TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: RAV4 PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022Pages: 610, PDF Size: 139.2 MB
Page 591 of 610

Verklaringen
589
Index
Page 592 of 610

Verklaringen
590
Page 593 of 610

Verklaringen
591
Index
Page 594 of 610

Voor auto's die in Oekraïne zijn verkocht
Voor auto's die in Servië zijn verkocht
Verklaringen
592
Page 595 of 610

A
Antidiefstalsysteem...........62
Alarm*..................63
Bedienen van het systeem......62
Inbraaksensor en hellingsensor . . .64
Inschakelen/uitschakelen/uitzetten
van het alarmsysteem.........63
Inschakelen/uitschakelen van de
supervergrendeling..........62
Startblokkering.............62
Supervergrendeling*.........62
B
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers...............260
Achterruitenwisser en -sproeier . .268
AHB (Automatic High Beam)* . . .262
Bedienen van de
ruitenwisserhendel......266
,268
Bediening...............265
Extended Headlight
Lighting-systeem..........262
Handmatig in- en uitschakelen van
het grootlicht.............264
Inschakelen van de koplampen . . .260
Inschakelen van het Automatic High
Beam-systeem............262
Inschakelen van het grootlicht . . .262
Lichtschakelaar............260
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .265
Schakelaar mistlampen.......265
Belangrijke informatie.........460
Alarmknipperlichten.........460
Als de onder water staat of het water
op de weg stijgt............461
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .460
Bedieningsinstructies........460
De auto tot stilstand brengen . . .460
G
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming.........372
Activeren van de op afstand
bedienbare airconditioning.....380
Automatische airconditioning . . .372Bedienen van de stoelverwarming
achter..................383
Bedienen van de stoelverwarming en
-ventilatoren voor..........382
Bedienen van de stoelverwarming
voor...................382
Bedieningspaneel
airconditioning............372
Gebruik van de automatische
modus.................376
Geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus)..........377
Op afstand bedienbare
airconditioning............379
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen.........378
Stuurwielverwarming........382
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming voor*/
stoelverwarming en -ventilatoren
voor*/stoelverwarming achter . . .381
Voor het verlaten van de auto . . .379
Voorruitverwarming (indien
aanwezig)/voorruitontwaseming
(indien aanwezig)...........377
Gebruik van de
interieurverlichting...........384
Bedienen van de
interieurverlichting.........385
Bedienen van de leeslampjes. . . .385
Overzicht interieurverlichting . . .384
Plaats van de
interieurverlichting.........384
Gebruik van de ondersteunende
systemen.................271
BSM (Blind Spot Monitor)*.....317
Cruise control*............313
De Blind Spot Monitor-functie . . .333
De Rear Crossing Traffic
Alert-functie.............335
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist (auto's met
RSA)...................309
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik*......302
Functies die zijn opgenomen in het
LTA-systeem..............292
GPF-systeem
(benzineroetfilter)..........357
Trefwoordenlijst
593
Trefwoordenlijst
Page 596 of 610

Hervatten van het rijden met de
volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem
(afstandsregelmodus)........307
Inschakelen/uitschakelen Dynamic
Radar Cruise Control met Road Sign
Assist (auto's met RSA).......310
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake........348
Inschakelen van het
LTA-systeem..............294
Inschakelen van het systeem. . . .356
Instellen van de rijsnelheid . .313
,315
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)........306
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)........307
In-/uitschakelen van de
BSM-functie/RCTA-functie.....318
LTA (Lane Tracing Assist)*.....289
Meldingen op het multi-
informatiedisplay...........294
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........308
Ondersteunde soorten
verkeersborden............299
Ondersteunende systemen.....358
Ondersteunend systeem......271
Overzicht systeem..........350
Overzicht van de ondersteunende
systemen................358
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten)*........351
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs
rijden)*.................353
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)*...............281
PKSB (Parking Support Brake)* . .347
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................347
Rijden in de
afstandsregelmodus.........305
Rijmodusselectieschakelaar. . . .355
RSA (Road Sign Assist)*.......298
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus........308
Selecteren van een rijmodus. . . .355
Sensoren................272
Signaleerbare objecten.......281
Snelheidsbegrenzer*........315Soorten sensoren.......352
,354
Systeemfuncties...........282
Systeemonderdelen . .303
,313,317,339
Toyota Parking Assist-sensor. . . .339
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........340
Toyota Safety Sense*........271
Trail-modus..............356
Uitschakelen en hervatten van de
constante-snelheidsregeling. . . .314
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsbegrenzer.........316
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling...........308
Voorbeelden van het in werking
treden van de functie.....351
,354
Waarschuwingsfunctie.......301
Wanneer de Trail-modus in werking
is.....................356
Weergave en zoemer voor
begrenzingsregeling hybridesysteem
en remregeling............349
Weergave op het multi-
informatiedisplay...........299
Weergave sensorsignalering, afstand
tot object................345
Wijzigen van de ingestelde
snelheid..........306
,314,316
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)........307
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....283
Gebruik van de
opbergmogelijkheden.........386
Afdekplaat...............390
Bagageafdekking (indien
aanwezig)...............391
Bagagehaken.............390
Bekerhouders.............388
Consolevak..............387
Dashboardkastje...........387
Extra opbergvak (indien
aanwezig)...............389
Fleshouders..............388
Opbergvakje onder de
afdekplaat...............391
Open opbergvak...........389
Overzicht van
opbergmogelijkheden........386
Trefwoordenlijst
594
Page 597 of 610

Pasjeshouder (auto's met rechtse
besturing)...............389
Plaats van de
opbergmogelijkheden........386
Voorzieningen in de
bagageruimte.............390
Gebruik van de overige voorzieningen
in het interieur..............393
Accessoireaansluiting........394
Armsteun...............402
Draadloze lader (indien
aanwezig)...............396
Handgrepen..............402
Kledinghaakjes............403
Make-upspiegels...........393
Overige voorzieningen in het
interieur................393
Uitneembare asbak (indien
aanwezig)...............393
USB-laadaansluitingen type C . . .395
Zonnekleppen.............393
I
Informatie over sleutels........178
Afstandsbediening..........180
Gebruik van de mechanische
sleutel.................181
Sleutels.................178
Soorten sleutels...........178
Initialisatie................531
Overzicht van te initialiseren
onderdelen..............531
Te initialiseren onderdelen.....531
Instrumentenpaneel..........146
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave................161
Afstellen van de klok.........156
Comfortvoorzieningen
(suggestiefunctie)..........166
Controlelampjes...........148
De weergave wijzigen........157
Energiemonitor............171
Energiemonitor/
verbruiksscherm...........171
Gebruik van de toets ODO TRIP . .156
Gebruik van het head-up display. .168
Head-up display*...........167Hybridesysteemindicator/
toerenteller..............171
Informatie ondersteunend
systeem/aan navigatiesysteem
gekoppelde displayzone (indien
aanwezig)...............169
Informatie op display........156
Instrumentenpaneel.........146
Menu-iconen.............157
Meters en tellers...........151
Multi-informatiedisplay.......156
Pop-updisplay.............170
Systeemonderdelen......167
,171
Verbruik................173
Waarschuwingslampjes.......147
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes............146
Weergave informatie ondersteunend
systeem................161
Weergave instellingen........163
Weergave instrumentenpaneel . .151
Weergave rij-informatie.......158
Weergave voertuiginformatie . . .162
Weergave
waarschuwingsmelding.......166
L
Laden....................90
Aarden (AC-laadkabel Mode 2)....96
AC-laadkabel*.............92
Als de laadschemafunctie niet
normaal werkt.............138
Als er een laadgerelateerde melding
wordt weergegeven.........140
Bekijken van informatie met
betrekking tot het laden.......114
Bijlage (AC-laadkabel Mode 2) . . .101
Controleer voorafgaand aan het laden
het volgende.............115
Controlelampjes CCID (Charging
Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat laadsysteem)
(AC-laadkabel modus 2)........97
Controleren en onderhouden van de
AC-laadkabel.............100
Controleren van de AC-laadkabel .116
De namen van alle onderdelen van de
AC-laadkabel..............94
Trefwoordenlijst
595
Trefwoordenlijst
Page 598 of 610

Gebruik van de
laadschemafunctie..........125
Gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”............134
Geschatte laadtijd..........110
Inschakelen van de “Mijn
ruimte-modus”............134
Instellen................128
Instellingen van de
laadschemafunctie..........125
Laadgekoppelde functies......111
Laadindicator..............91
Laadmethoden............110
Laadtips................113
Laaduitrusting.............90
Laaduitrusting en benamingen . . .90
Na het laden..............123
Openen en sluiten van de klep van de
laadaansluiting.............91
Procedure voor het laden......117
Registreren van het laadschema . .127
Systematisch laden..........113
Veiligheidsfuncties (AC-laadkabel
Mode 2).................96
Vergrendelen en ontgrendelen van de
klep van de laadaansluiting.....104
Vergrendelen en ontgrendelen van de
klep van de laadaansluiting en de
laadstekker..............104
Vergrendelen en ontgrendelen van de
laadstekker..............105
Vervangen van het aansluitsnoer
(AC-laadkabel Mode 2) (indien
aanwezig)................98
Voedingsbronnen..........107
Voedingsbronnen die kunnen worden
gebruikt*................107
Voor en tijdens het laden......118
Voorzorgsmaatregelen
bij laden.............115
,117
Wanneer de normale procedure
voor laden niet kan worden
uitgevoerd...............137
Wat u moet weten voor het
laden..................114
Weergave van informatie over de
energiebalans bij het gebruik van de
“Mijn ruimte-modus”........134
N
Noodoproep................53
Controlelampjes............54
eCall*...................53
Noodoproepdiensten.........54
Overzicht systeem van toegevoegde
diensten.................57
Systeemonderdelen..........53
Uitvoeren van de regelgeving....58
O
Onderhoud................410
Onderhoud en reparatie.......410
Periodiek onderhoud.........411
Zelf uit te voeren onderhoud. . . .411
Onderhoud en verzorging.......406
Beschermen van het interieur . . .409
Reinigen en beschermen van het
exterieur van uw auto........406
Reinigen en beschermen van het
interieur................409
Reinigingsinstructies........406
Schoonmaken van kunstleder . . .410
Schoonmaken van lederen
bekleding...............410
Openen en sluiten van de ruiten en het
schuifdak.................223
Bedienen van het elektrisch
bedienbare zonnescherm en
panoramadak.............226
Elektrisch bedienbare ruiten. . . .223
Openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare ruiten..........223
Panoramadak*............226
Voorkomen van onbedoelde
bediening (blokkeerschakelaar
ruitbediening).............226
Openen, sluiten en vergrendelen van de
portieren.................181
Aanpassing van de geopende positie
van de achterklep (auto's met
elektrisch bedienbare
achterklep)..............199
Achterklep...............186
Automatische vergrendel- en
ontgrendelsystemen van de
portieren................186
Trefwoordenlijst
596
Page 599 of 610

Kindersloten achterportieren . . .186
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep)..............190
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep)..............189
Portieren................181
Smart entry-systeem met
startknop...............200
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de achterklep . .188
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren . . .185
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren . . .181
Van buitenaf vergrendelen en
ontgrendelen van de achterklep . .188
Wijzigen van instellingen van de
elektrisch bedienbare achterklep
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep)..............199
Over deze handleiding...........7
Overzicht...................9
P
Persoonlijke
voorkeursinstellingen.........519
Functies van de auto aanpassen aan
de persoonlijke voorkeur......519
Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen.....519
,520
Plug-in hybridesysteem.........70
Actieradius elektrisch rijden.....87
Airconditioning.............86
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem . .79
Bagage..................87
Bedienen van het gaspedaal/
rempedaal................86
Bediening selectiehendel.......85
Controle van bandenspanning....87
Effectief gebruik van de EV-modus, de
AUTO EV-/HV-modus en de
HV-modus................85
Files....................86
Gebruik van de ECO-rijmodus....85Gebruik van de
hybridesysteemindicator.......85
Kenmerken plug-in
hybridesysteem............70
Laadindicator (→blz. 90).......78
Manieren waarop wordt aangegeven
dat het laden is voltooid........89
Opwarmen voor het rijden......87
Regeling in elke modus........74
Rijden op de snelweg.........86
Schakelen tussen de werkingsmodi
van het plug-in hybridesysteem . . .72
Systeemonderdelen.......70
,80
Tips voor het vergroten van de
actieradius voor elektrisch rijden . .87
Tips voor rijden met een plug-in
hybrideauto...............85
Uitschakelsysteem voor
noodgevallen..............85
Ventilatieopening DC/DC-
converter ................84
Voorzorgsmaatregelen plug-in
hybridesysteem............80
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem............85
Weergegeven waarde.........87
Werkingsmodus plug-in
hybridesysteem............71
R
Rijprocedures..............246
Bedienen van de selectiehendel . .251
Bedieningsinstructies.....254
,255
Brake Hold...............258
Doel en functie van de
schakelstanden............250
Hybridetransmissie.........250
Inschakelen van het systeem. . . .258
Parkeerrem..............255
Richtingaanwijzerschakelaar. . . .254
Selecteren van de rijmodus.....252
Selecteren van het schakelbereik in
stand D (auto's met paddle
shift-schakelaars)..........253
Starten van het hybridesysteem . .246
Startknop...............246
Uitschakelen van het
hybridesysteem............248
Trefwoordenlijst
597
Trefwoordenlijst
Page 600 of 610

Uitschakelen van het hybridesysteem
met de selectiehendel in een andere
stand dan P..............250
Wijzigen van de standen van het
contact.................249
Wijzigen van het schakelbereik in
stand S.................253
Rijtips...................364
Bij het parkeren............365
Kenmerken terreinauto's......367
Kiezen van sneeuwkettingen. . . .366
Rijden in de winter..........364
Terreinrijden..............368
Tijdens het rijden...........365
Voorbereidingen voor de winter . .364
Voordat u met de auto gaat
rijden..................365
Voorzorgsmaatregelen bij
terreinauto's..............367
S
Specificaties...............512
Achterdifferentieel (elektromotor
achter).................517
Afmetingen..............512
Banden en velgen...........517
Batterijpakket (tractiebatterij) . . .514
Brandstof...............513
Elektrisch systeem (12V-accu) . . .516
Elektromotor (tractiemotor). . . .514
Gewichten...............512
Hybridetransmissie.........516
Identificatie van de auto.......512
Informatie over brandstof......518
Koelsysteem..............515
Lampen.................518
Motor..................513
Onderhoudsgegevens (brandstof,
oliepeil, enz.).............512
Ontstekingssysteem (bougie) . . .516
Remmen................517
Smeersysteem............514
Stuurinrichting............517
Stappen die genomen moeten worden
in noodgevallen.............462
Acties behorende bij de
waarschuwingslampjes of
-zoemers................466
Als de 12V-accu is ontladen. . . .502Als de auto vast komt te zitten . . .510
Als de elektronische sleutel niet goed
werkt..................500
Als de tankdopklep niet kan worden
geopend................499
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingszoemer
klinkt..................466
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven.........474
Als het hybridesysteem niet kan
worden gestart............498
Als u denkt dat er iets mis is. . . .465
Als u uw sleutels verliest.......499
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een reservewiel). . . .489
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's zonder een reservewiel) . .478
Als uw auto moet worden
gesleept................462
Als uw auto oververhit raakt. . . .506
Correctieprocedures.........507
De interieurverlichting en de
koplampen gaan niet aan of de claxon
maakt geen geluid..........498
De interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker branden of
de claxon maakt geen of weinig
geluid..................498
De tankdopklep openen.......499
Herstelprocedure...........510
Het hybridesysteem kan niet worden
gestart, ook al is de startprocedure
correct uitgevoerd (→blz. 246) . .498
Hoorbare symptomen........465
Merkbare symptomen........465
Omstandigheden waaronder u vóór
het slepen contact dient op te nemen
met de dealer.............463
Onderdelen van de
bandenreparatieset.........480
Plaatsen van het reservewiel. . . .494
Plaats van bandenreparatieset, krik en
gereedschap..............480
Plaats van reservewiel, krik en
gereedschap..............490
Procedure bij slepen in een
noodgeval...............464
Reparatiemethode in
noodgevallen.............482
Slepen in een noodgeval......464
Trefwoordenlijst
598