YAMAHA XVS125 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: XVS125, Model: YAMAHA XVS125 2000Pages: 86, PDF Size: 3.07 MB
Page 11 of 86
BESCHRIJVING
2
2-2
7. Boordegreedschapsset (blz. 6-1)
8. Accu (blz. 6-31)
9. Luchtfilterelement (blz. 6-12)
10. Contactslot/stuurslot (blz. 3-1)
11. Rempedaal (blz. 3-6, 6-21)12. Oliefilterelement (blz. 6-9)
13. Veervoorbelasting-instelring
achterschokbreker (blz. 3-9)
78 910
11
12 13
Aanzicht rechterzijde
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 9
Page 12 of 86
BESCHRIJVING
2
2-3
14. Koppelingshendel (blz. 3-5, 6-19)
15. Linker stuurschakelaars (blz. 3-3)
16. Snelheidsmeterunit (blz. 3-2)
17. Rechter stuurschakelaars (blz. 3-4)
18. Remhendel (blz. 3-5, 6-20)19. Gashendel (blz. 6-15)
20. Brandstoftankdop (blz. 3-6)
14
1516 17 18
19 20
Schakelaars en instrumenten
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 10
Page 13 of 86
DAU00027
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
3-1
DAU00029
Contactslot/stuurslot
Met behulp van het contactslot/stuurslot
kunnen de ontsteking en de verlichting-
systemen worden bediend en kan het
stuursysteem worden vergrendeld. De
diverse standen worden hierna beschre-
ven.
DAU00036
ON
Alle elektrische systemen komen onder
stroom en de motor kan worden gestart.
De sleutel kan niet worden uitgenomen.
DAU00038
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU00040
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektri-
sche systemen zijn uitgeschakeld. De
sleutel kan worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur volledig naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai de sleutel naar de “LOCK”-
stand. Houd de sleutel hierbij inge-
drukt.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgrendelen
Druk de sleutel in en draai dan naar
“OFF” terwijl de sleutel ingedrukt wordt
gehouden.
OFFON
LOCKP
PUSH
IGNITION
ON
OFF
LOCK
(Parkeren)
.
DW000016
X@
Draai de contactsleutel nooit naar
“OFF” of naar “LOCK” terwijl de
motorfiets rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en mogelijk
zult u zo de macht over het stuur ver-
liezen of een ongeval veroorzaken.
Zorg dat de motorfiets stilstaat voor-
dat u de sleutel naar “OFF” of naar
“LOCK” draait.
DAU01590
.(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht
en het parkeerlicht branden, maar alle
overige elektrische systemen zijn uitge-
schakeld. De sleutel kan worden uitgeno-
men.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “
.” te kunnen draaien.
DCA00043
<>
Gebruik de parkeerstand niet geduren-
de langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 11
Page 14 of 86
3-2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
DAU00056
Controlelampjes
DAU00063
Controlelampje grootlicht “&”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is inge-
schakeld.
DAU00057
Controlelampje “5” richtingaanwij-
zers
Dit controlelampje knippert terwijl de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
20
40
60
0km/h
80100120
140
160
12 34
DAU00061
Controlelampje “N” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt terwijl de ver-
snellingsbak in de vrijstand staat.
DAU03182
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knippert wanneer een elektrisch circuit
dat de motorwerking controleert defect is.
Vraag in dat geval de Yamaha dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren.
OPMERKING:
Dit waarschuwingslampje zal een paar
seconden aan gaan wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid, maar dat duidt
niet op een storing.
1. Controlelampje grootlicht “&”
2. Controlelampje “5” richtingaanwijzers
3. Controlelampje “N” voor vrijstand
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
DAU01087
Snelheidsmeterunit
De snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter, een kilometerteller
en een ritteller. De snelheidsmeter toont
de actuele rijsnelheid. De kilometerteller
toont de totale afgelegde afstand. De rit-
teller toont de afstand afgelegd sinds de
teller het laatst via de terugstelknop werd
teruggesteld op nul. De ritteller kan wor-
den gebruikt om de afstand te schatten
die met een volle brandstoftank kan wor-
den afgelegd. Deze informatie stelt u in
staat de volgende tankstops te plannen.
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Ritteller
4. Terugstelknop
20
40
60
0km/h
80100120
140
160
1
2
3
4
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 12
Page 15 of 86
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
3-3
OPMERKING:
Alleen voor het Duitse model uitgerust
met een rijsnelheidsbegrenzer:
De rijsnelheidsbegrenzer zorgt dat de
motor een rijsnelheid van 80 km/u niet
kan overschrijden.
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie)
Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere
informatie.
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “&”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “&” voor groot-
licht en op “%” voor dimlicht.
1. Lichtsignaalschakelaar “&”
2. Dimlichtschakelaar
3. Richtingaanwijzerschakelaar
4. Claxonschakelaar “*”
1
2
3
4
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 13
Page 16 of 86
3-4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
DAU00134
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “
'”
om de parkeerlichten, het achterlicht en
de instrumentenverlichting in te schake-
len. Zet de schakelaar in de stand “:”
om ook de koplamp in te schakelen.
DAU00138
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “$” om in een
noodgeval de motor direct uit te schake-
len, zoals wanneer de machine omslaat
of als de gaskabel blijft hangen.
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “,”
1
2
3
DAU00143
Startknop “,”
Druk deze knop in om de motor door mid-
del van de startmotor te starten.
DC000005
<>
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
DAU00127
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk deze schakelaar naar “6” om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “4” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de midden-
stand. Om de richtingaanwijzers uit te
schakelen wordt de schakelaar ingedrukt
nadat hij is teruggekeerd in de midden-
stand.
DAU00129
Claxonschakelaar “*”
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
1. Lichtsignaalschakelaar “&”
2. Dimlichtschakelaar
3. Richtingaanwijzerschakelaar
4. Claxonschakelaar “*”
1
2
3
4
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 14
Page 17 of 86
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
3-5
DAU00152
Koppelingshendel
De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppe-
len. Laat de hendel los om de koppeling
aan te laten grijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel aangetrokken worden en langzaam
worden losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-10 voor
uitleg over het startspersysteem.)
1
1. Koppelingshendel
DAU00157
Schakelpedaal
Het schakelpedaal bevindt zich aan de
linkerzijde van de motor en wordt in com-
binatie met de koppelingshendel gebruikt
bij het schakelen van de versnellingen
van de 5-traps constantmeshbak op deze
motorfiets.
1 N12 3 4 5
1
1. Schakelpedaal
N. Vrijstand
DAU00158
Remhendel
De remhendel bevindt zich aan de rech-
terstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de voorrem te bekrachtigen.
1
1. Remhendel
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 15
Page 18 of 86
3-6
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
DAU00162
Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de rech-
terzijde van de motorfiets. Trap op het
rempedaal om de achterrem te bekrachti-
gen.
1. Rempedaal
1
DAU03235*
Brandstoftankdop
Verwijderen van de tankdop
Steek de sleutel in het slot en draai een
kwartslag rechtsom. Het slot wordt ont-
grendeld en de tankdop kan worden ver-
wijderd.
Aanbrengen van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke stand en neem hem dan
uit.
1. Ontgrendelen
1OPMERKING:
De tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot.
Bovendien kan de sleutel niet worden uit-
genomen als de tankdop niet correct aan-
gebracht en vergrendeld is.
DWA00025*
X@
Controleer of de tankdop correct is
aangebracht alvorens te gaan rijden.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 16
Page 19 of 86
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
3-7
DAU01183
Brandstof
Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp, zoals
getoond in de afbeelding.
DW000130
X@
8Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen als
deze warm wordt en uitzet.
8Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
1. Vulslang
2. Brandstofnivo
DAU00185
<>
Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onder-
delen.
DAU00191
OPMERKING:
Als de motor gaat detoneren (pingelen),
gebruik dan brandstof van een ander
merk of met een hoger octaangetal.
1
2
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije brandstof met
een octaangetal (RON) van
minstens 91.
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
11 L
Reservehoeveelheid:
3,4 L
DAU03236
Brandstofkraan
Deze motorfiets is uitgerust met een
brandstofkraan die werkt met onderdruk.
Via de brandstofkraan wordt de brandstof
van de tank naar de carburateurs
gevoerd en bovendien gefilterd.
De standen van de hendel van de brand-
stofkraan worden als volgt toegelicht en
getoond in de afbeeldingen.
ON
Met de hendel van de brandstofkraan in
deze stand stroomt brandstof naar de
carburateur terwijl de motor draait. Draai
de hendel van de brandstofkraan naar
deze stand om de motor te starten en te
gaan rijden.
1. Pijlteken in de “ON” stand
1
ON: normale stand
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 17
Page 20 of 86
3-8
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
RES
Dit is de reservestand. Met de hendel van
de brandstofkraan in deze stand is de
reservehoeveelheid brandstof beschik-
baar. Draai de hendel van de brandstof-
kraan snel naar deze stand als u tijdens
het rijden zonder brandstof komt te staan,
anders kan de motor afslaan en moet de
brandstoftoevoer opnieuw worden geacti-
veerd (zie onder “PRI”). Nadat de hendel
van de brandstofkraan naar “RES” is
gedraaid, moet zo snel mogelijk brandstof
worden bijgetankt, vergeet daarna niet de
hendel van de brandstofkraan weer terug
naar “ON” te draaien!
1. Pijlteken in de “RES” stand
1
PRI
Dit is de stand voor het opnieuw activeren
van de brandstoftoevoer. Met de hendel
van de brandstofkraan in deze stand
wordt de brandstoftoevoer naar de motor
op druk gebracht. Draai de hendel van de
brandstofkraan in deze stand nadat de
motor zonder brandstof is komen te
staan. De brandstof stroomt dan rechtst-
reeks naar de carburateur, waardoor star-
ten wordt vergemakkelijkt. Vergeet na
starten van de motor niet de brandstof-
kraan weer naar “ON” te draaien (of naar
“RES” als u nog niet heeft bijgetankt).
1. Pijlteken in de “PRI” stand
1
RES: reserve-standPRI: prime-stand
DAU02976
Chokehendel “1”
Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de startcarburateur (choke) wordt dit
mengsel geleverd.
Beweeg de hendel in de richting aom de
startcarburateur (choke) aan te zetten.
Beweeg de hendel in de richting bom de
startcarburateur (choke) uit te zetten.
1. Chokehendel “1”
1a
b
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 18