YAMAHA XJ600S 2001 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: XJ600S, Model: YAMAHA XJ600S 2001Pages: 104, PDF Size: 11.32 MB
Page 21 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
DW000016
WAARSCHUWING
@ Draai de contactsleutel nooit naar “OFF”
of naar “LOCK” terwijl de motorfiets
rijdt; elektrische systemen worden dan
afgeschakeld en mogelijk zult u zo de
macht over het stuur verliezen of een
ongeval veroorzaken. Zorg altijd dat de
motorfiets stilstaat voordat u de sleutel
naar “OFF” of naar “LOCK” draait. @
DAU01590
(Parkeren) (voor XJ600S)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht
en het parkeerlicht branden, maar alle ove-
rige elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.
DCA00043
LET OP:@ Gebruik de parkeerverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. @
DAU00055
P (Parkeren) (voor XJ600N)
Het achterlicht en het parkeerlicht branden,
maar alle overige elektrische systemen zijn
uitgeschakeld. De sleutel kan worden uitge-
nomen.
De sleutel moet worden ingedrukt en dan
losgelaten om deze naar “P” te kunnen
draaien.
DCA00043
LET OP:@ Gebruik de parkeerverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. @
1. Indrukken.
2. Draaien.XJ600S
1. Indrukken.
2. Loslaten.
3. Draaien.XJ600N
D_4br.book Page 2 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 22 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
DAU02934
Stuurslot (voor XJ600N)Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar rechts.
2. Open het stuurslotplaatje en steek
dan de sleutel in het slot.
3. Draai de sleutel 1/8 slag linksom, druk
de sleutel verder in terwijl het stuur
iets naar links wordt gedraaid en draai
de sleutel dan 1/8 slag rechtsom.
4. Controleer of het stuur is vergrendeld,
neem de sleutel uit en sluit dan het
slotplaatje.Om het stuur te ontgrendelen
1. Open het stuurslotplaatje en steek
dan de sleutel in het slot.
2. Druk de sleutel in, draai hem 1/8 slag
linksom zodat hij naar buiten komt en
laat de sleutel dan los.
3. Neem de sleutel uit en sluit dan het
slotplaatje.
DAU03034
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU03299
Controlelampjes richtingaanwijzers
“”/“”
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt.
DAU00061
Controlelampje “ ” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt wanneer de ver-
snellingsbak in de vrijstand staat.
1. Stuurslot
1. Controlelampje linker richtingaanwijzer “ ”
2. Controlelampje grootlicht “ ”
3. Controlelampje rechter richtingaanwijzer
“”
4. Controlelampje “ ” voor vrijstand
5. Waarschuwingslampje “ ” voor olieniveauXJ600S
D_4br.book Page 3 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 23 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU00063
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is ingescha-
keld.
DAU03201
Waarschuwingslampje “ ” voor olie-
niveau
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.1. Zet de noodstopschakelaar in “ ” en
draai de sleutel naar “ON”.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand of trek de koppelingshendel in.
3. Druk op de startknop. Als het controle-
lampje niet gaat branden als de start-
knop wordt ingedrukt, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch circuit te
testen.
OPMERKING:@ Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knippe-
ren bij rijden op een helling of bij plotseling
afremmen of optrekken, er is dan echter
geen sprake van een storing. @
DAU00094
Snelheidsmeterunit
(voor XJ600S)De snelheidsmeterunit is voorzien van een
snelheidsmeter, een kilometerteller en een
ritteller. De snelheidsmeter toont de actuele
rijsnelheid. De kilometerteller toont de tota-
le afgelegde afstand. De ritteller toont de af-
stand afgelegd sinds de teller het laatst via
de terugstelknop werd teruggesteld op nul.
De ritteller kan worden gebruikt om de af-
stand te schatten die met een volle brand-
stoftank kan worden afgelegd. Deze
informatie stelt u in staat de volgende tank-
stops te plannen.
1. Controlelampje “ ” voor vrijstand
2. Controlelampje linker richtingaanwijzer “ ”
3. Controlelampje rechter richtingaanwijzer
“”
4. Controlelampje grootlicht “ ”
5. Waarschuwingslampje “ ” voor olieniveauXJ600N
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Ritteller
4. TerugsteltoetsXJ600S
D_4br.book Page 4 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 24 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU00095
Snelheidsmeterunit
(voor XJ600N)De snelheidsmeterunit is voorzien van een
snelheidsmeter, een kilometerteller en een
ritteller. De snelheidsmeter toont de actuele
rijsnelheid. De kilometerteller toont de tota-
le afgelegde afstand. De ritteller toont de af-
stand afgelegd sinds de teller het laatst via
de terugstelknop werd teruggesteld op nul.
De ritteller kan worden gebruikt om de af-
stand te schatten die met een volle brand-
stoftank kan worden afgelegd. Deze
informatie stelt u in staat de volgende tank-
stops te plannen.
DAU00101
Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
DC000003*
LET OP:@ Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller aanwijst in de rode zone.
Rode zone: 9.500 tpm en hoger
(behalve voor CH, A)
8.500 tpm en hoger
(voor CH, A)@
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Ritteller
4. TerugstelknopXJ600N
1. Toerenteller
2. Rode zone (behalve voor CH, A)
3. Rode zone (voor CH, A)XJ600S
1. Toerenteller
2. Rode zone (behalve voor CH, A)
3. Rode zone (voor CH, A)XJ600N
D_4br.book Page 5 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 25 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00120
Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU00144
Schakelaar “ ” voor alarmverlichting
Met de contactsleutel in de stand “ON” of
“P” wordt deze schakelaar gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting worden gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
DC000006
LET OP:@ Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. @
DAU00127
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk deze schakelaar naar “ ” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “ ” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU00129
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
1. Dimlichtschakelaar
2. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
3. Schakelaar “ ” voor alarmverlichting
4. Richtingaanwijzerschakelaar
5. Claxonschakelaar “ ”
D_4br.book Page 6 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 26 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU00138
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” om in een
noodgeval de motor direct uit te schakelen,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU00134
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “ ”
om de parkeerlichten, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen. Zet
de schakelaar in de stand “ ” om ook de
koplamp in te schakelen.
DAU00143
Startknop “ ”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:@ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. @
DAU00152
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-16 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
1. Koppelingshendel
D_4br.book Page 7 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 27 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
DAU00157
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de
linkerzijde van de motor en wordt in combi-
natie met de koppelingshendel gebruikt bij
het schakelen van de versnellingen van de
6-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
DAU00160
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.De remhendel is voorzien van een stelmoer
voor afstelpositie. Om de afstand tussen
remhendel en stuurgreep af te stellen wordt
de stelmoer gedraaid terwijl de hendel van
het stuur vandaan wordt gehouden. Zorg
dat het merkteken “ ” op de stelmoer te-
genover het merkteken “ ” op de rem-
hendel komt.
1. Schakelpedaal
1. Remhendel
2. Stelmoer voor afstelpositie
1. Stelmoer remhendel
2. Correct in lijn staande merktekens
D_4br.book Page 8 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 28 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAU00162
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU02935
Vuldop brandstoftank Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan een
kwartslag rechtsom. Het slot wordt ontgren-
deld en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING:@ De tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-
deld is. @
DWA00025
WAARSCHUWING
@ Controleer of de tankdop stevig is aan-
gebracht alvorens te gaan rijden. @
1. Rempedaal
1. Sluitplaatje tankdopslot
2. Ontgrendelen.
D_4br.book Page 9 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 29 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAU01183
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp, zoals ge-
toond in de afbeelding.
DW000130
WAARSCHUWING
@ l
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
l
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
@
DAU00185
LET OP:@ Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-
len. @
DAU00191
OPMERKING:@ Als de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan brandstof van een ander merk of
met een hoger octaangetal. @
DAU00196
Tankbeluchtingsslang (alleen
voor Duitsland) Alvorens de motorfiets te gebruiken:l
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang.
l
Controleer de tankbeluchtingsslang
op scheuren of beschadiging en ver-
vang zo nodig.
l
Controleer of het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang niet verstopt is en
reinig die zo nodig.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije brandstof met een
octaangetal (RON) van minstens 91
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
17,0 L
Reservehoeveelheid:
3,5 L
1. Tankbeluchtingsslang
D_4br.book Page 10 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 30 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU00207
Brandstofkraan Via de brandstofkraan wordt de brandstof
van de tank naar de carburateurs gevoerd
en bovendien gefilterd.
De standen van de hendel van de brand-
stofkraan worden als volgt toegelicht en ge-
toond in de afbeeldingen.
ON
Met de hendel van de brandstofkraan in
deze stand stroomt brandstof naar de car-
burateurs terwijl de motor draait. Draai de
hendel van de brandstofkraan naar deze
stand om de motor te starten en te gaan rij-
den.RES
Dit is de reservestand. Met de hendel van
de brandstofkraan in deze stand is de re-
servehoeveelheid brandstof beschikbaar.
Draai de hendel van de brandstofkraan snel
naar deze stand als u tijdens het rijden zon-
der brandstof komt te staan, anders kan de
motor afslaan en moet de brandstoftoevoer
opnieuw worden geactiveerd (zie onder
“PRI”). Nadat de hendel van de brandstof-
kraan naar “RES” is gedraaid, moet zo snel
mogelijk brandstof worden bijgetankt, ver-
geet daarna niet de hendel van de brand-
stofkraan weer terug naar “ON” te draaien!PRI
Dit is de stand voor het opnieuw activeren
van de brandstoftoevoer. Met de hendel
van de brandstofkraan in deze stand wordt
de brandstoftoevoer naar de motor op druk
gebracht. Draai de hendel van de brand-
stofkraan in deze stand nadat de motor
zonder brandstof is komen te staan. De
brandstof stroomt dan rechtstreeks naar de
carburateurs, waardoor starten wordt ver-
gemakkelijkt. Vergeet na starten van de
motor niet de brandstofkraan weer naar
“ON” te draaien (of naar “RES” als u nog
niet heeft bijgetankt).1. Pijlteken in positie over “ON”Normale stand
1. Pijlteken in positie over “RES”Reserve-stand
1. Pijlteken in positie over “RPI”Start-stand
D_4br.book Page 11 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM