YAMAHA FJR1300A 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2014, Model line: FJR1300A, Model: YAMAHA FJR1300A 2014Pages: 116, PDF Size: 3.19 MB
Page 31 of 116
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-16
3
Temperatuurniveaus van de instellingenvoor de handvatverwarming aanpassen1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Grip Warmer” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”. De instelweergave voor de handvat-
verwarming wordt weergegeven en
“High” knippert in de weergave. 3. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
Het temperatuurniveau voor de instel-
ling voor Hoog gaat knipperen.
Gebruik de selectieschakelaar om het
temperatuurniveau in te stellen en
druk vervolgens op de menuschake-
laar “MENU”. “High” gaat knipperen. 4. Gebruik de selectieschakelaar om
“Middle” of “Low” te markeren en wij-
zig vervolgens de instelling met de-
zelfde procedure die u hebt gebruikt
voor de instelling voor Hoog.
5. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, gebruikt u de se-
lectieschakelaar om “ ” te markeren
en drukt u vervolgens op de menus-
chakelaar “MENU” om terug te keren
naar het instelmodusmenu.
OPMERKINGU kunt de instelling instellen op 10 tempe-
ratuurniveaus.De onderhoudstellers terugstellen op nul1. Gebruik de selectieschakelaar om“Maintenance” te markeren.
“Brightness” Met deze functie regelt u
de helderheid van het pa-
neel voor de multifunctio-
nele meter, afgestemd op
het aanwezige daglicht.
“Clock” Met deze functie kunt u de
klok instellen.
“All Reset” Met deze functie kunt u
alle items terugstellen, be-
halve de kilometerteller en
klok.
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
Grip WarmerHi
g
h
10
Middle
5
Low
1
Grip WarmerHi g
h
10
Middle
5
Low
1
Grip WarmerHi g
h
10
Middle
5
Low
1
U1MCD1D0.book Page 16 Thursday, August 8, 2013 11:02 AM
Page 32 of 116
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-17
3
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”en druk vervolgens op de toets “RE-
SET” om het item te selecteren dat u
wilt terugzetten.
3. Terwijl het geselecteerde item knip- pert, houdt u de toets “RESET” ten
minste 2 seconden ingedrukt.
4. Druk op de menuschakelaar “MENU”
om terug te keren naar het instelmo-
dusmenu. “TIME–2” en “TIME–3” controleren en te-
rugzetten op nul1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Time Trip” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU” om “TIME–2” en “TIME–3” weer te ge-
ven. Als u een tijdweergave wilt terug-
zetten op nul, drukt u op de toets
“RESET” om het item te selecteren
dat u wilt terugzetten op nul. 3. Terwijl het geselecteerde item knip-
pert, houdt u de toets “RESET” ten
minste 2 seconden ingedrukt.
4. Druk op de menuschakelaar “MENU” om terug te keren naar het instelmo-
dusmenu.
De eenheden selecteren
1. Gebruik de selectieschakelaar om “Unit” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”. De instelweergave voor eenheden
wordt weergegeven en “km or mile”
(alleen voor Verenigd Koninkrijk) of
“km/L or L/100km” (behalve voor Ver-
enigd Koninkrijk) knippert in de weer-
gave.
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
20
OIL km
10
FREE-1km
10
FREE-2kmMaintenance
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockTIME-2
0:07
TIME-3
0:07
Time Trip
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
U1MCD1D0.book Page 17 Thursday, August 8, 2013 11:02 AM
Page 33 of 116
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-18
3
OPMERKINGVoor Verenigd Koninkrijk: ga verder
met de volgende stappen.
Behalve voor Verenigd Koninkrijk: sla
stappen 3–5 over.3. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
“km” of “mile” knippert in de weerga-
ve.
4. Gebruik de selectieschakelaar om “km” of “mile” te selecteren en druk
vervolgens op de menuschakelaar
“MENU”.
OPMERKINGWanneer “km” is geselecteerd, kunt u
“L/100km” of “km/L” instellen als eenhe-
den voor brandstofverbruik. Ga als volgt
verder om de eenheden voor brandstofver-
bruik in te stellen. Als u “mile” hebt geselec-
teerd, slaat u stap 5 en 6 over.5. Gebruik de selectieschakelaar om
“km/L or L/100km” te selecteren.
6. Druk op de menuschakelaar “MENU”,
gebruik de selectieschakelaar om
“L/100km” of “km/L” te selecteren en
druk vervolgens opnieuw op de me-
nuschakelaar “MENU”.
7. Gebruik de selectieschakelaar om “ ” te markeren en druk vervolgens op de
menuschakelaar “MENU” om terug te
keren naar het instelmodusmenu. De weergave-items selecteren
1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Display” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”, gebruik de selectieschakelaar om de
weergave te markeren die u wilt wijzi-
gen en druk vervolgens opnieuw op
de menuschakelaar “MENU”.
Unitkm or mile
km
km/L or L/100km
km/L
Unitkm or mile
km
km/L or L/100km
km/L
Unitkm or mile
km
km/L or L/100km
km/L
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
U1MCD1D0.book Page 18 Thursday, August 8, 2013 11:02 AM
Page 34 of 116
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-19
3
3. Gebruik de selectieschakelaar om hetitem te markeren dat u wilt wijzigen en
druk vervolgens op de menuschake-
laar “MENU”.
4. Gebruik de selectieschakelaar om het item te selecteren dat u wilt weerge-
ven en druk vervolgens op de menus-
chakelaar “MENU”. 5. Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen, gebruikt u de se-
lectieschakelaar om “ ” te markeren
en drukt u vervolgens op de menus-
chakelaar “MENU” om terug te keren
naar de vorige weergave.
6. Gebruik de selectieschakelaar om “ ” te markeren en druk vervolgens op de
menuschakelaar “MENU” om terug te
keren naar het instelmodusmenu. De helderheid van het meterpaneel instel-
len1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Brightness” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Gebruik de selectieschakelaar om het gewenste helderheidsniveau te selec-
teren en druk vervolgens op de me-
nuschakelaar “MENU” om terug te
keren naar het instelmodusmenu.
Display
Display-1Display-2Display-3
Display-11-1
A.TEMP
1-2
C.TEMP
1-3
TIME TRIP
Display-11-1
ODO
1-2
C.TEMP
1-3
TIME TRIP
Display-11-1
ODO
1-2
C.TEMP
1-3
TIME TRIP
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockBrightness
U1MCD1D0.book Page 19 Thursday, August 8, 2013 11:02 AM
Page 35 of 116
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-20
3
De klok instellen1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Clock” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Als de urenaanduiding begint te knip- peren, gebruikt u de selectieschake-
laar om de uren in te stellen.
4. Druk op de menuschakelaar “MENU” en de minutenaanduiding zal gaan
knipperen. 5. Gebruik de selectieschakelaar om de
minuten in te stellen.
6. Druk op de menuschakelaar “MENU” om terug te keren naar het instelmo-
dusmenu.
Alle weergave-items terugstellen
1. Gebruik de selectieschakelaar om “All Reset” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Gebruik de selectieschakelaar om “YES” te markeren en druk vervolgens
op de menuschakelaar “MENU”.
OPMERKINGDe kilometerteller en kl ok kunt u niet terug-
stellen.Zelf dia gnosesysteem
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockClock
5
55
MENUMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockAll Reset
1. Controlelampje startblokkering “ ”
2. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
3. Weergave foutcode
All Reset
YESNO
GEARN
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP ˚C
0:06
TIME TRIP
1
2
3
U1MCD1D0.book Page 20 Thursday, August 8, 2013 11:02 AM
Page 36 of 116
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-21
3
Dit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en
toont de informatieweergave een foutcode.
Als het informatiedisplay foutcodes weer-
geeft, noteer deze dan en vraag een
Yamaha dealer om de machine te controle- ren.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
Als in de circuits van het startblokkeersy-
steem een storing wordt gedetecteerd,
gaat het controlelampje startblokkering
knipperen en toont de informatieweergave
een foutcode wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid.OPMERKINGAls de informatieweergave foutcode 52
toont, betreft dit mogelijk een storing in het
transpondersignaal. Als deze fout zich
voordoet, probeer dan het volgende.1. Start de motor met behulp van de co- deersleutel.
OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden
gestart.2. Als de motor start, zet deze dan weeruit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeer-
sleutel en beide standaardsleutels
naar een Yamaha dealer en laat de
standaardsleutels opnieuw coderen.LET OP
DCA11591
Wanneer het d isplay een foutcod e aan-
g eeft, moet de machine zo spoe dig mo-
g elijk wor den gecontroleer d om
motorscha de te voorkomen.
DAU49432
D-mo de (rijmo dus)D-mode is een elektronisch geregeld mo-
torprestatiesysteem met twee modusse-
lecties (toermodus “T” en sportmodus “S”).
Druk de rijmodusscha kelaar “MODE” in om
te wisselen tussen de modi. (Zie pagina
3-23 voor uitleg over de rijmodusschake-
laar.)OPMERKINGMaak uzelf vertrouwd met de werking van
D-mode en de rijmodusschakelaar MODE
alvorens het systeem te gebruiken.Toermo dus “T”
De toermodus “T” is geschikt voor verschil-
lende rijsituaties.
Deze modus biedt een soepel rijgedrag van
het lage- tot het hogetoerenbereik.1. Rijmodusschakelaar “MODE”
STOPMODERUNSTART
1
U1MCD1D0.book Page 21 Thursday, August 8, 2013 11:02 AM
Page 37 of 116
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-22
3
Sportmodus “S”
Vergeleken met de toermodus biedt deze
modus een sportievere motorrespons in
het lage- en middelhogetoerenbereik.
DAU1234F
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU54201
Dimlichtschakelaar/lichtsi
gnaalschake-
laar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u op de lichtsignaalzijde “PASS” van de
schakelaar terwijl de koplampen op dim-
licht staan.
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
1. Menuschakelaar “MENU”
2. Selectieschakelaar “ / ”
3. Cruise-controlschakelaars
4. Claxonschakelaar “ ”
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
6. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar “ / /PASS”
RESSET
PA S S
1
6
542
3
1. Startschakelaar/noodstopschakelaar“//”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
STOPMODERUNSTART
32
1
U1MCD1D0.book Page 22 Thursday, August 8, 2013 11:02 AM
Page 38 of 116
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-23
3
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU54211
Startschakelaar/noodstopschakelaar
“//”
Als u de motor wilt starten met de startmo-
tor, zet u deze schakelaar op “ ” en drukt
u vervolgens op de “ ”-zijde van de scha-
kelaar. Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU42342
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje kan
gaan branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12734
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU12781
Cruise control-schakelaars
Zie pagina 3-6 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU54231
Menuschakelaar “MENU”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de functieweergave en in-
stelmodusweergave van de
multifunctionele meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-9
voor meer informatie.
DAU54221
Selectieschakelaar “ / ”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de functieweergave en in-
stelmodusweergave van de
multifunctionele meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-9
voor meer informatie.
DAU54691
Rijmo dusschakelaar “MODE”
WAARSCHUWING
DWA15341
Wijzi g d e rijmo dus niet tij dens het rij den.Met deze schakelaar kan de rijmodus wor-
den gewisseld tussen de toermodus “T” en
de sportmodus “S”.
De gasgreep moet volledig gesloten zijn bij
het wijzigen van de rijmodus.
De geselecteerde modus wordt getoond in
de rijmodusweergave. (Zie pagina 3-11.)
U kunt de rijmodus niet wijzigen terwijl de
cruise control in werking is.
U1MCD1D0.book Page 23 Thursday, August 8, 2013 11:02 AM
Page 39 of 116
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-24
3
DAU12831
Koppelingshen delDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
stelwiel voor het instellen van de stand van
de koppelingshendel. Verstel de afstand
tussen de koppelingshendel en de stuur-
greep door het stelwiel te verdraaien terwijl
de hendel van het stuur vandaan wordt ge- houden. Controleer of het correcte instel-
punt op het stelwiel tegenover het pijlteken
op de koppelingshendel staat.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-41.)
DAU12872
Schakelped
aalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij
het schakelen van de versnellingen van de
5-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
1. Koppelingshendel
2. Stelwiel voor afstelpositie koppelingshendel
3. Pijlteken
4. Afstand tussen koppelingshendel en stuur-
greep
15432
4 1
2
3
1. Schakelpedaal
U1MCD1D0.book Page 24 Thursday, August 8, 2013 11:02 AM
Page 40 of 116
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-25
3
DAU26825
RemhendelDe remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
greep af te stellen, wordt het stelwiel ge-
draaid terwijl de hendel van de gasgreep
vandaan wordt gehouden. Controleer of
het correcte instelpunt op het stelwiel te-
genover het “ ” merkteken op de rem-
hendel staat.
DAU39541
Rempe daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van het voertuig.
Dit model is uitgerust met een gekoppeld
remsysteem.
Bij het indrukken van het rempedaal wor-
den achter- en voorrem gelijktijdig bediend,
de achterrem volledig en de voorrem ge-
deeltelijk. Voor maximale remkracht dient u
gelijktijdig zowel de remhendel in te knijpen
als het rempedaal in te drukken.
DAU54531
ABSHet Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
“pompend” remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Hou d altij d een veili ge afstan d tot voor-
li ggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS. Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lan ge remwe gen.
Op bepaal de oppervlakken, zoals
slechte we gen of grin dwe gen, kan
d e remafstan d met het ABS-sy-
steem lan ger zijn dan zon der ABS-
systeem.Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
1. Remhendel
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3. “ ”-merkteken
4. Afstand tussen remhendel en gasgreep
15
43
2
4
1
3
2
1. Rempedaal
1
U1MCD1D0.book Page 25 Thursday, August 8, 2013 11:02 AM