YAMAHA MT-09 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2022, Model line: MT-09, Model: YAMAHA MT-09 2022Pages: 108, PDF Size: 3.7 MB
Page 41 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-21
4
dens deze test kan de hydraulische rege-
leenheid een klikgeluid maken en kan een
trilling worden gevoeld in de remhendel of
het rempedaal. Dit is normaal.LET OP
DCA20100
Let op dat de wielsensor en de rotor van
de wielsensor niet beschadigd raken,
anders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
DAU13077
TankdopOpenen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in en draai deze dan 1/4 slag
rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld en de
tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
Duw de brandstoftankdop omlaag met de
sleutel nog ingestoken. Draai de sleutel 1/4
slag linksom, neem de sleutel uit en sluit
dan het slotplaatje.
1. Opneemring voorwielsensor
2. Voorwielsensor
1 1 1
2 2
1. Opneemring achterwielsensor
2. Achterwielsensor
1 1 12 2
1. Slotplaatje tankdop
2. OntgrendelenK
1
2
UB7ND1D0.book Page 21 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 42 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-22
4
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de tank-
dop niet correct gesloten en vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet de tankdop goed
worden aangedraaid. Door brandstof-
lekkage ontstaat brandgevaar.
DAU13222
BrandstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens het
tanken te verlagen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt. 3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg gemors-
te brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huid1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
1
2
UB7ND1D0.book Page 22 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 43 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-23
4
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kleding
morst, trek dan andere kleding aan.
DAU86072
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van 95 of hoger. Als de
motor gaat kloppen (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of met een ho-
ger octaangetal.
OPMERKINGDeze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
Controleer of het vulpistool van de
brandstofpomp dezelfde markering
heeft.Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
DAU86160
TankoverloopslangDe overloopslang voert overtollige brand-
stof af en leidt deze veilig weg van de ma-
chine.
Voordat u de machine gaat gebruiken:
Controleer de aansluiting van de over-
loopslang van de brandstoftank.
Controleer de overloopslang van de
brandstoftank op scheuren of bescha-
diging en vervang deze indien nodig.
Controleer of de overloopslang van de
brandstoftank niet verstopt is en reinig
deze indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de over-
loopslang van de brandstoftank is ge-
plaatst zoals afgebeeld.
Aanbevolen brandstof:
Loodvrije benzine (E10 acceptabel)
Octaangetal (RON): 95
Inhoud brandstoftank: 14 L (3.7 US gal, 3.1 Imp. gal)
Brandstofreserve:
2.8 L (0.74 US gal, 0.62 Imp.gal)
E5
E10
1. Overloopslang brandstoftank
2. Wit merkteken
3. Klem
1 1 1
32 2 2
UB7ND1D0.book Page 23 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 44 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-24
4
OPMERKINGZie pagina 7-10 voor informatie over de fil-
terbus.
DAU13435
UitlaatkatalysatorHet uitlaatsysteem bevat een of meer uit-
laatkatalysatoren om schadelijke uitlaate-
missies te verminderen.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
DAU57992
ZadelVerwijderen van het zadel
1. Open de zadelslotafdekking, steek de sleutel in het zadelslot en draai deze
vervolgens linksom.
2. Houd de sleutel in deze stand vast, schuif het zadel naar achteren, trek
het zadel aan de achterzijde omhoog
en trek dan het zadel los.
Aanbrengen van het zadel 1. Steek de uitsteeksels in de zadelbe- vestiging zoals afgebeeld.1. Afdekking zadelslot
2. Zadelslot
3. Ontgrendelen.
3 3
1 2 3
1
2
UB7ND1D0.book Page 24 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 45 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-25
4
2. Druk het zadel aan de achterzijde om-
laag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.OPMERKINGControleer alvorens te gaan rijden of het za-
del stevig is vergrendeld.
DAU91560
Positie bestuurdersvoetsteunenDe bestuurdersvoetsteunen kunnen op
twee posities worden ingesteld. Af fabriek
staan de voetsteunen in de lage positie.
Laat de stand van de bestuurdersvoetsteu-
nen aanpassen bij een Yamaha dealer.
DAU46833
Stand van het stuur Het stuur kan in twee verschillende standen
worden gezet, al naar gelang de voorkeur
van de bestuurder. Laat de stand van het
stuur aanpassen bij een Yamaha-dealer.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging2 2 2 1
1
1. Stuur
1
UB7ND1D0.book Page 25 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 46 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-26
4
DAU76345
De voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA14671
Geef altijd beide vorkpoten dezelfde
veervoorspanning, anders kan slecht
weggedrag en verminderde rijstabiliteit
het gevolg zijn.Beide vorkpoten zijn voorzien van een stel-
bout voor veervoorspanning, de rechter-
vorkpoot is voorzien van een stelschroef
voor uitgaande demping en de linkervork-
poot is voorzien van een stelschroef voor
ingaande demping.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspanning
Draai de stelbout in de richting (a) om de
veervoorspanning te verhogen.
Draai de stelbout in de richting (b) om de
veervoorspanning te verlagen. De afstelling voor veervoorspanning wordt
gecontroleerd door de afstand A te meten,
zoals getoond in de afbeelding. Hoe korter
de afstand A, hoe hoger de veervoorspan-
ning; hoe langer de afstand A, hoe lager de
veervoorspanning.
Uitgaande demping
De uitgaande demping wordt alleen afge-
steld op de rechtervorkpoot.
Draai de stelschroef in de richting (a) om de
uitgaande demping te verhogen.
Draai de stelschroef in de richting (b) om de
uitgaande demping te verlagen.
Draai om de uitgaande demping in te stel-
len de versteller in de richting (a) tot deze
niet meer verder kan, en tel vervolgens het
aantal klikken in de richting (b).
OPMERKINGVoer deze afstelling uit aan de rechtervork-
poot.
1. Stelbout veervoorspanning
1. Afstand A
(b)
1 1 1
(a)
(b)(a)
1
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
Afstand A = 19.0 mm (0.75 in)
Standaard: Afstand A = 15.0 mm (0.59 in)
Maximum (hard): Afstand A = 4.0 mm (0.16 in)
UB7ND1D0.book Page 26 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 47 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-27
4
OPMERKINGWanneer u de versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Als de versteller voor de veerdemping
in de richting (b) wordt gedraaid kan
deze mogelijk voorbij de aangegeven specificaties klikken, maar zo’n instel-
ling is niet effectief en kan schade aan
de vering veroorzaken.
Ingaande demping
De ingaande demping wordt alleen afge-
steld op de linkervorkpoot.
Draai de stelschroef in de richting (a) om de
ingaande demping te verhogen.
Draai de stelschr oef in de richting (b) om de
ingaande demping te verlagen.
Draai om de ingaande demping in te stellen
de versteller in de richting (a) tot deze niet
meer verder kan, en tel vervolgens het aan-
tal klikken in de richting (b).OPMERKINGVoer deze afstelling ui
t aan de linkervork-
poot.
OPMERKING Wanneer u de versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Als de versteller voor de veerdemping
in de richting (b) wordt gedraaid kan
deze mogelijk voorbij de aangegeven
specificaties klikken, maar zo’n instel-
ling is niet effectief en kan schade aan
de vering veroorzaken.
1. Stelschroef uitgaande dempingAfstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):11 klik(ken) in de richting (b)
Standaard:
6 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)
(b)
1 1 1
(a)
1. Stelschroef voor inveerdemping
(b)
1 1 1
(a)
Afstelling ingaande demping: Minimum (zacht):
11 klik(ken) in de richting (b)
Standaard: 6 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)
UB7ND1D0.book Page 27 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 48 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-28
4
DAU57944
Afstellen van de schokdem-
perunitDeze schokdemperunit is voorzien van een
stelring voor veervoorspanning en een stel-
schroef voor uitgaande demping.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspanning
Draai de stelring in de richting (a) om de
veervoorspanning te verhogen.
Draai de stelring in de richting (b) om de
veervoorspanning te verlagen.
Zet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper.
OPMERKINGVerricht de afstelling met de speciale sleu-
tel en het verlengstuk in de boordgereed-
schapsset.Uitgaande demping
Draai de stelschroef in de richting (a) om de
uitgaande demping te verhogen. Draai de stelschroef in de richting (b) om de
uitgaande demping te verlagen.
Draai om de uitgaande demping in te stel-
len de versteller in de richting (a) tot deze
niet meer verder kan, en tel vervolgens het
aantal slagen in de richting (b).1. Stelring veervoorspanning
2. Verlengstuk
3. Speciale sleutel
4. Positie-indicatorAfstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):1
Standaard:
4
Maximum (hard): 7
7654321
4
1 1 1
2 2
3 3
(a) (a) (a)
(b) (b) (b)
1. Stelschroef uitgaande dempingAfstelling uitgaande demping: Minimum (zacht):2 1/2 slag(en) in de richting (b)
Standaard:
1 slag(en) in de richting (b)
Maximum (hard): 0 slag(en) in de richting (b)
1(a)
(b)
UB7ND1D0.book Page 28 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 49 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-29
4
OPMERKINGAls de versteller voor de veerdemping in de
richting (b) wordt gedraaid kan deze moge-
lijk voorbij de aangegeven specificaties
draaien, maar zo’n instelling is niet effectief
en kan schade aan de vering veroorzaken.
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinders zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dea-
ler.
DAU84680
BagagebandhoudersGebruik de aangegeven bevestigingspun-
ten om bagagebanden aan de machine
vast te maken.
DAU77390
Gelijkstroom kabelstekkers voor
accessoiresDeze machine is uitgerust met een gelijk-
stroom kabelstekker voor accessoires en
een gelijkstroomstekker voor handgreep-
verwarming. Raadpleeg uw Yamaha dealer
voordat u accessoires monteert.
1. Bagageriembevestiging
1 1 1
UB7ND1D0.book Page 29 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 50 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-30
4
DAU15306
ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de
bestuurder afleiden, waardoor de ma-
chine mogelijk onbestuurbaar wordt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om de bestuurder te helpen bij
zijn verantwoordelijkheid de zijstan-
daard op te trekken alvorens weg te rij-
den. Controleer dit systeem daarom regelmatig en laat het repareren door
een Yamaha dealer als de werking niet
naar behoren is.
DAU57952
StartspersysteemDit systeem voorkomt dat de motor wordt
gestart terwijl een versnelling is ingescha-
keld, tenzij de koppelingshendel is inge-
trokken en de zijstandaard is opgeklapt.
Het schakelt ook de motor uit als de zijstan-
daard omlaag wordt gezet terwijl een ver-
snelling is ingeschakeld.
Controleer dit systeem regelmatig door de
onderstaande procedure te volgen.OPMERKING
Deze controle is vooral betrouwbaar
als hij wordt uitgevoerd met een war-
me motor.
Zie pagina’s 4-2 en 4-3 voor informa-
tie over de bediening van de schake-
laar.
UB7ND1D0.book Page 30 Monday, August 30, 2021 2:32 PM