YAMAHA YZF-R6 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: YZF-R6, Model: YAMAHA YZF-R6 2000Pages: 113, PDF Size: 12.06 MB
Page 21 of 113

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-6
3
DAU01295
Controle van het brandstofpeil-waarschuwingslampje
CB-69D
Zet het contactslot op “ON”.
Het waarschuwingslampje
licht niet op.Laat een Yamaha dealer
het elektrisch circuit
inspecteren.
Het waarschuwings-
lampje dooft.
Het waarschuwingslampje
dooft niet.
Controleer het brandstofpeil.
Het waarschuwingslampje licht op.
Na enkele seconden:
In orde. U kunt gaan
rijden.
Brandstofpeil in orde:
Laat een Yamaha
dealer het elektrisch
circuit inspecteren.
Brandstofpeil te laag:
Aanbevolen brandstof
bijvullen.
D_5eb_Functions.fm Page 6 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
Page 22 of 113

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-7
3
DAU01601
Digitale snelheidsmeterDeze snelheidsmeter is voorzien van:l
een kilometerteller
l
twee dagtellers
l
een reservebrandstof-kilometerteller
l
een klokKilometerteller en dagtellers
Gebruik de dagtellers om te zien hoeveel ki-
lometer u met een volle tank kunt afleggen.
Gebruik de reservebrandstof-kilometerteller
om te zien hoeveel kilometer u kunt rijden
op de reservebrandstof.
Keuze van een tellerfunctie
Druk op de “SELECT” toets om over te
schakelen tussen de “ODO” kilometerteller
en de “TRIP 1” en “TRIP 2” dagtellers, in de
onderstaande volgorde:
“ODO”
® “TRIP 1”
® “TRIP 2”
® “ODO”
Als het brandstofpeil-waarschuwingslampje
gaat branden (zie blz. 3-2), schakelt de kilo-
meterteller automatisch over naar de
“TRIP F” reservebrandstof-kilometerteller
en telt daarna de gereden afstand vanaf dat
punt. Druk op de “SELECT” toets om over
te schakelen tussen de reservebrandstof-
kilometerteller, de gewone kilometerteller of
een van de dagtellers, in de onderstaande
volgorde:
“TRIP F”
® “TRIP 1”
® “TRIP 2”
® “ODO”
® “TRIP F”Terugstellen van een dagteller
Om een dagteller terug te stellen op 0.0
stelt u in op die teller met een druk op de
“SELECT” toets en dan houdt u de
“RESET” toets ten minste één seconde
lang ingedrukt.
Om de reservebrandstof-kilometerteller op
nul te zetten, stelt u er op in met een druk
op de “SELECT” toets en dan houdt u de
“RESET” toets ten minste één seconde
lang ingedrukt. Dan verschijnt de aandui-
ding “TRIP 1”. Als u de reservebrandstof-ki-
lometerteller niet met de hand terugstelt,
komt deze automatisch op nul in de
“TRIP 1” dagteller-stand wanneer u na bij-
tanken ongeveer 5 kilometer of 3 minuten
lang met de motorfiets hebt gereden.OPMERKING:@ Nadat de reservebrandstof-kilometerteller
op nul is teruggezet, verschijnt altijd eerst
weer de “TRIP 1” dagteller. Als u vóór het
terugzetten van de reservebrandstof-kilo-
meterteller de “TRIP 2” dagteller gebruikte,
druk nu dan eenmaal op de “SELECT” toets
om terug te keren naar de “TRIP 2” dagtel-
ler-stand. @
1. Snelheidsmeter
2. Klok, kilometerteller
3. “SELECT” toets
4. “RESET” toetsD_5eb_Functions.fm Page 7 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
Page 23 of 113

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-8
3
Klok
Om de aanduiding over te schakelen naar
een gewone klok, drukt u zowel de
“SELECT” als de “RESET” toets in.
Om de aanduiding terug te schakelen naar
de kilometerteller, drukt u op de “RESET”
toets.
Gelijkzetten van de klok1. Houd de “SELECT” en de “RESET”
toets beide tegelijk ten minste twee
seconden lang ingedrukt.
2. Wanneer de uren-aanduiding gaat
knipperen, drukt u op de “RESET”
toets om het juiste uur in te stellen.
3. Druk op de “SELECT” toets om over te
schakelen op de minuten.
4. Wanneer de minuten-aanduiding gaat
knipperen, drukt u op de “RESET”
toets om de juiste minuut in te stellen.
5. Druk op de “SELECT” toets om de
klok te starten.
OPMERKING:@ Na het gelijkzetten van de klok dient u in elk
geval eenmaal op de “SELECT” toets te
drukken alvorens u het contactslot op
“OFF” zet, anders zal de ingestelde tijd ver-
vallen. @
DAU00101
ToerentellerDit model is uitgerust met een elektrische
toerenteller zodat de bestuurder het motor-
toerental goed kan aflezen, en zodoende
de motorbelasting binnen de vereiste gren-
zen kan houden.
DC000003
LET OP:@ Zorg dat de toerenteller nooit in het rode
gebied komt.
Rode gebied: 15.500 tpm en hoger @1. Toerenteller
2. Rode gebied
D_5eb_Functions.fm Page 8 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
Page 24 of 113

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-9
3
DAU00105
DiagnosefunktieDit model is voorzien van een zelfdiagnose-
funktie voor de volgende circuits:l
Gasklep stand-sensorcircuit (T.P.S.)
l
Brandstofnivo-indikatorcircuit
Mocht er een storing optreden in een van
deze circuits, dan zal de toerenteller om en
om de volgende diagnose-aanduidingen te
zien geven:
CB-53D
In dit schema kunt u aflezen welk circuit de-
fekt is, aan de hand van het kenmerkende
diagnose-toerental dat wordt aangegeven.CB-60DAls uw toerenteller de bovenstaande reeks
diagnose-aanduidingen te zien geeft, no-
teer dan het aangegeven diagnose-toeren-
tal en breng uw motorfiets ter reparatie naar
een Yamaha dealer.
DC000004
LET OP:@ Om schade aan de motor te voorkomen,
dient u vooral zo snel mogelijk een
Yamaha dealer te raadplegen als uw toe-
renteller een steeds wisselende reeks
toerentallen te zien geeft. @
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00120
Inhaal-schakelaar “PASS”
Druk op de schakelaar om het signaallicht
te bedienen.
DAU00121
Grootlicht/dimlicht-schakelaar
Draai de schakelaar naar “ ” voor groot-
licht en naar “ ” voor dimlicht.
3 sekonden
lang: 0 tpm
2,5 sekonde
lang: het ken-
merkende dia-
gnose-toerental
voor het defekte
circuit (zie het
onderstaande
schema)
3 sekonden
lang: het
feitelijke
toerental
Diagnose-
toerental
Defekt circuit
3.000 tpm
Gasklep-sensorcircuit (T.P.S.)
8.000 tpm
Brandstofnivo-indikatorcircuit
1. Inhaal-schakelaar “PASS”
2. Grootlicht/dimlicht-schakelaar
3. Richtingaanwijzer-schakelaar
4. Klaxon-schakelaar “ ”
D_5eb_Functions.fm Page 9 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
Page 25 of 113

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-10
3
DAU00127
Richtingaanwijzer-schakelaar
Om de rechter-richtingaanwijzer in te scha-
kelen, duwt u de schakelaar naar “ ”. Om
de linker-richtingaanwijzer in te schakelen,
duwt u de schakelaar naar “ ”. Als u de
schakelaar loslaat, keert deze terug naar de
middenpositie. Om de richtingaanwijzer
weer uit te zetten, drukt u de schakelaar in,
terwijl deze in de middenpositie staat.
DAU00129
Klaxon-schakelaar “ ”
Druk de schakelaar in om te klaxoneren.
DAU00138
Motorstop-schakelaar
De motorstop-schakelaar is een veilig-
heids-schakelaar voor gebruik onder
noodomstandigheden, zoals wanneer de
motorfiets is omgevallen of bij problemen
met de gasklep. Draai de schakelaar naar
“ ” als u de motor wilt starten. In noodge-
vallen draait u de schakelaar naar “ ”.
DAU01238
Lichtschakelaar
Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal het dimlicht, de meterverlichting
en de achterverlichting ingeschakeld wor-
den. Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal de koplamp ook ingeschakeld
worden.
DAU00143
Startschakelaar “ ”
Als u de startschakelaar indrukt zal de start-
motor de motor doen ronddraaien.
DC000005
LET OP:@ Zie, alvorens de motor te starten, de pa-
ragraaf met aanwijzingen over het star-
ten. @
1. Motorstop-schakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startschakelaar “ ”
D_5eb_Functions.fm Page 10 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
Page 26 of 113

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-11
3
DAU00152
KoppelingshendelDe koppelingshendel is bevestigd aan het
linkerhandvat van het stuur, en het ontste-
kingsblokkeersysteem is ingebouwd in het
koppelingshendel-handvat. Om te ontkop-
pelen, trekt u de koppelingshendel in. Om
de koppeling weer te laten opkomen laat u
de koppelingshendel weer langzaam van
het stuur weg gaan. Voor een soepele be-
diening is het het beste om de koppe-
lingshendel snel in te trekken en langzaam
te laten opkomen. (Zie de paragraaf met de
aanwijzingen over het starten, voor een be-
schrijving van het circuit van het ontste-
kingsblokkeersysteem).
DAU00157
VersnellingspedaalDeze motorfiets is uitgerust met een 6-ver-
snellingsbak met konstante aangrijping.
Het versnellingspedaal bevindt zich links
van het motorblok. Schakel nooit op of te-
rug, zonder de koppeling te gebruiken.
DAU00161
VoorremhendelDe voorremhendel is bevestigd aan het
rechterhandvat van het stuur en is voorzien
van een hendel-afsteller. Om de voorrem
aan te trekken, knijpt u de hendel naar het
stuur toe.
1. Versnellingspedaal
D_5eb_Functions.fm Page 11 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
Page 27 of 113

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-12
3
Om de afstand tussen de voorremhendel
en het stuurhandvat bij te stellen, draait u
aan de afsteller terwijl u de hendel naar vo-
ren trekt. Let op dat de standmarkering op
de afsteller recht tegenover het pijlteken
staat.
DAU00162
AchterrempedaalHet achterrempedaal bevindt zich rechts
van het motorblok. Trap het pedaal in om te
remmen.
DAU00109
Anti-diefstal alarm (optioneel)Deze motorfiets kan op aanvraag worden
uitgerust met een anti-diefstal alarm. Ver-
zoek uw Yamaha dealer om het alarm voor
u te bestellen en te installeren.
1. Handgreepstand-instelschaal
2. Pijlteken
a. Afstand handgreep
1. Achterrempedaal
D_5eb_Functions.fm Page 12 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
Page 28 of 113

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-13
3
DAU02935
BenzinetankdopOpenen
Schuif het afdekplaatje weg van het sleutel-
gat, steek de sleutel in het sleutelgat en
draai deze 1/4 slag rechtsom. De dop is nu
van het slot gehaald en kan verwijderd wor-
den.
Sluiten
Plaats de benzinetankdop weer op de juiste
plaats, met de sleutel er nog steeds inge-
stoken. Draai de sleutel linksom en verwij-
der deze. Schuif het afdekplaatje weer voor
het sleutelgat.
OPMERKING:@ De benzinetankdop kan niet op de tank ge-
draaid worden als de sleutel niet in het sleu-
telgat steekt. Als de benzinetankdop niet
goed is gesloten, kan de sleutel er niet uit
verwijderd worden. @
DW000023
WAARSCHUWING
@ Kontroleer altijd of de benzinetankdop
goed op de bezinetank zit, alvorens weg
te rijden. @
DAU01183
BenzineKontroleer of er zich voldoende benzine in
de benzinetank bevindt. Vul de brandstof-
tank tot onderaan de vulhals, zoals in de af-
beelding aangegeven.
DW000130
WAARSCHUWING
@ Zorg dat de benzinetank niet al te vol is.
Let tevens op dat er geen benzine op
een heet motorblok wordt gemorst. Vul
de tank nooit verder dan tot onderaan de
vulhals, anders bestaat de kans dat de
benzinetank overloopt, als de benzine
door verwarming uitzet. @
1. Slotdeksel
2. Openen
1. Vulslang
2. Brandstofpeil
D_5eb_Functions.fm Page 13 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
Page 29 of 113

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-14
3
DAU00185
LET OP:@ Als er benzine wordt gemorst, veeg deze
dan onmiddellijk weg met een droge,
zachte doek. Benzine kan geverfde op-
pervlakken en plastic afwerking aantas-
ten. @
DAU00191
OPMERKING:@ Als de motor klopt of pingelt, probeer dan
een verschillend merk benzine of benzine
met een hoger oktaangehalte. @
DAU02955*
Ontluchtingsslang van de
benzinetankDit model is uitgerust met een ontluchtings-
slang voor de benzinetank.
Alvorens de motorfiets te gebruiken:l
Controleer of de ontluchtingsslang
van de benzinetank goed vast zit.
l
Controleer de ontluchtingsslang van
de benzinetank op scheurtjes of ande-
re beschadiging. Vervang indien be-
schadigd.
l
Controleer of de opening onderaan de
ontluchtingsslang van de benzinetank
niet verstopt is. Indien nodig, schoon-
maken. Aanbevolen brandstof:
Normale, loodvrije benzine met een
oktaangehalte van 91 ron of hoger
(oktaangehalte zoals door onderzoek
bepaald).
Inhoud benzinetank:
Totaal:
17 L
Reserve:
3,5 L
1. Ontluchtingsslang van de benzinetank
D_5eb_Functions.fm Page 14 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
Page 30 of 113

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-15
3
DAU02973
Chokeknop (starter) “ ”Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht-brandstofmengsel vereist.
De choke zorgt voor dit verrijkt mengsel.
In de
a richting schuiven om de chokeknop
(starter) in te schakelen.
In de
b richting schuiven om de chokeknop
(starter) uit te schakelen.
DCA00038
LET OP:@ Gebruik de chokenop (starter) niet lan-
ger dan 3 minuten achtereen, anders
kan de uitlaatpijp verkleuren door te gro-
te hitte. Bovendien kan er bij langdurig
gebruik van de chokenop (starter) na-
verbranding optreden. Als er sprake is
van naverbranding, zet u de chokenop
(starter) uit. @
DAU01890
ZadelsBestuurderszadel
VerwijderenTil de achterste hoeken van het zadel op
zoals aangegeven en verwijder de bouten.
1. Chokeknop (starter) “ ”
1. Bout (´ 2)
D_5eb_Functions.fm Page 15 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM