YAMAHA TDR 125 2001 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: TDR 125, Model: YAMAHA TDR 125 2001Pages: 94, PDF Size: 5.09 MB
Page 21 of 94

3-10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
DC000114
<>De volgende voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen om brand of
andere schaderisicoÕs te voorkomen.
8Gebruik uitsluitend loodvrije ben-
zine. Bij gebruik van loodhouden-
de benzine zal onherstelbare
schade worden toegebracht aan
de uitlaatkatalysator.
8Parkeer de motorfiets nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat
gemakkelijk vlamvat.
8Laat de motor niet te lang aaneen
stationair draaien.
DAU03750
2-takt injectiesmeerolieControleer of voldoende olie aanwezig is
in het reservoir voor 2-takt injectiesme-
ring. Vul zo nodig de voorgeschreven 2-
takt injectiesmeerolie bij.OPMERKING:Controleer of de dop op het reservoir voor
2-takt injectiesmering correct is aange-
bracht.
1
1.Dop voor oliereservoir voor 2-takt mengolie
Aanbevolen olie:
Yamalube 2 of gelijkwaardige
2-takt injectiesmeerolie (JASO
grade ÒFCÓ of ISO grades ÒEG-CÓ
of ÒEG-DÓ)
Oliehoeveelheid:
1,2 L
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 20
Page 22 of 94

3-11
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
ON
1
1.Pijlteken op ÒONÓ
DAU03050
BrandstofkraanVia de brandstofkraan wordt de benzine
vanuit de brandstoftank toegevoerd en
bovendien gefilterd.
De brandstofkraan kent drie standen:
OFF
Met de kraanhendel in deze stand
stroomt de benzine niet door. Zet de
kraanhendel steeds in deze stand als de
motor niet draait.ON
Met de kraanhendel in deze stand
stroomt de benzine door naar de carbura-
teur. Tijdens normaal rijden hoort de
kraanhendel in deze stand te staan.
1
OFF
1.Pijlteken op ÒOFFÓOFF: gesloten stand
ON: normale stand
RES
Dit is de reservestand. Zet de kraanhen-
del in deze stand wanneer u tijdens een
rit zonder brandstof komt te staan. Vul de
brandstoftank zodra de gelegenheid zich
voordoet. Vergeet na het tanken niet de
kraanhendel weer op ÒONÓ te zetten!
1
RES
1.Pijlteken op ÒRESÓRES: reserve-stand
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 21
Page 23 of 94

a
DAU01619
ZadelVerwijderen van het zadel
1.Steek de sleutel in het zadelslot en
draai rechtsom.
2.Trek het zadel los.a.Outsluiten
3-12
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
Aanbrengen van het zadel
1.Steek het uitsteeksel aan de voorzij-
de van het zadel in de zadelbevesti-
ging, zoals getoond in de afbeelding.
2.Druk het zadel aan de achterzijde
omlaag om te vergrendelen.
3.Draai de sleutel linksom en neem
deze dan uit.OPMERKING:Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
1
2
1.Uitsteeksel
2.Zadelbevestiging
1
a
b
DAU02976
ChokehendelÒ
1Ó
Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de hendel in de richting aom de
choke aan te zetten.
Beweeg de hendel in de richting bom de
choke uit te zetten.1.Chokehendel Ò1Ó
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 22
Page 24 of 94

3-13
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
DAU00260
HelmbevestigingSteek de sleutel in het slot en draai deze
dan zoals afgebeeld om de helmbevesti-
ging te openen.
Vergrendel de helmbevestiging door deze
in de oorspronkelijke positie te plaatsen
en dan de sleutel uit te nemen.
DW000030
X@Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machi-
ne mogelijk onbestuurbaar wordt en
een ongeval niet uitgesloten is.
DAU00295
Afstellen van de
schokdemperunitDeze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.
DC000015
<>Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimumin-
stelwaarden te verdraaien.
a
a.Openen.
a
b1
1.Stelring voor schokdemperStel de veervoorspanning als volgt af.
Om de veervoorspanning te verhogen en
zo de vering stugger te maken, wordt de
stelring gedraaid richting a. Om de veer-
voorspanning te verlagen voor een zach-
tere vering wordt de stelring gedraaid in
de richting b.OPMERKING:Zet de gewenste inkeping in de stelring
tegenover de positie-indicator op de
schokdemper.
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 23
Page 25 of 94

3-14
2
1
1.YEIS
2.YPVS
DAU00315
X@Deze schokdemper is gevuld met stik-
stofgas onder hoge druk. Lees en
begrijp de volgende informatie alvo-
rens de schokdemper te gebruiken. De
fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade aan eigen-
dommen of voor persoonlijk letsel als
dit voortvloeit uit verkeerd gebruik.
8Probeer de gascilinder niet te
openen en blijf er verder vanaf.
8Stel de schokdemper niet bloot
aan open vuur of aan andere hitte-
bronnen, anders kan deze door de
oplopende druk exploderen.
8Vervorm of beschadig de gascilin-
der op geen enkele wijze, de dem-
pende werking zal dan achteruit-
gaan.
8Laat onderhoud aan de schok-
demper altijd uitvoeren door een
Yamaha dealer.
DAU00325
Voorzorgen bij YEIS-systeemDoor verkeerde montage of beschadiging
van onderdelen van het YEIS-systeem
(Yamaha Energy Induction System) zal
de systeemwerking verminderen.
Behandel de YEIS-luchtkamer en -lucht-
kamerslang daarom met speciale zorg en
vervang gescheurde of beschadigde
onderdelen altijd direct.
DC000022
<>Probeer niet het YEIS-systeem op een
of ander wijze aan te passen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
1.Instelindicator
Standard afsteller
Minimum (zacht)1
Standaard4
Maximum (stug)9
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 24
Page 26 of 94

3-15
DAU00326
YPVS-systeemDit model is uitgerust met het YPVS-sys-
teem (Yamaha Power Valve System). Dit
systeem verhoogt het vermogen en ren-
dement van de motor via een verstelbare
klep in de uitlaatpoort. De stand van de
YPVS-klep wordt door een computerge-
stuurde servomotor constant aangepast
overeenkomstig het motortoerental.
Het YPVS-systeem vormt een belangrijk
onderdeel van de motor en vraagt om
een zeer nauwkeurige afstelling. Laat
deze afstelling daarom altijd verrichten
door een Yamaha dealer, die immers
beschikt over de benodigde vakkennis en
ervaring.
DC000023
<>Het YPVS-systeem werd afgesteld en
uitgebreid getest op de Yamaha
fabriek. Als deze afstellingen worden
gewijzigd zonder dat voldoende tech-
nische kennis aanwezig is, kan de wer-
king van de motor achteruitgaan of
wordt de motor beschadigd.
De werking van het YPVS-systeem is op
de volgende momenten hoorbaar:
8Terwijl de contactsleutel naar ÒONÓ
wordt gedraaid en de motor wordt
gestart.
8Als de motor afslaat terwijl de con-
tactsleutel op ÒONÓ staat.
DC000024
<>Als het YPVS-systeem niet werkt, laat
dan een controle uitvoeren door een
Yamaha dealer.
DAU00330
ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de lin-
kerzijde van het frame. Trek of druk de
zijstandaard met uw voet omhoog of
omlaag terwijl u de motorfiets verticaal
houdt.OPMERKING:De ingebouwde sperschakelaar voor de
zijstandaard maakt deel uit van het starts-
persysteem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitleg
over het startspersysteem.)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 25
Page 27 of 94

3-16
DAU03720
StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de sper-
schakelaar voor de zijstandaard, de sper-
schakelaar voor de koppelingshendel en
de vrijstandschakelaar deel uitmaken)
heeft de volgende functies.
8Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling
geschakeld is en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshen-
del niet is ingetrokken.
8Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling
geschakeld is en de koppelingshen-
del is ingetrokken, terwijl de zijstan-
daard nog omlaag staat.
8Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startsper-
systeem regelmatig, hanteer daarbij de
volgende werkwijze.
DW000045
X@Als zich een storing voordoet, vraag
dan alvorens te gaan rijden een Yamaha
dealer het systeem te controleren.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
DW000044
X@Met de motorfiets mag nooit worden
gereden terwijl de zijstandaard omlaag
staat of niet behoorlijk kan worden
opgetrokken (of niet omhoog blijft),
anders kan de zijstandaard de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest. Het Yamaha startspersysteem
is ontworpen om de motorrijder te hel-
pen bij zijn verantwoordelijkheid de
zijstandaard op te trekken alvorens
weg te rijden. Controleer dit systeem
daarom regelmatig zoals hierna
beschreven en laat het repareren door
een Yamaha dealer als de werking niet
naar behoren is.
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 26
Page 28 of 94

3-17
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
Terwijl de motor uit staat:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Zorg dat de motorstopschakelaar op “
#” staat.
3. Draai de contactsleutel naar “ON”.
4. Zet de versnelling in z’n vrij.
5. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de vrijloopschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.
Terwijl de motor nog loopt:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Schakel naar de eerste versnelling.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.Er kan iets mis zijn met de
koppelingsschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.OPMERKING:Deze controle werkt het best wanneer de motor
al is opgewarmd.
JANEE
Alles is in orde.
U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JANEEJANEE
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 27
Page 29 of 94

4-1
DAU01114
CONTROLES VOOR HET STARTEN
1
2
34
5
6
7
8
9
De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en
wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het weg-
vallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele
inspectie uit te voeren en bovendien de volgende punten te controleren.
DAU03439
Controlelijst voor gebruik
ONDERDEELCONTROLESPAGINA
Brandstof¥Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
¥Vul zo nodig brandstof bij.
¥Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-7Ð3-9
Tweetakt motorolie¥Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
¥Vul zo nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
¥Controleer de machine op olielekkage.3-10
Versnellingsbakolie¥Controleer het olieniveau in het versnellingsbakhuis.
¥Vul zo nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.6-8Ð6-10
Koelvloeistof¥Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
¥Vul zo nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
¥Controleer het koelsysteem op lekkage.6-10Ð6-13
Voorrem¥Controleer de werking.
¥Als de voorrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
¥Controleer de vrije slag van de remhendel.
¥Stel zo nodig bij.
¥Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
¥Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
¥Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.3-7, 6-21, 6-23Ð6-24
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 28
Page 30 of 94

4-2CONTROLES VOOR HET STARTEN
1
2
34
5
6
7
8
9
Achterrem¥Controleer de werking.
¥Als de achterrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
¥Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
¥Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
¥Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.3-7, 6-22Ð6-24
Koppeling¥Controleer de werking.
¥Smeer de kabel als dat nodig is.
¥Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
¥Stel zo nodig bij.3-6, 6-20Ð6-21
Gasgreep¥Controleer of de werking soepel is.
¥Smeer de gasgreep, de behuizing en de kabel als dat nodig is.
¥Controleer de vrije slag.
¥Stel zo nodig bij.6-17, 6-28
Bedieningskabels¥Controleer of de werking soepel is.
¥Smeer als dat nodig is.6-27
Aandrijfketting¥Controleer of de ketting correct is aangespannen.
¥Stel zo nodig bij.
¥Controleer de conditie van de ketting.
¥Smeer als dat nodig is.6-25Ð6-27
Wielen en banden¥Controleer op schade.
¥Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
¥Controleer de bandspanning.
¥Corrigeer als dat nodig is.6-17Ð6-20
Rem- en schakelpedalen¥Controleer of de werking soepel is.
¥Smeer de pedaalscharnierpunten als dat nodig is.6-29
Rem- en koppelingshendels¥Controleer of de werking soepel is.
¥Smeer zo nodig de hendelscharnierpunten.6-29
Zijstandaard¥Controleer of de werking soepel is.
¥Smeer zo nodig het scharnierpunt.6-29Ð6-30 ONDERDEELCONTROLESPAGINA
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 29