alarm YAMAHA XMAX 300 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: XMAX 300, Model: YAMAHA XMAX 300 2017Pages: 114, PDF Size: 4.01 MB
Page 25 of 114

Smart-sleutelsysteem
3-11
3
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk op de knop van het contactslotterwijl de Smart-sleutel is ingescha-
keld en zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem
bevindt.
3. Druk terwijl het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem brandt het con-
tactslot in en draai het naar “ ”.
OPMERKING
Als het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
Het stuur ontgrendelen
1. Druk op de knop van het contactslot terwijl de Smart-sleutel is ingescha-
keld en zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem
bevindt.
2. Draai en druk terwijl het controlelamp- je van het Smart-sleutelsysteem
brandt het contactslot in de gewenste
stand.
DAU76903 (parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. Om de stand “ ” te gebruiken
1. Druk met het contactslot in de
stand “ ” en de Smart-sleutel inge-
schakeld en binnen het ontvangstbe-
reik op de knop van het contactslot.
2. Draai terwijl het controlelampje van het Smart-sleutelsysteem brandt het
contactslot naar “ ”.
Om de stand “ ” te verlaten
Draai eenvoudigweg het contactslot
naar “ ”.
LET OP
DCA20760
Als u d e alarmverlichtin g of de richtin g-
aanwijzers lan gdurig g eb ruikt, kan d it de
accu ontla den.
DAU79000“” (tank dopd eksel)
Om het tankdopdeksel te openen
1. Druk op de knop van het contactslot terwijl de Smart-sleutel is ingescha-
keld en zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem
bevindt.
2. Draai als het controlelampje van het Smart-sleutelsysteem brandt het con-
tactslot naar “ ”.
1. Drukken.
2. Indrukken en draaien.
12
1. Drukken.
2. Draaien.
12
UB74D0D0.book Page 11 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 38 of 114

Functies van instrumenten en bed iening selementen
4-12
4
DAU1234M
Stuurschakelaars
Links
Rechts
DAU54201Dimlichtschakelaar/lichtsi gnaalschakel
aar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u op de lichtsignaalzijde “PASS” van de
schakelaar terwijl de koplampen op dim-
licht staan.
DAU12461Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU54212Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 6-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU78190Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met het contactslot in de stand “ON”
of “ ” kunt u met deze schakelaar de
alarmverlichting insc hakelen (gelijktijdig
knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
1. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar “
/ /PASS”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
3. Claxonschakelaar “ ”
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Schakelaar alarmverlichting “ ”
3. “TRIP/INFO”-schakelaar
1
2
3
1
2
3
UB74D0D0.book Page 12 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 62 of 114

Gebruik en belan grijke rij-informatie
6-5
6
DAU16842
Inrijperio de
De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te
zwaar worden belast. De verschillende on-
derdelen van de motor slijten op elkaar in
totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn be-
reikt. Rijd tijdens deze periode nooit lang-
durig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAU34323
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 4500 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moeten de motorolie, ein dover-
b ren gin gsolie en het oliefilterelement
wor den vervan gen.
[DCA12932]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 5400 tpm
achtereen draaien.
1600 km (1000 mi) en ver der
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
DCA10311
Voer het toerental niet zover op dat
d e toerenteller in de ro de zone
wijst.
Als tij dens de inrijperio de motor-
scha de optree dt, vraa g d an direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
DAUN1421
Parkeren
Als u de machine parkeert, schakel dan de
machinevoeding uit en daarna de Smart-
sleutel.
OPMERKING
Zelfs als de machine is geparkeerd op een
locatie die wordt afgescheiden door een
hek of een glazen ruit, kunnen andere per-
sonen de motor starten en de machine be-
dienen als de Smart-sleutel zich binnen het
bereik bevindt. Schakel de Smart-sleutel uit
wanneer u de machine achterlaat. (Zie pa-
gina 3-5.)
Als de zijstandaard omlaag wordt gezet ter-
wijl de motor draait, slaat de motor af en
klinkt de zoemer gedurende ongeveer 1 mi-
nuut. Zet om de zoemer te stoppen de ma-
chinevoeding uit of zet de zijstandaard
omhoog.
OPMERKING
Zet alvorens de machine achter te la-
ten altijd het contactslot op “OFF”
of “ ”. Als u dit nalaat, kan de accu
ontladen raken.
De alarmzoemer voor de zijstandaard
kan zo worden ingesteld dat deze niet
wordt geactiveerd. Neem contact op
met uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet wor den, parkeer
d us op een plek waar voet gan gers
of kin deren niet gemakkelijk met
d eze on der delen in aanrakin g kun-
nen komen en b randwon den kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een hellin g of een
zachte on der gron d, hier door kan
d e machine kantelen met mo gelijk
b ran dstoflekka ge en b rand tot g e-
vol g.
UB74D0D0.book Page 5 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 93 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-30
7Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Schakel het contactslot uit en schakel het betreffende elektrische circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Schakel het contactslot in en schakel
het betreffende elektrische circuit in
om te zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Zekering 2 signaleringssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ABS-regeleenheid
4. Hoofdzekering 2
5. Zekering radiatorkoelvinmotor
6. Backup-zekering
7. Reservezekering
8. Zekering ABS-motor
9. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
10.Zekering richtingaanwijzer/alarmverlichting
11.Aansluitzekering 1
12.Antwoordzekering
123456 7
8910
11
12
7
Voor
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
20.0 A
Hoofdzekering 2: 7.5 A
Aansluitzekering 1: 2.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering 2 signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering richtingaanwijzer/alarm-
verlichting:
7.5 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 15.0 A
Antwoordzekering:
2.0 A
UB74D0D0.book Page 30 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 108 of 114

Specificaties
9-3
9
Instrumentenverlichting:LED
Controlelampje grootlicht: LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LED
ABS-waarschuwingslampje: LED
Controlelampje Smart-sleutelsysteem:
LED
Controlelampje tractieregeling: LED
Zekerin g:
Hoofdzekering:
20.0 A
Hoofdzekering 2:
7.5 A
Aansluitzekering 1: 2.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering 2 signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 7.5 A
Zekering richtingaanwijzer/alarmverlichting: 7.5 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep: 15.0 A
Antwoordzekering:
2.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
UB74D0D0.book Page 3 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 111 of 114

11-1
11
Index
A
Aandachtspunten voor veilig rijden ........ 1-5
ABS ...................................................... 4-14
ABS-waarschuwingslampje ................... 4-1
Accu ..................................................... 7-28
B
Banden ................................................. 7-19
Batterij van Smart-sleutel, vervangen .... 3-6
Bereik van het Smart-sleutelsysteem .... 3-2
Bougie, controleren ................................ 7-8
Brandstof.............................................. 4-18
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 6-4
C
Claxonschakelaar ................................. 4-12
Contactslot ............................................. 3-8
Controlelampje grootlicht ....................... 4-1
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ........................ 4-1
Controlelampje Smart-sleutelsysteem ... 4-2
Controlelampjes richtingaanwijzers ....... 4-1
Controlelampje tractieregeling ............... 4-2
D
De motor starten .................................... 6-2
Diagnosestekker................................... 10-2
Dimlichtschakelaar/ lichtsignaalschakelaar ........................ 4-12
E
Eindoverbrengingsolie .......................... 7-11
F
Filterbus.................................................. 7-9
G
Gasgreep en gaskabel, controleren
en smeren .......................................... 7-25
Gegevensregistratie, voertuig .............. 10-2
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ........................................ 4-29
Gereedschapsset ................................... 7-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen .......................................... 7-33
I
Identificatienummers ............................ 10-1
Inrijperiode ............................................. 6-5
K
Kabels, controleren en smeren ............ 7-24
Klepspeling........................................... 7-18
Koelvloeistof ......................................... 7-12
Koplampen ........................................... 7-31
Kuipruit ................................................. 4-22
L
Luchtfilter en luchtfilterelementen in de V-snaarbehuizing ........................... 7-14
M
Matkleur, let op ....................................... 8-1
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren........................ 7-26
Modelinformatiesticker ......................... 10-1
Motorolie en oliefilterelement ................. 7-9
Multifunctioneel display .......................... 4-3
N
Noodmodus .......................................... 7-37
O
Onderhoud .............................................. 8-1
Onderhoud en smering, periodiek .......... 7-4
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem ..... 7-3
Opbergcompartimenten ....................... 4-20
P
Paneel, verwijderen en aanbrengen........ 7-7
Parkeerlichten ....................................... 7-31
Parkeren.................................................. 6-5
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 7-34
R
Remhendel, achterrem ......................... 4-14
Remhendels, smeren ............................ 7-25
Remlicht/achterlicht .............................. 7-32
Remmen ................................................. 6-4
Remvloeistofniveau, controleren .......... 7-22
Remvloeistof, verversen ....................... 7-23
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 4-12
S
Schakelaar alarmverlichting .................. 4-12
Schakelaar TRIP/INFO .......................... 4-13
Schokdemperunits, afstellen ................ 4-25
Serienummer motorblok ....................... 10-1
Sleutel, Smart- en mechanische sleutels gebruiken................................. 3-3
Smart-sleutel .......................................... 3-5
Smart-sleutelsysteem ............................. 3-1
Smart-sleutelsysteem, problemen oplossen ............................................. 7-34
Snelheidsmeter ....................................... 4-2
Sneller en langzamer rijden .................... 6-3
Specificaties ........................................... 9-1
Stalling .................................................... 8-4
Stand van het stuur, afstellen ............... 4-25
Startblokkeringssysteem ...................... 4-27
Stop/Run/Start-schakelaar ................... 4-12
Storingzoekschema’s ........................... 7-35
UB74D0D0.book Page 1 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM