TOYOTA VERSO 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2014, Model line: VERSO, Model: TOYOTA VERSO 2014Pages: 646, PDF Size: 39.79 MB
Page 271 of 646

270
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Wanneer de sensor abnorm aal werkt of defect is
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen die bij een Toyota-dealer of
erkende reparateur kunnen worden geconfigureerd
De instelling van het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
→ Blz. 622)
WAARSCHUWING
■Wees alert tijdens het gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
● Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
● Monteer geen accessoires binnen het bereik van de sensor.
●Als een van de sensoren vuil of bevro-
ren is, gaat het controlelampje voor de
abnormaal werkende sensor branden
en klinkt er gedurende 8 seconden een
zoemer. Nadat de zoemer heeft geklon-
ken, gaan alle controlelampjes van de
sensoren branden.
Reinig de sensoren met een zachte
doek.
● Als een van de sensoren defect is, gaat
het controlelampje voor de defecte sen-
sor branden en klinkt er gedurende 8
seconden een zoemer. Nadat de zoe-
mer heeft geklonken, gaan alle contro-
lelampjes van de sensoren knipperen.
Laat uw auto controleren door een
Toyota-dealer of erkende reparateur. Controlelampjes sensor
Page 272 of 646

271
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
OPMERKING
■
Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of
stoom.
Hierdoor kan de sensor beschadigd raken.
Page 273 of 646

272
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
Stop & Start-systeem∗
∗: Indien aanwezig
Het Stop & Start-systeem zet bij het tot stilstand brengen van de auto
de motor uit als het koppelingspedaal wordt ingetrapt en start de
motor weer zodra de bestuurder het koppelingspedaal laat opko-
men.
■ Uitzetten van de motor
Breng de auto tot stilstand terwijl het koppelingspedaal
geheel ingetrapt is. Zet vervolgens de selectiehendel in
stand N.
Laat het koppelingspedaal los.
De motor wordt uitgezet en het
controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
■Opnieuw starten van de motor
Controleer of de selectiehendel in stand N staat en trap het kop-
pelingspedaal in.
De motor wordt weer gestart. Het controlelampje van het Stop & Start-
systeem dooft.
(In dit geval wordt de motor niet uitgezet als het koppelingspedaal
wordt losgelaten.)
STAP1
STAP2
Page 274 of 646

273
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te scha-
kelen.
Het controlelampje voor het uit-
schakelen van het Stop & Start-
systeem gaat branden.
Wanneer het koppelingspedaal
wordt ingetrapt, zal de motor niet
elke keer dat de auto tot stilstand
komt, worden uitgeschakeld.
(→Blz. 272)
Druk nogmaals op de toets om
het Stop & Start-systeem weer in
te schakelen.-
■ Als op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt
gedrukt terwijl de auto stilstaat
●Als de motor is uitgezet door he t Stop & Start-systeem, kunt u de
motor weer starten door op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem te drukken.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld), zal de motor
niet worden uitgezet.
● Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld en op de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem wordt gedrukt, wordt het
systeem weer ingeschakeld, maar zal de motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is ingeschakeld), zal de motor
worden uitgezet.
Page 275 of 646

274
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Voorwaarden voor inschakelen van systeem
● Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De laadtoestand van de accu is voldoende.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• De motorkap is gesloten.
• Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.
• De selectiehendel staat in stand N.
• Het stuurwiel wordt niet gebruikt.
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een storing van
het Stop & Start-systeem.
• De temperatuur van de koelvloeistof is te laag of te hoog.
• De buitentemperatuur is te laag.
• Auto's met automatische airconditioning: De airconditioning wordt
gebruikt om het interieur af te koelen als de temperatuur in het interie\
ur
extreem hoog is, bijvoorbeeld nadat de auto in de brandende zon
stond geparkeerd.
• Auto's met automatische airconditioning: De voorruitverwarming wordt gebruikt.
• Auto's met extra verwarming: De extra verwarming wordt gebruikt.
• De accu is niet voldoende opgeladen of wordt opgeladen.
• Door verkeersdrukte of andere omstandigheden komt de auto veelvul- dig tot stilstand, waardoor de hoeveelheid tijd dat de motor is uitgezet
door het Stop & Start-systeem extreem oploopt.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• Er wordt een grote hoeveelheid elektriciteit verbruikt.
• Op grote hoogte.
Als de bovenstaande omstandigheden zich niet meer voordoen, zal het Stop
& Start-systeem de volgende keer dat de auto tot stilstand komt de motor
weer uitzetten en starten.
● In de volgende gevallen kan het langer duren voordat het Stop & Start-
systeem wordt ingeschakeld:
• De accu is ontladen.
• De accupolen zijn losgenomen en weer aangesloten nadat de accu is
vervangen, enz.
• De koelvloeistoftemperatuur is laag.
Page 276 of 646

275
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Automatische startfunctie
In de volgende situaties kan de motor ook worden gestart zonder dat het
koppelingspedaal wordt ingetrapt.
• Het rempedaal wordt pompend of diep ingetrapt.
• Auto's met automatische airconditioning: De airconditioning wordt inge-
schakeld.
• Auto's met automatische airconditioning: De voorruitverwarming is inge- schakeld.
• De laadtoestand van de accu is onvoldoende.
• De auto begint te rollen op een helling.
• Er wordt een grote hoeveelheid elektriciteit verbruikt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het stuurwiel wordt gedraaid.
■ Automatisch opnieuw inschakelen van het Stop & Start-systeem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is gezet. Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is gezet.
■ Beveiliging van het Stop & Start-systeem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Als het volume van het audiosysteem hoog staat, kan het audiosysteem
automatisch worden uitgeschakeld zodat er voldoende vermogen behouden
blijft voor de werking van het Stop en Start-systeem.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Als het volume van het audiosysteem hoog staat, kan het audiosysteem
automatisch worden uitgeschakeld zodat er voldoende vermogen behouden
blijft voor de werking van het Stop en Start-systeem.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
Page 277 of 646

276
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Bediening stuurwiel
Als de motor wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem, kan de besturing
van de auto zwaarder worden.
■ Motorkap
Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem en de motorkap wordt
geopend, kan de motor niet worden gestart door het Stop & Start-systeem of
de automatische startfunctie van de motor. Start de motor door het contact-
slot of de startknop te bedienen. ( →Blz. 188, 192)
■ Gebruik van het Stop & Start-systeem
Gebruik het Stop & Start-systeem wanneer de auto tijdelijk wordt stilgezet,
bijvoorbeeld bij verkeerslichten of kruispunten. Zet de motor volledig uit wan-
neer de auto voor langere tijd wordt stilgezet.
■ Waarschuwingszoemer Stop & Start-systeem
Als de motor wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem en de onder-
staande handeling wordt uitgevoerd, klinkt er een zoemer en gaat het con-
trolelampje Stop & Start knipperen. Dit geeft aan dat de motor alleen is
uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem en niet helemaal is uitgezet.
De selectiehendel wordt als het koppelingspedaal niet is ingetrapt in een
andere stand dan stand N gezet.
■ Als het controlelampje voor het ui tschakelen van het Stop & Start-sys-
teem blijft knipperen
Er is mogelijk een storing in het Stop & Start-systeem aanwezig. Neem con-
tact op met een Toyota-dealer of erkende reparateur.
■ Als de voorruit is beslagen terwijl de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem
● Auto's met handmatig bediende airconditioning: Herstart de motor door
het koppelingspedaal in te trappen ( →Blz. 272) of door op de uitschakel-
toets van het Stop & Start-systeem te drukken en de draaiknop voor de
keuze van de uitstroomopening in de stand te zetten. ( →Blz. 307)
● Auto's met automatische airconditioning: Schakel de voorruitverwarming
in. (De motor wordt gestart door de automatische startfunctie van de
motor.) ( →Blz. 315)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem om het systeem uit te schakelen.
Page 278 of 646

277
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Weergave werkingsduur Stop & Start-systeem en totale werkingsduur
Stop & Start-systeem
→ Blz. 221
■ Vervangen van de batterij
De geplaatste batterij is speciaal voor het Stop & Start-systeem. De batterij
mag alleen worden vervangen door een soortgelijk type.
Neem voor meer informatie contact op met een Toyota-dealer of erkende
reparateur.
WAARSCHUWING
■Als het Stop & Start-systeem is ingeschakeld
● Houd de selectiehendel in stand N en bedien het rempedaal of de parkeer-
rem als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem (het controle-
lampje Stop & Start brandt).
Anders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
● Verlaat de auto niet als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem
(zolang het controlelampje Stop & Start brandt).
Anders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
● Zorg ervoor dat de motor niet wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem
als de auto zich in een slecht geventileerde ruimte bevindt. Anders kan de
motor worden gestart door de automatische startfunctie, waardoor er uit-
laatgassen in de auto terecht kunnen komen die zeer schadelijk kunnen
zijn voor de gezondheid.
Page 279 of 646

278
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
OPMERKING
■
Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet goed.
Laat uw auto in dat geval zo snel mogelijk nakijken door een Toyota-dealer
of erkende reparateur.
● Het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuurder en
voorpassagier knippert, terwijl de veiligheidsgordel van de bestuurder is
vastgemaakt.
● Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder niet is vastgemaakt,
blijft het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuurder
en voorpassagier uit.
● Zelfs wanneer het bestuurdersportier gesloten is, gaat het waarschu-
wingslampje open portier/achterklep branden of de interieurverlichting
gaat branden terwijl de schakelaar in de stand DOOR staat.
● Zelfs wanneer het bestuurdersportier open is, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep niet branden of de interieurverlichting gaat
niet branden terwijl de schakelaar in de stand DOOR staat.
Page 280 of 646

279
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er echter
rekening mee dat dit aanvullende syst emen zijn en vertrouw niet in
al te sterke mate op deze systemen.
■ ABS (antiblokkeersysteem)
Dit systeem helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen tijdens
hard remmen en bij remmen op een glad wegdek.
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als
het systeem oordeelt dat er sprake is een noodstop.
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van AB S-, TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkmanoeu-
vres op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te passen.
■ TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de
voorwielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op een glad wegdek.
■EPS (Electric Power Steering)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het
ronddraaien van het stuurwiel te verminderen.
■Hill Start Assist Control
→Blz. 285