaalde situaties, zoals de onder-
staande, oordeelt het systeem mogelijk dat
een aanrijding aan de voorzijde waar-
schijnlijk is en treedt het in werking.
• Wanneer een signaleerbaar object wordt gepasseerd
• Bij het veranderen van rijstrook om een signaleerbaar object in te halen
• Wanneer het signaleerbare object dat
wordt genaderd zich op een naastliggende
rijstrook of langs de weg bevindt, bijvoor-
beeld bij het veranderen van koers of bij
het rijden op een bochtige weg
• Wanneer u een signaleerbaar object snel nadert
• Bij het naderen van objecten in de berm, zoals signaleerbare objecten, vangrails,
telefoonpalen, bomen of muren
• Als er een signaleerbaar object of ander object langs de weg staat aan het begin
van een bocht
• Als er (geverfde) patronen vóór uw auto aanwezig zijn die ten onrechte aangezien
kunnen worden voor een signaleerbaar
object
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Bij het inhalen van een signaleerbaar object dat van rijstrook verandert of een
bocht naar rechts/links maakt • Bij het passeren van een signaleerbaar
object dat stilstaat op de rijstrook voor het
tegemoetkomende verkeer om rechts of
links af te slaan
• Als een signaleerbaar object uw auto zeer dicht nadert en vervolgens stopt voordat
het zich in de rijrichting van uw auto
bevindt
• Als de voorzijde van uw auto omhoog of omlaag gaat, bijvoorbeeld op een oneffen
of golvend wegdek
• Bij het rijden op een weg omringd door een constructie, zoals een tunnel of een stalen
brug
• Als er zich metalen objecten (putdeksel, staalplaat, enz.), opstaande randen of uit-
stekende delen voor uw auto bevinden
• Wanneer onder een object (verkeersbord, billboard, enz.) door wordt gereden
• Bij het naderen van een slagboom van een elektronische tolpoort, slagboom bij een
parkeerterrein of andere afscheiding die
open en dicht gaat
• Wassen in een autowasstraat
• Bij het rijden door of onder objecten die in contact kunnen komen met uw auto, zoals
hoog gras, boomtakken of een spandoek
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 359 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 362 of 666

3605-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gere- den dat radiogolven weerkaatst, zoals een
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een tele- visiezendmast, radiozen der, elektriciteits-
centrale of andere locatie waar sterke
radiogolven of elektromagnetische velden
aanwezig zijn
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
●In sommige situaties, zoals onderstaande,
wordt een object mogelijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera
voor, waardoor het systeem niet goed
werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar object een schommelende beweging
maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkma-
noeuvre, plotseling versnellen of afrem-
men)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich niet direct voor uw auto bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich vlak bij bijvoorbeeld een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat
bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich onder een constructie bevindt • Wanneer een signaleerbaar object gedeel-
telijk verborgen is ac hter een object zoals
een groot stuk bagage, een paraplu of een
vangrail
• Wanneer zich meerdere signaleerbare objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna dezelfde kleur heeft of even licht is als zijn
omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de zon of de koplampen van tegemoetko-
mend verkeer, rechtstreeks in de camera
voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets is
• Als de voorligger smal is, zoals een scoot-
mobiel
• Als een voorligger een smalle achterzijde heeft, zoals een onbeladen vrachtwagen
• Als een voorligger een lage achterzijde heeft, zoals een oprijwagen
• Als een voorligger een extreem grote bodemvrijheid heeft
• Als een voorligger een lading vervoert die uitsteekt voorbij de achterbumper
• Als een voorligger een onregelmatige vorm heeft, zoals een tractor of een zijspan
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 360 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 363 of 666

361
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Als de voorligger een kinderfiets, een fiets
met bepakking, een fiets met iemand ach-
terop of een fiets met een bijzondere vorm
(fiets met een kinderzitje, tandem, enz.) is
• Als een voetganger of de rijhoogte van een fietser korter is dan ongeveer 1 m of langer
is dan ongeveer 2 m
• Als een voetganger of fietser breed val- lende kleding (regenjas, lange rok, enz.)
draagt, waardoor zijn of haar silhouet
onduidelijk wordt
• Als een voetganger vooroverbuigt of gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt
• Als een voetganger of fietser zich snel voortbeweegt
• Als een voetgangers een wandelwagentje, rolstoel, fiets of ander voertuig voortduwt
• Bij slecht weer zoal s bij hevige regen, mist,
sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er weinig omgevi ngslicht is, zoals tij-
dens de schemering, of 's nachts of in een
tunnel, waardoor een signaleerbaar object
bijna dezelfde kleur lijkt te hebben als zijn
omgeving
• Wanneer er wordt gereden op een plek waar de helderheid van het omgevingslicht
plotseling verandert, zoals bij het in- of uit-
rijden van een tunnel
• Nadat het hybridesysteem is gestart en de auto een poosje heeft stilgestaan
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedu- rende een paar seconden na het afslaan
naar links/rechts
• Bij het rijden in een bocht en een paar seconden na het rijden in een bocht
• Wanneer uw auto slipt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserblad de camera voor blokkeert
• Er wordt met extreem hoge snelheden gereden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camera voor niet goed is uitgelijnd●In sommige situaties, zoals de onder-
staande, kan wellicht onvoldoende rem-
kracht worden gerealiseerd, waardoor het
systeem mogelijk niet goed werkt:
• Als de remmen niet op volle sterkte kun- nen werken, bijvoorbeeld wanneer de
onderdelen van het remsysteem extreem
koud, extreem heet of nat zijn
• Als de auto niet goed wordt onderhouden (extreem versleten remdelen of banden,
onjuiste bandenspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind of een andere gladde ondergrond
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld
( Blz. 438), worden ook de Pre-Crash
Brake Assist-functie en de Pre-Crash
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en “VSC Turned OFF Pre-Collision
Brake System Unavailable” (VSC UIT.
PCS-rem niet beschik baar.) wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 361 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 364 of 666

3625-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
LTA (Lane Tracing Assist)*
Als wordt gereden op autowegen
en snelwegen met witte (gele)
rijstrookmarkeringen, waar-
schuwt deze functie de bestuurder
als de auto de rijstrook of rijbaan
*
dreigt te verlaten en helpt hij om
de auto op de rijstrook of rijbaan
*
te houden door het stuurwiel te
bedienen. Daarnaast biedt het
systeem stuurassistentie om de
auto in de rijstrook te houden als
de Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik is
ingeschakeld.
Het LTA-systeem herkent witte
(gele) rijstrookmarkeringen of de
rijbaan
* met behulp van de camera
voor. Het detecteert ook voorlig-
gers met behulp van de camera
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 362 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 365 of 666

363
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Voordat u het LTA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het LTA-
systeem. Het LTA-systeem is geen sys-
teem dat de auto automatisch bestuurt
of de hoeveelheid aandacht die moet
worden besteed aan het gebied vóór de
auto beperkt. De bestuurder dient altijd
volledige verantwoordelijkheid te nemen
voor een veilig rijgedrag door de omge-
ving steeds goed in de gaten te houden
en het stuurwiel te bedienen om de rij-
richting van de auto te corrigeren. De
bestuurder moet ook zorgen voor vol-
doende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en
niet goed oplet, kunt u een ongeval ver-
oorzaken, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
●Als u het LTA-systeem niet gebruikt, zet
het systeem dan uit met de toets LTA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LTA om het systeem uit te schakelen. Als
u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel tot gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er wordt gereden in een tijdelijke rij-
strook of een smalle rijstrook door weg-
werkzaamheden.
●Er wordt gereden in een gebied met
wegwerkzaamheden.
●Er is/zijn een reserv ewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen dan
autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het LTA-
systeem en onbedoeld uitgevoerde
handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan. Als onderdelen van
de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op
de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd
om veilig te rijden de omgeving steeds
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om
de rijrichting van de auto te corrigeren en
vertrouw niet uitsluitend op de werking van
het systeem.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 363 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 366 of 666

3645-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( Blz. 368) en de voorligger van rij-
strook wisselt. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en wisselt ook van rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( Blz. 368) en de voorligger slingert.
(Mogelijk gaat uw auto dienovereen-
komstig ook slingeren en verlaat moge-
lijk de rijstrook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( Blz. 368) en de voorligger zijn rij-
strook verlaat. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en verlaat mogelijk de rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( Blz. 368) en de voorligger zeer dicht
op de rijstrookmarkering links/rechts
rijdt. (Uw auto volgt mogelijk de voorlig-
ger en verlaat mogelijk de rijstrook.)
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lij nen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
●Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst, wegen
samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen,
witte (gele) lijnen enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die paral-
lel lopen aan de witte (gele) lijnen of
deze bedekken.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals
voor een tolboom of kaartautomaat of
op een kruising.
●De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of
er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen
of stenen aanwezig.
●De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk
te zien door zand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
wegdek dat nat is door regen, plassen,
enz.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 364 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 367 of 666

365
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Lane Departure Alert-functie
Wanneer het systeem vaststelt dat de
auto de rijstrook of de rijbaan
* dreigt te
verlaten, wordt een waarschuwing
weergegeven op het multi-informatie-
display en klinkt er een waarschuwings-
zoemer of trilt het stuurwiel om de
bestuurder te waarschuwen.
Wanneer de waarschuwingszoemer klinkt of
het stuurwiel trilt, controleer dan het gebied
rondom uw auto en stuur de auto voorzichtig
terug naar het midden van de rijstrook.
Auto's met BSM: Wanneer het systeem
vaststelt dat de auto de rijstrook dreigt te
verlaten en dat de kans op een aanrijding
met een inhalende auto in de naastgelegen
rijstrook groot is, treedt de Lane Departure
Alert in werking, zelfs wanneer de richting-
aanwijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
WAARSCHUWING
●De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze
mogelijk moeilijker te herkennen zijn
dan witte lijnen).
●De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
●Als de rand van de weg niet duidelijk of
niet recht is.
●Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen van
tunnels.
●Licht van de koplampen van een tegen-
ligger, de zon, enz. dringt de camera
binnen.
●Er wordt gereden op een helling.
●Er wordt gereden op een weg die naar
links of rechts helt of op een bochtige
weg.
●Er wordt gereden op een onverharde of
ongelijkmatige weg.
●De rijstrook is zeer smal of breed.
●De auto helt sterk over door het vervoe-
ren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.
●De afstand tot de voorligger is extreem
kort.
●De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden tij-
dens het rijden (slechte wegen of naden
in het wegdek).
●Wanneer u met uitgeschakelde koplam-
pen in een tunnel of in het donker rijdt of
wanneer een koplamp gedimd wordt
doordat het lampglas vuil of niet goed
uitgelijnd is.
●De auto heeft last van zijwind.
●De auto krijgt een windstoot door een
passerend voertuig op een naastgele-
gen rijstrook.
●De auto is net van rijstrook gewisseld of
een kruising overgestoken.
●Er worden banden gebruikt met ver-
schillende structuren of profielen of van
verschillende fabrikanten of merken.
●Er zijn winterbanden, enz. gemonteerd.
●Er wordt gereden met extreem hoge
snelheden
Functies die zijn opgenomen in
het LTA-systeem
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 365 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 368 of 666

3665-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Stuurassistentiefunctie
Wanneer het systeem vaststelt dat de
auto de rijstrook of de rijbaan
* dreigt te
verlaten, helpt het systeem voor zover
nodig om de auto in de rijstrook te hou-
den door kortstondig het stuurwiel licht
te bedienen.
Als het systeem signaleert dat het stuurwiel
een bepaalde periode niet bediend is of dat
het stuurwiel niet stevig wordt vastgehou-
den, wordt een waarschuwing weergegeven
op het multi-informatiedisplay en wordt de
functie tijdelijk uitgeschakeld.
Auto's met BSM: Wanneer het systeem
vaststelt dat de auto de rijstrook dreigt te
verlaten en dat de kans op een aanrijding
met een inhalende auto in de naastgelegen
rijstrook groot is, treedt de stuurassistentie-
functie in werking, zelfs wanneer de richting-
aanwijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Waarschuwingsfunctie slingeren
auto
Wanneer de auto in een rijstrook slin-
gert, klinkt er een zoemer en wordt er
een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay om de bestuurder te
waarschuwen.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 366 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 369 of 666

367
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Lane Centering-functie
Deze functie is gekoppeld aan het
Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem met volledig snelheidsbereik en
levert de benodigde assistentie door
het stuurwiel te bedienen om de auto
op zijn huidige rijstrook te houden.
Als het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem met volledig snelheidsbereik niet
werkt, werkt de Lane Centering-functie niet.
In gevallen waarin de witte (gele) rijstrook-
markeringen niet (goed) zichtbaar zijn, bij-
voorbeeld wanneer u in een file staat, treedt
deze functie in werking om te helpen een
voorligger te volgen door de positie van die
voorligger in de gaten te houden.
Als het systeem signaleert dat het stuurwiel
een bepaalde periode niet bediend is of dat
het stuurwiel niet stevig wordt vastgehou-
den, wordt een waarschuwing weergegeven
op het multi-informatiedisplay en wordt de
functie tijdelijk uitgeschakeld.
Druk op de toets LTA om het LTA-sys-
teem in te schakelen.
Het controlelampje LTA gaat branden en er
wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LTA om het
LTA-systeem uit te schakelen.
Als het LTA-systeem wordt in- of uitgescha-
keld, blijft de status van het LTA-systeem de
volgende keer dat het hybridesysteem wordt
gestart ongewijzigd.
Inschakelen van het
LTA-systeem
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 367 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 370 of 666

3685-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Controlelampje LTA
Aan de hand van de verlichtingsstatus van
de indicator wordt de bestuurder geïnfor-
meerd over de bedrijfsstatus van het sys-
teem.
Brandt wit: LTA-systeem is in werking.
Brandt groen: De stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie is in werking.
Knippert oranje: Lane Departure Alert-func-
tie is in werking.
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook worden
weergegeven: Geeft aan dat de stuurwielas-
sistentie van de Lane Centering-functie in
werking is.
Eén buitenkant van de rijstrook wordt weer-
gegeven: Geeft aan dat de stuurwielassis-
tentie van de stuurassistentiefunctie in
werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook knippe-
ren: Waarschuwt de bestuurder dat hij in
actie moet komen om in het midden van de
rijstrook te blijven (Lane Centering-functie).
Display rijden met de volgregeling
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de
Lane Centering-functie in werking is door de
positie van de voorligger in de gaten te hou-
den.
Wanneer het display voor rijden met de volg-
regeling wordt weergegeven en de voorlig-
ger in beweging is, beweegt uw auto zich
mogelijk op dezelfde wijze. Houd uw omge-
ving altijd goed in de gaten te houden en
bedien indien nodig het stuurwiel om de rij-
richting van de auto te corrigeren en de vei-
ligheid te garanderen.
Display Lane Departure Alert-func-
tie
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Binnenzijde van de weergegeven lij-
nen is wit
Dit geeft aan dat het systeem witte (gele) lij-
nen of een rijbaan* herkent. Als de auto de
rijstrook verlaat, knippert de witte lijn die
wordt weergegeven aan de zijde waar de
auto de strook verlaat oranje.
Meldingen op het
multi-informatiedisplay
A
B
C
D
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 368 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM