YAMAHA XJR 1300 2005 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2005, Model line: XJR 1300, Model: YAMAHA XJR 1300 2005Pages: 88, PDF Size: 5.51 MB
Page 41 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-1
6
DAU17240
De eigenaar is verplicht de optimale veilig-
heid te waarborgen. Door periodiek inspec-
ties, afstellingen en smeerbeurten uit te
laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine
in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie
blijft. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot in-
specties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in het perio-
diek smeer- en onderhoudsschema moeten
worden beschouwd als een algemene richt-
lijn onder normale rijcondities Het is echter
mogelijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN WORDEN
VERKORT AFHANKELIJK VAN HET
WEER, HET TERREIN, DE GEOGRAFI-
SCHE LOCATIE EN INDIVIDUEEL GE-
BRUIK.
WAARSCHUWING
DWA10320
Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermeeniet echt vertrouwd bent.
DAU17380
Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset is te vinden on-
der het rijderzadel. (Zie pagina 3-14.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Het
gebruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel kan echter nodig zijn om be-
paalde onderhoudswerkzaamheden cor-
rect uit te voeren.OPMERKING:Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaaldewerkzaamheden vereist zijn.
WAARSCHUWING
DWA10350
Door modificaties die niet door Yamaha
zijn goedgekeurd kan het motorvermo-
gen achteruitgaan of de machine te on-
veilig worden om nog te gebruiken
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat uzelf wijzigingen aanbrengt.
1. Boordgereedschapsset
U5WMD2D0.book Page 1 Monday, August 2, 2004 10:31 AM
Page 42 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
6
DAU17705
Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING:
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km, beginnend vanaf 10000 km.
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040
1*BrandstofleidingControleer de brandstof- en onderdrukslangen op scheur-
tjes of beschadigingen.√√√√ √
2*BrandstoffilterControleer de conditie.√√
3 BougiesControleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand afstellen.√√
Vervangen.√√
4*Ve n ti e le nControleer de klepspeling.
Afstellen.Elke 20000 km
5 LuchtfilterelementReinigen.√√
Vervangen.√√
6*KoppelingControleer de werking en het vloeistofniveau en contro-
leer de machine op vloeistoflekkage.√√√√√
7*VoorremControleer de werking en het vloeistofniveau en contro-
leer de machine op vloeistoflekkage.√√√√√ √
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
U5WMD2D0.book Page 2 Monday, August 2, 2004 10:31 AM
Page 43 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
8*AchterremControleer de werking en het vloeistofniveau en contro-
leer de machine op vloeistoflekkage.√√√√√ √
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
9*RemslangenControleer op scheurtjes en beschadigingen.√√√√ √
Vervangen. Elke 4 jaar
10*WielenControleer de speling en controleer op beschadigingen.√√√√
11*BandenControleer op slijtage en beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.√√√√ √
12*WiellagersControleer op speling of beschadigingen.√√√√
13*AchterbrugControleer op een correcte werking en overmatige spe-
ling.√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km
14 AandrijfkettingControleer de spanning, uitlijning en conditie van de aan-
drijfketting.
Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale
smering voor o-ringkettingen.Elke 1000 km en na elke wasbeurt of rit in de regen
15*BalhoofdlagersControleer de lagers op speling en oppervlakteruwheid.√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km
16*FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.√√√√ √
17Zijstandaard, midden-
bokControleer de werking.
Smeren.√√√√ √
18*ZijstandaardschakelaarControleer de werking.√√√√√ √ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040
U5WMD2D0.book Page 3 Monday, August 2, 2004 10:31 AM
Page 44 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
DAU17670
OPMERKING:
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Onderhoud aan hydraulisch rem- en koppelingssysteem
Controleer regelmatig het rem- en koppelingsvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
19*Vo o r v o r kControleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√
20*SchokdemperunitsControleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√
21*CarburateursControleer de werking van de choke.
Stel het stationair toerental en de synchronisatie af.√√√√√ √
22 MotorolieVerversen.
Controleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage.√√√√√ √
23 OliefilterelementVervangen.√√√
24*Voor- en achterrem-
schakelaarControleer de werking.√√√√√ √
25Bewegende delen en
kabelsSmeren.√√√√ √
26*Gaskabelhuis en gas-
kabelControleer de werking en speling.
Stel indien nodig de speling af.
Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.√√√√ √
27*Uitlaatdemper en uit-
laatpijpControleer of de schroefklem goed vastzit.√√√√√
28*Lampen, richtingaan-
wijzers en schakelaarsControleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√ √ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040U5WMD2D0.book Page 4 Monday, August 2, 2004 10:31 AM
Page 45 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
Vervang de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en remklauwen en van de koppelingshoofdcilinder en -werkcilinder
na elke twee jaar en ververs dan ook de rem- en de koppelingsvloeistof.Vervang de rem- en koppelingsslangen na elke vier jaar of als ze zijn gescheurd of beschadigd.
U5WMD2D0.book Page 5 Monday, August 2, 2004 10:31 AM
Page 46 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
DAU18771
Panelen verwijderen en
aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeelde
panelen worden verwijderd. Neem deze pa-
ragraaf telkens door om een paneel te ver-
wijderen of aan te brengen.
DAU33550
Paneel A
Verwijderen van het paneel1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-14.)
2. Verwijder de bout en trek het paneel
los zoals getoond.Aanbrengen van het paneel
1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de bout aan.
2. Breng het zadel aan.LET OP:
DCA12830
Het afgebeelde gedeelte is geen opberg-
compartiment. Het hier opbergen van
spullen kan de luchtinlaat blokkeren,
waardoor de werking van de motor ach-teruitgaat of de motor beschadigd raakt.
1. Paneel A
1. Paneel B
2. Paneel C
1. Bout
U5WMD2D0.book Page 6 Monday, August 2, 2004 10:31 AM
Page 47 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
DAU33020
Paneel B
Verwijderen van het paneel1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-14.)
2. Verwijder de bout en trek het paneel
los zoals getoond.Aanbrengen van het paneel
1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de bout aan.
2. Breng het zadel aan.
DAU19193
Paneel C
Verwijderen van het paneelVerwijder de bouten en haal het paneel los.Aanbrengen van het paneel
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bouten aan.
1. Bout
1. Bout
U5WMD2D0.book Page 7 Monday, August 2, 2004 10:31 AM
Page 48 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
6
DAU19543
Controleren van de bougies De bougies zijn belangrijke onderdelen van
de motor die gemakkelijk kunnen worden
gecontroleerd. Omdat door verhitting en
neerslag bougies altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. De conditie van de bougies kan daar-
naast veel duidelijk maken over de conditie
van de motor.
Een bougie verwijderen
1. Verwijder de bougiedop.
2. Verwijder de bougie zoals weergege-
ven met behulp van de bougiesleutel
uit de boordgereedschapsset.Controleren van de bougies
1. Kijk of op elke bougie de porseleinen
isolator rond de centrale elektrode licht
tot gemiddeld bruin verkleurd is (de
ideale kleur als normaal met de machi-
ne wordt gereden).
2. Controleer of alle bougies in de motor
dezelfde kleur hebben.
OPMERKING:Wanneer een bougie een heel andere kleur
vertoont, is de motor mogelijk defect. Pro-
beer dergelijke problemen niet zelf vast te
stellen. Laat in plaats daarvan uw motorfietsnakijken door een Yamaha dealer.
3. Controleer bij elke bougie of de elek-
troden zijn afgesleten en let op over-
matige koolaanslag of andere
neerslag. Vervang indien nodig.Een bougie aanbrengen
1. Meet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
2. Reinig het oppervlak van de bougie-
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
3. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
1. Bougiedop
1. Bougiesleutel
Voorgeschreven bougie:
NGK/DPR8EA-91. ElektrodenafstandElektrodenafstand:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
U5WMD2D0.book Page 8 Monday, August 2, 2004 10:31 AM
Page 49 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-9
6
OPMERKING:Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-ment worden aangedraaid.
4. Installeer de bougiedop.
DAU19691
Motorolie en oliefilterelement Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en het oliefilterelement
worden vervangen volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op de middenbok.OPMERKING:Zorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het motorolieniveau. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan hetniveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan
uit.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot
rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas rechtsonder
in het carter.OPMERKING:Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveaustaan.4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie, van de aanbevo-
len soort, bij tot het correcte niveau.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging oliefilterelement)
1. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan
uit.
2. Zet een oliecarter onder de motor om
de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug om de olie uit het carter te laten
stromen. Aanhaalmoment:
Bougie:
17.5 Nm (1.75 m·kgf, 13 ft·lbf)
1. Olievuldop
2. Kijkglas olieniveau
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
U5WMD2D0.book Page 9 Monday, August 2, 2004 10:31 AM
Page 50 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-10
6
OPMERKIN
G:
Sla de stappen 4–10 over als het oliefiltere-lement niet wordt vervangen.
4. Verwijder het paneel C. (Zie pagina
6-6.)
5. Verwijder de aftapschroef van het olie-
filterelement om de olie uit het oliefilte-
relement te laten stromen.
6. Haal het oliefilterdeksel los door de
bout te verwijderen.7. Verwijder en vervang het oliefilterele-
ment en de o-ring.8. Monteer het oliefilterdeksel door het
uitsteeksel aan het deksel in lijn te
brengen met de sleuf in het carter;
breng dan de bout aan en zet vast met
het voorgeschreven aanhaalmoment.
OPMERKING:Zorg dat de o-ring correct aanligt.
9. Breng de aftapschroef van het oliefilte-
relement aan en zet hem vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Olieaftapplug
1. Aftapschroef oliefilterelement
2. Bout
3. Oliefilterdeksel
1. Oliefilterelement
2. O-ring
1. Uitsteeksel
2. SleufAanhaalmoment:
Bevestigingsbout oliefilterdeksel:
15 Nm (1.5 m·kgf, 11 ft·lbf)
U5WMD2D0.book Page 10 Monday, August 2, 2004 10:31 AM