tow TOYOTA SUPRA 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2019, Model line: SUPRA, Model: TOYOTA SUPRA 2019Pages: 456, PDF Size: 55.72 MB
Page 28 of 456

28
Handleiding Supra2-1. KORTE UITLEG
1
Wijzigen van de entertainment-
bron
2 In-/uitschakelen geluidsweer-
gave, volume
3 Voorkeuzetoetsen
4 Wijzigen radiozender/nummer
5 Verkeersinformatie
■Land
1 “Navigation” (navigatie)
2 “Address input” (invoeren
adres)
3 “Country?” (land?)
4 Kantel de controller naar rechts
om het land te s electeren in de
lijst.
■Invoeren van een adres
1 “City/town or postcode?”
(stad/plaats of postcode?)
2 Voer letters of cijfers in.
3 Kantel de controller naar rechts
om de plaats/stad of de post-
code te selecte ren in de lijst.
4 “Street?” (straat?)
5 Voer de straat op dezelfde
manier in als de plaats/stad.
6 “House number/road junction?”
(huisnummer/kruispunt?)
7 Schakel over n aar de lijst met
huisnummers en kruispunten. 8
Selecteer het huisnummer of
kruispunt.
“Start route guidance” (start route-
begeleiding)
Als alleen de plaa ts/stad is inge-
voerd: de routebegeleiding naar het
centrum van de plaats/stad wordt
gestart.
Nadat de mobiele telefoon met de
auto is verbonden, kan deze wor-
den bediend met Toyota Supra
Command, de toetsen op het stuur-
wiel en via spraakbediening.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeemin-
stellingen)
3 “Mobile devices” (mobiele appa-
raten)
4 “Connect new device” (verbind
nieuw apparaat)
5 Selecteer functies waarvoor u
de mobiele telefoon wilt gebrui-
ken.
De Bluetooth-naam van de auto wordt
weergegeven in het regeldisplay.
Invoeren van bestemming
navigatie
Invoeren van de bestemming met
behulp van een adres
Starten van r outebegeleiding
Verbinden van
mobiele telefoon
Algemeen
Mobiele telefoon verbinden
via wachtwoord
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 28 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 93 of 456

93
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
alarmsysteem zijn niet actief
omdat de portieren, de motorkap
en/of de achterklep niet goed
gesloten zijn. De te openen car-
rosseriedelen worden alleen
door het alarmsysteem bewaakt
als ze goed zijn gesloten.
Als de niet goed gesloten te openen
carrosseriedelen vervolgens worden
gesloten, worden de interieurbeveili-
ging en de hellingsensor ingeschakeld.
• Het controlelampje gaat uit nadat
de auto is ontgrendeld: Er is
geen inbraak- of d iefstalpoging
gedaan.
• Na het ontgrendelen van de auto
knippert het controlelampje
gedurende maximaal 5 minuten
totdat de Driv e Ready-modus
wordt ingeschakeld: Het alarm is
geactiveerd.
De hellingsensor bewaakt de hel-
lingshoek van de auto.
Het alarmsysteem kan daardoor
reageren op bijvoorbeeld een
poging om de wielen onder de auto
uit te stelen of o m de auto weg te
takelen.
Het passagierscompartiment wordt
bewaakt ter hoogte van de zittingen
van de stoelen. Het alarmsysteem,
inclusief de bewegingssensor in het
interieur, werkt daardoor ook bij
geopende ruiten. Daarbij is wel vals
alarm mogelijk doo r bijvoorbeeld
vallende bladeren. Het kan voorkomen dat de helling-
sensor en de bewegingssensor in
het interieur het alarmsysteem acti-
veren zonder dat er sprake is van
een inbraak- of d
iefstalpoging.
Mogelijke situatie s waarbij vals
alarm kan voorkomen:
• In autowasplaatsen of -wasstra-
ten.
• Bij stalling op een hefbrug.
• Bij transport per autotrein, op
een veerboot of op een autoam-
bulance.
• Als zich huisdieren in de auto bevinden.
• Als de auto tijdens het tanken
wordt vergrendeld.
De hellingsensor en de bewegings-
sensor in het inte rieur kunnen voor
dergelijke situat ies worden uitge-
schakeld.
Het controlelamp je brandt gedu-
rende ongeveer 2 seconden en
gaat vervolgens weer knipperen.
De hellingsensor en de bewegings-
sensor in het interieur blijven uitge-
schakeld tot de volgende keer dat
de auto wordt vergrendeld.
Hellingsensor
Bewegingssensor in het
interieur
Voorkomen van vals alarm
Algemeen
Uitschakelen van de hellingsensor
en de bewegingssensor in het
interieur
Druk na het vergrendelen van
de auto binnen 10 seconden
op de toets van de afstands-
bediening.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 93 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 106 of 456

106
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Druk bij een storing in het elektri-
sche systeem op de randen van het
spiegelglas om de
spiegel te ver-
stellen.
Druk op de toets.
Inklappen is moge lijk tot een snel-
heid van ongeveer 20 km/h.
In- en uitklappen van de spiegels is
nuttig in de volgende situaties:
• In autowasstraten.
• In smalle straten.
Ingeklapte spiegels worden auto-
matisch uitgeklapt wanneer de auto
een snelheid bereikt van ongeveer
40 km/h.
Indien nodig worden beide buiten-
spiegels automatisch verwarmd als
de Drive Ready-modus wordt inge-
schakeld.
De buitenspiegel aan bestuurders-
zijde wordt automatisch gedimd. Er
bevinden zich fotocellen in de bin-
nenspiegel, zie blz. 106, om deze
functie te regelen. Als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt het spiegelglas
aan passagierszijde naar beneden
gekanteld. Hierdoor kunt u de
stoeprand of andere obstakels dicht
bij de grond beter zien, bijvoorbeeld
bij parkeren.
1
Druk de schakelaar in de
stand voor de spiegel van het
bestuurdersportier.
2 Zet de selectiehendel in stand
R.
Druk de schakelaar in de
stand voor de spiegel van het pas-
sagiersportier.
De binnenspiegel wordt automa-
tisch gedimd.
De functie wordt geregeld door
fotocellen:
• In het spiegelglas.
• Aan de achterkant van de spie- gel.
Storing
In- en uitklappen
OPMERKING
Door zijn breedte raakt de auto moge-
lijk beschadigd in autowasstraten. Er
bestaat een kans op schade. Klap
voor het wassen de spiegels handma-
tig of met d
e toets in.
Automatische verwarming
Automatisch dimmen
Automatische
parkeerfunctie, buitenspiegel
Principe
Inschakelen
Uitschakelen
Binnenspiegel, automatisch
dimmen
Algemeen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 106 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 141 of 456

141
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Druk de hendel omlaag.
Uitschakelen: druk de hendel
omlaag totdat de ruststand is
bereikt.
Intervalstand: d ruk de hendel
omlaag vanuit de ruststand.
De hendel keert terug naar de rust-
stand zodra hij losgelaten wordt.
De regensensor regelt automatisch
de werking van de ruitenwissers op
basis van de intensiteit van de
regen.
De sensor is beves tigd op de voor-
ruit, direct vóór de binnenspiegel. Druk de hendel eenmaal omlaag
vanuit de ruststand, pijl
1.
Het wissen wordt gestart.
De led in de ruitenwisserhendel
gaat branden.
Bij vorst wordt het wisproces moge-
lijk niet gestart.
Druk de hendel terug naar de rust-
stand.
Uitschakelen en
intervalstand
Regensensor
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
In autowasstraten komen de ruiten-
wissers mogelijk onbedoeld in bewe-
ging als de regensensor is
ingeschakeld. Er bestaat een kans op
schade. Schakel de regensensor uit
in autowasstraten.
Inschakelen
Uitschakelen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 141 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 144 of 456

144
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Stand van de selectiehendel voor
normaal rijden. Alle versnellingen
voor vooruitrijden worden automa-
tisch geselecteerd.
Zet de selectiehendel alleen in
stand R als de auto stilstaat.
Als de selectiehendel in stand N
staat, kan de aut
o worden geduwd
of rollen zonder vermogen van de
motor, bijvoorbeeld in autowasstra-
ten, zie blz. 145.
Stand van de selectiehendel voor
bijvoorbeeld parkeren van de auto.
Als de selectiehendel in stand P
staat, blokkeert de transmissie de
aangedreven wielen.
Zet de selectiehendel alleen in
stand P als de auto stilstaat.
■Stand P wordt automatisch
ingeschakeld
De selectiehendel wordt bijvoor-
beeld in de volgende situaties auto-
matisch in stand P gezet:
Als de Drive Ready-modus wordt
uitgeschakeld terwijl de selectie-
hendel in stand R, D of M staat.
Als de standby-modus wordt uit-
geschakeld terwijl de selectie-
hendel in stand N staat.
Als, terwijl de auto stilstaat en de
selectiehendel in stand D, M of R
staat, de bestuurdersgordel
wordt losgemaakt, het bestuur-
dersportier wordt geopend en
het rempedaal niet wordt inge-
trapt.
Activeer de remmen tot u klaar bent
om weg te rijden, anders komt de
auto in beweging wanneer een rij-
stand wordt geselecteerd.
De selectiehendel kan alleen vanuit
stand P in een andere stand wor-
den gezet als de Drive
Ready-modus wordt ingeschakeld
en het rempedaal wordt ingetrapt.
De selectiehendel kan alleen vanuit
stand P in een andere stand wor-
den gezet zodra aan alle techni-
sche eisen wordt voldaan, indien
van toepassing.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een auto die niet t
egen wegrollen is
beveiligd kan in beweging komen en
wegrollen. Er be staat een kans op
ongevallen. Beveilig de auto tegen
wegrollen voordat u de auto verlaat,
bijvoorbeeld door de parkeerrem te
activeren.
Standen selectiehendel
Stand D (rijden)
Stand R (achteruit)
Stand N (neutraalstand)
Stand P (parkeren)
Kiezen van een stand van de
selectiehendel
Algemeen
Voorwaarden voor werking
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 144 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 145 of 456

145
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Een blokkering van de selectiehen-
del voorkomt onjuiste bediening:
Onbedoeld de selectiehendel in
stand R zetten.
Onbedoeld de selectiehendel
vanuit stand P in een andere
stand zetten.
1 Maak de bestuurdersgordel
vast.
2 Houd de knop ingedrukt om de
blokkering van de selectiehen-
del uit te schakelen.
3 Druk de selectiehendel kort in
de gewenste richting, waarbij u
mogelijk voorbij een weerstand-
spunt moet. De selectiehendel
keert terug naar de midden-
stand zodra hij losgelaten wordt. Druk op knop P.
In sommige situati
es moet de auto
mogelijk over kort e afstand worden
gerold zonder vermogen, bijvoor-
beeld in een autowasstraat, of wor-
den geduwd.
1 Schakel bij inge trapt rempedaal
de Drive Ready-modus in.
2 Deactiveer de parkeerrem
indien nodig.
3 Trap het rempedaal in.
4 Druk op de blokkering van de
selectiehendel en zet de selec-
tiehendel in stand N.
5 Schakel de Drive Ready-modus
uit.
Vervolgens blijft de standby-modus
ingeschakeld en wordt een voertuig-
melding getoond.
De auto kan nu worden gerold.
Selectiehendel in stand D, N of R
zettenSelectiehendel in stand P zetten
Rollen of duwen van de auto
Algemeen
In stand N zetten van de
selectiehendel
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 145 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 146 of 456

146
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
De selectiehendel wordt na onge-
veer 35 minuten automatisch in
stand P gezet, ongeacht of de
standby-modus is ingeschakeld.
Bij een storing is h
et wellicht niet
mogelijk om de stand van de selec-
tiehendel te wijzigen.
Ontgrendel de transmissieblokke-
ring indien nodig e lektronisch, zie
blz. 147.
Met kickdown kunt u maximale
prestaties bereiken.
Trap het gaspedaal verder in dan
de normale volgasstand; u voelt
weerstand.
Bij handmatige bediening kunnen
de versnellingen handmatig worden
gewijzigd. Druk de selectiehendel vanuit stand
D naar links.
De geselecteerde versnelling wordt
op het instrumentenpaneel weerge-
geven, bijvoorbeeld 1M.
Terugschakelen: druk de selec-
tiehendel naar voren.
Opschakelen: trek de selectie-
hendel naar achteren.
Druk de selectiehendel naar rechts.
Op het instrumentenpaneel wordt D
weergegeven.
Met de paddle shift-schakelaars op
het stuurwiel kunt u snel schakelen
zonder uw handen van het stuur-
wiel te nemen.
OPMERKING
De selectiehendel wordt automatisch
in stand P gezet als de
standby-modus wordt uitgeschakeld.
Er bestaat een kans op schade.
Schakel de standby-modus niet uit in
autowasstraten.
Kickdown
Handmatige bediening
Principe
Activeren van de handmatige
bediening
Schakelen
Deactiveren van de handmatige
bediening
Paddle shift-schakelaars
Principe
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 146 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 242 of 456

242
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Bewegende objecten.
Zich op een hoger e plaats bevin-
dende uitstekende voorwerpen,
zoals muren met een overstek.
Objecten met hoeken, randen en
gladde vlakken.
Objecten met smalle vlakken of
structuren, zoals hekken.
Objecten met poreuze vlakken.
Kleine en lage objecten, zoals
dozen.
Obstakels en pe rsonen aan de
rand van de rijstrook.
Zachte of met schuim omhulde
obstakels.
Planten en struiken.
Reeds aangegeven lage objec-
ten, zoals stoepranden, kunnen
in het blinde bereik van de sen-
soren terechtkomen voordat of
nadat een ononderbroken
geluidssignaal klinkt.
Het systeem hou dt geen reke-
ning met uit d e auto stekende
lading.
Onder de volgende omstandighe-
den kan het voorkomen dat het sys-
teem een waarschuwing geeft
terwijl zich geen obstakel in het
detectiebereik bevindt:
Bij zware regenval.
Als de sensoren erg vuil of
bedekt met ijs zijn.
Als de sensoren zijn bedekt met
sneeuw.
Op een slecht wegdek.
Op een ongelijkmatig wegdek,
bijvoorbeeld op een verkeers-
drempel.
In grote, rechthoekige gebouwen
met gladde muren, zoals een
ondergrondse parkeergarage.
In autowasplaatsen en -wasstra-
ten.
Bij een sterke opeenhoping van
uitlaatgassen.
Bij verstoring door andere ultra-
sone signalen, zoals van veeg-
machines, stoomreinigers en
neonverlichting.
Schakel om vals alarm te voorko-
men (bijvoorbeeld in een automati-
sche wasstraat, zie blz. 238), het
automatisch activeren van Parking
Sensors bij detectie van obstakels
uit.
Er wordt een voertuigmelding weer-
gegeven.
Er is een storing opgetreden in Par-
king Sensors. Laat het systeem
nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
De achteruitrijcam era helpt bij het
achteruit inparkeren en bij het
manoeuvreren. Hiertoe worden de
beelden van de omgeving achter
de auto op het regeldisplay weer-
gegeven.
Va l s a l a r m
Storing
Er wordt een wit symbool
weergegeven en het detec-
tiegebied van de sensoren
wordt donker weergegeven
op het regeldisplay.
Achteruitrijcamera
Principe
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190
3.book Page 242 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 349 of 456

349
5
Handleiding Supra 5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
■Veiligheidsaanwijzing
■Algemeen
In een autowasstraat moet de auto vrij
kunnen rollen.
Rol of duw de auto, zie blz.
145.
Bij sommige autowasstraten moet u
de auto verlaten. Als de selectiehen-
del in stand N staat, is het niet moge-
lijk de auto van buitenaf te
vergrendelen. Als u probeert de auto
te vergrendelen klinkt er een signaal.
Zorg ervoor dat de afstandsbediening
zich in de auto bevindt.
Schakel de Drive Ready-modus in,
zie blz.
45.
Wrijf natte koplampen niet droog en
gebruik geen schurende of bijtende
reinigingsmiddelen. Week onzuiverheden zoals insecten-
resten met shampoo en spoel ze af
met water.
Verwijder ijs met een ontdooispray;
gebruik geen ijskrabber.
Activeer de remmen na het wassen
van de auto kort om ze te drogen.
Anders wordt de effectiviteit van het
remmen mogelijk tijdelijk beperkt. De
warmte die door het remmen wordt
gegenereerd, zorgt ervoor dat de
remschijven en -blokken droog wor-
den en beschermt ze tegen corrosie.
Verwijder resten op de voorruit volle-
dig om te voorkomen dat het zicht
afneemt door vlekken en om geluiden
van de ruitenwissers en slijtage van
de ruitenwisserbladen te verminde-
ren.
OPMERKING
●Klap de buitenspiegels in om schade
eraan te voorkomen.
●Schakel de ruitenwissers en de
regensensor (indien aanwezig) uit om
schade aan het ruitenw
issersysteem
te voorkomen.
Betreden van een wasstraat met
een auto met automatische
transmissie
OPMERKING
De selectiehendel wordt automatisch in
stand P gezet als de standby-modus
wordt uitgeschakeld. Er bestaat een kans
op schade. Schakel de standby-modus
niet uit in autowasstraten.
Verlaten van een autowasstraat
Koplampen
Na het wassen van de auto
Verzorging auto
Autoverzorgingsproducten
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Reinigingsmiddelen kunnen gevaarlijke
stoffen bevatten en een gezondheidsri-
sico vormen. Er bestaat een kans op
letsel. Open de porti eren of ruiten tij-
dens het reinigen van het interieur.
Gebruik alleen pr oducten die bedoeld
zijn voor het reinigen van het interieur
van de auto. Neem de aanwijzingen op
de verpakking in acht.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 349 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 445 of 456

445
Handleiding SupraAlfabetische index
Auto stallen ................................... 354
AUTO-programma,
automatische airconditioning ... 253
Auto, inrijden ................................ 266
Auto, lakwerk ................................ 351
Auto, status................................... 168
Auto, verzorging ........................... 350
Auto, wassen ................................ 349
Automaat, zie Automatische
transmissie ................................. 143
Automatic High Beam-systeem... 174
Automatische airconditioning ..... 250
Automatische antiverblindingsregeling,
zie Automatic High
Beam-systeem ............................ 174
Automatische cruise control,
zie Adaptive Cruise Control ...... 225
Automatische noodoproep .......... 339
Automatische ontgrendeling ......... 91
Automatische parkeerfunctie, buitenspiegel .............................. 106
Automatische transmissie ........... 143
Automatische vergrendeling ......... 91
Automatische verlichting............. 171
Autopech, zie Pechhulp ............... 337
Autosleutel, zie Afstandsbediening ................. 74
Autoverzorgingsproducten ......... 350
Autowasstraat ............................... 349
B
Baby- en kinderzitjes, i-Size ........ 114
Baby- en kinderzitjes,
zie Veilig vervoeren van
kinderen ...................................... 110
Bagage opbergen en
vastzetten.................................... 263
Bagage vastzetten ........................ 263
Bagageruimte ............................... 262
Bagageruimte, noodontgrendeling ...................... 86
Banden en wielen ......................... 278 Banden waarmee in noodsituaties
kan worden doorgereden .......... 284
Banden, beschadiging ................. 281
Banden, vervangen....................... 282
Bandeninstellingen....................... 291
Bandenmerken, aanbeveling ....... 283
Bandenreparatieset, zie Mobiliteitssysteem ............... 285
Bandenreparati evloeistof,
zie Mobiliteitssysteem ............... 285
Bandenspanning........................... 278
Bandenspanning........................... 278
Bandenspannings- controlesysteem (TPM) .............. 290
Batterij vervangen, afstandsbediening van de auto... 78
Bediening via de controller............ 52
Bediening via het touchscreen...... 54
Bedieningsmenu's, zie Toyota Supra Command ........ 47
Bedieningsprincipe Toyota Supra Command .............. 47
Bekerhouder.................................. 261
Belading......................................... 262
Belangrijke overwegingen ........... 110
Benzinesoort ................................. 308
Beoogd gebruik ................................6
Berichten ......................................... 64
Beschadiging, banden ................. 281
Bestuurdersprofielen ..................... 86
Beveiligingsfunctie, ruiten, zie Klembeveiliging ...................... 95
Bevestigingen baby- of kinderzitje, ISOfix ....................... 113
Bevestigingssignalen van
de auto........................................... 91
Bewegingssensor in het interieur ......................................... 93
Binnenspiegel, automatisch dimmen........................................ 106
Blikjeshouder, zie
Bekerhouder ............................... 261
Blind Spot Monitor........................ 208
Bluetooth-verbinding ..................... 67
Blusser, zie Brandblusser ............ 343
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 445 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM