Alfa Romeo Giulia 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2017, Model line: Giulia, Model: Alfa Romeo Giulia 2017Pages: 232, PDF Size: 3.89 MB
Page 141 of 232

EEN AANHANGER TREKKEN
(indien aanwezig)
MONTAGESCHEMA
De structuur van de trekhaak moet bevestigd worden aan de carrosserie op de punten aangegeven in fig. 132.
BELANGRIJK Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk voor de montage van de trekhaak.
74A - A
792396
147.5
4902390.7
15
935
15575
32380
B - B
C - C
AAB
BC C
13207226S0040EM
139
Page 142 of 232

140
Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten
Page 143 of 232

Een lekke band of een doorgebrand lampje?
Soms kan een probleem uw reis in gevaar brengen.
De pagina's over noodsituaties kunnen u helpen om op
zelfstandige en kalme wijze kritieke situaties op te lossen.
Wij adviseren u om in een noodsituatie het gratis telefoonnummer
te bellen dat in het garantieboekje is vermeld.
U kunt ook het gratis landelijke of internationale universele
telefoonnummer bellen om het dichtstbijzijnde Alfa romeo
Servicenetwerk te vinden.
NOODGEVALLEN
ALARMKNIPPERLICHTEN........................142
EEN LAMP VERVANGEN.........................142
ZEKERINGEN VERVANGEN . . .....................148
BANDENREPARATIEKIT . . .......................153
NOODSTART................................156
AFSLUITER VAN DE BRANDSTOFTOEVOER.............158
SLEPEN VAN VOERTUIG MET PECH..................158
SLEPEN VAN HET VOERTUIG......................159
Page 144 of 232

ALARMKNIPPERLICHTEN
CONTROLE
57)
Druk op de knop fig. 133 om de
gevarenwaarschuwingslichten in of uit te
schakelen.
Wanneer de alarmknipperlichten werken,
knipperen de controlelampjes
en.
Wanneer u van het voertuig weg moet om
hulp te zoeken, blijven de
gevarenwaarschuwingslichten knipperen,
ook al staat de startinrichting in de
STOP-stand.
BELANGRIJK Het gebruik van de
alarmknipperlichten wordt geregeld door
de wegenverkeerswetgeving van het land
waar u rijdt: neem de wettelijke
voorschriften in acht.
Noodremmen
De Alarmknipperlichten zijn ingeschakeld
en waarschuwingslampjes
en
verschijnen op het
instrumentenpaneel in het geval van
remmen voor een noodgeval en volgens
de modus geselecteerd door de “Alfa
DNA™” kiesschakelaar.
Wanneer de “Alfa DNA™” kiesschakelaar
in stand "n" of "a" staat, is de inschakeling
van de activeringsdrempel van de
alarmknipperlichten hoger, aan de andere
kant is de gevoeligheid van de activering
in stand "d" lager dan die in de "n" en "a"
modi.
De lichten gaan automatisch uit wanneer
het noodremmen ophoudt.
BELANGRIJK
57)Een langdurig gebruik van de
gevarenwaarschuwingslampjes kan ervoor
zorgen dat de accu leeg raakt.
EEN LAMP VERVANGEN
127) 128) 129)
58)
ALGEMENE INSTRUCTIESControleer alvorens een lamp te
vervangen of de contacten zijn
geoxideerd;
vervang doorgebrande lampen door
exemplaren van hetzelfde type en
vermogen;
controleer na vervanging van een
gloeilamp in de koplamp altijd of de
koplampafstelling goed is;
als een lamp niet werkt, controleer
dan of de betreffende zekering is
doorgebrand alvorens de lamp te
vervangen. Om de zekeringen te vinden
wordt verwezen naar de paragraaf
“Zekeringen vervangen” in dit hoofdstuk.
BELANGRIJK In sommige specifieke
klimaatcondities zoals lage temperatuur,
vochtigheid of na het wassen van de auto,
kan er zich een dunne condenslaag
vormen op de interne oppervlakken van
de achterlichten en de koplampen. Dit
fenomeen verdwijnt na het inschakelen
van de lampen
13308016S0001EM
142
NOODGEVALLEN
Page 145 of 232

TYPEN LAMPEN
Het voertuig is voorzien van de volgende lampen
Volglas lampen (type A): klemmontage.
Trek om te verwijderen.
Lamp met bajonet-sluiting (type B): druk de lamp ietwat in en draai
linksom om hem uit de houder te verwijderen.
Buislampen (type C): trek de lamp uit de veercontacten om hem te
verwijderen.
Halogeenlampen (type D): maak de lamp vrij en trek hem uit zijn zitting
door de stekker opzij te draaien.
Halogeenlampen (type E): draai de lamp linksom om hem uit de houder
te verwijderen.
Xenon gasontladingslampen (type F): raadpleeg het Alfa Romeo
Servicenetwerk om dit type lamp te vervangen.
143
Page 146 of 232

Lampen Type VermogenReferentieafbeelding
(1) Grootlicht, voorkant lichten/ daglicht looplicht (DRL) H15 55/15W D
(1) Dimlicht H7 55
WD
(1) Richtingaanwijzers voor PY24W 24W B
(1) Mistlampen H11 55 W E
Koplampen grootlicht/dimlicht (Xenon gasontladingslampen) D5S 25 W F
Koplampen grootlicht/dimlicht (Xenon gasontladingslampen) D3S 35 W F
Verlichting zonneklep 1.5CP 2.1W C
Dashboardkastverlichting W5W 4 W A
Bagageruimteverlichting W5W 5 W A
Puddle lichten (onder deurpaneel) W5W 5 W A
(1) Alleen voor de basisversie koplampen met halogeen- grootlicht/dimlichten
144
NOODGEVALLEN
Page 147 of 232

LAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
BELANGRIJK Vervang de lamp alleen
wanneer de motor uit is. Controleer ook
of de motor koud is, om het risico op
brandwonden te voorkomen.
Voorste lichtunit met halogeen
koplampen grootlicht/dimlicht
Dimlicht
Ga als volgt te werk om de lamp van deze
verlichting te vervangen:
verwijder de bovenste afdekking van
de wielkast door de twee
bevestigingsschroeven fig. 134 los te
draaien;
verwijder de afdekking fig. 135;
verwijder de lamp/lamphouder van de
zitting fig. 136;
verwijder de lamp door deze van de
lamphouder af te schuiven;
plaats de nieuwe lamp, controleer of
hij goed vergrendeld is in de lamphouder;
plaats vervolgens de lamp en de
lamphouder in zijn zitting en verzeker u
ervan dat hij goed vergrendeld is;
hermonteer het deksel en de kap en
draai de bevestigingsbouten aan.
Grootlicht
Ga als volgt te werk om de lamp van deze
verlichting te vervangen:
werk in de motorruimte fig. 137;
verwijder de afdekking fig. 138;
draai de lamp, lamphouder en
connector linksom en schuif hem dan van
de zitting fig. 139;
13408026S0001EM
13508026S0002EM
13608026S0003EM
13708026S0023EM
13808026S0004EM
145
Page 148 of 232

verwijder de lamp door deze van de
lamphouder af te schuiven;
plaats de nieuwe lamp en controleer of
hij goed vergrendeld is in de lamphouder;
plaats vervolgens de lamp en de
lamphouder in zijn zitting op het
koplamphuis en draai hem linksom.
Verzeker u ervan dat hij goed vergrendeld
is;
hermonteer het beschermdeksel.
Richtingaanwijzers
Ga als volgt te werk om de lamp van deze
verlichting te vervangen:
werk in de motorruimte fig. 140;
verwijder de afdekking door eraan te
draaien fig. 141;
draai de lamp, lamphouder en lamphuis
en schuif hem dan van de zitting fig. 142;
verwijder de lamp door deze van de
lamphouder af te schuiven;
plaats de nieuwe lamp en controleer of
hij goed vergrendeld is in de lamphouder;
plaats vervolgens de lamp en de
lamphouder in zijn zitting op het
koplamphuis en draai hem linksom.
Verzeker u ervan dat hij goed vergrendeld
is;
hermonteer het beschermdeksel.
Mistlampen voor
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
verwijder de onderste afdekking van
de wielkast door de twee
bevestigingsschroeven fig. 143 los te
draaien;
13908026S0005EM14008026S0023EM
14108026S0006EM
14208026S0007EM
146
NOODGEVALLEN
Page 149 of 232

trek de lamphouderunit uit het
koplamphuis door deze linksom te
draaien fig. 144;
verwijder de lamp door deze van de
lamphouder af te schuiven
plaats de nieuwe lamp en controleer of
hij goed vergrendeld is in de lamphouder;
plaats vervolgens de lamp en de
lamphouder in zijn zitting op het
koplamphuis en draai hem linksom.Verzeker u ervan dat hij goed vergrendeld
is;
herplaats de afdekking door de twee
bevestigingsschroeven vast te draaien.
Voorste lichtunit met Xenon
gasontladingslampen koplampen
grootlicht/dimlicht
Om de lampen te vervangen van de
koplampen/dimlicht, contact opnemen
met een Alfa Romeo Servicenetwerk
BELANGRIJK
127)Wacht tot de uitlaatleidingen zijn
afgekoeld alvorens de lamp te vervangen:
GEVAAR VOOR BRANDWONDEN!
128)Wijzigingen of reparaties aan het
elektrisch systeem die niet correct zijn
uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt
gehouden met de technische
systeemgegevens, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
129)In halogeenlampen bevindt zich gas
onder druk. Als ze breken, kunnen er
glassplinters wegschieten.
BELANGRIJK
58)Raak alleen het metalen gedeelte van
halogeenlampen aan. Het aanraken van de
bol met de vingers kan de lichtopbrengst en
de levensduur van de lamp reduceren. Als de
bol per ongeluk toch wordt aangeraakt, moet
hij worden schoongewreven met een doekje
bevochtigd met alcohol en laat hem
vervolgens drogen.
14308026S0021EM
14408026S0022EM
147
Page 150 of 232

ZEKERINGEN VERVANGEN
INLEIDING
130) 131) 132) 133) 134)
59) 60)
De elektrische installatie wordt beveiligd
door zekeringen: bij een storing of bij
oneigenlijk gebruik van de installatie
brandt de zekering door.
Tang voor het verwijderen van
zekeringen
Gebruik het tangetje dat aan het deksel
van de zekeringenkast van de
motorruimte geklemd is, om een zekering
te vervangen fig. 145.
Neem de tang uit de bovenste
klemmetjes, oefen wat druk uit en trek de
tang naar buiten door hem omhoog te
trekken.De tang fig. 146 heeft twee uiteinden,
speciaal ontworpen om de verschillende
types zekeringen die aanwezig zijn in het
voertuig te verwijderen.
1: MINI-zekering;
2: J-CASE zekering.
Berg na gebruik het tangetje weer op, ga
als volgt te werk:
neem de tang uit de bovenste
klemmetjes;
zet de tang in zijn zitting, door hem
naar beneden te duwen, tot hij op zijn
plaats vastklikt.
PLAATS VAN DE ZEKERINGEN
De zekeringen, die door de gebruiker
kunnen worden vervangen, zijn
gegroepeerd in twee dozen onder de
opstaptrede van de passagiersstoel en in
de bagageruimte.
BESTURINGSEENHEID ONDER
OPSTAPTREDE PASSAGIERSSTOEL
Ga als volgt te werk om een zekering te
vervangen:
til het bovenste uiteinde van de
opstaptrede 1 fig. 147 aan de
passagierszijde op, trek eraan om de
2 knoppen los te laten;
verwijder paneel 2 fig. 148, door deze
omlaag uit te nemen, na het losschroeven
van de twee bevestigingshaken;
14508036S0053EM
14608036S0005EM
14708036S0010EM
148
NOODGEVALLEN