YAMAHA XJ 1300 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2015, Model line: XJ 1300, Model: YAMAHA XJ 1300 2015Pages: 96, PDF Size: 2.5 MB
Page 61 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
weggedra g van de machine veran-
d eren, wat kan lei den tot een ong e-
val.
Controleer altij d of de ventiel dopjes
stevi g zijn bevesti gd om zo lucht-
lekka ge te voorkomen.
Gebruik uitsluiten d d e hierna ver-
mel de ban dventielen en luchtven-
tiel buisjes om b ij hoge rijsnelhed en
een te la ge ban dspannin g te voor-
komen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uitg erust met specia-
le ban den die geschikt voor zeer ho ge
rijsnelhe den. Let op het vol gen de om
d eze ban den zo effectief mo gelijk te
kunnen geb ruiken.
Gebruik bij vervan gin g uitsluitend
het voor geschreven type ban den.
Bij an dere ban den is het risico op
een klap ban d b ij zeer ho ge rijsnel-
he den niet d enkbeeldig .
Gloe dnieuwe ban den bie den op
sommi ge typen wegdek relatief
weini g g rip tot dat ze zijn “in
ger
e-
d en”. Het is dan ook verstan dig d e
eerste 100 km (60 mi) na dat een
nieuwe ban d is aan geb racht rusti g
te blijven rij den en pas daarna de
rijsnelhei d te verho gen.
Voor dat met ho ge snelhei d wor dt
g ere den moeten de ban den zijn op-
g ewarm d.
Pas de ban dspannin g stee ds aan
vol gens de rijomstan dig he den.
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
Voo r
ban d:
Maat: 120/70 ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model:
DUNLOP/D252F L
Achter ban d:
Maat:
180/55 ZR17M/C (73W)
Fabrikant/model: DUNLOP/D252 L
VOOR en ACHTER: Bandventiel:TR412
Luchtventielbuis: #9100 (origineel)
U2PND0D0.book Page 18 Monday, September 1, 2014 1:17 PM
Page 62 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
DAU22074
Koppelingshen delOmdat dit model is uitgerust met een hy-
draulische koppelingsbediening, hoeft de
vrije slag van de koppelingshendel niet te
worden afgesteld. Wel moeten voor elke rit
het niveau van de koppelingsvloeistof en
het hydraulisch systeem op lekkage wor-
den gecontroleerd. (Zie pagina 6-21.) Mis-
schien zit er lucht in het koppelingssysteem
als de koppelingshendel te veel vrije slag
heeft en schakelen moeizaam gaat, of als
de koppeling slipt en de machine slecht ac-
celereert. Als er lucht in het hydraulisch sy-
steem zit, moet het systeem door een
Yamaha dealer worden ontlucht voordat de motorfiets wordt gebruikt.
DAU37914
Vrije sla g van remhen del contro-
lerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi g g evoel in d e rem-
hend el kan betekenen dat er lucht in het
hy draulisch systeem aanwezi g is. Als er
lucht in het hy draulisch systeem zit, laat
d an het systeem d oor een Yamaha d ea-
ler ontluchten voor dat de machine wor dt
g eb ruikt. Lucht in het hy draulisch sy-
steem heeft een ne gatief effect op de remwerkin
g, waar door u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
on geluk als g evolg.1. Geen vrije slag remhendel
1
U2PND0D0.book Page 19 Monday, September 1, 2014 1:17 PM
Page 63 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
DAU22274
RemlichtschakelaarsHet remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Stel de remlichtschakelaar achter indien
nodig als volgt af. De remlichtschakelaar
voor dient te worden afgesteld door een
Yamaha dealer. Verdraai de stelmoer van de achterste rem-
lichtschakelaar en houd daarbij de rem-
lichtschakelaar vast. Draai de stelmoer in
de richting (a) om het remlicht eerder te la-
ten branden. Draai de stelmoer in de rich-
ting (b) om het remlicht later te laten
branden.
DAU22322
Controleren van voor- en achter-
rem blokkenVoorrem
Achterrem
De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre- ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Elk remblok heeft een eigen
slijtage-indicatorgroef, zodat het remblok
kan worden gecontroleerd zonder de rem
te hoeven demonteren. Let op de slijtage-
indicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat de slijtage-indicatorgroef
vrijwel is verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
1. Remlichtschakelaar
2. Stelmoer remlichtschakelaar
1
2(b)
(a)
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
1. Slijtage-indicatorgroef remblok1
1
U2PND0D0.book Page 20 Monday, September 1, 2014 1:17 PM
Page 64 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
DAU22682
Niveaus van rem- en koppelings-
vloeistof controlerenControleer alvorens te gaan rijden of de
rem- en koppelingsvloeistof zich boven de
merkstreep voor het minimumniveau bevin-
den. Zorg bij het controleren van de ni-
veaus van de rem- en koppelingsvloeistof
dat de bovenzijden van de reservoirs hori-
zontaal staan. Vul indien nodig de rem- en
koppelingsvloeistof bij.
Voorrem Achterrem
Koppelin
g
OPMERKINGHet remvloeistofreservoir voor de achter-
rem bevindt zich achter paneel A. (Zie pagi-
na 6-9.)
WAARSCHUWING
DWA16001
Onjuist uit gevoer d on derhou d kan resul-
teren in verlies van remvermo gen of ver-
min der de werkin g van de koppelin g.
Neem de vol gen de voorzor gsmaatre ge-
len in acht:
Bij een te laag rem- of koppelin gs-
vloeistofniveau kan lucht binnen-
d rin gen in het rem- of
koppelin gssysteem, waar door de
rem- of koppelin gsprestaties afne-
men.
Reini g d e reservoir doppen alvorens
d eze te verwij deren. Ge bruik uit-
sluiten d DOT 4 remvloeistof uit een
onaan geb roken verpakkin g.
Gebruik uitsluiten d d e aan bevolen
remvloeistof, an ders kunnen d e
ru bberafd ichtin
gen
bescha digd ra-
ken met lekkag e tot gevolg.
Vul bij met hetzelf de type remvloei-
stof. Toevoe gin g van een an der
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een scha delijke chemi-
sche reactie.
1. Merkstreep minimumniveau
1
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
UPPER
LOWER
1
1
Aan bevolen rem- en koppelin gs-
vloeistof:
DOT 4 remvloeistof
U2PND0D0.book Page 21 Monday, September 1, 2014 1:17 PM
Page 65 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
Pas op en zor g d at tij dens bijvullen
g een water het reservoir voor rem-
of koppelin gsvloeistof kan b innen-
d rin gen. Water zal het kookpunt
van de remvloeistof aanzienlijk ver-
la gen zo dat damp belvormin g kan
optre den.LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
on der delen bescha dig en. Veeg g emors-
te remvloeistof stee ds direct af.Als het vloeistofniveau te ver daalt, raakt
het vloeistofmembraan vervormd door de
toenemende onderdruk. Breng het mem-
braan terug in de oorspronkelijke vorm al-
vorens aan te brengen in het reservoir voor
rem- of koppelingsvloeistof.
Naarmate de remblokke n afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Een laag koppelingsvloeistofni-
veau kan duiden op lekkage in het koppe-
lingssysteem. Controleer daarom het
koppelingssysteem op lekkage. Als het
rem- of koppelingsvloeistofniveau plotse- ling sterk daalt, moet u een controle laten
uitvoeren door een Yamaha-dealer alvo-
rens verder te rijden.
DAU22754
Rem- en koppelin
gsvloeistof ver-
versenVraag een Yamaha dealer de rem- en de
koppelingsvloeistof te verversen volgens
de intervalperioden voorgeschreven in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Laat bovendien de oliekeerringen van de
hoofdremcilinder en de koppelingshoofdci-
linder, de remklauwen en de rem- en kop-
pelingsslangen vervangen volgens de
hierna vermelde intervalperioden of wan-
neer ze lekken of zijn beschadigd.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Rem- en koppelingsslangen: Vervang
elke vier jaar.
U2PND0D0.book Page 22 Monday, September 1, 2014 1:17 PM
Page 66 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
DAU22762
Spanning aan drijfkettin gDe spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU22776
Aandrijfkettin g controleren op spannin g
1. Zet de motorfiets op de zijstandaard.OPMERKINGBij het controleren en instellen van de span-
ning van de aandrijfketting mag er geen ge-
wicht op de motorfiets rusten.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand.
3. Meet de spanning van de aandrijfket- ting zoals getoond. 4. Stel de spanning van de ketting als
volgt bij als deze niet correct is.
DAU34318
Om de spanning van de aan drijfkettin g
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt. 1. Draai de wielasmoer los en draai dan de borgmoeren los aan beide zijden
van de achterbrug.
2. Draai om de aandrijfketting strakker te stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de achterbrug in de richting (a).
Stel de ketting losser door de stelbout
aan beide uiteinden van de achterbrug
in de richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken. LET
OP: Een onjuiste kettin gspannin g
lei dt tot over belastin g van de motor en an
dere essentiële on der delen
van de machine en kan resulteren in
overslaan of breken van de kettin g.
Hou d om d it te voorkomen de ket-
tin gspannin g b innen de gespecifi-
ceer de waar den.
[DCA10572]
OPMERKINGGebruik voor een goede wieluitlijning de
uitlijnmerktekens aan beide zijden van de
achterbrug om zeker te zijn dat beide ket-
tingspanners dezelfde positie hebben.3. Trek de asmoer en daarna de borg-
moeren aan met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
Spannin
g aan drijfkettin g:
5.0–15.0 mm (0.20–0.59 in)
1. Spanning aandrijfketting
1
1. Borgmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Wielasmoer
4. Uitlijnmerktekens
5. Kettingspanner
U2PND0D0.book Page 23 Monday, September 1, 2014 1:17 PM
Page 67 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
4. Zorg ervoor dat de kettingspanners indezelfde stand staan, dat de spanning
van de aandrijfketting correct is en dat
de aandrijfketting soepel beweegt.
DAU23026
Aan drijfkettin g reinig en en sme-
renDe aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.LET OP
DCA10584
De aan drijfkettin g moet wor den ge-
smeer d na dat de motorfiets is g ewassen
of ermee in d e regen of in vochti ge ge-
b ie den is gered en.1. Reinig de aandrijfketting met petrole-
um en een zacht borsteltje. LET OP:
Reini g d e aan drijfkettin g niet met
stoomreini gers, ho ged rukreini gers
of on geschikte oplosmi ddelen om
scha de aan de O-rin gen te voorko-
men.
[DCA11122]
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met speciale smering voor o-ringkettin-
gen. LET OP: Breng g een motorolie
of an dere smeermi ddelen aan op de aan
drijfkettin g, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-rin gen kun-
nen beschad ig en.
[DCA11112]
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
150 Nm (15 m·kgf, 108 ft·lbf)
Borgmoer: 16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
U2PND0D0.book Page 24 Monday, September 1, 2014 1:17 PM
Page 68 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
DAU23098
Kabels controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd en
de kabel en kabeleinden moeten indien no-
dig worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te ver-
vangen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Scha de aan de buiten behuizin g van ka-
b els kan lei den tot interne roestvormin g
en storin g veroorzaken met d e bewe-
g in g van kab els. Vervan g b escha digde
kab els zo snel mo gelijk om onveili ge
omstan dig he den te voorkomen.
[DWA10712] DAU23115
Controleren en smeren van
gas-
g reep en gaska belDe werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
De gaskabel is voorzien van een rubber af-
dekking. Zorg ervoor dat de afdekking ste-
vig is aangebracht. Zelfs als de afdekking
correct is aangebracht, is de kabel niet vol-
ledig beschermd tegen binnendringend
water. Let er daarom op dat er geen water
direct op de afdekking of kabel komt bij het
wassen van de machine. Als de kabel of de
afdekking vies wordt, wrijf deze dan
schoon met een vochtige doek.
DAU44275
Rem- en schakelpe dalen contro-
leren en smerenDe werking van het re m- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden ge-
smeerd.
Rempe daal
Schakelpe daal
Aan
bevolen smeermi ddel:
Yamaha-kabelsmeermiddel of een
ander geschikt kabelsmeermiddel
U2PND0D0.book Page 25 Monday, September 1, 2014 1:17 PM
Page 69 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
DAU43602
Rem- en koppelingshend els con-
troleren en smerenDe werking van de rem- en de koppelings-
hendel moet voorafgaand aan elke rit wor-
den gecontroleerd en de
hendelscharnierpunten moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
Remhen del
Koppelin gshen del
Aan
bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Siliconenvet
U2PND0D0.book Page 26 Monday, September 1, 2014 1:17 PM
Page 70 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
DAU23203
Zijstandaar d controleren en
smerenDe werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10732
Als de zijstan daar d niet soepel omhoo g
en omlaag beweeg t, vraa g dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functioneren de
zijstan daar d kan het we gdek raken en u
aflei den, waar door u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAUM1653
Achter bru gscharnierpunten
smerenDe achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de con ditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werkin g te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! On dersteun de
machine zor gvul dig om omvallen
en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U2PND0D0.book Page 27 Monday, September 1, 2014 1:17 PM