lock YAMAHA MT-03 2012 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2012, Model line: MT-03, Model: YAMAHA MT-03 2012Pages: 97, PDF Size: 5.08 MB
Page 16 of 97
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
●Bevestig niet meer dan één
sleutel van hetzelfde startblok-
kersysteem aan een sleutel-
ring.
●Houd de standaardsleutels en
sleutels van andere startblok-
keersystemen uit de buurt van
de codeersleutel van dit voer-
tuig.
●Houd sleutels van andere start-
blokkeersystemen uit de buurt
van het contactslot, deze kun-
nen signaalstoring veroorza-
ken.
DAU10471
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden
het ontstekingssysteem en de verlich-
tingssystemen bediend en wordt het
stuur vergrendeld.
OPMERKING:
Gebruik de standaardsleutel (zwart
bovendeel) voor het normale gebruik
van het voertuig. Bewaar de codeer-
sleutel (rood bovendeel) op een veili-
ge plaats om verlies te voorkomen en
gebruik de sleutel uitsluitend voor het
opnieuw coderen van de standaard-
sleutels.
DAU36870
ON
Alle elektrische circuits worden voor-
zien van stroom; de instrumentenver-
lichting, het achterlicht, de kenteken-
verlichting en het parkeerlicht gaan
branden en de motor kan worden ge-
start. De sleutel kan niet worden uitge-
nomen.
OPMERKING:
De koplamp gaat automatisch bran-
den als de motor wordt gestart en blijft
aan totdat de sleutel naar "OFF" wordt
gedraaid, zelfs als de motor afslaat.
DAU10660
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitge-
schakeld. De sleutel kan worden uit-
genomen.
DAU10680
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektri-
sche systemen zijn uitgeschakeld. De
sleutel kan worden uitgenomen.
Page 17 of 97
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
Om het stuur te vergrendelen
1. Drukken
2. Draaien
1. Draai het stuur helemaal naar
links.
2. Druk de sleutel in de "OFF"-stand
in en draai hem dan naar de
"LOCK"-stand. Houd de sleutel
hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgrendelen
1. Drukken
2. Draaien
Druk de sleutel in en draai hem dan
naar "OFF" terwijl de sleutel ingedrukt
wordt gehouden.
DWA10060
WAARSCHUWING0
Draai de contactsleutel nooit naar
"OFF" of naar "LOCK" terwijl de
machine rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en mo-
gelijk zult u zo de macht over het
stuur verliezen of een ongeval ver-
oorzaken. Zorg altijd dat de machi-
ne stilstaat voordat u de sleutel
naar "OFF" of naar "LOCK" draait.
DAU10941
F (Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achter-
licht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht branden. De alarmverlich-
ting en richtingaanwijzers kunnen wor-
den ingeschakeld, maar alle andere
elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “F” te kunnen draaien.
DCA11020LET OP:
Gebruik de parkeerstand niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de
accu ontladen raken.
Page 18 of 97
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
DAU11003
Controle- en
waarschuwingslampjes
1. Controlelampje startblokkering “ ”
2. Vrijstandcontrolelampje “N”
3. Controlelampje richtingaanwijzers “y”
4. Controlelampje grootlicht “1”
5. Waarschuwingslampje motorstoring “U”
6. Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “u”
7. Waarschuwingslampje brandstofniveau “K”
DAU26873
Controlelampje startblokkering “ ”
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje controleert u door de sleutel
naar "ON" te draaien.Als het controle-
lampje niet een paar seconden lang
oplicht en dan dooft, vraag dan een
Yamaha dealer om het elektrisch cir-
cuit te testen.
Als de sleutel naar "OFF" wordt ge-
draaid, begint het controlelampje na
30 seconden te knipperen om aan te
geven dat het startblokkeersysteem is
ingeschakeld. Het controlelampje
stopt na 24 uur met knipperen, maar
het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
Dit model is ook uitgerust met een
zelfdiagnosesysteem voor het start-
blokkeersysteem. (Zie pagina 3-7 voor
uitleg over de werking van het zelf-
diagnosesysteem.)
DAU11060
Vrijstandcontrolelampje “N”
Dit controlelampje brandt terwijl de
versnellingsbak in de vrijstand staat.
DAU11020
Controlelampje richtingaanwijzers
“y”
Dit controlelampje knippert terwijl de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
DAU11080
Controlelampje grootlicht “1”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DWA10060
WAARSCHUWING0
Draai de contactsleutel nooit naar
“OFF” of naar “LOCK” terwijl de
machine rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en mo-
gelijk zult u zo de macht over het
stuur verliezen of een ongeval ver-
oorzaken. Zorg altijd dat de machi-
ne stilstaat voordat u de sleutel
naar “OFF” of naar “LOCK” draait.
DAU11530
Waarschuwingslampje
motorstoring “U”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den of knippert wanneer een elek-
trisch circuit dat de motorwerking con-
troleert defect is. Vraag in dat geval
een Yamaha dealer het zelfdiagnose-
systeem te controleren. (Zie pagina 3-
7 voor uitleg over de werking van het
zelfdiagnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waar-
schuwingslampje controleert u door
de sleutel naar "ON" te draaien. Als
het waarschuwingslampje niet een
paar seconden lang oplicht en dan
dooft, vraag dan een Yamaha dealer
om het elektrisch circuit te testen.
Page 29 of 97
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
1. Yamaha U-LOCK-slot (optie)
2. Riemen
3. Boordgereedschapsset
Het duozadel is dusdanig ontworpen
dat er een origineel Yamaha U-slot on-
deraan het zadel kan worden beves-
tigd. (Andere typen sloten passen mo-
gelijk niet.) Als u een U-slot aan het
zadel bevestigt, zet het dan goed vast
met de riemen. Als het U-slot niet aan
het zadel bevestigd is, maak dan de
riemen vast om deze niet te verliezen.
Bestuurderszadel
1. Bouten de bestuurderszadel
Verwijderen van het
bestuurderszadel
1. Verwijder het duozadel.
2. Verwijder de bouten en trek dan
het bestuurderszadel los.
Aanbrengen van het
bestuurderszadel
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Steek het uitsteeksel aan de voor-
zijde van het bestuurderszadel in
de zadelbevestiging zoals ge-
toond, plaats het zadel in de oor-
spronkelijke positie en zet de bou-
ten daarna vast.
2. Installeer het duozadel.
OPMERKING:
Controleer of de zadels stevig zijn ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.