YAMAHA TRICITY 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: TRICITY, Model: YAMAHA TRICITY 2016Pages: 86, PDF Size: 2.56 MB
Page 41 of 86
Periodiek on derhoud en afstelling
6-1
6
DAU17246
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi-
ciënt mogelijke conditie blijft. De eige-
naar/bestuurder van de machine is
verplicht de optimale veiligheid te waarbor-
gen. Op de volgende pagina's wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema's moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn on-
der normale rijcondities. Het is echter mo-
gelijk dat de intervalperioden voor
onderhoud moeten worden verkort afhan-
kelijk van het weer, het terrein, de geografi-
sche locatie en individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van on der-
hou d aan de machine ver groot het risico
op letsel of overlij den tij dens het uitvoe-
ren van on derhou d of het rij den met d e
machine. Als u niet b ekend b ent met
voertui gon derhou d, laat het on derhou d
d an uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van on derhou d d e
motor af tenzij an ders aan geg even.
Een draaien de motor heeft bewe-
g en de delen die lichaams delen of
kle din g kunnen grijpen en elektri-
sche on der delen die schokken of
b ran d kunnen veroorzaken.
Het laten d raaien van de motor tij-
d ens het uitvoeren van ond erhoud
kan lei den tot oo gletsel, bran dwon-
d en, bran d of koolmonoxi dever gif-
ti g in g, mo gelijk met de dood tot
g evol g. Zie pa gina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxi de.
WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voering en kunnen tij dens het g eb ruik
zeer heet wor den. Laat on der delen van
het remsysteem afkoelen alvorens d eze
aan te raken.
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-
onderhoud apart gegroepeerd. Dit onder-
houd vereist gespecialiseerde gegevens,
kennis en gereedschap. Onderhoud, ver-
vanging, of reparatie van emissiecontrole-
apparatuur en -systemen kan door elke
gecertificeerde reparateur worden uitge-
voerd (indien van toepassing). Yamaha
dealers beschikken over de training en het
gereedschap om dit onderhoud uit te voe-
ren.
U2CMD2D0.book Page 1 Monday, August 24, 2015 3:11 PM
Page 42 of 86
Periodiek on derhou d en afstelling
6-2
6
DAU39692
Boor dgereed schapssetDe boordgereedschapsset bevindt zich
aan de onderkant van het zadel. (Zie pagina
3-14.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.
OPMERKINGLaat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.
1. Boordgereedschapsset
1
U2CMD2D0.book Page 2 Monday, August 24, 2015 3:11 PM
Page 43 of 86
Periodiek on derhoud en afstelling
6-3
6
DAU62050
OPMERKINGDe jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te word en uitgevoer d, b ehalve wanneer in plaats daarvan een on derhou ds-
b eurt op kilometer basis of, voor Groot-Brittannië, op mijl basis wor dt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 20000 km (12000 mi), beginnend vanaf 4000 km (2400 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden ui tgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU62062
Period iek onderhou dsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 4000 km
(2400 mi) 8000 km
(4800 mi) 12000 km
(7200 mi) 16000 km
(9600 mi)
1 *Bran dstoflei din g • Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen. √√√√√
2 *Bou gie • Vervangen. √√
3 *Ventielen • Controleer de klepspeling.
• Stel indien nodig bij.
Elke 12000 km (7200 mi)
4 *Bran dstofinjectie • Controleer het stationaire toeren-
tal van de motor. √√√√√√
5 *Uitlaatsysteem • Controleer op lekkage.
• Zet indien nodig vast.
• Vervang pakking(en) indien nodig. Elke 12000 km (7200 mi)
U2CMD2D0.book Page 3 Monday, August 24, 2015 3:11 PM
Page 44 of 86
Periodiek on derhou d en afstelling
6-4
6
DAU62100
Al gemeen smeer- en on derhou dsschemaNR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 4000 km
(2400 mi) 8000 km
(4800 mi) 12000 km
(7200 mi) 16000 km
(9600 mi)
1 Luchtfilterelement • Vervangen. Elke 20000 km (12500 mi)
2 Aftapslan
g luchtfil-
ter • Reinigen.
√√√√√
3 *Luchtfilterelement
in v-snaar
behuizin g• Reinigen.
• Vervang indien nodig.
√√√√
4 *Voorrem • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. √√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
5 *Achterrem • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
• Controleer de vrije slag van de remhendel en stel deze indien no-
dig af. √√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
6 *Remslan gen • Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.
• Zorg voor een correcte plaatsing van slang(en) en klem(men). √√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
7 *Remvloeistof • Verversen. Elke 2 jaar
8 *Wielen • Controleer de speling en contro-
leer op beschadigingen. √√√√
• Balanceer de voorwielen uit. Telkens wanneer de wielen of banden zijn gewisseld of vervangen.
U2CMD2D0.book Page 4 Monday, August 24, 2015 3:11 PM
Page 45 of 86
Periodiek on derhoud en afstelling
6-5
6
9*Ban den • Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. √√√√√
10 *Wiella gers • Controleer de lagers op speling of
beschadigingen. √√√√
11 *Stuursysteem • Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid. √√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 24000 km (14000 mi)
• Controleer de spoorstang en ver- vang deze indien nodig. √√√√√
12 *Leunsysteem • Lagerspeling controleren. √√√√√
13 *Frame
bevesti gin-
g en • Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet. Elke 12000 km (7200 mi)
14 Scharnieras van
voorremhen
del • Smeren met siliconenvet.
√√√√
15 Scharnieras van
achterremhen
del • Smeren met siliconenvet.
√√√√
16 *Gekoppel
d remsy-
steem • Smeer de scharnierpunten en be-
wegende delen met siliconenvet. √√√√
• Smeer het kabeluiteinde met lithi- umvet. √√√√
17 Zijstan
daar d, mi d-
d en bok • Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.
√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 4000 km
(2400 mi) 8000 km
(4800 mi) 12000 km
(7200 mi) 16000 km
(9600 mi)
U2CMD2D0.book Page 5 Monday, August 24, 2015 3:11 PM
Page 46 of 86
Periodiek on derhou d en afstelling
6-6
6
18 *Zijstan
daar dscha-
kelaar • Controleer de werking.
√√√√√√
19 *Voorvork • Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. √√√√
20 *Schok demperunits • Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. √√√√
21 Motorolie • Verversen.
• Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge. √√√√√
22 Olie-aanzui gzeef • Reinigen. √√√√√
23 *Koelsysteem • Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage. √√√√
• Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
24 Ein
dover bren gin gs-
olie • Controleer de machine op olielek-
kage. √√√√√
• Verversen. √Elke 12000 km (7500 mi)
25 *V-snaar • Vervangen. Elke 20000 km (12000 mi)
26 *Voor- en achterrem-
schakelaar
• Controleer de werking.
√√√√√√
27 Bewe
gen de delen
en ka bels •Smeren.
√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 4000 km
(2400 mi) 8000 km
(4800 mi) 12000 km
(7200 mi) 16000 km
(9600 mi)U2CMD2D0.book Page 6 Monday, August 24, 2015 3:11 PM
Page 47 of 86
Periodiek on derhoud en afstelling
6-7
6
DAU38263
OPMERKINGMotorluchtfilter en luchtfilters van V-snaarbehuizing
• Het motorluchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht om beschad iging
te voorkomen.
• Het motorluchtfilterelement moet vaker worden vervangen en de luchtfilterelementen van de V-snaarbehuizing moeten vaker wor- den gereinigd bij rijden in zeer stoffige of vochtige gebieden.
Hydraulisch remsysteem
• Ververs na het demonteren van de remhoofdcilinders en remklauw en altijd de remvloeistof. Controleer regelmatig de remvloei-
stofniveaus en vul de reservoirs indien nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei- stof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.28 *Gas greep • Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien no-
dig af.
• Smeer de kabel en het kabelhuis. √√√√√
29 *Lampen, richtin
g-
aanwijzers en scha-
kelaars • Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 4000 km
(2400 mi) 8000 km
(4800 mi) 12000 km
(7200 mi) 16000 km
(9600 mi)
U2CMD2D0.book Page 7 Monday, August 24, 2015 3:11 PM
Page 48 of 86
Periodiek on derhou d en afstelling
6-8
6
DAU18752
Het framepaneel verwij deren en
aan bren genBij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moet het afgebeelde
paneel worden verwijderd. Neem deze pa-
ragraaf door telkens wanneer het paneel
moet worden verwijderd of aangebracht.
DAU56941
Paneel A
Om het paneel te verwijderen1. Open het zadel. (Zie pagina 3-14.)
2. Verwijder de schroeven en trek het
paneel los zoals getoond. Om het paneel aan te brengen
1. Plaats het paneel in de oorspronkelij-
ke positie en breng dan de schroeven
aan.
2. Sluit het zadel.
DAUT2074
Bou gie controlerenDe bougie is een belangrijk motoronder-
deel dat gemakkelijk te controleren is. Door
hitte en aanslag slijten bougies op de lange
duur. Daarom moeten bougies worden ver-
wijderd en gecontroleerd volgens het peri-
odieke onderhouds- en smeerschema.
Bovendien kan aan het uiterlijk van de bou-
gie de conditie van de motor worden afge-
lezen.
De bou gie verwij deren
1. Verwijder paneel A. (Zie pagina 6-8.)
2. Verwijder de bougiedop.
3. Verwijder de bougie zoals getoond met een bougiesleutel die verkrijgbaar
is bij een Yamaha dealer.
1. Paneel A
1
1. Paneel A
2. Schroef
1
2
2
1. Bougiedop
1
U2CMD2D0.book Page 8 Monday, August 24, 2015 3:11 PM
Page 49 of 86
Periodiek on derhoud en afstelling
6-9
6
Controleren van de bou gie
1. Controleer of de porseleinen isolator rondom de centrale elektrode van de
bougie een middeldonkere tot lichte
kleur vertoont (de ideale kleur als nor-
maal met het voertuig wordt gereden).OPMERKINGWanneer de bougie een heel andere kleur
vertoont, werkt de motor mogelijk niet naar
behoren. Probeer dergelijke problemen niet
zelf vast te stellen. Laat in plaats daarvan
uw machine nakijken door een Yamaha
dealer.2. Controleer de bougie op afslijting van
de elektroden en op overmatige kool-
stof- of andere aanslag. Vervang in-
dien nodig de bougie. 3. Meet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
De bou gie monteren
1. Reinig het oppervlak van de bougie- pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
2. Breng de bougie aan met behulp van de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.3. Installeer de bougiedop.
4. Monteer het paneel.
1. Bougiesleutel
1
Voor geschreven bou gie:
NGK/CR7E
1. Elektrodenafstand
Elektro denafstan d:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
Aanhaalmoment: Bougie:
13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)
U2CMD2D0.book Page 9 Monday, August 24, 2015 3:11 PM
Page 50 of 86
Periodiek on derhou d en afstelling
6-10
6
DAU61002
Motorolie en olie-aanzui gzeefVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de olie-aanzuigzeef
worden gereinigd volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op de middenbok. Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot rust te laten komen, verwijder de
olievuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem dan
weer uit om het olieniveau te controle-
ren. WAARSCHUWING! De uitlaat-
d emper en
uitlaat demper beschermer wor den
tij dens het g eb ruik zeer heet. Ter
voorkomin g van mo gelijke bran d-
won den moet u de uitlaat demper
en de beschermer laten afkoelen
voor dat u de olievul dop verwijd ert.
[DWA17810]
OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen het uit-
einde van de peilstok en de merkstreep
voor maximumniveau liggen.4. Als het motorolieniveau niet tussen
het uiteinde van de peilstok en de
merkstreep voor maximumniveau ligt,
vul dan voldoende olie, van de aanbe-
volen soort, bij tot het correcte niveau.
5. Steek de peilstok in de vulopening en draai dan de olievuldop vast. Motorolie verversen en olie-aanzui
gzeef
reini gen
1. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap- pluggen A en B om de olie uit het car-
ter te laten stromen. LET OP: Bij het
verwij deren van de olieaftapplu g B
vallen de O-rin g, compressieveer
en oliezeef naar buiten. Zor g ervoor
d at u d eze on der delen niet kwijt-
raakt.
[DCAT1022]
1. Olievuldop
2. Motoroliepeilstok
3. Merkstreep maximumniveau
4. Uiteinde van de motoroliepeilstok
1
234
1. Olieaftapplug A
2. Pakking
3. Olieaanzuigzeef
4. Drukveer
5. O-ring
6. Olieaftapplug B
1
3456
2
U2CMD2D0.book Page 10 Monday, August 24, 2015 3:11 PM