stop start YAMAHA TMAX 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2019, Model line: TMAX, Model: YAMAHA TMAX 2019Pages: 122, PDF Size: 15.25 MB
Page 23 of 122

Smart-sleutelsysteem
3-8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Als de middenbok nog steeds is ver-
grendeld en niet loskomt, knippert het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem 16 keer en stopt het ontgren-
delen van het middenbokslot
halverwege. Beweeg de machine naar
voren en achteren zodat het midden-
bokslot loskomt en druk dan nogmaals
op de schakelaar “ON/ ”.
LET OP
DCA15826
Als het stuurslot of middenbokslot niet
kan worden ontgrendeld en het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
knippert, laat dan een Yamaha dealer het
Smart-sleutelsysteem controleren.
3. De machinevoeding wordt ingescha-
keld wanneer alle sloten zijn ontgren-
deld. Het multifunctionele display
wordt ingeschakeld.
4. De motor kan nu worden gestart. (Zie
pagina 7-2.)
OPMERKING
Zie pagina 8-37 voor informatie over de
noodmodus en hoe de machinevoeding kan
worden ingeschakeld zonder de Smart-
sleutel.
DAU78031
Machinevoeding uitschakelen
Om de machinevoeding uit te schakelen en
de motor af te zetten als deze draait, drukt u
op de schakelaar “OFF/LOCK”.
Na verificatie van de Smart-sleutel klinkt de
zoemer eenmaal om te bevestigen dat de
machinevoeding is uitgeschakeld, en de
sloten van opbergcompartimenten en tank-
dop worden ontgrendeld.
OPMERKING
De bestuurder moet de machinevoe-
ding handmatig uitschakelen.
De machinevoeding zal niet automa-
tisch worden uitgeschakeld, zelfs niet
als de Smart-sleutel buiten het bereik
van het Smart-sleutelsysteem wordt
gebracht.
De machinevoeding kan niet worden
uitgeschakeld met de schakelaar
“OFF/LOCK” wanneer de machine
rijdt.
Als de Smart-sleutel zich niet binnen het be-
reik bevindt of niet met de machine kan
communiceren als u op de schakelaar
“OFF/LOCK” drukt, zal de machine niet
worden uitgeschakeld en zal de zoemer ge-
durende drie seconden klinken (het contro-
lelampje van het Smart-sleutelsysteem zal
ook knipperen) om u te waarschuwen dat
de machinevoeding niet is uitgeschakeld.
Bevestig de locatie en toestand van de
Smart-sleutel en probeer nogmaals om de
1. Schakelaar “OFF/LOCK”
1
BV1-9-D2.book 8 ページ 2018年8月31日 金曜日 午後3時39分
Page 33 of 122

5-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Functies van instrumenten en bedieningselementen
DAU77490
Stuurschakelaars
Links
Rechts
DAU85660Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschake-
laar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u de schakelaar omlaag naar “PASS” terwijl
de koplampen op dimlicht staan.
OPMERKING
Als de schakelaar op dimlicht wordt in-
gesteld, gaan alleen de twee binnen-
ste koplampen branden.
Als de schakelaar op grootlicht wordt
ingesteld, gaan alle vier koplampen
branden.
DAU66040Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU66030Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU77450Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“ ” om de motor direct uit te schakelen in
een noodgeval, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU77291Aan-uitschakelaar/startknop “ON/ ”
Druk met de Smart-schakelaar ingescha-
keld en binnen het bereik op deze schake-
laar om de machinevoeding in te schakelen.
Druk met de zijstandaard omhoog en terwijl
u de voor- of achterrem bekrachtigt op deze
schakelaar om de motor te starten met de
startmotor. Zie pagina 7-2 voor startinstruc-
ties voordat u de motor start.
DAU79601Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de voertuigvoeding aan of in de par-
keermodus kan deze schakelaar worden
1. Selectieschakelaar “ / ”
2. Menuschakelaar “MENU”
3. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar
“ / /PASS”
4. Instelschakelaar cruise control “RES+/SET–”
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
6. Claxonschakelaar “ ”
7. Aan-uitschakelaar cruise control “ ”
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Modus-schakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
4. Aan-uitschakelaar/startknop “ON/ ”
RES
SETP
ASS
1
2
3
4
5
6
7
MO
DE
1
3
4
2
BV1-9-D2.book 1 ページ 2018年8月31日 金曜日 午後3時39分
Page 63 of 122

Functies van instrumenten en bedieningselementen
5-31
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Met de motor nog steeds uit:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de voor- of achterrem in en
houd deze vast.
8.
Druk op de schakelaar “ON/ ”.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Het systeem is in orde. De scooter mag
worden gebruikt.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
Rijd niet met de scooter voordat deze
is nagekeken door een Yamaha dealer.
De remschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de scooter voordat deze
is nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
Rijd niet met de scooter voordat deze
is nagekeken door een Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
Bij deze inspectie moet de machine
op de middenbok worden gezet.
Als zich een storing voordoet,
vraag dan alvorens te gaan rijden
een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
NEE JA
JA NEE
JA NEE
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De noodstopschakelaar moet op “ ”
staan.
3. Schakel de machinevoeding in.
4. Knijp de voor- of achterrem in en
houd deze vast.
5.
Druk op de schakelaar “ON/ ”.
Start de motor?
BV1-9-D2.book 31 ページ 2018年8月31日 金曜日 午後3時39分
Page 66 of 122

7-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Gebruik en belangrijke rij-informatie
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU77750
OPMERKING
Dit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dat geval
gaat ook het waarschuwingslampje
motorstoring branden, maar dit is geen
storing. Schakel de machinevoeding
uit zodat het waarschuwingslampje
uitgaat. Wanneer u dit niet, doet zal de
motor niet aanslaan, ook al probeert
de startmotor de motor op gang te
brengen na het indrukken van de start-
knop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de start-
knop om de motor opnieuw te starten.
BV1-9-D2.book 1 ページ 2018年8月31日 金曜日 午後3時39分
Page 81 of 122

Periodiek onderhoud en afstelling
8-10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU36112
Filterbus
Dit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU77364
Motorolie en oliefilterpatroon
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op de middenbok.
Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat hem twee minuten
warmdraaien en zet hem dan uit.
3. Wacht twee minuten om de olie tot rust
te laten komen.
4. Controleer het olieniveau via het kijk-
glas linksonder in het carter.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
5. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
1. Filterbus
2. Tankbeluchtingssysteem
12
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
2
3
1
BV1-9-D2.book 10 ページ 2018年8月31日 金曜日 午後3時39分
Page 107 of 122

Periodiek onderhoud en afstelling
8-36
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog
heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen naar buiten spuiten en zo ernstige
brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop
en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai
deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKING
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit
moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in
het reservoir en in de
radiator.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Het koelvloeistofniveau
is in orde.
Er is geen lekkage.
Er is lekkage.
Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op
lekkage.
Vraag een Yamaha
dealer het koelsysteem
te controleren en te
repareren.
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te repareren als de
motor opnieuw oververhit raakt.
BV1-9-D2.book 36 ページ 2018年8月31日 金曜日 午後3時39分
Page 119 of 122

12-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Index
A
Aandachtspunten voor veilig rijden .........1-5
Aan-uitschakelaar/startknop ....................5-1
ABS-waarschuwingslampje .....................5-3
Accu ......................................................8-28
Achterremblokkeerhendel .....................5-18
Achterremblokkeerkabel, afstellen ........8-21
Achterremblokkering, controleren .........8-21
Achteruitkijkspiegels ..............................5-26
Anti-blokkeervoorziening remsysteem
(ABS) ..................................................5-19
B
Banden ..................................................8-18
Batterij van Smart-sleutel, vervangen .....3-6
Bereik van het Smart-sleutelsysteem ......3-2
Bougies, controleren ...............................8-9
Brandstof ...............................................5-21
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ...7-5
C
Claxonschakelaar ....................................5-1
Controlelampje grootlicht.........................5-2
Controlelampjes cruise control ................5-2
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes .........................5-2
Controlelampje Smart-sleutelsysteem.....5-3
Controlelampjes richtingaanwijzers .........5-2
Controlelampje tractieregeling.................5-3
Cruise-controlschakelaars .......................5-2
Cruise control (XP530D-A) ......................4-1
D
De machine inschakelen .........................3-7
De middenbok vergrendelen .................3-10
Diagnosestekker....................................11-2
Dimlichtschakelaar/
lichtsignaalschakelaar ...........................5-1
D-mode (rijmodus)...................................4-3
Doorbuiging aandrijfriem .......................8-24
F
Filterbus.................................................8-10
G
Gasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ................................................8-25
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires .........................................5-28
Gereedschapsset ....................................8-2
Gloeilamp richtingaanwijzer (voor),
vervangen ...........................................8-32
Gloeilamp van kentekenverlichting,
vervangen ...........................................8-32
H
Het stuurslot vergrendelen ...................... 3-9
I
Identificatienummers ............................. 11-1
Inrijperiode .............................................. 7-5
K
Kabels, controleren en smeren ............. 8-24
Klepspeling ........................................... 8-17
Koelvloeistof.......................................... 8-13
Kuipruit (XP530-A) ................................ 5-25
L
Luchtfilterelement, motor ...................... 8-15
M
Machinevoeding uitschakelen ................. 3-8
Matkleur, let op ....................................... 9-1
Menuschakelaar...................................... 5-2
Middenbok en zijstandaard, controleren
en smeren........................................... 8-26
Modelinformatiesticker .......................... 11-1
Motorolie en oliefilterpatroon................. 8-10
Multifunctioneel display ........................... 5-5
N
Noodmodus........................................... 8-37
Noodstopschakelaar ............................... 5-1
O
Onderhoud .............................................. 9-1
Onderhoud en smering, periodiek........... 8-4
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 8-3
Opbergcompartimenten ........................ 5-23
Overloopslang brandstoftank ................ 5-22
P
Panelen, verwijderen en aanbrengen ..... 8-7
Parkeermodus....................................... 3-12
Parkeren ................................................. 7-6
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 8-33
R
Registratie van gegevens, voertuig....... 11-2
Remhendel, achterrem ......................... 5-18
Remhendels, smeren ............................ 8-25
Remhendel, voor................................... 5-17
Remmen ................................................. 7-4
Remvloeistofniveau, controleren........... 8-22
Remvloeistof, verversen ....................... 8-23
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 5-1
Rijmodusschakelaar................................ 5-2
S
Schakelaar alarmverlichting .................... 5-1
Schokdemperunit .................................. 5-27
Selectieschakelaar .................................. 5-2
BV1-9-D2.book 1 ページ 2018年8月31日 金曜日 午後3時39分