YAMAHA XJ600S 2001 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: XJ600S, Model: YAMAHA XJ600S 2001Pages: 104, PDF Size: 11.32 MB
Page 81 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
6
5. Monteer de remklauwen door de bou-
ten aan te brengen.OPMERKING:@ Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd. @6. Zet de klembout op de voorwielas,
dan de wielas en dan de remklauw-
bouten vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.7. Sluit de snelheidsmeterkabel aan.
8. Duw het stuur enkele malen stevig op
en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
Aanhaalmomenten:
Wielas:
58 Nm (5,8 m·kg)
Klembout voorwielas:
40 Nm (4,0 m·kg)
Remklauwbout:
19 Nm (1,9 m·kg)
D_4br.book Page 34 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 82 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-35
6
DAU01480
Achterwiel Verwijderen van het achterwiel
DW000122
WAARSCHUWING
@ l
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
l
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
@1. Zet de motorfiets op de middenbok.
2. Verwijder de wielasmoer.3. Haal de remankerstang los van de
remklauwsteun door de moer en de
bout te verwijderen.4. Ondersteun de remklauwsteun en trek
dan de achterwielas uit.
5. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
OPMERKING:@ De aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-
ren en aan te brengen. @6. Verwijder het wiel.
DCA00048
LET OP:@ Bekrachtig de rem niet terwijl het wiel
samen met de remschijf is verwijderd,
anders worden de remblokken tegen el-
kaar vastgeklemd. @
1. Wielasmoer
1. Bout remankerstang
2. Moer
D_4br.book Page 35 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 83 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-36
6
DAU01468
Aanbrengen van het achterwiel
1. Steek de wielas in vanaf de rechterzij-
de.
2. Breng de aandrijfketting aan over het
achtertandwiel en stel dan de aandrijf-
ketting strak. (Zie pagina 6-21 voor de
werkwijze bij spannen van de aandrijf-
ketting.)
3. Breng de wielasmoer en de bout van
de remankerstang aan bij de rem-
klauwsteun.
4. Monteer de remklauw door de bouten
aan te brengen.OPMERKING:@ Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauw over de
remschijf wordt gemonteerd. @5. Haal de motorfiets van de middenbok
zodat het achterwiel op de grond rust.
6. Zet de wielasmoer en de bout van de
remankerstang vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
DAU01008
Storingzoeken Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In het volgende storingzoekschema is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de machine correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn. Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
105 Nm (10,5 m·kg)
Bout remankerstang:
23 Nm (2,3 m·kg)
D_4br.book Page 36 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 84 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-37
6
DAU01297
Storingzoekschema
DW000125
WAARSCHUWING
@ Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt. @
2. Compressie
3. Ontsteking
4. Accu1. BenzineControleer het brandstofpeil
in de benzinetank.Voldoende benzine.
Te weinig benzine.Controleer de compressie.
Benzine bijvullen. De motor start niet: Controleer de compressie.
Laat de motor ronddraaien
met de startmotor.Er is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Verzoek een Yamaha dealer om inspectie.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.Nat
DroogVeeg de bougies schoon met een droge doek en stel
de elektrodenafstand bij of vervang de bougies.
Verzoek een Yamaha dealer om inspectie.Draai de gasgreep half open en
start de motor.
De motor start niet:
Controleer de accu.
Laat de motor ronddraaien
met de startmotor.De motor draait snel rond.
De motor draait
langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de accuklemmen en laad
indien nodig de accu op.
De motor start niet:
Verzoek een Yamaha
dealer om inspectie.
D_4br.book Page 37 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 85 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7
Verzorging ......................................................................................... 7-1
Stalling .............................................................................................. 7-4
D_4br.book Page 1 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 86 of 104

7-1
7
DAU03430
7-VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETSVerzorging De open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek wel beter zicht-
baar, maar de machine is hierdoor ook
meer kwetsbaar. Er kan sprake zijn van
roestvorming en corrosie, ook al zijn hoog-
waardige componenten gebruikt. Een roes-
tige uitlaatpijp valt bij een auto niet zo op, bij
een motorfiets is dit echter nadelig voor de
algehele aanblik. Regelmatige en correcte
verzorging is niet alleen vereist volgens de
garantiebepalingen, maar verzekert ook
een fraai uiterlijk van de machine, verlengt
de levensduur en verbetert de prestaties.Alvorens te reinigen
1. Dek de openingen van de uitlaatdem-
pers af met plastic zakken nadat de
motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, tandwielen, de
aandrijfketting en de wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met water.Reinigen
DCA00010
LET OP:@ l
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als dergelij-
ke producten toch worden gebruikt
om hardnekkig vuil los te maken,
laat het reinigingsmiddel dan niet
langer inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel ook
de directe omgeving schoon met
water, laat direct drogen en breng
daarna een corrosiewerende spray
aan.
l
Bij verkeerd reinigen kunnen de
kuipruit, de kuip, framepanelen en
andere kunststof delen worden be-
schadigd. Gebruik alleen een zach-
te, schone doek of een spons met
zachte zeep en water om kunststof
delen te reinigen.
D_4br.book Page 1 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 87 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-2
7
l
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
l
Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en
swingarmlagers, voorvork en rem-
men), elektrische componenten
(kabelstekkers, messtekkers, in-
strumenten, schakelaars en ver-
lichting), beluchtings- en
ontluchtingsslangen.
l
Bij motorfietsen met een kuipruit:
gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op een
klein, niet-zichtbaar gedeelte van
de kuipruit om zeker te zijn dat
geen sporen achterblijven op de
kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver-
toont, breng dan na wassen een
hoogwaardige polish voor gebruik
op kunststof aan.
@Na normaal gebruikVerwijder vuil met lauw water, zachte zeep
en een zachte, schone spons en spoel dan
grondig met schoon water. Gebruik een
tandenborstel op moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en insec-
tenresten laten gemakkelijker los als de
bewuste plek alvorens te reinigen een paar
minuten met een vochtige doek wordt be-
dekt.Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-
kelde wegenZilte zeelucht en wegenzout waarmee we-
gen ’s winters worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.OPMERKING:@ ’s Winters gestrooid wegenzout kan nog tot
in de lente aanwezig blijven. @1. Reinig de motorfiets met koud water
en zachte zeep nadat de machine is
afgekoeld.
DCA00012
LET OP:@ Gebruik geen heet water, dit versterkt de
corrosieve werking van het zout. @2. Laat de motorfiets drogen en breng
dan met een spuitbus een corrosiewe-
rend middel aan op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo cor-
rosie te voorkomen.
D_4br.book Page 2 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 88 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
Na reinigen
1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaat-
systemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik een reinigingsspray als uni-
verseel schoonmaakmiddel om even-
tueel nog achtergebleven vuil te
verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen bij ver-
oorzaakt door steenslag e.d.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens te stallen of af te dekken.
DWA00001
WAARSCHUWING
@ l
Controleer of er geen olie of was
aanwezig is op de wielen of de rem-
men. Reinig de remschijven en
remvoeringen zo nodig met een
normale remschijfreiniger of ace-
ton en spoel de banden schoon met
lauw water en een zachte zeep.
l
Test eerst de remwerking en het
weggedrag in bochten alvorens de
motorfiets werkelijk te gaan gebrui-
ken.
@
DCA00013
LET OP:@ l
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
l
Breng oliespray of was nooit aan
op rubber of kunststof delen, be-
handel deze met een daartoe be-
stemd verzorgingsmiddel.
l
Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
@OPMERKING:@ Vraag een Yamaha dealer om advies over
de te gebruiken producten. @
D_4br.book Page 3 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 89 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-4
7
Stalling Korte termijn
Stal uw motorfiets steeds in een koele en
droge ruimte en bescherm zo nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
DCA00014
LET OP:@ l
Als de motorfiets wordt gestald in
een slecht geventileerde ruimte of
in vochtige toestand wordt afge-
dekt met een hoes of een dekzeil,
zal water en vocht kunnen binnen-
dringen en roestvorming veroorza-
ken.
l
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-
liën.
@
Lange termijn
Voordat uw motorfiets gedurende enkele
maanden wordt gestald:
1. Volg alle instructies op in de paragraaf
“Verzorging” in dit hoofdstuk.
2. Draai de kraanhendel in “ON”.
3. Leeg de vlotterkamers in de carbura-
teur door de aftappluggen los te
draaien; u voorkomt zo dat neerslag
uit de brandstof achterblijft. Giet de af-
getapte brandstof terug in de brand-
stoftank.
4. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
5. Voer de volgende stappen uit om de
cilinders, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedoppen en de
bougies.
b. Giet een theelepel motorolie in elk
bougiegat.c. Breng de bougiedoppen aan op de
bougies en leg dan de bougies zoda-
nig op de cilinderkop dat de elektroden
aan massa liggen. (Dit voorkomt von-
ken tijdens de volgende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond-
draaien op de startmotor. (De cilinder-
wanden worden zo geolied.)
e. Haal de bougiedoppen los van de
bougies en breng dan de bougies en
de bougiedoppen weer aan.
DWA00003
WAARSCHUWING
@ Om schade of letsel door vonkvorming
te voorkomen, moeten de bougie-elek-
troden aan massa liggen terwijl de mo-
tor wordt rondgedraaid. @6. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
D_4br.book Page 4 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM
Page 90 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-5
7
7. Controleer de bandspanning en corri-
geer deze zo nodig en breng dan de
motorfiets omhoog, zodat beide wie-
len los van de grond zijn. Een andere
mogelijkheid is de wielen elke maand
iets te draaien, zodat de banden niet
op één gedeelte sterker achteruit-
gaan.
8. Dek de uitlaatdemperopeningen af
met een plastic zak om te voorkomen
dat vocht kan binnendringen.
9. Verwijder de accu en laad deze volle-
dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad hem eens per
maand bij. Zet de accu niet weg op
een extreem koude of warme plek
(kouder dan 0 °C of warmer dan
30 °C). Zie pagina 6-27 voor meer in-
formatie over het opbergen van de ac-
cu.OPMERKING:@ Voer eventueel benodigde reparaties uit
voordat u uw motorfiets stalt. @D_4br.book Page 5 Thursday, August 17, 2000 12:04 PM