radiator YAMAHA TDM 900 2004 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2004, Model line: TDM 900, Model: YAMAHA TDM 900 2004Pages: 100, PDF Size: 4.62 MB
Page 15 of 100
BESCHRIJVING
2-2
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU10420
Aanzicht rechterzijde
1234
5
6 7 8 9 10
1. Boordgereedschapsset (pagina 6-1)
2. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-12)
3. Gasklepstelschroef (pagina 6-17)
4. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-25)
5. Radiatorvuldop (pagina 6-12)
6. Olievuldop (pagina 6-9)
7. Oliefilterelement (pagina 6-9)
8. Olieaftapplug B (pagina 6-9)9. Rempedaal (pagina 3-12)
10. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-25)
Page 58 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-13
1
2
3
4
5
6
7
8
9vers dan zo snel mogelijk met
koelvloeistof, anders wordt de
motor onvoldoende gekoeld en
is het koelsysteem niet be-
schermd tegen bevriezing en
corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel
mogelijk een Yamaha dealer het
antivries percentage van de
koelvloeistof te controleren, an-
ders zal de koelvloeistof minder
effectief zijn.
WAARSCHUWING
DWA10380
Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog
heet is.
OPMERKING:
De radiatorkoelvin schakelt auto-
matisch aan of uit, afhankelijk van
de temperatuur van de koelvloei-
stof in de koelvloeistofradiator.
Als de motor oververhit raakt,
staan op pagina 6-43 nadere in-
structies vermeld.
DAU20450
Verversen van de koelvloeistof
1. Zet de machine op een vlakke on-
dergrond en laat het motorblok in-
dien nodig afkoelen.
2. Verwijder het zadel. (Zie
pagina 3-15.)
3. Verwijder het stroomlijnpaneel B
en het paneel B. (Zie pagina 6-6.)
4. Verwijder de tankbevestigingsbou-
ten en licht dan de brandstoftank
op om deze bij het koelvloeistofre-
servoir te verwijderen. (Maak de
brandstofslangen niet los!)
5. Schuif een opvangbak onder de
motor om de gebruikte koelvloei-
stof op te vangen.
6. Verwijder de borgbout voor de ra-
diatorvuldop en de dop zelf.
WAARSCHUWING
DWA10380
Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog
heet is.
7. Verwijder de aftappluggen voor
koelvloeistof om het koelsysteem
leeg te maken.
8. Verwijder de bevestigingsbout van
het koelvloeistofreservoir.
1. Borgbout radiatorvuldop
2. Radiatorvuldop
1. Aftapplug koelvloeistof
1
2
11
Page 59 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
2
3
4
5
67
8
9
9. Trek het koelvloeistofreservoir om-
hoog en van de machine vandaan.
10. Draai de dop open zodat de ach-
tergebleven koelvloeistof uit het
reservoir kan stromen en keer ver-
volgens het reservoir om.
11. Monteer het koelvloeistofreservoir
door dit in de oorspronkelijke stand
te plaatsen en breng dan de bout
aan.
12. Spoel het koelsysteem grondig
door met schoon leidingwater, na-
dat alle koelvloeistof is uitge-
stroomd.
13. Breng de aftappluggen voor koel-vloeistof aan en zet ze vast met
het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
OPMERKING:
Controleer of de onderlegringen be-
schadigd zijn en vervang ze indien dat
nodig is.
14. Giet de aanbevolen koelvloeistof
in de koelvloeistofradiator tot hij vol
is.
LET OP:
DCA10470
Als er geen koelvloeistof voor-
handen is, gebruik in plaats
daarvan dan gedistilleerd water
of zacht leidingwater. Gebruik
geen hard water of zout water,
hierdoor kan de motor worden
beschadigd.
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ver-
vers dan zo snel mogelijk met
1. Bout
2. Koelvloeistofreservoir
1
2
Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol
antivries met corrosieremmers
voor aluminium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Inhoud radiator (inclusief alle lei-
dingen):
1.70 L (1.80 US qt)
(1.50 Imp.qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir:
0.25 L (0.26 US qt)
(0.22 Imp.qt)
Page 60 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
1
2
3
4
5
6
7
8
9koelvloeistof, anders wordt de
motor onvoldoende gekoeld en
is het koelsysteem niet be-
schermd tegen bevriezing en
corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel
mogelijk een Yamaha dealer het
antivries percentage van de
koelvloeistof te controleren, an-
ders zal de koelvloeistof minder
effectief zijn.
15. Breng de radiatorvuldop aan, start
de motor, laat een paar minuten
stationair draaien en zet hem dan
uit.
16. Verwijder de radiatorvuldop om
het koelvloeistofniveau in de radia-
tor te controleren. Vul indien nodig
zoveel koelvloeistof bij tot het ni-
veau bovenin de koelvloeistofra-
diator staat en breng dan de
radiatorvuldop en de bijbehorende
borgbout aan.
17. Controleer het koelvloeistofniveau
in het reservoir. Verwijder indiennodig de dop van het koelvloei-
stofreservoir, vul koelvloeistof bij
tot aan de merkstreep voor maxi-
mumniveau en breng dan de dop
weer aan.
18. Monteer de brandstoftank.WAARSCHUWING
DWA11290
Controleer voor de installatie
van de brandstoftank of de
brandstofslangen niet zijn be-
schadigd. Start de motor niet
als een brandstofslang bescha-
digd is, maar vraag een Yamaha
dealer de beschadigde slangen
te vervangen om zo brandstof-
lekkage te voorkomen.
Controleer of de brandstofslan-
gen stevig zijn aangesloten en
de juiste ligging hebben en niet
worden afgekneld.
Zorg dat de tankbeluchtings-
slang weer in de oorspronkelij-
ke positie wordt gelegd.
19. Breng het stroomlijnpaneel, het
framepaneel en het zadel aan.20. Start de motor en controleer dan of
ergens aan de machine lekkage te
zien is. Vraag in dat geval een
Yamaha dealer het koelsysteem te
controleren.
Page 78 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
1
2
3
4
5
6
7
8
9Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de machine
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad volledig bij en zet
hem dan weg op een koele en dro-
ge plek.
2. Als de accu langer dan twee
maanden wordt weggeborgen,
moet deze minstens eenmaal per
maand worden gecontroleerd;
laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens
te installeren.
4. Controleer na installatie of de ac-
cukabels correct zijn aangesloten
op de accupolen.
LET OP:
DCA10630
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen
toestand weg te bergen kan per-
manente accuschade ontstaan.
Om een permanent-dichte accu
(onderhoudsvrij type) te laden,
is een speciale acculader (met
constante laadspanning) ver-eist. Bij gebruik van een con-
ventionele acculader raakt de
accu beschadigd. Wanneer u
niet beschikt over een speciale
acculader voor permanent-dich-
te accu’s (onderhoudsvrij type),
vraag dan een Yamaha dealer
uw accu op te laden.
DAU23622
Zekeringen vervangen
De hoofdzekeringhouder en het kastje
met zekeringen voor afzonderlijke cir-
cuits bevinden zich onder het zadel.
(Zie pagina 3-15.)
Vervang een zekering als volgt als
deze is doorgebrand.
1. Backup-zekering (voor kilometerteller en
klok)
2. Zekering radiatorkoelvin
3. Zekering richtingaanwijzer/alarmverlichting
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
8. Zekering elektronisch brandstofinjectiesys-
teem
9. Hoofdzekering
12 34 5 6 8 97
7
Page 79 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
2
3
4
5
67
8
9
1. Draai de contactsleutel naar “OFF”
en schakel het betreffende elektri-
sche circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zeke-
ring en breng een nieuwe zekering
met de voorgeschreven ampère-
waarde aan.
LET OP:
DCA10640
Gebruik geen zekering met een ho-
ger ampèrage dan is voorgeschre-
ven, om ernstige schade aan het
elektrisch systeem en mogelijk
brandgevaar te vermijden.
3. Draai de contactsleutel naar “ON”
en schakel het betreffende elektri-
sche circuit in om te zien of de ap-
paratuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw
doorbrandt, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch sys-
teem te controleren.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
40.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
20.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Backup-zekering:
5.0 A
Zekering elektronisch gestuurde
brandstofinspuiting:
10.0 A
Zekering richtingaanwijzer/alar-
mverlichting:
10.0 A
Page 89 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-44
2
3
4
5
67
8
9 Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10400
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete
vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is
afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan
over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan
ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKING:
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de
voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
Page 94 of 100
8-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
SPECIFICATIES
DAU26333
Afmetingen:
Totale lengte:
2180 mm (85.8 in)
Totale breedte:
800 mm (31.5 in)
Totale hoogte:
1290 mm (50.8 in)
Zadelhoogte:
825 mm (32.5 in)
Wielbasis:
1485 mm (58.5 in)
Grondspeling:
160 mm (6.30 in)
Kleinste draaicirkel:
2900 mm (114.2 in)
Gewicht:
Incl. olie en brandstof:
221.0 kg (487 lb)
Motor:
Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling:
2-cilinder, parallel vooroverhellend
Slagvolume:
897.0 cm
3
(54.73 cu.in)
Boring
×
slag:
92.0
×
67.5 mm (3.62
×
2.66 in)
Compressieverhouding:
10.40 :1
Startsysteem:
Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Droge bak
Motorolie:
Type:
SAE10W30 of SAE10W40 of SAE15W40
of SAE20W40 of SAE20W50
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
API service type SE, SF, SG of hoger
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterelement:
3.80 L (4.02 US qt) (3.34 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterelement:
3.90 L (4.12 US qt) (3.43 Imp.qt)
Koelsysteem:
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt) (0.22 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):
1.70 L (1.80 US qt) (1.50 Imp.qt)
Luchtfilter:
Luchtfilterelement:
Papieren element met oliecoating
Brandstof:
Aanbevolen brandstof:
Uitsluitend normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank:
20.0 L (5.28 US gal) (4.40 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
3.5 L (0.92 US gal) (0.77 Imp.gal)
Elektronisch geregelde brandstofin-
spuiting:
Fabrikant:
DENSO
Model:
195500-3830/2
Bougie(s):
Fabrikant/model:
NGK/DPR8EA-9
Fabrikant/model:
DENSO/X24EPR-U9
Elektrodenafstand:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Koppeling:
Type koppeling:
Nat, meervoudige plaat
Versnellingsbak:
Primair reductiesysteem:
Recht tandwiel
Primaire reductieverhouding:
67/39 (1.718)
Secundair reductiesysteem:
Kettingaandrijving
Secundaire reductieverhouding:
42/16 (2.625)
-20 -10 0
10 20 30
40
50 ˚C
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40
Page 96 of 100
SPECIFICATIES
8-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9Achterwielophanging:
Type:
Achterbrug (link-ophanging)
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/gas-oliedemper
Veerweg:
133.0 mm (5.24 in)
Elektrische installatie:
Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking (digitaal)
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magneten
Accu:
Model:
GT12B-4
Voltage, capaciteit:
12 V, 10.0 Ah
Koplamp:
Type gloeilamp:
Halogeenlamp
Gloeilampen voltage, wattage
×
aan-
tal:
Koplamp:
12 V, 55.0 W
×
2
Achterlicht/remlicht unit:
12 V, 5 W/21.0 W
×
1
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W
×
2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W
×
2 Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W
×
1
Instrumentenverlichting:
14 V, 2.0 W
×
2
Controlelampje vrijstand:
14 V, 1.2 W
×
1
Controlelampje grootlicht:
14 V, 1.4 W
×
1
Waarschuwingslampje olieniveau:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
14 V, 1.2 W
×
2
Waarschuwingslampje motorstoring:
14 V, 1.4 W
×
1
Controlelampje startblokkering:
LED
Zekeringen:
Hoofdzekering:
40.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
20.0 A
Zekering richtingaanwijzer/alarmverlichting:
10.0 A
Zekering elektronisch gestuurde brandstofin-
spuiting:
10.0 A
Backup-zekering:
5.0 A