stop start TOYOTA SUPRA 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: SUPRA, Model: TOYOTA SUPRA 2022Pages: 498, PDF Size: 70.25 MB
Page 32 of 498

302-1. KORTE UITLEG
1Ruitenwissers
2 Instrumentenpaneel
3 Richtingaanwijzers, grootlicht
4 Lichtschakelaar
Controle- en waarschuwingslampjes
kunnen in verschillende combinaties en
kleuren branden.
Wanneer de motor wordt gestart of de
standby-modus wordt ingeschakeld,
wordt de werking van sommige lampjes
kort gecontroleerd. 1
Buitenspiegels
2 Schakelaars ruitbediening
3 Centrale vergrendeling
4 Ontgrendelen van de achterklep
1 Selectiehendel
2 Controller
3 Uitschakeltoets Stop & Start-sys-
teem
4 SPORT-modusschakelaar
5 Toets Parking Assist-systeem
6 Toets VSC OFF
7 Toets Toyota Supra Safety
8 Parkeerrem
Display en
bedieningselementen
Rondom het stuurwiel
Controle- en
waarschuwingslampjes
1
2
3
4
Bestuurdersportier
Schakelaarpaneel
321
4
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 30 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 38 of 498

362-1. KORTE UITLEG
1Trap het rempedaal in.
2 Druk op de startknop.
1 Zet bij stilstaande auto de selectie-
hendel in stand P.
2 Druk op de startknop.
De motor wordt uitgeschakeld.
3Activeer de parkeerrem.
Het Stop & Start-systeem schakelt de
motor automatisch uit bij stilstand om
brandstof te besparen. Onder de vol-
gende omstandigheden wordt de motor
automatisch gestart om weg te kunnen
rijden:
• Het rempedaal wordt losgelaten. De led en het controlelampje gaan uit.
De parkeerrem wordt gedeactiveerd.
• Stand D (rijden).
• Stand N (neutraalstand).
• Stand R (achteruit).
Rijden
Rijden
Drive Ready-modus
Inschakelen van de Drive Ready-
modus
Uitschakelen van de Drive Ready-
modus
Stop & Start-systeem
Parkeerrem
Activeren
Trek de schakelaar omhoog.
De led in de schakelaar en
het controlelampje in het
instrumentenpaneel gaan
branden.
Deactiveren
Als de Drive Ready-modus is
ingeschakeld:
Druk op de schakelaar terwijl
u het rempedaal ingetrapt
houdt of de selectiehendel in
stand P staat.
Automatische transmissie
In stand D, N of R zetten van
de selectiehendel
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 36 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 50 of 498

483-1. BEDIENING
1Regeldisplay Blz. 59
2 Alarmknipperlichten Blz. 351
3 Ventilatie Blz. 264
4 Dashboardkastje Blz. 272
5 Radio/multimedia, zie de handlei-
ding voor het navigatiesysteem
6 Automatische airconditioning
Blz. 260
7 Controller met toetsen Blz. 60,
Blz. 61
8 SPORT-modusschakelaar
Blz. 159
SPORT-rijmodus
Toyota Supra Safety Blz. 206
Stop & Start-systeem
Blz. 145 Parking Sensors Blz. 50
Achteruitrijcamera Blz. 252
RCTA-functie (Rear Cross Traffic
Alert) Blz. 256
Parking Assist-systeem Blz. 50
Vehicle Stability Control
(VSC) Blz. 229
9 Parkeerrem Blz. 148
10 Selectiehendel automatische trans-
missie Blz. 154
11 Drive Ready-modus in-/uit-
schakelen Blz. 144
Rondom de middenconsole
1
4
23
5
6
7
89
10
11
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 48 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 58 of 498

563-1. BEDIENING
1Trap het rempedaal in.
2 Druk op de startknop.
Het startproces wordt voor een korte
tijd automatisch geactiveerd en stopt
zodra de motor aanslaat.
De meeste controle- en waarschu-
wingslampjes van het instrumentenpa-
neel gaan even branden, de tijdsduur
daarvan varieert per lampje.
Afhankelijk van de aandrijving, is het
volledige aandrijfvermogen en motor-
toerentalbereik mogelijk pas ongeveer
30 seconden na het starten van de
motor beschikbaar. In dit geval zal de
auto niet op de gebruikelijke manier
accelereren (zie Blz. 167). 1
Zet bij stilstaande auto de selectie-
hendel in stand P.
2 Druk op de startknop.
De motor wordt uitgeschakeld. De auto gaat
over op de standby-modus.
3Activeer de parkeerrem.
Inschakelen van de
Drive Ready-modus
Principe
De Drive Ready-modus
wordt ingeschakeld met
de startknop:
Automatische transmissie
Benzinemotor
Weergave op het
instrumentenpaneel
READY op het instrumenten-
paneel geeft aan dat de Drive
Ready-modus is ingescha-
keld.
Uitschakelen van de
Drive Ready-modus
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 56 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 105 of 498

103
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Het alarmsysteem reageert op de vol-
gende veranderingen als de auto is ver-
grendeld:
• Een van de portieren, de motorkap
of de achterklep wordt geopend.
• Bewegingen binnen in de auto.
• Een wijziging van de hellingshoek van de auto, bijvoorbeeld door een
poging om de auto op te krikken om
de wielen te stelen of om de auto op
te takelen.
• Een onderbreking in de stroomtoe- voer van de accu.
• Oneigenlijk gebruik van de diagno-
seaansluiting (OBD).
• De auto wordt vergrendeld terwijl er een apparaat is aangesloten op de
diagnoseaansluiting (OBD). Diagno-
seaansluiting (OBD), zie Blz. 332.
Als het alarmsysteem wordt geacti-
veerd, gebeurt dit met de volgende sig-
nalen:
• Geluidsalarm: Afhankelijk van lokale regelgeving kan de werking van het
geluidsalarm zi jn onderdrukt.
• Visueel alarm: Door het knipperen
van de alarmknipperlichten en,
indien van toepassing, de koplam-
pen.
Wijzig het alarmsysteem niet om de
werking van het systeem te garande-
ren.
Het alarmsysteem wordt gelijktijdig met
het vergrendelen en ontgrendelen via
de afstandsbediening of het Smart
entry-systeem met startknop uit- en
ingeschakeld. Als een portier wordt ontgrendeld met
de geïntegreerde sleutel en vervolgens
wordt geopend, wordt het alarmsys-
teem geactiveerd.
Zie Blz. 105 om het alarm te stoppen.
De achterklep kan ook worden geo-
pend als het alarmsysteem is ingescha-
keld.
Als de achterklep wordt gesloten, wordt
hij weer vergrendeld en vanaf dat
moment weer door het alarmsysteem
bewaakt zolang de portieren zijn ver-
grendeld. De alarmknipperlichten knip-
peren één keer.
• Het controlelampje knippert om de 2
seconden: Het alarmsysteem is
ingeschakeld.
Algemeen
In-/uitschakelen
Openen van de portieren bij
ingeschakeld alarmsysteem
Openen van de achterklep bij
ingeschakeld alarmsysteem
Controlelampje op de
binnenspiegel
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
103 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 107 of 498

105
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
• Ontgrendel de auto met de afstands-
bediening.
• Ontgrendel de auto met de geïnte- greerde sleutel en schakel de Drive
Ready-modus in met behulp van de
speciale ID-functie van de afstands-
bediening, zie Blz. 93.
• Met Smart entry-systeem met start-
knop: pak, terwijl u de afstandsbe-
diening bij u draagt, de portiergreep
van het bestuurders- of voorpassa-
giersportier volledig vast.
De ruiten kunnen van buiten de auto
met de autosleutel worden geopend en
gesloten.
Voor meer informatie: afstandsbedie-
ning, zie Blz. 88. De ruiten kunnen worden bediend
onder de volgende voorwaarden.
• In standby-modus.
• In Drive Ready-modus.
• Gedurende korte tijd nadat de auto
is overgegaan op de inactieve
modus.
• De afstandsbediening bevindt zich in het interieur.
De autosleutel moet zich in de auto
bevinden.
• Druk de schakelaar in tot aan het weerstandspunt.
De ruit gaat omlaag zolang de schakelaar
ingedrukt wordt gehouden.
• Druk de schakelaar in tot
voorbij het weerstandspunt.
De ruit wordt automatisch geopend. De
beweging stopt als de schakelaar nogmaals
wordt ingedrukt.
Stoppen van het alarm
Schakelaars ruitbediening
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij het bedienen van de ruiten bestaat het
risico dat er lichaa msdelen bekneld raken.
Er bestaat een kans op letsel en schade.
Houd bij het openen en sluiten van de rui-
ten het bewegingsgebied vrij.
Overzicht
Schakelaars ruitbediening
Voorwaarden voor werking
Openen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 105 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 147 of 498

145
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Het Stop & Start-systeem helpt u
brandstof te besparen. Het systeem
schakelt de motor uit als de auto stil-
staat, bijvoorbeeld in een file of bij ver-
keerslichten. De Drive Ready-modus
blijft ingeschakeld. De motor wordt
automatisch gestart om weg te kunnen
rijden.
Elke keer wanneer de motor wordt
gestart met de startknop, schakelt het
Stop & Start-systeem over op de
standby-modus. De functie wordt geac-
tiveerd vanaf een snelheid van onge-
veer 5 km/h.
Afhankelijk van de geselecteerde rijmo-
dus, zie Blz. 159, wordt het systeem
automatisch in- of uitgeschakeld.
De motor wordt onder de volgende
omstandigheden automatisch uitge-
schakeld als de
auto stilstaat:
Selectiehendel in stand D.
Rempedaal blijft ingetrapt terwijl de
auto stilstaat.
Bestuurdersgordel vastgemaakt of
bestuurdersportier gesloten. Als de motor niet automatisch is uitge-
schakeld toen de auto tot stilstand
kwam, kan hij handmatig worden uitge-
schakeld:
Trap het rempedaal vanuit de hui-
dige stand snel in.
Zet de selectiehendel in stand P.
Als aan alle voorwaarden voor werking
is voldaan, wordt de motor uitgescha-
keld.
De luchtstroom van de airconditioning
wordt beperkt als de motor niet draait.
■Algemeen
In de volgende situaties wordt de motor
niet automatisch uitgeschakeld:
Op sterk dalende wegen.
Rempedaal niet stevig genoeg inge-
trapt.
Hoge buitentemperatuur en werking
van de automatische airconditioning.
Stop & Start-systeem
Principe
Algemeen
Uitzetten van de motor
Voorwaarden voor werking
Handmatig uitschakelen motor
Airconditioning als de auto gepar-
keerd is
Weergave op het instrumentenpaneel
Het display in het instrumen-
tenpaneel geeft aan dat het
Stop & Start-systeem er klaar
voor is om de motor automa-
tisch te starten.
Het display geeft aan dat niet
is voldaan aan de voorwaar-
den voor het automatisch uit-
schakelen van de motor.
Functionele beperkingen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 145 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 149 of 498

147
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Afhankelijk van de uitvoering en het
land heeft de auto verschillende senso-
ren om de verkeerssituatie te registre-
ren. Hierdoor kan het intelligente auto-
matische Stop & Start-systeem zich
aanpassen aan verschillende verkeers-
situaties en er indien nodig op anticipe-
ren.
Bijvoorbeeld in de volgende situaties:
Als er een situatie wordt gesigna-
leerd waarbij de duur van de stop
waarschijnlijk erg kort is, wordt de
motor niet automatisch uitgescha-
keld. Afhankelijk va n de situatie
wordt er een melding weergegeven
op het regeldisplay.
Als er een situatie wordt gesigna-
leerd waarbij de auto onmiddellijk
moet wegrijden, wordt de uitgescha-
kelde motor automatisch gestart.
De functie wordt mogelijk beperkt als
bijvoorbeeld de navigatiegegevens
ongeldig, verouderd of niet beschikbaar
zijn.
De motor wordt niet automatisch uitge-
schakeld.
De motor wordt gestart terwijl de motor
automatisch is uitgeschakeld. Druk op de toets.
Het Stop & Start-syst eem wordt ook uit-
geschakeld als de selectiehendel in
stand M staat.
Het Stop & Start-syst eem wordt ook uit-
geschakeld in de SPORT-rijmodus van
de SPORT-modusschakelaar.
■Algemeen
Als de motor automatisch wordt
gestopt, kan de auto veilig worden
geparkeerd, bijvoorbeeld om hem te
verlaten.
1 Druk op de startknop.
De Drive Ready-modus wordt uitge-
schakeld.
De standby-modus wordt ingescha-
keld.
Selectiehendel wordt automatisch in
stand P gezet.
2 Activeer de parkeerrem.
Extra functie
Stop & Start-systeem
Handmatig in-/
uitschakelen
van het systeem
Principe
Met de toets
Via de stand van de selectiehendel
Toets sportmodus
Parkeren van de auto bij automatisch
uitschakelen van de motor
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 147 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 150 of 498

1483-1. BEDIENING
In bepaalde situaties wordt het Stop &
Start-systeem om veiligheidsredenen
automatisch uitgeschakeld, bijvoor-
beeld als wordt gesignaleerd dat de
bestuurder afwezig is.
Het Stop & Start-systeem schakelt de
motor niet langer automatisch uit. Er
wordt een voertuigmelding weergege-
ven. U kunt blijven rijden. Laat het sys-
teem nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
De parkeerrem wordt gebruikt om te
voorkomen dat de auto wegrolt als hij
geparkeerd is. Automatisch uitschakelen
Algemeen
Storing
Parkeerrem
Principe
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Een auto die niet tegen wegrollen is bevei-
ligd kan in beweging komen en wegrollen.
Er bestaat een risico op een ongeval.
Beveilig de auto tegen wegrollen voordat u
de auto verlaat.
Volg onderstaande aanwijzingen op om de
auto tegen wegrollen te beveiligen:
●Activeer de parkeerrem.
●Stuur bij het parkeren op een helling de
voorwielen van de trottoirband af (hel-
ling omhoog) of naar de trottoirband toe
(helling omlaag).
●Gebruik bij het parkeren op een steile
helling bijvoorbeeld een wielblok als
extra beveiliging tegen wegrollen.
WAARSCHUWING
Alleen in de auto achtergelaten kinderen
of huisdieren kunnen de auto in beweging
brengen en daardoor zichzelf en andere
weggebruikers in gevaar brengen, bijvoor-
beeld door de volgende acties:
●Indrukken van de startknop.
●Deactiveer de parkeerrem.
●Openen en sluiten van de portieren of
ruiten.
●In stand N zetten van de selectiehendel.
●Bedienen van functies van de auto.
Dat kan leiden tot een ongeval en letsel.
Laat nooit kinderen of huisdieren alleen in
de auto achter. Neem bij het verlaten van
de auto de afstandsbediening mee en ver-
grendel de auto.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 148 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 160 of 498

1583-1. BEDIENING
Opschakelen: trek aan de rechter
paddle shift-schakelaar.
Terugschakelen: trek aan de linker
paddle shift-schakelaar.
Om terug te schakelen naar de
laagst mogelijke versnelling: houd
de linker paddle shift-schakelaar
naar u toe getrokken.
De geselecteerde ve rsnelling wordt kort
op het instrumentenpaneel weergege-
ven, gevolgd door de op dat moment
gebruikte versnelling.
Ontgrendel de transmissieblokkering
elektronisch om de auto uit een gevaar-
lijke situatie te manoeuvreren. Ontgrendelen is mogelijk als de start-
motor de motor kan laten draaien.
Activeer vóór het ontgrendelen van de
transmissieblokkering de parkeerrem
om te voorkomen dat de auto wegrolt.
1
Trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt.
2 Druk op de startknop. De startmotor
moet hoorbaar gaan draaien. Houd
de startknop ingedrukt.
3 Druk met uw vrije hand op de knop
op de selectiehendel, pijl 1, duw de
selectiehendel naar stand N, pijl N,
en houd hem in die stand totdat
stand N wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Er wordt een voertuigmelding weergegeven.
4 Laat de startknop en de selectie-
hendel los.
5 Laat het rempedaal los zodra de
startmotor stopt.
6 Manoeuvreer de auto uit de gevaar-
lijke situatie en beveilig hem tegen
wegrollen.
Raadpleeg voor meer informatie het
hoofdstuk Slepen, zie Blz. 357.
Schakelen
Weergave op het
instrumentenpaneel
De stand van de selectiehen-
del wordt weergegeven, bij-
voorbeeld P.
Elektronisch ontgrendelen van
de transmissieblokkering
Algemeen
In stand N zetten van de
selectiehendel
1
R
N
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 158 Friday, September 24, 2021 10:31 AM