YAMAHA TDR 125 2001 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: TDR 125, Model: YAMAHA TDR 125 2001Pages: 94, PDF Size: 5.09 MB
Page 11 of 94

BESCHRIJVING
12
3
4
5
6
7
8
9
2-3
1.Koppelingshendel(blz. 3-6, 6-20)
2.Linker stuurschakelaars(blz. 3-4)
3.Snelheidsmeter(blz. 3-3)
4.Motortemperataur-meter(blz. 3-4)
5.Toerenteller(blz. 3-3)6.Rechter stuurschakelaars(blz. 3-6)
7.Voorremhendel(blz. 3-7, 6-21)
8.Gashendel(blz. 6-17, 6-28)
9.Tankdop(blz. 3-7)
10.Kontaktslot-schakelaar/Stuurslot(blz. 3-1)
1
2345
67
8 9
10
Schakelaars en instrumenten
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 10
Page 12 of 94

3-1
DAU00029
Contactslot/stuurslot-unitVia het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtings-
systemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU00036
ON
Alle elektrische systemen worden elek-
trisch gevoed en de motor kan worden
gestart. De sleutel kan niet worden uitge-
nomen.
DAU00038
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU00042
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektri-
sche systemen zijn uitgeschakeld. De
sleutel kan worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen1.Draai het stuur helemaal naar links.
2.Druk de sleutel in vanuit de ÒOFFÓ
stand, laat los en draai dan naar
ÒLOCKÓ.
3.Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgrendelenSteek de sleutel helemaal in en draai
naar ÒOFFÓ.
DW000016
X@Draai de contactsleutel nooit naar
ÒOFFÓ of naar ÒLOCKÓ terwijl de
motorfiets rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en mogelijk
zult u zo de macht over het stuur ver-
liezen of een ongeval veroorzaken.
Zorg altijd dat de motorfiets stilstaat
voordat u de sleutel naar ÒOFFÓ of
naar ÒLOCKÓ draait.
DAU00048
.
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht
en het parkeerlicht branden, maar alle
overige elektrische systemen zijn uitge-
schakeld. De sleutel kan worden uitgeno-
men.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar ÒPÓ te kunnen draaien.
DCA00043
<>Gebruik de parkeerverlichting niet
gedurende langere tijd, anders kan de
accu ontladen raken.
DAU00027
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
OFFON
LOCKPPUSH
YM-8
IGNITION
ON
OFF
LOCK
PARKING
a
b
a.Indrukken
b.Draaien
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 11
Page 13 of 94

0
001
0001
00
140
180 120 100 80
1 23456
7
8
9
10
11
12
X1000r/min
km/h
CH
1
2
4
3
DAU03034
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU03201
Waarschuwingslampje Ò
7
Ó voor
olieniveau
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende proce-
dure worden getest.
1.Zet de noodstopschakelaar in Ò#Ó
en draai de sleutel naar ÒONÓ.
2.Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand of trek de koppelingshendel
in.3.Druk op de startknop. Als het contro-
lelampje niet gaat branden als de
startknop wordt ingedrukt, vraag dan
een Yamaha dealer het elektrisch
circuit te testen.
OPMERKING:Bij een voldoende hoog olieniveau kan
het waarschuwingslampje soms toch
knipperen bij rijden op een helling of bij
plotseling afremmen of optrekken, er is
dan echter geen sprake van een storing.
DAU00057
Controlelampje Ò5Ó richtingaanwij-
zers
Dit controlelampje knippert wanneer de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
DAU00061
Controlelampje ÒNÓ voor vrijstand
Dit controlelampje brandt wanneer de
versnellingsbak in de vrijstand staat.
DAU00063
Controlelampje grootlicht Ò&Ó
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is inge-
schakeld.
1.Controlelampje Ò5Ó richtingaanwijzers
2.Controlelampje grootlicht Ò&Ó
3.Waarschuwingslampje Ò
7
Ó voor
olieniveau
4.Controlelampje ÒNÓ voor vrijstand
3-2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
95AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 12
Page 14 of 94

3-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
0
001
0001
000
140
180 120 100 80
60
40
20km/h
CH
3
2
4
1
DAU01087
SnelheidsmeterunitDe snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter, een kilometerteller
en een ritteller. De snelheidsmeter toont
de actuele rijsnelheid. De kilometerteller
toont de totale afgelegde afstand. De rit-
teller toont de afstand afgelegd sinds de
teller het laatst via de terugstelknop werd
teruggesteld op nul. De ritteller kan wor-
den gebruikt om de afstand te schatten
die met een volle brandstoftank kan wor-
den afgelegd. Deze informatie stelt u in
staat de volgende tankstops te plannen.1.Snelheidsmeter
2.Kilometerteller
3.Ritteller
4.Terugstelknop
01 23456
7
8
9
10
11
12
~1000r/min
CH
1
2
OPMERKING:Alleen voor het Duitse model uitgerust
met een rijsnelheidsbegrenzer:
De rijsnelheidsbegrenzer zorgt dat de
motor een rijsnelheid van 80 km/u niet
kan overschrijden.
1.Toerenteller
2.Rode zone
DAU00102
ToerentellerMet de toerenteller kan de motorrijder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.
DC000003
<>Laat de motor niet draaien terwijl de
toerenteller aanwijst in de rode zone.
Rode zone: 10.000 tpm en hoger
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 13
Page 15 of 94

3-4
01140 120 100
3456
CH1
2
1.Temperatuurmeter koelvloeistof
2.Rode zone
DAU01652
Temperatuurmeter koelvloeistofMet de contactsleutel in de stand ÒONÓ
geeft de temperatuurmeter koelvloeistof
de temperatuur van de koelvloeistof aan.
De koelvloeistoftemperatuur is afhankelijk
van de weersomstandigheden en de
motorbelasting. Als de naald bij of in de
rode zone staat, zet de machine dan stil
en laat de motor afkoelen. (Zie pagina
6-43 voor nadere instructies.)
DC000002
<>Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
1
2
3
4
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00134
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand Ò
'
Ó
om de parkeerlichten, het achterlicht en
de instrumentenverlichting in te schake-
len. Zet de schakelaar in de stand Ò:Ó
om ook de koplamp in te schakelen.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op Ò&Ó voor groot-
licht en op Ò%Ó voor dimlicht.
DAU00127
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk deze schakelaar naar Ò6Ó om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar Ò4Ó om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de midden-
stand. Om de richtingaanwijzers uit te
schakelen wordt de schakelaar ingedrukt
nadat hij is teruggekeerd in de midden-
stand.
DAU00129
Claxonschakelaar Ò*Ó
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
1.Lichtschakelaar
2.Dimlichtschakelaar
3.Richtingaanwijzerschakelaar
4.Claxonschakelaar Ò*Ó
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 14
Page 16 of 94

3-5
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
DAU00136
Variaties in koplampmodelOPMERKING:Aanduidingen voor rechts en links gelden zoals gezien wanneer men recht voor de motorfiets staat.
1
23
4
1
2
&
&%
%
LinksRechtsTo gebruiken lamp
Landen3'3
2
'2
3
2
Kwarts-
gloeilamp
Kwarts-
gloeilampFrenkrijk Zweden Portugal Spanje
Griekenland Belgi‘ Duitsland
Zwitserland Finland Oostenrijk
Engeland
Ierland
3
: Grootlicht aan,
2
: Dimlicht aan
'
: Extra verlichting aan
12V
60/55W
12V
60/55W
12V
35/35W
12V
35/35W
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 15
Page 17 of 94

DAU00152
KoppelingshendelDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppe-
len. Laat de hendel los om de koppeling
te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam
worden losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-16 voor
uitleg over het startspersysteem.)
3-6
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
1
1.Koppelingshendel
6
5
4
3
2
1 N
1
DAU00157
SchakelpedaalHet schakelpedaal bevindt zich aan de
linkerzijde van de motor en wordt in com-
binatie met de koppelingshendel gebruikt
bij het schakelen van de versnellingen
van de 6-traps constant-mesh versnel-
lingsbak op deze motorfiets.1.Schakelpedaal
N.Vrijstand
21
DAU00138
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op Ò$Ó om in een
noodgeval de motor direct uit te schake-
len, zoals wanneer de machine omslaat
of als de gaskabel blijft hangen.
DAU00143
Startknop Ò,Ó
Druk deze knop in om de motor door mid-
del van de startmotor te starten.
DC000005
<>Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.1.Noodstopschakelaar
2.Startknop Ò,Ó
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 16
Page 18 of 94

3-7
1
DAU00158
RemhendelDe remhendel bevindt zich aan de rech-
terstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de voorrem te bekrachtigen.1.Remhendel
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
1
1.Rempedaal
DAU00162
RempedaalHet rempedaal bevindt zich aan de rech-
terzijde van de motorfiets. Trap op het
rempedaal om de achterrem te bekrachti-
gen.
1
a
b
DAU02935
Vuldop brandstoftankOpenen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan
een kwartslag rechtsom. Het slot wordt
ontgrendeld en de tankdop kan worden
verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1.Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2.Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit
en sluit dan het slotplaatje.1.Slotplaatje op de tankdop
a.Open.
b.Ontgrendelen.
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 17
Page 19 of 94

3-8
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
OPMERKING:De tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan
de sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-
deld is.
DWA00025
X@Controleer of de tankdop stevig is aan-
gebracht alvorens te gaan rijden.
2
1
1.Vulskang
2.Brandstofnivo
DAU03753
Brandstof(Behalv voor Zwitserland en Oostenrijk)
Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals
getoond.
DW000130
X@8Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uitzet.
8Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
1
3 5 42
1.Pompslang
2.Onderaan de vulpijp
3.Vulskang
4.Brandstofnivo
5.Bladklep
DAU03754
Brandstof(Voor Zwitserland en Oostenrijk)
Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Steek om te
tanken het mondstuk van de pompslang
in de vulopening van de brandstoftank en
vul tot onderaan de vulpijp, zoals getoond
in de afbeelding.
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 18
Page 20 of 94

3-9
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
DW000130
X@8Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uitzet.
8Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
DAU00185
<>Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onder-
delen.
DAU00191
OPMERKING:Als de motor gaat detoneren (pingelen),
gebruik dan brandstof van een ander
merk of met een hoger octaangetal.
DAU01084
Uitlaatkatalysator(Voor Zwitserland en Oostenrijk)
Deze motorfiets is uitgerust met een uit-
laatkatalysator.
DW000128
X@Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Controleer of het
uitlaatsysteem is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voe-
ren.
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije brandstof met
een octaangetal (RON) van
minstens 91
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
11,0 L
Reservehoeveelheid:
2,2 L
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 19