YAMAHA XMAX 300 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2022, Model line: XMAX 300, Model: YAMAHA XMAX 300 2022Pages: 116, PDF Size: 4.64 MB
Page 21 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-4
3
vangen. Dit brengt aanzienlijke kosten met
zich mee. Bewaar de kaart met het i den-
tificatienummer op een veili ge plaats.LET OP
DCA21573
De Smart-sleutel b evat elektronische
precisieon der delen. Neem de vol gen de
voorzor gsmaatre gelen om storin gen of
scha de te voorkomen.
Plaats of bewaar de Smart-sleutel
niet in een op ber gcompartiment.
De Smart-sleutel kan b eschadigd
raken door rijtrillin gen of overmati-
g e hitte.
Laat de Smart-sleutel niet vallen,
b ui g deze niet en stel deze niet
b loot aan har de schokken.
Dompel de Smart-sleutel niet on der
in water of an dere vloeistoffen.
Plaats geen zware voorwerpen op
d e Smart-sleutel en stel deze niet
b loot aan overmati ge druk.
Plaats de Smart-sleutel niet in een
om gevin g met d irect zonlicht, ho ge
temperaturen of een ho ge voch
ti g-
hei dsg raa d.
Pro beer niet om de Smart-sleutel te
slijpen of te wijzi gen.
Hou d d e Smart-sleutel uit de buurt
van sterke ma gnetische vel den en
ma gnetische voorwerpen zoals
sleutelhou ders, televisies en com-
puters.
Hou d d e Smart-sleutel uit de buurt
van elektrische me dische appara-
tuur.
Laat de Smart-sleutel niet in con-
tact komen met olie, polijstmi ddel
of a gressieve chemische stoffen.
Hier door kan de behuizin g van d e
Smart-sleutel verkleuren of b ar-
sten.
OPMERKING De levensduur van de batterij van de
Smart-sleutel is ongeveer twee jaar,
maar dit kan variëren naargelang de
gebruiksomstandigheden.
Vervang de batterij van de Smart-
sleutel als het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem na het inscha-
kelen van het contact ongeveer 20 se-
conden blijft knipperen of wanneer het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem na het indrukken van de knop
op de Smart-sleutel niet gaat bran-
den. (Zie pagina 3-6.) Als het Smart-
sleutelsysteem na het vervangen van
de batterij van de Smart-sleutel nog steeds niet werkt, controleer dan de
voertuigaccu en laat het voertuig con-
troleren door een Yamaha dealer.
Als de Smart-sleutel doorlopend ra-
diogolven ontvangt, zal de batterij van
de Smart-sleutel snel ontladen raken.
(Bijvoorbeeld als de Smart-sleutel in
de omgeving van elektrische appara-
ten zoals televisies, radio’s of compu-
ters wordt bewaard.)
U kunt maximaal zes Smart-sleutels
registreren voor dezelfde machine.
Neem voor extra Smart-sleutels con-
tact op met uw Yamaha dealer.
Als u een Smart-sleutel kwijtraakt,
neem dan onmiddellijk contact op met
een Yamaha dealer om diefstal van de
machine te voorkomen.
UBBAD1D0.book Page 4 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 22 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-5
3
DAU76474
Smart-sleutel
WAARSCHUWING
DWA17952
U dient de Smart Key b ij u te dra-
g en. Bewaar deze niet in het voer-
tui g.
Wees erop alert d at wanneer de
Smart Key zich binnen het wer-
kin gsb ereik bevin dt, an dere perso-
nen die de Smart Key niet dra gen
d e motor kunnen starten en het
voertui g kunnen bed ienen.De Smart-sleutel in- en uitschakelen
Houd de knop op de Smart-sleutel onge-
veer 1 seconde ingedrukt om de Smart-
sleutel in of uit te schakelen. Als de Smart- sleutel is uitgeschakeld, is gebruik van de
machine niet mogelijk, zelfs niet als de
Smart-sleutel zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem bevindt.
Schakel de Smart-sleutel in en breng deze
binnen het ontvangstbereik om de machine
te kunnen gebruiken.
Controleren of Smart-sleutel is in- of uit-
g
eschakel d
Druk op de knop op de Smart-sleutel om
de huidige bedieningsstatus van de Smart-
sleutel te bepalen.
Als het controlelampje van de Smart-sleutel
gaat branden: Licht snel op gedurende 0.1 seconde:
De Smart-sleutel is ingeschakeld.
Licht langzaam op gedurende 0.5 se-
conden: De Smart-sleutel is uitge-
schakeld.
Be groetin gsfunctie op afstan d
Druk op de knop op de Smart-sleutel om
de begroetingsfunctie op afstand te active-
ren. Er klinken twee piepsignalen en alle
richtingaanwijzers knipperen twee keer.
Deze functie is handig om uw machine te-
rug te vinden, bijvoorbeeld op een parkeer-
plaats. Bereik van
de beg roetin gsfunctie op af-
stan d
Het bereik van de begroetingsfunctie op af-
stand is ongeveer zoals getoond.
Aangezien het Smart-sleutelsysteem ge-
bruikmaakt van zwakke radiogolven, kan
het ontvangstbereik ervan worden beïn-
vloed door de omgeving.
Piepsi gnaal beg roetin gsfunctie in- of
uitschakelen
Het piepsignaal dat klinkt bij activeren van
de begroetingsfunctie kan worden in- of
uitgeschakeld met behulp van de volgende
procedure.
1. Schakel de Smart-sleutel in en breng deze binnen het ontvangstbereik van
het Smart-sleutelsysteem.
2. Zet het contactslot op “OFF” en druk vervolgens één keer op de knop van
het contactslot.1. Controlelampje Smart-sleutel
2. Smart-sleuteltoets
1
2
~20m
UBBAD1D0.book Page 5 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 23 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-6
3
3. Druk daarna binnen 9 seconden nog-maals op de knop en houd deze 5 se-
conden ingedrukt.
4. Als het piepsignaal klinkt, is het instel- len voltooid.
Als het piepsignaal:
Twee keer klinkt: Het piepsignaal
is uitgeschakeld.
Eén keer klinkt: Het piepsignaal
is ingeschakeld.
DAU76484
De batterij van de Smart-sleutel
vervan genVervang de batterij in de volgende situaties.
Als het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem ongeveer 20 secon-
den knippert nadat het contact wordt
ingeschakeld.
Als de begroetingsfunctie niet werkt
wanneer de knop op de Smart-sleutel
wordt ingedrukt.
WAARSCHUWING
DWA20631
Onjuiste vervan gin g van de batterij lei dt
tot explosie gevaar
Vervan g d e batterij uitsluiten d d oor
een exemplaar van hetzelf de of een
g elijkwaar dig type.
Zor g d at u alle lokale wet- en re gel-
g evin g voor het verwij deren van
b atterijen of accu’s kent en navol gt.
Verwij der een b atterij nooit door
d eze in vuur te werpen of mecha-
nisch te ver brijzelen of snij den.
Als een b atterij verkeer d wor dt ver-
wij der d of wor dt verhit tot ho ge
temperatuur (100 °C (212 °F) of ho-
g er), kan in de batterij gas wor den
g eg enereer d, wat kan lei den
tot
elektrolytlekka ge, interne kortslui-
tin g, warmteontwikkelin g, explosie
en fel licht.
Stel de han deenhei d niet bloot aan ex-
treme warmte zoals zon, vuur en der ge-
lijke.
Slik de batterij niet in: kans op chemi-
sche bran dwon den
Dit prod uct bevat een knoopcel bat-
terij. Als d e knoopcel batterij wor dt
in geslikt, kan deze binnen slechts
2 uur ernsti ge inwen dig e bran d-
won den veroorzaken, mo gelijk met
d e dood tot g evolg. Hou d nieuwe en
g eb ruikte batterijen uit de buurt van
kin deren.
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”ZAUM1530
1
UBBAD1D0.book Page 6 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 24 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-7
3
Als het b atterijvak niet goe d sluit,
g eb ruik het pro duct dan niet meer
en hou d het uit de buurt van kin de-
ren.
Raa dplee g onmi ddellijk een arts als
u vermoe dt dat een b atterij is in ge-
slikt of in eni g d eel van het lichaam
is terecht gekomen.LET OP
DCA15785
Gebruik een d oek wanneer u d e be-
huizin g van de Smart-sleutel opent
met een schroeven draaier. Bij
rechtstreeks contact met har de
voorwerpen kan de Smart-sleutel
b eschad igd of bekrast raken.
Voorkom dat de water dichte af-
d ichtin g bescha digd of vervuil d
raakt.
Raak de interne circuits en aanslui-
tin gen niet aan. Hier door kunnen
storin gen ontstaan.
Oefen geen overmati ge kracht uit
op de Smart-sleutel b ij het vervan-
g en van de batterij.
Zor g ervoor d at de batterij correct
wor dt g eplaatst. Controleer de rich-
tin g van de pos
itieve “+” kant van
d e batterij.
De batterij van d e Smart-sleutel vervan-
g en
1. Open de behuizing van de Smart- sleutel zoals getoond.
2. Verwijder de batterij.
OPMERKINGVoer de verwijderde batterij af volgens de
lokaal geldende voorschriften.3. Plaats een nieuwe batterij zoals ge- toond. Let op de polariteit van de bat-
terij.
4. Klik de behuizing van de Smart-sleutel voorzichtig dicht.
1. Accu
1
Ve re i s t e batterij:
CR20321. Accu
1
UBBAD1D0.book Page 7 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 25 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-8
3
DAU76893
ContactslotHet contactslot wordt gebruikt om de ma-
chinevoeding in en uit te schakelen, het
stuur te vergrendelen of ontgrendelen en
het zadel, tankdopdeksel en opbergcom-
partiment A te openen. Na indrukken vande knop van het contactslot en bevestiging
met de Smart-sleutel kan het contactslot
worden gedraaid terwijl het controlelampje
van het Smart-sleutelsysteem brandt (on-
geveer 4 seconden).
WAARSCHUWING
DWA18720
Draai nooit het contactslot naar
“OFF”, “ ” of “OPEN” terwijl
de machi-
ne rij dt. Hier door wor den de elektrische
systemen uit geschakel d, wat mo gelijk
kan lei den tot verlies van d e controle of
een on geval.OPMERKINGDruk niet herhaaldelijk op de knop van het
contactslot en draai het contactslot niet va-
ker dan nodig is voor normaal gebruik. Als
u dit doet, wordt het Smart-sleutelsysteem
tijdelijk uitgeschakeld en gaat het controle-
lampje knipperen om schade aan het con-
tactslot te voorkomen. Wacht als dit
gebeurt tot het controlelampje stopt met
knipperen alvorens het contactslot weer te
bedienen.Hieronder worden de standen van het con-
tactslot beschreven.
DAU76502
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom en de motor kan worden ge-
start.
Het contact inschakelen1. Schakel de Smart-sleutel in en breng
deze binnen het ontvangstbereik van
het Smart-sleutelsysteem.
2. Druk op de knop van het contactslot: het controlelampje van de Smart-sleu-
tel gaat ongeveer 4 seconden bran-
den.
3. Zet terwijl het cont rolelampje van het
Smart-sleutelsysteem brandt het con-
tactslot op “ON”. Alle richtingaanwij-
zers knipperen twee keer en de
machinevoeding wordt ingeschakeld.
1. Contactslot
2. Knop contactslot
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”ZAUM1816
2
1
ZAUM1530
1
1. Drukken.
2. Draaien.ZAUM14711 2
UBBAD1D0.book Page 8 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 26 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-9
3
OPMERKINGAls de spanning van de voertuigaccu
laag is, knipperen de richtingaanwij-
zers niet.
Zie “Noodmodus” op pagina 7-37
voor informatie over het inschakelen
van de machinevoeding zonder de
Smart-sleutel.
DAU76511
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld.
Het contact uitschakelen1. Zet het contactslot op “OFF” terwijl de
Smart-sleutel is ingeschakeld en zich
binnen het ontvangstbereik van het
Smart-sleutelsysteem bevindt. 2. De richtingaanwijzers knipperen één
keer en het contact wordt uitgescha-
keld.
OPMERKINGAls het contactslot op “OFF” staat maar de
aanwezigheid van de Smart-sleutel niet kan
worden bevestigd (omdat de Smart-sleutel
zich buiten het ontvangstbereik bevindt of
is uitgeschakeld), klinkt er gedurende 3 se-
conden een piepsignaal en gaat het contro-
lelampje van het Smart-sleutelsysteem 30
seconden knipperen. Tijdens deze 30 seconden kan het
contactslot gewoon worden bediend.
Na 30 seconden wordt het contact au-
tomatisch uitgeschakeld.
Wanneer u het contact onmiddellijk
wilt uitschakelen, druk dan binnen 2
seconden vier keer op de knop van
het contactslot.
DAU79042
OPEN (open)
Het contactslot wordt van stroom voorzien.
Het zadel en opbergcompartiment A kun-
nen worden geopend. Het zadel en opbergcompartiment A ope-
nen1. Druk op de knop van het contactslot
terwijl de Smart-sleutel is ingescha-
keld en zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem
bevindt.
2. Draai terwijl het controlelampje van
het Smart-sleutelsysteem brandt het
contactslot op “OPEN”.
3. Druk om het zadel te openen op de
knop “SEAT” en til dan het zadel aan
de achterzijde op.
1. Draaien.ZAUM1472
1
1. Drukken.
2. Draaien.ZAUM14711 2
UBBAD1D0.book Page 9 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 27 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-10
3
4. Druk om opbergcompartiment A teopenen op de knop “LID”.
OPMERKINGZorg dat het zadel en het opbergcomparti-
ment stevig zijn gesloten alvorens te gaan
rijden.Herinnerin g voor open stan d
Om te voorkomen dat u de machine onver-
grendeld achterlaat met het contactslot in
de stand “OPEN”, klinkt de zoemer van het
Smart-sleutelsysteem in de volgende om-
standigheden.
Als het contactslot 3 minuten in de
stand “OPEN” heeft gestaan
Als de Smart-sleutel wordt uitgescha-
keld terwijl het contactslot in de stand
“OPEN” staat
Als u zich buiten het ontvangstbereik
van het Smart-sleutelsysteem begeeft
met het contactslot in de stand
“OPEN”
Als de zoemer na 3 minuten klinkt, draai
dan het contactslot naar “OFF” of “ ”.
Als de zoemer klinkt omdat de Smart-sleu-
tel werd uitgeschakeld of buiten het ont-
vangstbereik werd bewogen, zet dan de
Smart-sleutel aan en loop terug in het be-
reik.
OPMERKING De zoemer gaat na 1 minuut uit.
Het zadel kan ook met de mechani-
sche sleutel worden geopend. (Zie pa-
gina 4-20.)
DAU76521
“” (ver gren delen)
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld.
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk op de knop van het contactslot terwijl de Smart-sleutel is ingescha-
keld en zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem
bevindt.
1. Opbergcompartiment A
2. Knop “LID”
1. “SEAT”-toetsZAUM18191
2
ZAUM1818
1
1. Drukken.
2. Indrukken en draaien.ZAUM14751
2
UBBAD1D0.book Page 10 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 28 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-11
3
3. Druk terwijl het controlelampje van hetSmart-sleutelsysteem brandt het con-
tactslot in en draai het naar “ ”.OPMERKINGAls het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.Het stuur ontgrendelen1. Druk op de knop van het contactslotterwijl de Smart-sleutel is ingescha-
keld en zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem
bevindt. 2. Draai en druk terwijl het controlelamp-
je van het Smart-sleutelsysteem
brandt het contactslot in de gewenste
stand.
DAU79000
“” (tank dopd eksel)
Om het tankdopdeksel te openen1. Druk op de knop van het contactslot terwijl de Smart-sleutel is ingescha-
keld en zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem
bevindt.
2. Draai als het controlelampje van het Smart-sleutelsysteem brandt het con-
tactslot naar “ ”. Om het tankdopdeksel te sluiten
Druk het tankdopdeksel omlaag totdat het
gesloten is.OPMERKINGControleer of het tankdopdeksel stevig is
gesloten alvorens te gaan rijden.
1. Drukken.
2. Indrukken en draaien.ZAUM182012
1. Drukken.
2. Draaien.ZAUM14771
2
UBBAD1D0.book Page 11 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 29 of 116

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-1
4
DAU4939R
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU11033
Controlelampjes richtin gaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU88712
Storingsin dicatielampje (MIL) “ ”
Dit lampje gaat branden of knipperen als er
een storing wordt gedetecteerd in de motor
of een regelsysteem van de machine. Vraag
in dat geval een Yamaha dealer het boord-
diagnosesysteem te controleren. Het elek-
trische circuit van het
waarschuwingslampje kan worden gecon-
troleerd door de machinevoeding in te
schakelen. Het lampje moet enkele secon-
den oplichten en dan uitgaan. Als het lamp-
je niet gaat branden wanneer de
machinevoeding wordt ingeschakeld of
blijft branden, vraag dan uw Yamaha dealer
om de machine na te kijken.LET OP
DCA26820
Verlaa g als het MIL beg int te knipperen
het motortoerental om scha de aan het
uitlaatsysteem te voorkomen.OPMERKINGDe motor wordt bewaakt door het boorddi-
agnosesysteem, dat ook achteruitgang en
storingen in het uitstootcontrolesysteem detecteert. Daardoor kan het MIL ook gaan
branden of knipperen als gevolg van aan-
passingen, gebrek aan onderhoud of over-
matig/onjuist gebruik van de machine.
Neem om dit te voorkomen het volgende in
acht.
Probeer niet om de software of de
motorregeleenheid aan te passen.
Monteer geen elektrische accessoires
die de motorregeling beïnvloeden.
Gebruik geen aftermarket-accessoi-
res of -onderdelen zoals veringen,
bougies, verstuivers, uitlaatsystemen
etc.
Wijk niet af van de aandrijflijnspecifi-
caties (ketting, tandwielen, wielen,
banden etc.).
Breng geen wijzigingen aan in de O2-
sensor, het luchtinlaatsysteem of on-
derdelen van het uitlaatsysteem (kata-
lysatoren of EXUP etc.), en verwijder
deze niet.
Voer het onderhoud aan de V-snaar
en aandrijfriem correct uit (indien aan-
wezig).
Zorg dat de banden op de juiste span-
ning blijven.
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers
“”
2. Controlelampje rechter richtingaanwijzers “”
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. ABS-waarschuwingslampje “ ”
5. Storingsindicatielampje “ ”
6. Controlelampje tractieregeling “ ”
7. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”ZAUM1548
1
2ABS
UBBAD1D0.book Page 1 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 30 of 116

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-2
4
Vermijd extreem gebruik van de ma-
chine. Bijvoorbeeld herhaaldelijk of
overmatig openen en sluiten van de
gasgreep, racen, burnouts, wheelies
etc.
DAU78173
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de machine wordt ingeschakeld, en gaat uit
als u begint te rijden. Als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat bran-
den, werkt het ABS-systeem mogelijk niet
goed.
WAARSCHUWING
DWA16043
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat als u een snelhei d van 10 km/h
(6 mi/h) he bt bereikt of als het waar-
schuwin gslampje tij dens het rij den gaat
b ran den:
Rijd extra voorzichtig om te voorko-
men dat de wielen b lokkeren bij een
noo dstop.
Laat de machine zo snel mo gelijk
controleren door een Yamaha dea-
ler.
OPMERKINGAls u gas geeft terwijl de remmen zijn be-
krachtigd of de machine op de middenbok
staat (indien aanwezig), kan het ABS-waar-
schuwingslampje gaan branden. Zet als dit
gebeurt de machinevoeding uit en weer
aan om het ABS-waarschuwingslampje te
resetten.
DAU78591
Controlelampje tractiere gelin g “TCS”
Dit controlelampje knippert als de tractiere-
geling is ingeschakeld.
Als de tractieregeling wordt uitgeschakeld,
gaat dit controlelampje branden. (Zie pagi-
na 4-15.)OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.
DAU78602
Controlelampje Smart-sleutelsysteem
“”
Dit controlelampje geeft de toestand van
het Smart-sleutelsysteem aan. Als het
Smart-sleutelsysteem normaal werkt, is dit
controlelampje uit. Als er een storing op- treedt in het Smart-sleutelsysteem, gaat
het controlelampje knipperen. Het contro-
lelampje knippert ook wanneer de machine
en Smart-sleutel met elkaar communiceren
en bij uitvoering van bepaalde bewerkingen
van het Smart-sleutelsysteem.
ABS
UBBAD1D0.book Page 2 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM