Alfa Romeo 156 2000 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2000, Model line: 156, Model: Alfa Romeo 156 2000Pages: 291, PDF Size: 3.73 MB
Page 221 of 291

220
PORTIEREN
ACHTERPORTIEREN
V
an buitenaf openen en sluiten
– Openen: trek, als het knopje aan de
binnenzijde ( A-fig. 1) omhoog staat
aan handgreep ( B-fig. 2). – Sluiten: druk op knopje (
A-fig. 1)
(dit kan ook bij geopend portier) en sluit
het portier.
V an binnenuit openen/sluiten
KINDERVEILIGHEIDSSLOT (fig. 4)
De achterportieren zijn voorzien van een
kinderveiligheidsslot ( A) waardoor de
achterportieren niet van binnenuit kunnen
worden geopend.
BELANGRIJK Het systeem werkt
alleen bij het betreffende portier.
Het kinderveiligheidsslot kan alleen bij
geopend portier worden ingeschakeld door
het bedieningsmechanisme met de con-
tactsleutel omhoog of omlaag te duwen.
Stand 1 (mechanisme omhoog) =
Systeem ingeschakeld.
Stand 2 (mechanisme omlaag) =
Systeem uitgeschakeld.
BELANGRIJK Houdt u aan de aanwijzin-
gen in de paragraaf “Kinderveiligheidsslot”
in het hoofdstuk “Wegwijs in uw Auto”.
– Openen: trek aan handgreep (
A-fig.
3).
– Sluiten: druk op knopje ( B-fig. 3)
(dit kan ook bij geopend portier) en sluit
het portier.
P4U00253
P4U00254
fig. 1
fig. 2
P4U00255
fig. 3
P4U00412
fig. 4
De achterportieren
kunnen alleen van bin-
nenuit worden geopend,
als het “kinderveiligheidsslot” is
uitgeschakeld.
Page 222 of 291

221
ZITPLAATSEN
ZITPLAATSEN ACHTER
Hoofdsteunen
De auto is voorzien van twee hoofdsteu-
nen voor de zijzitplaatsen achter (fig.
5 ). De auto kan ook zijn uitgerust met
een derde hoofdsteun (optional) voor de
middelste zitplaats achter ( fig. 6).
V oor de hoogte-verstelling van de derde
hoofdsteun moet de steun helemaal om-
hoog worden geduwd totdat hij blok-
keert.
De derde (middelste) hoofdsteun kan
niet worden verwijderd, terwijl de hoofd-
steunen van de zijzitplaatsen achter op
de volgende manier kunnen worden ver-
wijderd: Centrale armsteun
Klap de armsteun voor gebruik omlaag,
zoals aangegeven (fig. 7) m.b.v. de
handgreep (A).
skiluik
Het skiluik kan worden gebruikt voor
het vervoer van lange voorwerpen (bijv.
ski’s).
Om het skiluik te bereiken, moet u de
armsteun neerklappen, aan de hand-
greep (A-fig. 8) trekken en het ski-
luik op de armsteun (fig. 9) neerklap-
pen.
Op uitvoeringen met een derde hoofd-
steun, moet voordat de armsteun wordt
neergeklapt, de hoofdsteun geheel om-
hoog worden getrokken en de stoffen be-
scherming worden losgemaakt.
P4U00257
fig. 5
P4U00336
fig. 6 Onthoud dat de derde
(middelste) hoofdsteun
geheel moet worden
uitgetrokken zodat het hoofd en
niet de nek wordt gesteund. Al-
leen in deze positie biedt de
steun bescherming, wanneer de
auto van achteren aangereden
wordt.
– Trek de hoofdsteunen ongeveer 2 cm
omhoog.
– Druk de knoppen ( Aen B-fig. 5)
gelijktijdig in en verwijder de hoofdsteu-
nen.
– Houd voor het monteren van de
hoofdsteunen de knoppen (A en B-fig.
5) ingedrukt en steek de steunen geheel
in de openingen.
P4U00337
fig. 7
Page 223 of 291

222
Het skiluik kan als optional worden uit-
gerust met een hoes voor het vervoeren
van ski’s.
BELANGRIJK Leg de hoes uit in de
auto en steek dan pas de ski’s in de
hoes. Laat na het vervoeren van ski’s de
hoes drogen (als deze nat is), vouw hem
vervolgens op en plaats hem in het ski-
luik. VEILIGHEIDS-
GORDELS
HOOGTEVERSTELLING
VEILIGHEIDSGORDELS ACHTER
De bovenste bevestigingsbeugel van de
zijveiligheidsgordels achter kan in drie
verschillende standen worden gezet.De
hoogte van de gordel moet altijd zijn af-
gestemd op het postuur van de inzitten-
de. Dankzij deze voorzorgsmaatregel
werkt de gordel beter en is het risico op
verwondingen tijdens een botsing gerin-
ger.
De gordel is goed afgesteld als hij over
de schouder halverwege tussen nek en
uiteinde van de schouder ligt.
Druk om de hoogte te regelen op knop
( A-fig. 10) van de rolautomaat en
schuif gelijktijdig beugel (B-fig. 10) in
de gewenste stand.
P4U00339
fig. 9
P4U00338
fig. 8
P4U00262
fig. 10 Controleer na het af-
stellen altijd of de be-
vestiging in één van de
vaste posities is geblokkeerd.
Laat de knop (A-fig. 10) los en
duw de beugel naar beneden, zo-
dat de bevestigingsbeugel blok-
keert, als dit nog niet was ge-
beurd.
Page 224 of 291

223
HEUPGORDEL VAN DE
ZITPLAATS MIDDENACHTER
Als de heupgordel van de zitplaats mid-
denachter niet gebruikt wordt, plaats dan
gesp (A-fig. 11) in steun (B-fig. 11)
op de rugleuning van de zitplaats achter.
ACHTERRUITWISSER –
ACHTERRUITSPROEIER
WERKING (fig. 12)
Deze werkt alleen als de contactsleutel
in stand MAR staat.
Draai voor inschakeling van de achter-
r uitwisser schakelaar (A ) in stand '.
De achterruitwisser wist met interval.
Als u de bedieningshendel (B ) naar
voren duwt, schakelt de achterruitsproeier
in; als u de hendel loslaat schakelt hij
automatisch uit.
Als de achterruitsproeier wordt ingescha-
keld, gaat automatisch ook de achterruit-
wisser enkele seconden werken.
WISSERBLAD VERVANGEN
(
fig. 13)
Het wisserblad van de achterruitwisser
moet samen met de wisserarm vervan-
gen worden.
Ga als volgt te werk:
– Geef de stand van het wisserblad ten
opzichte van de achterruit aan.
– Til het dopje ( A) op, draai de moer
(B) los en verwijder de arm (C).
– Plaats de nieuwe wisserarm in de juiste
stand en draai de moer zorgvuldig vast.
– Kantel het dopje dicht.
P4U00377
fig. 11
P4U00263
fig. 12
Maak de gesp altijd
vast in de steun als
deze niet gebruikt
wordt, om te voorkomen dat bij
een ongeluk de inzittenden van
de auto door de gesp geraakt
kunnen worden.
P4U00264
fig. 13
Page 225 of 291

VAN BUITENAF OPENEN MET
DE SLEUTEL
(fig. 16)
Draai het embleem (A ) in de door de
pijl aangegeven richting, steek de sleutel
(B) in het slot en draai de sleutel links-
om.
224
ACHTERRUITSPROEIER (fig. 14)
Als de ruitensproeier niet werkt, contro-
leer dan eerst het niveau in het ruiten-
sproeiertankje: zie de betreffende para-
graaf in het hoofdstuk “Onderhoud van
de auto”. Controleer vervolgens of de
sproeiermonden (A ) niet verstopt zijn.
Deze kunnen zonodig met een speld wor-
den doorgeprikt.BAGAGERUIMTE
De achterklep kan zowel van binnenuit
als van buitenaf worden geopend.
BELANGRIJK Als de achterklep niet
goed gesloten is, gaat het betreffende
waarschuwingslampje van het checkpanel
branden.
V AN BINNENUIT OPENEN
(fig. 15)
Trek aan hendel (A) naast de bestuur-
dersstoel. De achterklep gaat dankzij de gasveren
gemakkelijk open.
P4U00266
fig. 14
P4U00035
fig. 15
P4U00414
fig. 16
Bedien de hendel voor
het ontgrendelen van de
achterklep alleen als de
auto stilstaat.
De gasveren zijn zo
afgesteld dat de achter-
klep op de juiste wijze
wordt geopend als de klep het
oorspronkelijke gewicht heeft.
Achteraf aangebrachte voorwer-
pen (spoiler, enz.) kunnen de
juiste werking en de veiligheid in
gevaar brengen.
Page 226 of 291

225
OPENEN MET AFSTANDS-
BEDIENING
(fig. 17)
(indien aanwezig)
De achterklep kan van buitenaf worden
geopend met de afstandsbediening door
knopje (A) op de sleutel in te drukken,
ook als het diefstalalarm (indien aan-
wezig) is ingeschakeld.
Als bij auto’s met diefstalalarm de
achterklep wordt geopend, dan worden
de omtrekbeveiliging en de achterklep-
sensor uitgeschakeld.Het systeem geeft
dan (behalve bij sommige uitvoeringen in
enkele landen) twee geluidssignalen
(“BIEP”) en de richtingaanwijzers gaan
ongeveer 3 seconden branden. Als de achterklep wordt vergrendeld,
dan wordt de beveiliging hersteld. Het
systeem geeft (behalve bij sommige uit-
voeringen in enkele landen) twee geluids-
signalen (“BIEP”) en de richtingaanwij-
zers gaan ongeveer 3 seconden branden.
ACHTERKLEP SLUITEN (fig. 18)
Om de achterklep te laten zakken, kunt
u de handgreep ( A) aan de binnenzijde
van de klep gebruiken.
P4U00329
fig. 17
P4U00267
fig. 18
BAGAGE VASTZETTEN
(fig. 19-20)
De vervoerde bagage kan met riemen
of spanbanden worden bevestigd aan de
daarvoor bestemde ringen in de hoeken
van de bagageruimte.
De ringen dienen ook voor het beves-
tigen van de bagagenetten (die leverbaar
zijn via de Alfa Romeo-dealer).
P4U00269
fig. 20
P4U00268
fig. 19
Page 227 of 291

226
VOORZORGSMAATREGELEN
BIJ HET TRANSPORT VAN
BAGAGE
Bij uitvoeringen zonder automatische ni-
veauregeling op de achterwielophanging
moet als u voorwerpen vervoert en u
‘s nachts rijdt, gecontroleerd worden of
de hoogteregelaars op de koplampen in
de juiste stand staan (zie paragraaf “Kop-
lampen” in dit hoofdstuk). Controleer
voor de juiste werking van de hoogte-
regelaars bovendien of de lading niet
zwaarder is dan in de gewichtentabel
staat aangegeven.
P4U00271
fig. 23
Het maximum laadver-
mogen van de auto mag
nooit overschreden
worden (zie hoofdstuk “Techni-
sche gegevens”). Controleer bo-
vendien of de bagageruimte goed
geladen is, om te voorkomen dat
een voorwerp bij bruusk remmen
naar voren schiet en letsel ver-
oorzaakt.
Als u reservebrandstof
in een jerrycan wilt ver-
voeren, dan dient u zich
aan de geldende wetgeving te
houden. Gebruik alleen een goed-
gekeurde jerrycan en bevestig
deze op de juiste wijze aan de
daarvoor bestemde ringen in de
hoeken van de bagageruimte.
T och zal bij een ongeval de kans
op brand groter zijn.
Niet goed vastgezette
bagage kan bij een on-
geluk de passagiers
ernstig verwonden.OMKEERBARE VLOERBEDEK-
KING
(fig. 21-22)
Het middelste gedeelte ( A-fig. 21)
van de vloerbedekking is omkeerbaar: de
vloerbedekking kan worden verwijderd,
omgekeerd en weer geplaatst worden
met de zijde (B) naar boven gekeerd.
Steek voor het terugplaatsen van de
vloerbedekking de voorste rand ( A-fig.
22) in de zitting op de laadvloer.
P4U00288
fig. 22
P4U00340
fig. 21
Page 228 of 291

227
BAGAGERUIMTEVERLICHTING
(fig. 23-24)Als u de achterklep opent, dan gaat
automatisch de verlichting ( A-fig. 23)
aan de rechterzijde van de bagageruimte
en de verlichting ( B-fig. 24) op de rand
van de achterklep branden.
De verlichting ( B-fig. 24) verlicht niet
alleen de bagageruimte maar ook de
laadruimte.
De verlichting dooft als u de achterklep
sluit of na enkele minuten (ongeveer 20)
als u de achterklep open laat. Als u in dit
laatste geval de verlichting weer wilt in-
schakelen, moet u de achterklep sluiten
en vervolgens weer openen.
OPBERGVAKKEN (fig. 25-26)
Aan de zijkant van de bagageruimte be-
vinden zich twee opbergvakken met een
deksel.
Druk voor het openen van het deksel op
knop (A) en kantel het deksel omlaag.STEKKERDOOS (fig. 27)
Deze bevindt zich links in de bagage-
r uimte.
V oor het gebruik van de 12V-stekkerdoos
moet u dekseltje ( A) openen.De stekker-
doos wordt gevoed als de contactsleutel in
stand MAR wordt gedraaid en kan
alleen gebruikt worden voor accessoires met
een maximum stroomverbruik van 15A (ver-
mogen 180W).
P4U00272
fig. 26
P4U00274
fig. 27
P4U00270
fig. 24
P4U00273
fig. 25 Sluit geen accessoires
op de stekkerdoos aan
met een stroomverbruik
dat hoger is dan de aangegeven
maximale waarde. Een langdurig
stroomverbruik kan de accu uit-
putten, waardoor de motor niet
meer gestart kan worden.
Page 229 of 291

228
BAGAGENETTEN
(indien aanwezig)
Het net kan op verschillende manieren wor-
den bevestigd ( fig. 31-32-33-34 ) in de
zittingen (A en B-fig. 28) aan de voor-
zijde en de zittingen ( Cen D-fig. 29) aan
de achterzijde van de bagageruimte.
Bevestig het net door de haken ( A-fig.
30) in de zittingen ( B-fig. 30) te ste-
ken en ze omlaag te duwen. Houd om het net los te haken beves-
tigingspunt (C-fig. 30) ingedrukt en
trek het net omhoog.
ROLHOES VOOR AFDEKKEN
BAGAGERUIMTE
De hoes (A-fig. 35) kan worden op-
gerold en verwijderd.
Ver wijder voor het oprollen de twee achter-
ste pennen (B-fig. 36) uit de zittingen.
BELANGRIJK Begeleid de rolhoes bij
het oprollen door de hoes vast te houden
bij de handgreep (C-fig. 35).
P4U00276
fig. 29
P4U00275
fig. 28
P4U00342
fig. 31
P4U00341
fig. 30
P4U00344
fig. 33
P4U00343
fig. 32
Page 230 of 291

229
Als u de rolhoes wilt verwijderen, moet
u de hoes oprollen en controleren of ook
het scheidingsnet tussen de bagageruimte
en het interieur van de auto is opgerold
(zie de volgende paragraaf); trek ver-
volgens de haken ( A-fig. 37)naar ach-
teren. Til de hoes op en verwijder hem uit
de bagageruimte. V
oor het terugplaatsen van de hoes
moeten de uiteinden van het rolmechanis-
me in de respectievelijke zittingen wor-
den geplaatst. Zorg dat de bevestigings-
haken naar voren vergrendeld zijn (de
groene symbolen aan de onderkant van
de knoppen moeten zichtbaar zijn). Rol
vervolgens de hoes uit door aan de hand-
greep ( C-fig. 35) te trekken en haak
de achterste pennen ( B-fig. 36) vast.
Plaats geen voorwer-
pen op de hoes om be-
schadiging te voor-
komen.Bij een ongeval of plot-
seling remmen kunnen
voorwerpen die op de
hoes geplaatst zijn, naar voren
schieten en de inzittenden ver-
wonden; het is raadzaam het
scheidingsnet te gebruiken.
P4U00278
fig. 36
P4U00279
fig. 37
P4U00277
fig. 35
P4U00345
fig. 34