Abarth 500 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2010, Model line: 500, Model: Abarth 500 2010Pages: 170, PDF Size: 3.11 MB
Page 71 of 170

70
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN
DE KINDERZITJES
De Abarth voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van
kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto. Zie de volgende tabel:
Passagier PassagierGroep Gewichtsklasse voor achter
Groep 0, 0+ tot 13 kg U U
Groep 1 9-18 kg U U
Groep 2 15-25 kg U U
Groep 3 22-36 kg U U
Legenda:
U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-
voorschriften voor de aangegeven “groepen”.Hieronder zijn de normen voor een vei-
lig vervoer van kinderen aangegeven:
❒Monteer het kinderzitjes op een van de
zitplaatsen achter, omdat die plaatsen
bij een ongeval de meeste bescherming
bieden.
❒Als de frontairbag aan passagierszijde
buiten werking wordt gesteld, moet al-
tijd gecontroleerd worden of de airbag
daadwerkelijk is uitgeschakeld: het be-
treffende lampje
“(geel/amber) op het
instrumentenpaneel moet continu bran-
den.
❒Houdt u bij de montage van het kin-
derzitje strikt aan de instructies. De fa-
brikant is verplicht deze instructies bij
te leveren. Bewaar de instructies samen
met het instructieboekje in de auto.
Monteer geen gebruikte kinderzitjes
waarvan de gebruiksaanwijzingen ont-
breken.
❒Controleer of de gordels goed zijn vast-
gemaakt door aan de gordelband te trek-
ken;
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 70
Page 72 of 170

71
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
❒Ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor
slechts een kind: vervoer nooit twee kin-
deren in een systeem.
❒Controleer altijd of de gordel niet langs
de nek van het kind loopt.
❒Zorg er tijdens de rit voor dat het kind
geen afwijkende houding aanneemt of
de gordels losmaakt.
❒Vervoer kinderen nooit in uw armen,
ook geen pasgeboren kinderen. Nie-
mand is sterk genoeg om ze bij een on-
geval vast te kunnen houden.
❒Na een ongeval moet het zitje door een
nieuwe worden vervangen.
Als een passagiersairbag aan-
wezig is mogen geen kinder-
zitjes op de voorstoel worden ge-
plaatst; bovendien mogen kinderen
nooit op de voorstoelen worden ver-
voerd.
OPGELET
Als gebruik wordt gemaakt van een Uni-
verseel Isofix zitje, moeten ECE R44/03
“Universeel Isofix” goedgekeurde zitjes
worden gebruikt.
In Lineaccessori Abarth is een “universeel
Isofix” kinderzitje (“Duo Plus”) leverbaar.
Zie voor meer informatie over de mon-
tage en/of het gebruik van het kinderzit-
je, het “Instructieboekje” dat bij het kin-
derzitje wordt geleverd.
INBOUWVOOR-
BEREIDING VOOR
“ISOFIX”-
KINDERZITJES
De auto is voorbereid op de montage van
“Isofix Universeel”-kinderzitjes; een nieuw
gestandaardiseerd Europees systeem voor
het vervoeren van kinderen.
Er kan ook een mengvorm worden geko-
zen, een traditioneel kinderzitje en een
Isofix-kinderzitje. Als voorbeeld is in fig.
9een voorbeeld van een kinderzitje aan-
gegeven. Het Isofix Universeel-kinderzit-
je is er voor drie gewichtsgroepen: 1.
Voor de andere groepen is er een speci-
fiek Isofix-kinderzitje dat alleen kan wor-
den gebruikt als het speciaal voor deze au-
to is ontworpen, getest en goedgekeurd
(zie de lijst met auto’s die bij het kinder-
zitje geleverd wordt).
Als gevolg van de verschillende vergren-
deling moet het kinderzitje worden be-
vestigd met de onderste metalen ringen
A-fig. 10tussen de rugleuning en de ach-
terzijde van de zitting; verwijder de hoe-
denplank en bevestig de bovenste riem
(die bij het kinderzitje hoort) aan de ring
B-fig. 11tussen de achterzijde van de rug-
leuning en de vloerbedekking in de baga-
geruimte.
fig. 9F0S068Ab
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 71
Page 73 of 170

72
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
Monteer het kinderzitje al-
leen als de auto stilstaat.
Het kinderzitje is op de juiste wijze
aan de beugels bevestigd als u het
hoort vergrendelen. Houdt u in ieder
geval aan de instructies voor de mon-
tage, de demontage en de plaatsing.
De fabrikant van het kinderzitje is
verplicht deze instructies bij te leve-
ren.
OPGELET
fig. 10F0S069Ab
fig. 11F0S070Ab
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevesti-
gingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd moeten worden en goedgekeurd
zijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes, die speciaal ontworpen en goedgekeurd zijn voor
dit type auto Het kinderzitje kan gemonteerd worden door de voorstoel naar vo-
ren te schuiven.
X: plaats Isofix niet geschikt voor Isofix-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of maat-
klasse. GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET
GEBRUIK VAN DE ISOFIX UNIVERSEEL KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkhe-
den weergegeven van de montage van de Isofix Universeel kinderzitjes op de stoelen
die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
Gewichtsklasse Richting Klasse Positie Isofix zitje merkteken Isofixachter aan zijkant
Groep 0 tot 10 kg.
Groep 0+ tot 13 kg
Groep I vanaf 9
tot 18 kg
E
E
D
C
D
C
B
B1
A Tegen rijrichting
Tegen rijrichting
Tegen rijrichting
Tegen rijrichting
Tegen rijrichting
Tegen rijrichting
In rijrichting
In rijrichting
In rijrichtingX
X
X
X
X
X
IUF
IUF
X
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 72
Page 74 of 170

73
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
AIRBAG
De auto is uitgerust met frontairbags, aan
bestuurderszijde en passagierszijde, een
knie-airbag aan bestuurderszijde en zij-air-
bags (sidebag - headbag).
FRONTAIRBAGS
De frontairbags (bestuurder, passagier en
de knie-airbag aan bestuurderszijde) be-
schermen de inzittenden voor bij een mid-
delzware frontale botsing, door het op-
blazen van een luchtkussen tussen de in-
zittende en het stuurwiel of het dash-
board.
Als de airbags niet worden geactiveerd bij
andere soorten botsingen (zijdelings, van
achter, over de kop slaan enz), betekent
dit niet dat het systeem niet goed func-
tioneert.
Bij een frontale botsing zorgt een rege-
leenheid ervoor, indien nodig, dat het kus-
sen wordt opgeblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op, waar-
door het lichaam van de inzittenden voor
wordt opgevangen en de kans op letsel be-
perkt wordt. Direct daarna loopt het kus-
sen weer leeg.
De frontairbags (bestuurder en passagier)
en de knie-airbag aan bestuurderszijde (in-
dien aanwezig) zijn geen vervanging voor
de veiligheidsgordels, maar een aanvulling.
Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bo-vendien is het dragen van veiligheidsgor-
dels wettelijk verplicht in Europa en in de
meeste landen daarbuiten.
Bij een ongeval kan een inzittende die geen
veiligheidsgordel heeft omgelegd, in contact
komen met een airbag die nog niet volledig
opgeblazen is. Hierdoor wordt de inzit-
tende minder door de airbag beschermd.
Het is mogelijk dat de frontairbags in de
volgende gevallen niet worden ingescha-
keld:
❒bij frontale botsingen met een ander
deel van de auto dan het front tegen
makkelijk vervormbare objecten (bijv.
als het voorspatbord tegen de vangrail
komt);
❒als de auto onder andere auto’s of vei-
ligheidsvoorzieningen schuift (bijvoor-
beeld onder vrachtwagens of de vang-
rail);
omdat geen enkele aanvullende bescher-
ming wordt geboden op de veiligheids-
gordels. De activering van de frontairbags
zou nutteloos zijn. Als de airbags in deze
gevallen niet geactiveerd worden, bete-
kent dit niet dat het systeem niet goed
functioneert.
Plaats geen stickers of ande-
re objecten op het stuurwiel,
op het dashboard ter hoogte van de
airbag aan passagierszijde of op de
stoelen. Plaats geen voorwerpen op
het dashboard aan de passagierszijde
(bijv. een mobiele telefoon), omdat
deze het correct openen van de air-
bag aan passagierszijde kunnen hin-
deren en de inzittenden ernstig kun-
nen verwonden.
OPGELET
De frontairbags aan bestuurders- en pas-
sagierszijde zijn ontworpen voor een op-
timale bescherming van de inzittenden
voor met omgelegde veiligheidsgordels.
Als de airbags volledig opgeblazen zijn, vul-
len zij het grootste deel van de ruimte tus-
sen het stuurwiel en de bestuurder en het
dashboard en de voorpassagier.
Bij lichte frontale aanrijdingen (waarbij de
werking van de veiligheidsgordel vol-
doende is) worden de airbags niet geacti-
veerd. Daarom moeten de veiligheidsgor-
dels altijd worden gedragen; ook omdat
ze bij frontale aanrijdingen er altijd voor
zorgen dat de inzittende in de juiste stand
wordt gehouden.
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 73
Page 75 of 170

74
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
ZEER GEVAARLIJK: Mon-
teer absoluut geen kinder-
zitje achterstevoren op de
passagiersstoel voor als de
frontairbag aan passagiers-
zijde is ingeschakeld. Als bij
een ongeval de airbag in werking
treedt (opblaast), kan dit ernstig let-
sel en zelfs de dood tot gevolg heb-
ben. Als er geen andere mogelijkheid
is, moet in ieder geval de airbag aan
passagierszijde uitgeschakeld worden
als het kinderzitje op de passagiers-
stoel voor wordt geplaatst. Bovendien
moet de stoel zo ver mogelijk naar
achteren zijn geschoven om te voor-
komen dat het kinderzitje eventueel
in aanraking komt met het dash-
board. Ook als het niet wettelijk ver-
plicht is, moet voor een betere be-
scherming van de volwassenen, de air-
bag onmiddellijk worden ingeschakeld
als er geen kinderen meer worden ver-
voerd.
OPGELET
FRONTAIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE fig. 12
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen
dat in een daarvoor bestemde ruimte in
het midden van het stuurwiel is geplaatst.
fig. 12F0S071Abfig. 13F0S072Ab
FRONTAIRBAG AAN
PASSAGIERSZIJDE fig. 13
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen
met een groter volume dan dat aan be-
stuurderszijde. Het kussen is in een daar-
voor bestemde ruimte in het dashboard
geplaatst.
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 74
Page 76 of 170

75
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
KNIE-AIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE fig. 14
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen
dat in een daarvoor bestemde ruimte on-
der het stuurwiel is geplaatst, ter hoogte
van de knieën van de bestuurder, voor ex-
tra beveiliging van de bestuurder bij een
frontale aanrijding.FRONTAIRBAG
EN ZIJ-AIRBAG (sidebag) AAN
PASSAGIERSZIJDE HANDMATIG
UITSCHAKELEN fig. 17
Als het absoluut noodzakelijk is een kind
op de passagiersstoel voor te vervoeren,
moeten de frontairbag en de zij-airbag
(sidebag) aan passagierszijde worden uit-
geschakeld.
Het waarschuwingslampje
“op het dash-
board blijft continu branden totdat de
frontairbag en de zij-airbag (sidebag) aan
passagierszijde opnieuw worden inge-
schakeld.
WAARSCHUWING Raadpleeg voor het
handmatig uitschakelen van de frontairbag
en zij-airbag (sidebag) (waar voorzien) aan
passagierszijde, de paragrafen “Instelbaar
multifunctioneel display” en “Multifunc-
tioneel display” in het hoofdstuk “Ken uw
auto”.
ZIJ-AIRBAGS
(Sidebags - Headbags)
SIDEBAGS fig. 15
De sidebag is een kussen dat zich snel op-
blaast en bevindt zich in de rugleuning van
de voorstoel. De sidebag heeft tot doel
het bovenlichaam en het bekken van de in-
zittenden te beschermen bij middelzwa-
re en zware zijdelingse aanrijdingen.
fig. 14F0S073Ab
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 75
Page 77 of 170

76
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
Steun niet met het hoofd, de
armen of de ellebogen tegen
het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag om verwondingen tij-
dens het opblazen te voorkomen.
Steek nooit het hoofd, de armen of de
ellebogen uit het raam.
OPGELETHEADBAGS fig. 16
Deze bestaan uit twee “gordijn”-kussens
achter de hemelbekleding aan de zijkant
en een afwerking; de headbags bescher-
men het hoofd van de inzittenden voor bij
een flankbotsing, dankzij het grote opper-
vlak van de kussens.WAARSCHUWING De inzittende wordt
bij een flankbotsing optimaal door het sys-
teem beschermd als hij/zij in de juiste po-
sitie in de stoel zit. Hierdoor kan de head-
bag op de juiste wijze worden opgeblazen.
WAARSCHUWING De front- en/of zij-
airbags kunnen inschakelen als de auto
wordt blootgesteld aan krachtige stoten
tegen de onderzijde van de auto, zoals
krachtige stoten tegen verkeersdrempels,
stoepranden, vaste obstakels op het weg-
dek of als de auto terecht komt in grote
gaten of verzakkingen in de weg.
WAARSCHUWING Als de airbag in wer-
king treedt, ontsnapt een beetje rook. De-
ze rook is niet schadelijk en duidt niet op
brand; bovendien kan het oppervlak van het
opgeblazen kussen en het interieur van de
auto bedekt zijn met een laagje poeder: dit
poeder kan de huid en de ogen irriteren. Als
u hiermee in aanraking bent gekomen, moet
u zich met neutrale zeep en water wassen.
De geldigheidsduur van de pyrotechnische
lading en die van het spiraalmechanisme zijn
vermeld op het betreffende plaatje in het
dashboardkastje. Laat ze voor het verstrij-
ken van deze termijn door het Abarth Ser-
vicenetwerk vervangen.
WAARSCHUWING Na een ongeval
waarbij een of meerdere veiligheidssyste-
men zijn geactiveerd, dient u contact op
te nemen met het Abarth Servicenetwerk
om de geactiveerde systemen te laten ver-
vangen en de werking van het systeem te
laten controleren.
fig. 16F0S075Ab
fig. 15F0S074Ab
Alle controlewerkzaamheden, reparaties
en de vervanging van de airbag moeten
door het Abarth Servicenetwerk worden
uitgevoerd. Aan het einde van de lange le-
vensduur van uw auto, moet u contact op-
nemen met het Abarth Servicenetwerk
om het systeem buiten werking te laten
stellen. Bovendien moet bij verkoop van
de auto de nieuwe eigenaar op de hoog-
te gesteld worden van het gebruik en de
instructies, en moet hij het instructie-
boekje ontvangen.
WAARSCHUWING Het in werking tre-
den van de gordelspanners, de frontair-
bags en de zij-airbags voor wordt door de
elektronische regeleenheid bepaald, af-
hankelijk van het type ongeval. Als een van
deze onderdelen niet in werking treedt,
dan duidt dat niet op een storing in het
systeem.
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 76
Page 78 of 170

77
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veilig-
heidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet ge-
activeerd worden bij een ongeval of,
in een zeer beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient
u contact op te nemen met het
Abarth Servicenetwerk om het sys-
teem direct te laten controleren.
OPGELET
Bedek de rugleuning van de
zitplaatsen voor en achter
niet met hoezen of kleden die niet zijn
voorbereid op het gebruik met
Side-bags.
OPGELET
Reis niet met voorwerpen op
schoot of voor de borst en
houd vooral geen pijp, potlood enz.
in de mond. Bij een ongeval waarbij
de airbag in werking treedt, kan dit
ernstig letsel veroorzaken.
OPGELET
Rijd altijd met beide handen
op de stuurwielrand, zodat bij
het in werking treden van de airbag,
het systeem niet wordt gehinderd door
obstakels. Rijd niet met voorover ge-
bogen lichaam, maar ga goed rechtop
zitten en steun tegen de rugleuning.
OPGELET
Als de contactsleutel in stand
MAR staat, kan, ook bij uit-
gezette motor, de airbag inschakelen
als de auto stilstaat en de auto wordt
aangereden door een andere auto die
met voldoende snelheid rijdt. Daarom
mogen, ook als de auto stilstaat, ab-
soluut geen kinderen op de passa-
giersstoel voor worden geplaatst. Als
de contactsleutel echter in stand
STOP staat, wordt bij een ongeval
geen enkel beveiligingssysteem (airbag
of gordelspanners) geactiveerd; als een
systeem niet in werking treedt, bete-
kent dit niet dat het systeem niet goed
werkt.
OPGELET
Laat bij diefstal of een po-
ging tot diefstal, bij bescha-
diging of als de auto bij een overstro-
ming onder water is geweest, het air-
bagsysteem door het Abarth Service-
netwerk controleren.
OPGELET
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 77
Page 79 of 170

78
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
De stoelen mogen niet met
water worden afgenomen of
met stoom worden gereinigd (met de
hand of in een automatisch wasap-
paraat).
OPGELET
De frontairbag treedt in wer-
king als de botsing zwaarder
is dan een botsing waarbij alleen de
gordelspanners worden geactiveerd.
Bij aanrijdingen die tussen die twee
drempelwaarden in liggen, treden al-
leen de gordelspanners in werking.
OPGELET
Haak geen harde voorwer-
pen aan de kledinghaakjes
en aan de steunhandgrepen.
OPGELET
De airbag is geen vervanging
voor de veiligheidsgordels,
maar een aanvulling. Omdat de fron-
tairbags niet worden geactiveerd bij
frontale botsingen bij lage snelheid,
bij zijdelingse aanrijdingen en als de
auto van achter wordt aangereden of
over de kop slaat, worden in deze ge-
vallen de inzittenden uitsluitend door
de veiligheidsgordels beschermd. De
gordels moeten dus altijd gedragen
worden.
OPGELET
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait, gaat het
lampje
“(met ingeschakelde fron-
tairbag aan passagierszijde) enige se-
conden branden en vervolgens enige
seconden knipperen, om aan te geven
dat de airbag aan passagierszijde bij
een ongeval wordt geactiveerd. Hier-
na moet het lampje doven.
OPGELET
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 78
Page 80 of 170

79
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
STARTEN VAN DE MOTOR ........................................... 80
HANDREM............................................................................. 81
GEBRUIK VAN DE HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK ........................................................... 82
BRANDSTOFBESPARING ................................................. 82
WINTERBANDEN .............................................................. 84
SNEEUWKETTINGEN ....................................................... 85
AUTO LANGERE TIJD STALLEN ................................... 85
S
S S S
T T T T
A A A A
R R R R
T T T T
E E E E
N N N N
E E E E
N N N N
R R R R
I I I I
J J J J
D D D D
E E E E
N N N N
079-086 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 79