ESP Alfa Romeo Giulietta 2013 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2013, Model line: Giulietta, Model: Alfa Romeo Giulietta 2013Pages: 288, PDF Size: 12.99 MB
Page 212 of 288

Droog de minder zichtbare delen (bijv. randen van portieren,
motorkap, koplampranden) zorgvuldig, aangezien in deze zones
water makkelijker kan stagneren. Was de auto nooit als hij in de zon
heeft gestaan of als de motorkap nog warm is: de glans van de lak
kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten op dezelfde wijze als de rest van
de auto gewassen worden.
Schoonmaakmiddelen verontreinigen het milieu. Was
daarom de auto op een plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.Om de esthetische eigenschappen van de lak te behouden,
mogen er geen schuur- en/of poetsproducten voor het
reinigen van de auto worden gebruikt.
BELANGRIJK
Parkeer de auto zo min mogelijk onder bomen: de hars die uit de
bomen druppelt, maakt de lak mat en vergroot de kans op
roestvorming.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.Ruiten
Gebruik specifieke schoonmaakmiddelen en schone, zachte doeken
om krassen en beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het binnenoppervlak van de achterruit voorzichtig
met een doek af, en volg hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de achterruitverwarming niet te beschadigen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de plastic lampglazen van de koplampen te
reinigen.
BELANGRIJK Als de auto met een drukreiniger wordt gewassen, moet
de straal op minstens 20 cm van de koplampen worden gehouden.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij mag
de waterstraal niet rechtstreeks op de elektronische regeleenheden
of op de motoren van de ruitenwissers worden gericht. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de motorruimte moet de
contactsleutel in de stand STOP staan en de motor koud zijn.
Controleer na het reinigen of de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet verwijderd of beschadigd zijn.
208WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 227 of 288

WIELENVELGEN EN BANDENGeperst stalen of lichtmetalen velgen. Tubeless radiaalbanden. Op het
kentekenbewijs zijn tevens alle goedgekeurde banden aangegeven.
BELANGRIJK Als de gegevens in de instructieboek afwijken van die
van het kentekenbewijs, dient men zich altijd aan de gegevens van het
kentekenbewijs te houden.
Voor de rijveiligheid moeten alle wielen zijn voorzien van banden van
hetzelfde merk en type.
BELANGRIJK Monteer geen binnenbanden in tubeless banden.RUIMTEBESPAREND RESERVEWIELGeperst stalen velg. Tubeless band.VERKLARING VAN DE BANDCODESVoorbeeld fig. 180: 205/55 R 16 91V205
Nominale bandbreedte (S, afstand in mm tussen de flanken)
55
Verhouding van de bandhoogte/bandbreedte (H/S) in %
RRadiaalband16
Doorsnee van de velg in inches (Ø)
91
Belastingsindex (laadvermogen)
VSnelheidscategorieSnelheidscategorie
Qmax. 160 km/hRmax. 170 km/hSmax. 180 km/hTmax. 190 km/hUmax. 200 km/hHmax. 210 km/hVmax. 240 km/hW
max. 270 km/h
Ymax. 300 km/h
Snelheidscategorie voor winterbandenQM + S
max. 160 km/h
TM + S
max. 190 km/h
HM + S
max. 210 km/h
fig. 180
A0K0043
223WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Page 230 of 288

STANDAARD VELGEN EN BANDENVersies Velgen Standaard banden WinterbandenRuimtebesparend reservewiel
Velg - Band
1.4 Turbo
Benzine
1.4 Turbo
MultiAir
1.6 JTD
M
2.0 JTD
M
7Jx16 H2 ET 41
(*)
195/55 R16 91V
REINFORCED
(*)
195/55 R16 91Q
REINFORCED
(*)
T135/70 R16
100M
T125/80 R17
99M4Bx16ET22
4Bx17ET25 7Jx16 H2 ET 41 205/55 R16 91V 205/55 R16 91Q
7 1/2 Jx17 H2 ET 41 225/45 R17 91W 225/45 R17 91Q
7 1/2 Jx18 H2 ET 41225/40 R18 92W
VERSTERKT
(**)
225/40 R18 92Q
VERSTERKT
1.4 Turbo
Benzine
(***)
1.4 Turbo
MultiAir
(***)
1.6 JTD
M(***)
2.0 JTD
M(***)
7 1/2 Jx17 H2 ET 41 225/45 R17 91W 225/45 R17 91Q
T125/80 R17
99M4Bx17ET25
7 1/2 Jx18 H2 ET 41225/40 R18 92W
VERSTERKT
(**)
225/40 R18 92Q
VERSTERKT
1750 Turbo
Benzine7 1/2 Jx17 H2 ET 41 225/45 R17 91W 225/45 R17 91Q
T125/80 R17
99M4Bx17ET25
7 1/2 Jx18 H2 ET 41225/40 R18 92W
VERSTERKT
(**)
225/40 R18 92Q
VERSTERKT
(*) Voor bepaalde versies/markten
(**) Geen montage van sneeuwkettingen mogelijk
(***) Versies met vergrote remklauwenBij versies met 195/55 R16", 205/55 R16" en 225/45 R17" banden, kunnen sneeuwkettingen met smalle schakels gebruikt worden, die
maximaal 9 mm uitsteken buiten het bandprofiel.
226WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Page 231 of 288

BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar)
STANDAARD BANDEN
VERSIES MAATGEMIDDELDE BELASTING VOLLE BELASTING
Voor Achter Voor Achter
1.4 Turbo benzine
115/120 pk
1.6 JTD
M
195/55 R16 91V VERSTERKT
205/55 R16 91V
225/45 R17 91W
225/40 R18 92W VERSTERKT2,6
2,3
2,3
2,62,2
2,1
2,1
2,23,0
2,7
2,7
3,02,6
2,3
2,3
2,6
1.4 Turbo Benzine
105 pk
(*)
195/55 R16 91V VERSTERKT
205/55 R16 91V
225/45 R17 91W
225/40 R18 92W VERSTERKT2,6
2,3
2,3
2,52,2
2,1
2,1
2,32,9
2,5
2,6
2,92,5
2,1
2,2
2,5
1.4 Turbo MultiAir
2.0 JTD
M
195/55 R16 91V VERSTERKT
205/55 R16 91V
225/45 R17 91W
225/40 R18 92W VERSTERKT2,6
2,3
2,3
2,62,2
2,1
2,1
2,23,0
2,7
2,7
3,02,6
2,3
2,3
2,6
1750 Turbo Benzine225/45 R17 91W
225/40 R18 92W VERSTERKT2,3
2,62,1
2,22,7
3,02,3
2,6
Ruimtebesparend
reservewielT135/70 R16 100M
T125/80 R17 99M4.2
(*) Voor bepaalde versies/marktenBij warme banden moet de bandenspanning +0,3 bar hoger zijn dan de voorgeschreven waarde. Controleer de bandenspanning bij koude
banden.
Bij winterbanden moet de bandenspanning +0,2 bar worden verhoogd t.o.v. de voorgeschreven spanningswaarde voor de normale banden.
Wanneer met een snelheid van meer dan 160 km/h wordt gereden, moeten de banden op de bandenspanning voor volgeladen auto zijn
gepompt.
227WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Page 244 of 288

RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN HET VOERTUIG AAN
HET EINDE VAN DE LEVENSDUURReeds vele jaren voldoet Alfa Romeo aan een globale verplichting om het milieu te beschermen en te respecteren door voortdurend haar
productieprocessen te verbeteren en steeds meer producten te ontwikkelen die milieuvriendelijk zijn. Om de klanten de best mogelijk service te
garanderen in overeenstemming met milieuwetgeving en conform de Europese Richtlijn 2000/53/EG inzake de behandeling van voertuigen aan
het einde van hun levensduur, biedt Alfa Romeo haar klanten de mogelijkheid hun voertuigen (*) aan het einde van hun levensduur zonder extra
kosten in te leveren.
De Europese richtlijn bepaalt namelijk dat de auto kan worden ingeleverd zonder kosten voor de laatste houder of eigenaar als de auto geen of
een negatieve marktwaarde heeft. In bijna alle landen van de Europese Unie konden tot 1 januari 2007 alleen auto’s kosteloos worden ingeleverd
die na 1 juli 2002 op kenteken waren gezet; vanaf 2007 is het kosteloos inleveren van de auto niet meer afhankelijk van het jaar van
kentekenregistratie, als het voertuig maar de essentiële voertuigonderdelen (met name de motor en de carrosserie) en geen extra afval bevat.
Voor de kosteloze inlevering van het voertuig aan het einde van zijn levensduur kunt u zich tot een van onze Servicepunten of tot een bevoegd
Alfa Romeo inzamelings- en verwerkingsbedrijf wenden. Deze bedrijven zijn zorgvuldig geselecteerd en bieden kwaliteitservice voor de
inzameling, verwerking en recycling van afgedankte voertuigen met respect voor het milieu.
Voor meer informatie over deze inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u zich wenden tot het Alfa Romeo Servicenetwerk of het gratis
nummer 00800 2532 0000 bellen of de Alfa Romeo website bezoeken.
(*) Auto voor personenvervoer met maximaal negen zitplaatsen en een maximaal toelaatbaar gewicht van 3,5 t.
240WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Page 266 of 288

SYSTEM RESET functieDeze functie wordt gebruikt om alle instellingen naar de
fabriekswaarden terug te stellen.
De opties zijn:
❒NO: geen restore-bewerking;
❒YES: de defaultparameters zullen hersteld worden. Tijdens deze
bewerking verschijnt het opschrift "Resetting" op de display. Na
de bewerking wijzigt de bron niet en wordt de voorgaande
situatie weergegeven.TELEFOONFUNCTIE(instelling telefoonvolume)
(alleen met Blue&Me™ systeem)
Wanneer er een inkomend telefoongesprek is, wordt het geluid via
de radio overgezet naar het audiosysteem van de auto.
Het geluid van de telefoon komt altijd binnen op een van tevoren
ingesteld volume, maar dit kan aangepast worden tijdens een
gesprek met behulp van de linker knopA(fig. 1).
Indien, terwijlBlue&Me™ gebruikt wordt, het volume van het
telefoongesprek veranderd wordt, wordt dit weergegeven op het
radiodisplay, in het geheugen opgeslagen en bewaard voor alle
volgende telefoongesprekken tot de motor wordt uitgeschakeld.Bij ingeschakelde RADIO ON VOLUME functie, wanneer de motor
opnieuw wordt gestart:
❒als de radio uitgeschakeld werd met eenBlue&Me™ volume
lager dan 12, wordt hetBlue&Me™ volume automatisch
ingesteld op 12 voor het volgende telefoongesprek;
❒als de radio werd uitgeschakeld met een volume van
Blue&Me™ hoger dan 25, wordt het volume van
Blue&Me™ automatisch voor het volgende telefoongesprek
ingesteld op 25;
❒als de radio werd uitgeschakeld met een volume van
Blue&Me™ tussen 12 en 25, zal het volume vanBlue&Me™
voor het volgende telefoongesprek het volume zijn dat eerder
door de gebruiker werd ingesteld.
Als, daarentegen, de RADIO ON VOLUME functie is
uitgeschakeld, behoudt de radio de laatste instelling.
DIEFSTALBEVEILIGINGDe autoradio is uitgerust met een diefstalbeveiliging die gebaseerd
is op de informatie-uitwisseling tussen de autoradio en de
elektronische regeleenheid (Body Computer) in de auto.
Dit systeem garandeert maximale veiligheid en voorkomt dat elke
keer dat de stroomvoorziening van de autoradio uitvalt, de
geheime code opnieuw ingevoerd moet worden.
Als de controle een positief resultaat oplevert, dan begint de
autoradio te werken. Als de codes bij de vergelijking echter niet
overeenkomen of als de elektronische regeleenheid (Body
Computer) wordt vervangen, dan zal het systeem de gebruiker
vragen om de geheime code in te voeren op de manier die in de
volgende paragraaf is beschreven.
262
AUTORADIO
Page 270 of 288

EON FUNCTIE
(Enhanced Other Network)In sommige landen bestaan circuits die meerdere stations die
verkeersinformatie uitzenden groeperen. In zo'n geval wordt het
programma van het beluisterde station tijdelijk onderbroken voor:
❒ontvangst van verkeersinformatie (alleen bij ingeschakelde TA-
functie);
❒het luisteren naar regionale programma’s, elke keer als deze
worden uitgezonden door een station van hetzelfde circuit.STEREO-UITZENDINGENAls het ontvangstsignaal zwak is, schakelt de weergave
automatisch van Stereo naar Mono over.
CD-SPELERINLEIDINGDit hoofdstuk beschrijft uitsluitend de varianten voor wat betreft de
werking van de CD-speler: zie voor een beschrijving van de
werking van de autoradio het hoofdstuk “Functies en Instellingen”.KEUZE VAN DE CD-SPELERGa voor het inschakelen van de ingebouwde CD-speler als volgt te
werk:
❒breng een CD bij reeds ingeschakeld apparaat in: het eerste
nummer wordt afgespeeld;
of
❒als er reeds een CD is ingebracht, schakel dan de autoradio in
en druk vervolgens kort op de CD-toets om de “CD” werking te
kiezen: het laatst beluisterde nummer zal afgespeeld worden.
Voor een optimale weergave wordt het gebruik van originele CD's
aangeraden. Als CD-R/RW's worden gebruikt, dan adviseren wij
exemplaren van goede kwaliteit die met de laagst mogelijke
snelheid gebrand worden.INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CDSteek de CD voorzichtig in de sleuf, zodat het automatische
laadysteem ingeschakeld wordt dat de CD correct zal plaatsen.
De CD kan ook worden ingebracht bij uitgeschakelde radio en
contactsleutel in de stand MAR: in dit geval blijft de radio
uitgeschakeld. Wanneer de autoradio wordt ingeschakeld, wordt
de laatst beluisterde audiobron vóór het uitschakelen geactiveerd.
266
AUTORADIO
Page 271 of 288

Wanneer een CD wordt ingebracht, verschijnt op de display het
symbool "CD-IN" en het opschrift "CD Reading". Deze blijven
weergegeven totdat de autoradio de op de CD aanwezige
nummers heeft gelezen. Hierna begint de autoradio automatisch
het eerste nummer af te spelen.
Druk op de
toets bij ingeschakelde radio om het automatisch
uitwerpen van de CD te activeren. Na het uitwerpen wordt de
audiobron ingeschakeld die beluisterd werd voordat de CD werd
afgespeeld.
Als de CD niet uit de autoradio wordt verwijderd, dan wordt de
CD na circa 20 seconden automatisch opnieuw geladen en wordt
afgestemd op de Tuner (Radio).
De CD kan niet worden uitgeworpen als de autoradio
uitgeschakeld is.
Als de uitgeworpen CD weer in de speler wordt geplaatst zonder
dat hij volledig uit de sleuf is verwijderd, dan schakelt de radio niet
over op de CD-speler.
Mogelijke foutmeldingen
Als de geladen CD niet kan worden gelezen (bijv. als een CD-ROM
is ingebracht of een CD andersom is ingebracht, of als er een
leesfout is), verschijnt op de display het opschrift "CD Disc error".
Daarna wordt de CD uitgeworpen en hoort men de audiobron die
ingeschakeld was voordat de CD-speler werd gekozen.
Wanneer een externe audiobron is ingeschakeld (TA, ALARM of
Phone), wordt de CD die niet gelezen kan worden niet
uitgeworpen zolang deze functies niet beëindigd zijn. Hierna toont
de display bij ingeschakelde CD-speler enkele seconden het
opschrift "CD Disc error" en wordt de CD uitgeworpen.
DISPLAY-INFORMATIEWanneer de CD-speler werkt, verschijnt op de display de volgende
informatie:
❒"CD Track 5": geeft het tracknummer op de CD aan;
❒"03:42": geeft de verstreken speelduur vanaf het begin van het
nummer aan (als de betreffende menufunctie is ingeschakeld).KEUZE VAN NUMMER
(vooruit/achteruit)Druk kortstondig op de
toets om het vorige CD-nummer en op
knop om het volgende nummer af te spelen.
De nummers worden achter elkaar afgespeeld: het eerste nummer
wordt na het laatste nummer geselecteerd en andersom.
Als het nummer langer dan 3 seconden wordt afgespeeld en op detoets wordt gedrukt, wordt het nummer vanaf het begin
herhaald.
Als men in dat geval het vorige nummer wil beluisteren, drukt men
tweemaal op de toets.
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN
NUMMERSHoud de
toets ingedrukt om het gekozen nummer snel vooruit te
spoelen en de
toets om het nummer snel achteruit te spoelen.
Het snel vooruit-/ terugspoelen wordt onderbroken zodra de toets
wordt losgelaten.
267AUTORADIO
Page 273 of 288

De kenmerken en de werking voor de weergave van MP3-
bestanden zijn als volgt:
❒de gebruikte CD-ROM’s moeten zijn gebrand volgens de ISO
9660 standaard;
❒de muziekbestanden moeten de extensie “.mp3” hebben:
bestanden met een andere extensie kunnen niet afgespeeld
worden;
❒de volgende weergavefrequenties kunnen afgespeeld worden:
44.1 kHz, stereo (96 tot 320 kbit/s) - 22.05 kHz, mono of
stereo (32 tot 80 kbit/s);
❒nummers met een variabele bit-rate kunnen afgespeeld worden.
OpmerkingDe namen van de nummers mogen niet de volgende
tekens bevatten: spaties , ' (apostrofs), ( en ) (haakjes openen en
sluiten). Zorg er tijdens het branden van een MP3-CD voor dat de
bestandsnamen deze tekens niet bevatten; als dit wel het geval is,
dan kan de autoradio de betreffende nummers niet afspelen.KEUZE VAN MP3-SESSIES OP HYBRIDE
DISKSAls een hybride disk (Mixed Mode, Enhanced, CD-Extra) wordt
ingebracht die ook MP3-bestanden bevat, dan begint de autoradio
automatisch met het afspelen van de audiosessie. Tijdens het
afspelen kan worden overgeschakeld naar de MP3-sessie door de
MEDIA-toets langer dan 2 seconden ingedrukt te houden.
OpmerkingWanneer de functie geactiveerd wordt, kan de
autoradio enkele seconden nodig hebben voordat het afspelen
start. Tijdens de controle van de disk, toont de display het opschrift
“CD READING”. Als er geen MP3-bestanden worden gedetecteerd,
hervat de autoradio het afspelen van de audiosessie vanaf het
punt, waarop deze onderbroken werd.
DISPLAY-INFORMATIEWeergave ID3-TAG-informatie
De autoradio kan niet alleen informatie over de verstreken
speelduur, naam van de map en van het bestand weergegeven,
maar ook ID3-TAG-informatie over de Titel, Artiest en Auteur van
het nummer.
De naam van de MP3-map die op de display wordt getoond, komt
overeen met de naam waarmee de CD-map is opgeslagen,
gevolgd door een asterisk.
Voorbeeld van een MP3-mapnaam: BEST OF *.
Wanneer voor weergave van de ID3-TAG informatie (Titel, Artiest,
Album) is gekozen die niet voor het afgespeelde nummer is
opgeslagen, dan wordt deze informatie vervangen door de naam
van het bestand.KEUZE VAN VOLGENDE/VORIGE MAPDruk op de
toets om een van de volgende mappen te kiezen of
druk op detoets om een vorige map te kiezen.
De display toont het nummer en de naam van de map (bijv. "DIR 2
XXXXXX").
XXXXXX: naam van de map (de display toont alleen de eerste 8
tekens).
De mappen worden achter elkaar geselecteerd: de eerste map
wordt na de laatste map geselecteerd en andersom.
Als binnen 2 seconden geen enkele andere map/nummer wordt
geselecteerd, dan wordt het eerste nummer van de nieuwe map
afgespeeld.
Als het laatste nummer van de op dat moment gekozen map wordt
afgespeeld, dan wordt de volgende map afgespeeld.
269AUTORADIO
Page 275 of 288

PROBLEEMOPLOSSINGALGEMEENLaag volume
De Fader-functie moet zijn ingesteld op de waarden "F" (voor), om
te voorkomen dat het uitgangsvermogen van de autoradio
vermindert en het volume wordt uitgezet als de fader is ingesteld
op R+9.
Bron kan niet geselecteerd worden
Er is geen geluidsdrager ingebracht.
Breng de af te spelen CD of CD MP3 in.CD-SPELERDe CD wordt niet afgespeeld
De CD is vuil. Maak de CD schoon.
Er zitten krassen op de CD. Probeer een andere CD te gebruiken.
De CD kan niet ingebracht worden
Er is al een CD ingebracht. Druk op de
toets en verwijder de
CD.
LEZEN VAN MP3-BESTANDHet nummer springt over tijdens het afspelen van
MP3-bestanden
Er zitten krassen op de CD of de CD is vuil. Maak de CD schoon,
zie hiervoor de beschrijving in de paragraaf "CD" in het hoofdstuk
"Inleiding".
De speelduur van de MP3-nummers wordt niet
correct weergegeven
In sommige gevallen kan de speelduur van de MP3-nummers
verkeerd worden weergegeven (vanwege de opnamemethode).
271AUTORADIO