YAMAHA XVS125 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: XVS125, Model: YAMAHA XVS125 2000Pages: 86, PDF Size: 3.07 MB
Page 21 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
3-9
DAU00260
Helmbevestiging
Steek de sleutel in het slot en draai deze
dan zoals getoond om de helmbevesti-
ging te openen.
Vergrendel de helmbevestiging door deze
in de oorspronkelijke positie te plaatsen
en dan de sleutel uit te nemen.
DW000030
X@
Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machi-
ne mogelijk onbestuurbaar wordt en
een ongeval niet uitgesloten is.
1. Helmbevestiging
2. Openen
1
2
DW000040
X@
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
instelling, anders kan slecht wegge-
drag en verminderde rijstabiliteit het
gevolg zijn.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai elke stelring in de richting aom de
veervoorspanning te verhogen en zo de
vering stugger te maken. Draai elke stel-
ring in de richting bom de veervoor-
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken.
OPMERKING:
Zet de gewenste inkeping in de stelring
tegenover de positie-indicator op de
schokdemper.
DAU00300
Afstellen van de
schokdemperunits
Elke schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.
DC000015
<>
Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimumin-
stelwaarden te verdraaien.
1. Veervoorbelasting-instelring
2. Positiemarkering
1
2
3
4
5
b
a
2
1
Minimum (zacht)Stan-
daardMaximum (stug)
Stand
afsteller1 2 345
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 19
Page 22 of 86

3-10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
DAU00330
Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de lin-
kerzijde van het frame. Trek of druk de
zijstandaard met uw voet omhoog of
omlaag terwijl u de motorfiets verticaal
houdt.
OPMERKING:
De ingebouwde sperschakelaar voor de
zijstandaard maakt deel uit van het starts-
persysteem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitleg
over het startspersysteem.)
DW000044
X@
Met de motorfiets mag nooit worden
gereden terwijl de zijstandaard omlaag
staat of niet behoorlijk kan worden
opgetrokken (of niet omhoog blijft),
anders kan de zijstandaard de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor de machine mogelijk onbe-
stuurbaar wordt. Het Yamaha starts-
persysteem is ontworpen om de
motorrijder te helpen bij zijn verant-
woordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden.
Controleer dit systeem daarom regel-
matig zoals hierna beschreven en laat
repareren door een Yamaha dealer als
de werking niet naar behoren is.
DAU00331
Startspersysteem
Het startspersysteem (waarvan de sper-
schakelaar voor de zijstandaard, de sper-
schakelaar voor de koppelingshendel en
de vrijstandschakelaar deel uitmaken)
heeft de volgende functies.
8Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling
geschakeld is en de zijstandaard is
opgetrokken, terwijl de koppelings-
hendel niet is aangetrokken.
8Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling
geschakeld is en de koppelingshen-
del is aangetrokken, terwijl de
zijstandaard nog omlaag staat.
8Het schakelt een draaiende motor af
zodra de zijstandaard omlaag
beweegt.
Controleer de werking van het startsper-
systeem regelmatig, hanteer daarbij de
volgende werkwijze.
DW000045
X@
Als zich een storing voordoet, vraag
dan alvorens te gaan rijden een
Yamaha dealer het systeem te contro-
leren.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 20
Page 23 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
3-11
Terwijl de motor uit staat:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Zorg dat de motorstopschakelaar op Ò
#Ó staat.
3. Draai de contactsleutel naar ÒONÓ.
4. Zet de versnelling in zÕn vrij.
5. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de vrijloopschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.
Terwijl de motor nog loopt:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Schakel naar de eerste versnelling.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.
Er kan iets mis zijn met de
koppelingsschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.
OPMERKING:
Deze controle werkt het best wanneer de motor
al is opgewarmd.
JA NEE
Alles is in orde. U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEE
JA NEE
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 21
Page 24 of 86

DAU01114
CONTROLES VOOR HET STARTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4-1
De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bij blootstelling aan weer en wind vrij snel
en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van de
bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie uit te voe-
ren en bovendien de volgende punten te controleren.
DAU00340
Controlelijst voor gebruik
ONDERDEEL KONTROLE BLZ.
Voorrem9
Kontroleer werking, vrije slag en vloeistofniveau. Kontroleer op vloeistoflekkage.9Indien nodig, DOT 4 remvloeistof bijvullen.3-5, 6-20–6-21, 6-23–6-25
Achterrem9Kontroleer op soepele werking en vrije slag.
3-6, 6-21–6-23
9Indien noodzakelijk afstellen.
Koppeling9Kontroleer op soepele werking en vrije slag.
3-5, 6-19–6-20
9Indien nodig, afstellen.
Gasgreep en behuizing9Kontroleer op soepele werking.
6-15
9Indien nodig, smeren.
Motorolie9Kontroleer oliepeil.
6-9–6-10
9Indien nodig, olie bijvullen.
Ketting9Kontroleer kettingspanning en algehele toestand.
6-25–6-27
9Indien nodig, afstellen.
Wielen en banden9Kontroleer op slijtage, beschadiging en degelijk vastzittende spaken.
6-16–6-19
9Kontroleer bandenspanning.
Bevestigings- en meterkabels9Kontroleer op soepele werking.
6-28
9Indien nodig, smeren.
Bevestigings- en9Kontroleer op soepele werking.
6-28
schakelpedaalas9Indien nodig, smeren.
Werking van rem- en 9Kontroleer op soepele werking.
6-29
koppelingshendel9Indien nodig, smeren.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 22
Page 25 of 86

CONTROLES VOOR HET STARTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4-2
OPMERKING:
Deze kontrole vóór het rijden dient u iedere keer uit te voeren, voordat u wegrijdt. Deze inspektie kan grondig, doch in virj korte tijd
uitgevoerd worden. De korte tijd die u hieraan besteedt, weegt ruimschoots op tegen de extra veiligheid die dit oplevert.
X@
Als één van de onderdelen van de Controlelijst voor gebruik niet juist funktioneert, laat dit dan kontroleren en repareren
door uw Yamaha dealer.
ONDERDEEL KONTROLE BLZ.
Werking van zijstandaard9Kontroleer op soepele werking.
6-29
9Indien nodig, smeren.
Bevestigingsdelen van frame9Kontroleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig vastzitten.
—
9Indien nodig, aantrekken.
Benzinetank9Kontroleer op benzinepeil.
3-6–3-7
9Indien nodig, benzine tanken.
Verlichting, richtingaan-
9Kontroleer op juiste werking. 3-3–3-4, 6-34–6-37
wijzers en schakelaars
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 23
Page 26 of 86

5-1
DAU00372
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU00373
X@
8Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties
en hun werking voordat u gaat rij-
den. Informeer bij een Yamaha
dealer als u de werking van een
schakelaar of functie niet volko-
men begrijpt.
8Start de motor nooit in een afge-
sloten ruimte en laat deze hierin
ook niet lange tijd aaneen draaien.
Uitlaatgassen zijn giftig en het
inademen ervan kan al binnen
korte tijd leiden tot bewusteloos-
heid en dodelijk letsel. Controleer
altijd of er voldoende ventilatie is.
8Controleer of de zijstandaard is
ingetrokken alvorens weg te rij-
den. Als de zijstandaard niet
behoorlijk is ingetrokken kan deze
de grond raken en zo de motorrij-
der afleiden, waardoor de machi-
ne mogelijk onbestuurbaar wordt.
DAU03237*
Starten van een koude motor
Het startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
8De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
8De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is aangetrokken en de
zijstandaard is ingetrokken.
DW000054
X@
8Controleer alvorens de motor te
starten de werking van het starts-
persysteem en hanteer daarbij de
werkwijze beschreven op pagina
3-10.
8Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
1. Draai de kraanhendel in “ON”.
2. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “#” is gezet.
3. Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand.
OPMERKING:
Als de versnellingsbak in de vrijstand
staat, moet het vrijstandcontrolelampje
branden; zo niet, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
1. Pijlteken in de “ON” stand
1
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 24
Page 27 of 86

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
5-2
4. Zet de startcarburateur (choke) aan
en draai de gasgreep helemaal
dicht. (Zie pagina 3-8 voor de bedie-
ning van de startcarburateur
(choke).
5. Start de motor door de startknop in
te drukken.
OPMERKING:
Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden
en probeer het dan opnieuw. Elke start-
poging moet zo kort mogelijk duren om
het accuvermogen te behouden. Laat de
motor bij elke startpoging niet langer dan
10 seconden ronddraaien op de startmo-
tor.
DCA00059
<>
Als het olieniveaulampje knippert of
aan blijft na starten, zet de motor dan
direct af en controleer het olieniveau
en let op eventuele olielekkage. Vul zo
nodig motorolie bij en controleer het
olieniveaulampje dan opnieuw. Als het
waarschuwingslampje olieniveau niet
uitgaat, nadat met voldoende motoro-
lie is gestart, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
6. Druk na het starten van de motor de
chokeknop/ -hendel (choke) tot hal-
verwege terug.
DCA00055
<>
Laat de motor steeds eerst warmdraai-
en alvorens weg te rijden, dan gaat hij
langer mee. Trek nooit snel op terwijl
de motor nog koud is!
7. Zet de startcarburateur (choke) uit
zodra de motor warm is.
OPMERKING:
De motor is warm wanneer deze normaal
reageert op de gasbediening terwijl de
startcarburateur (choke) uit is gezet.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 25
Page 28 of 86

5-3
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU01258
Starten van een warme motor
Volg dezelfde procedure als bij starten
van een koude motor, alleen is het
gebruik van de startcarburateur (choke)
niet nodig als de motor warm is.
1 N12 3 4 5
1
DAU00423
Schakelen van versnellingen
Door de versnellingen te schakelen kunt
u het beschikbare motorvermogen dose-
ren bij het wegrijden, optrekken, tegen
een helling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.
OPMERKING:
Om de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enke-
le malen ingetrapt totdat het einde van de
slag bereikt is, waarna het pedaal iets
wordt opgetrokken.
1. Schakelpedaal
N. Vrijstand
DC000048
<>
8Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnel-
lingsbak in de vrijstand, en sleep
de motorfiets niet over lange
afstanden. De versnellingsbak
wordt alleen afdoende gesmeerd
terwijl de motor draait. Door
onvoldoende smering kan de ver-
snellingsbak worden beschadigd.
8Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om
zo schade aan de motor, de ver-
snellingsbak en de aandrijving te
voorkomen; door hun constructie
zijn deze niet bestand tegen de
schokken die optreden bij belast
schakelen.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 26
Page 29 of 86

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
5-4
DAU02941
Aanbevolen schakelpunten
(alleen voor Zwitserland)
De aanbevolen schakelpunten tijdens
accelereren staan vermeld in de tabel
hierna.
OPMERKING:
Wanneer ineens twee versnellingen tege-
lijk wordt teruggeschakeld, moet in gelijke
mate snelheid worden geminderd (bij-
voorbeeld minderen tot 35 km/u bij terug-
schakelen van de 4e naar de 2e versnel-
ling).
DAU00424
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik
Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Probeer de volgende tips
om het brandstofverbruik te verlagen:
8Laat de motor goed warmdraaien.
8Zet de startcarburateur (choke) zo
snel mogelijk uit.
8Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u acce-
lereert.
8Laat de motor niet razen terwijl u
terugschakelt en voorkom dat de
motor onbelast met een hoog toe-
rental draait.
8Laat de motor niet langdurig statio-
nair draaien maar zet hem af (bij-
voorbeeld in files, bij stoplichten of
bij spoorwegovergangen).
DAU01128
Inrijden van de motor
De periode tussen 0 en 1.600 km is de
belangrijkste periode in de levensduur
van uw motor. Daarom dient u de volgen-
de informatie zorgvuldig te lezen.
Omdat de motor splinternieuw is dient u
deze tijdens de eerste 1.600 km niet
overmatig te belasten. De verschillende
onderdelen van de motor slijten en polijs-
ten zichzelf totdat de juiste bedrijfsspelin-
gen zijn bereikt. Vermijd tijdens deze
periode langdurige volgasbediening en
andere manoeuvres die tot oververhitting
van de motor kunnen leiden.
Aanbevolen snelheid
(km/u)
1-ste®2-de
2-de®3-de
3-de®4-de
4-de®5-de23
36
50
60
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 27
Page 30 of 86

5-5
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU03183
0–1.000 km
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
éénderde opengedraaid.
1.000–1.600 km
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
halverwege opengedraaid.
DCA00058
<>
Nadat de eerste 1000 km zijn afgelegd,
moet de motorolie worden ververst en
het oliefilterelement worden vervan-
gen.
1.600 km en meer
De machine kan nu verder normaal wor-
den gebruikt.
DC000049
<>
Ingeval van storingen tijdens de inrij-
periode van de motor dient u de
machine onmiddellijk te laten nakijken
door een Yamaha dealer.
DAU00460
Parkeren
Zet de motor af wanneer u gaat parkeren
en neem de sleutel uit het contactslot.
DW000058
X@
8Aangezien de motor en het uitlaat-
systeem zeer heet kunnen wor-
den, dient u op een plek te parke-
ren waar voetgangers of kinderen
niet snel in aanraking kunnen
komen met deze onderdelen.
8Parkeer niet op hellingen of op
een zacht oppervlak. De motor
zou hierop kunnen omvallen.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 28