Alfa Romeo Giulietta 2018 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2018, Model line: Giulietta, Model: Alfa Romeo Giulietta 2018Pages: 228, PDF Size: 3.7 MB
Page 121 of 228

EEN WIEL VERVANGEN
KRIK
115) 116) 117) 118) 119) 120)
Het is nuttig om het volgende te weten:
de krik weegt 1,76 kg;
de krik behoeft geen afstelling;
de krik niet kan worden gerepareerd:
in geval van een defect moet de krik door
een origineel exemplaar worden
vervangen;
afgezien van de slinger mag geen
enkel ander gereedschap op de krik
gemonteerd worden.
Onderhoud krik:
voorkom dat er vuil op de
“wormschroef” terechtkomt;
zorg ervoor dat de "wormschroef"
altijd gesmeerd is;
breng nooit wijzigingen aan de krik aan.
Omstandigheden waarin de krik niet
gebruikt moet worden:
temperatuur onder -40°C
op zanderige of modderige grond
op ongelijke ondergrond
op steile wegen
onder extreme weersomstandigheden:
onweer, tyfonen, orkanen,
sneeuwstormen, stormen, enz.
in direct contact met de motor of voor
reparaties onder het voertuig
op schepen.Ga als volgt te werk om een wiel te
vervangen:
stop het voertuig op een plek die niet
gevaarlijk is voor het verkeer en waar het
wiel op veilige wijze vervangen kan
worden. De grond moet zo mogelijk vlak
en voldoende compact zijn;
zet de motor af, trek de handrem aan
en schakel de 1steversnelling of de
achteruit in. Doe het reflecterende
veiligheidsvest (wettelijk verplicht) aan
voordat u uit het voertuig stapt;
open de bagageruimte, til de mat op
met de voorziene tab;
met sleutel 1 fig. 87 uit de
gereedschapshouder, draai de
blokkeerschroef los, neem de
gereedschaphouder 2 uit en plaatst hem
naast het te vervangen wiel. Neem het
noodreservewiel 3;
draai de wielbouten ongeveer een slag
los d.m.v. de sleutel 1 fig. 88. Bij versies
met lichtmetalen velgen, de auto
schudden om het loskomen van de velg
van de wielnaaf te vergemakkelijken;
plaats de krik onder de auto, nabij het
te verwisselen wiel. Op versies waar dit
geschikt is, ervoor zorgen de plastic
aerodynamische afscherming niet te
beschadigen;
voorziening 1 fig. 89 bedienen om de
krik omhoog te krijgen, totdat het
bovenste deel correct is ingebracht in het
zijlid op het punt aangeduid door de pijl
fig. 89. De hefpunten 3 worden
getoond in fig. 90.
87A0K0649C
88A0K0650C
119
Page 122 of 228

waarschuw alle omstanders dat het
voertuig wordt opgekrikt; zorg dat
niemand in de nabijheid van het voertuig
komt tot het weer helemaal op de grond
staat;
plaats de slinger 2 fig. 89 in de zitting
in voorziening 1 en krik het voertuig op
tot het wiel enkele centimeters van de
grond is;
35)
Voor versies met wieldop, verwijder
de wieldop na het losmaken van de
4 bevestigingsbouten en maak tot slot de
vijfde bout los en neem het wiel uit;
zorg dat de contactvlakken van het
reservewiel en de velg schoon zijn om het
losraken van de wielbouten te
voorkomen;
monteer het ruimtebesparende
reservewiel door de eerste wielbout twee
slagen aan te draaien in het gat dat zich
het dichtst bij het ventiel bevindt;
neem de sleutel 1 fig. 87 en draai de
wielbouten volledig vast;
draai aan de slinger van de krik 2
fig. 89 om de auto omlaag te brengen.
Verwijder de krik;
gebruik de bijgeleverde sleutel 1
fig. 87 om de wielbouten kruiselings vast
te draaien, in de volgorde die is
aangegeven in fig. 91;
het is raadzaam om bij vervanging van
een lichtmetalen velg het wiel
ondersteboven te plaatsen, met het
versierde gedeelte naar boven gericht.
Herstel de normale band zo snel mogelijk,
want als hij in het vak van het reservewiel
geplaatst is, maakt hij de laadvloer van de
bagageruimte ongelijkmatig omdat hij
breder is dan het reservewiel.
36)
DE SUBWOOFER VERWIJDEREN
(versions with Bose HI-FI)
(voor bepaalde versies/markten)
BELANGRIJK De onderstaande
procedure is alleen van toepassing voor
auto's voorzien van een Bose Hi-Fi
systeem met subwoofer (voor bepaalde
versies/markten).
Subwoofer en noodreservewiel
Bij deze versies is het gereedschap voor
het verwisselen van een wiel opgeborgen
in een speciale houder aan de linkerkant
van de bagageruimte (zie fig. 92 ).
89A0K0651C
90A0K0904C
91A0K0040C
120
NOODGEVALLEN
Page 123 of 228

Ook de krik wordt ook bewaard aan de
linkerkant van de bagageruimte, in een
speciaal vak.
Ga als volgt te werk om de subwoofer te
verwijderen:
open de bagageruimte, til de mat op
met de voorziene tab en verwijder het
afstandsstuk van de laadruimte;
draai de vergrendeling 1 fig. 93 los,
verwijder de bevestigingsklem 2 van de
kabel en til vervolgens de subwoofer op;
plaats de subwoofer naast de
bagageruimte en neem het
noodreservewiel;
plaats het reservewiel terug als eerder
beschreven.
Na afloop van de werkzaamheden:
herplaats de subwoofer correct (zie
aanwijzingen op het etiket op de
subwoofer zelf), zodat het woord “BOSE”
in de goede leesrichting is geplaatst;
plaats de kabel van de subwoofer op
de juiste manier zonder dat hij bekneld
raakt. Bevestig dan bevestigingsklem
2 en bevestig het de vergrendeling 1.
Plaats dan het afstandsstuk fig. 92 van
de laadruimte correct en breng de mat
weer omlaag.
Subwoofer en “Automatic Fix&Go Kit”
De Automatic Fix&Go Kit localiseren:
open de bagageruimte, til de mat op
met de voorziene tab;
pak de "Fix&Go Automatic Kit"
geplaatst aan de linkerkant van de
bagageruimte (zie fig. 94 );
blaas de band op (zie paragraaf
“Fix&Go Automatic Kit”).
BELANGRIJK Als u de subwoofer wilt
verwijderen, raadpleeg dan de instructies
op het plaatje fig. 94 op de subwoofer
zelf om deze correct te herplaatsen.
BELANGRIJK
115)Het noodreservewiel is specifiek voor
deze auto bestemd. Monteer het niet op
andere automodellen. Monteer ook geen
reservewielen van andere modellen op uw
auto. Gebruik het ruimtebesparende
reservewiel alleen in noodgevallen. Gebruik
het nooit langer dan strikt noodzakelijk en
rijd nooit harder dan 80 km/h. Op het
noodreservewiel is een oranje sticker
aangebracht waarop de belangrijkste
waarschuwingen over het gebruik en de
betreffende beperkingen zijn vermeld. Deze
sticker mag nooit verwijderd of afgedekt
worden. Monteer nooit een wieldeksel op het
noodreservewiel.
92A0K0235C
93A0K0654C
94A0K0178C
121
Page 124 of 228

116)Waarschuw de andere weggebruikers
voor de stilstaande auto conform de
plaatselijke wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten, gevarendriehoek enz.
Alle inzittenden moeten de auto verlaten,
vooral als de auto zwaar beladen is.
Passagiers moeten op een veilige afstand
van het verkeer wachten terwijl het wiel
wordt verwisseld. Blokkeer de wielen met
blokken of andere geschikte voorwerpen als
de auto op een helling of een slecht wegdek
stilstaat.
117)Een gemonteerd noodreservewiel
wijzigt de rijeigenschappen van de auto.
Vermijd bruusk optrekken en remmen,
scherpe stuurbewegingen en snelle bochten.
De totale levensduur van het
ruimtebesparende reservewiel is ongeveer
3000 km. Hierna moet de band vervangen
worden door een nieuw exemplaar van
hetzelfde type. Monteer nooit een
standaard band op de velg van een
ruimtebesparend reservewiel. Zorg ervoor
dat het verwisselde wiel zo snel mogelijk
wordt gerepareerd en gemonteerd. Het
gebruik van twee of meer ruimtebesparende
reservewielen is verboden. Smeer de
schroefdraad van de wielbouten niet met vet
voordat ze gemonteerd worden: ze kunnen
hierdoor losraken.118)De krik mag alleen gebruikt worden om
wielen te vervangen van de auto waarbij de
krik geleverd is of van auto's van hetzelfde
model. Gebruik de krik niet voor andere
doeleinden, zoals het opkrikken van andere
voertuigmodellen. Gebruik de krik nooit voor
het uitvoeren van reparaties onder het
voertuig. Door een verkeerde plaatsing van
de krik, kan het voertuig van de krik vallen.
Gebruik de krik niet voor zwaardere lasten
dan is aangegeven op het plaatje op de krik.
Monteer nooit sneeuwkettingen op het
ruimtebesparende reservewiel. In geval van
een lekke voorband (aandrijfwiel), kan het
ruimtebesparende reservewiel op de
achteras en het standaard achterwiel op de
vooras worden gemonteerd. Zo heeft de
vooras twee normale wielen waarop
sneeuwkettingen kunnen worden
gemonteerd.
119)Als het wieldeksel niet juist
gemonteerd is, kan het loskomen wanneer
de auto rijdt. Voer nooit werkzaamheden aan
het ventiel uit. Steek nooit gereedschap
tussen de velg en de band. Controleer
regelmatig de spanning van de banden en
het noodreservewiel (zie hoofdstuk
"Technische gegevens").120)De krik is een gereedschap dat
ontwikkeld en ontworpen is voor het
vervangen van een wiel, als een band lek of
beschadigd raakt, op het voertuig waarbij de
krik is geleverd of bij voertuigen van
hetzelfde model. Elk ander gebruik, bijv. om
andere modellen voertuigen of andere
dingen op te krikken, is ten strengste
verboden. Nooit gebruiken voor onderhoud
of reparatie-activiteiten onder de auto of
om de zomer-/winterbanden te verwisselen
en andersom. Zorg dat u zich nooit bevindt
onder het opgekrikte voertuig. Mocht het
nodig zijn om werkzaamheden te verrichten
onder het voertuig, contact opnemen met
het Alfa Romeo Servicenetwerk. Onjuiste
plaatsing van de krik kan er toe leiden dat
het opgekrikte voertuig eraf valt: gebruik
hem alleen op de aangegeven plaatsen.
Gebruik de krik niet voor zwaardere lasten
dan is aangegeven op het plaatje op de krik.
Start de motor nooit wanneer het voertuig
opgekrikt is. Als het voertuig meer dan
noodzakelijk is opgekrikt, kan alles
onstabieler worden, met het risico dat het
voertuig met een harde klap omlaag komt.
Krik daarom het voertuig alleen op zover als
nodig is, om toegang te krijgen tot het
reservewiel.
122
NOODGEVALLEN
Page 125 of 228

BELANGRIJK
35)Zorg voor voldoende werkruimte bij het
draaien van de slinger om schaafwonden aan
uw hand door contact met de grond te
voorkomen. Ook de bewegende delen van de
krik ("wormschroef" en gewrichten) kunnen
verwondingen veroorzaken: raak deze delen
niet aan. In geval van accidenteel contact
met smeervet, het betreffende deel
zorgvuldig schoonmaken.
36)Neem zo snel mogelijk contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk om het
correcte aanhaalkoppel van de wielbouten te
laten controleren.
FIX&GO-KIT
121) 122)
37)
BESCHRIJVING
De Fix&Go snelle bandenreparatiekit
fig. 95 bevindt zich in de bagageruimte, in
een specifieke doos, en omvat:
een busje 1 met afdichtmiddel,
voorzien van: een transparante vulleiding
voor het inspuiten van het afdichtmiddel
4 en een sticker 3 met daarop het
opschrift “Max. 80 km/h” die na reparatie
van de band op een goed zichtbare plaats
moet worden aangebracht (bijv. op het
dashboard);
een compressor 2;
een folder met aanwijzingen voor het
gebruik van de kit;
een paar handschoenen in het
compartiment van de vulleiding van het
flesje 4.
REPARATIEPROCEDURE
Ga als volgt te werk:
stop de auto op een plek die niet
gevaarlijk is voor het verkeer en waar de
procedure op veilige wijze uitgevoerd kan
worden. De grond moet zo mogelijk vlak
en voldoende compact zijn;
zet de motor af, schakel de
noodknipperlichten en de parkeerrem in;
trek het reflecterende veiligheidsvest
aan voordat u uit de auto stapt (houd u in
elk geval aan de wettelijke voorschriften
van het land waarin u rijdt);
Plaats het busje 1 met afdichtmiddel
in de daarvoor bestemde ruimte in de
compressor 2 en druk het hard omlaag
fig. 95. Verwijder de sticker met de
indicatie van de snelheid 3 en plak deze
op een duidelijk zichtbare plaats fig. 96;
doe de handschoenen aan;
95A0K1302C
96A0K1306C
123
Page 126 of 228

verwijder de dop van het ventiel van de
lekke band en sluit de transparante
leiding voor de afdichtingsvloeistof 4 aan
en maak deze goed vast fig. 95. Indien
een busje van 250 mm aanwezig is, is de
behuizing van de transparante leiding
voorzien van een verwijderbare ring om
het uitnemen te vergemakkelijken. Zorg
ervoor dat de AAN-UIT-knop 5 fig. 98 in
de uit-stand staat (knop niet ingedrukt);
steek de stekker 6 fig. 97 in het
12V-stopcontact van het voertuig en
start de motor;
schakel de compressor in door te
drukken op de AAN-UIT-knop 5 fig. 98.
Zodra de spanning die vermeld wordt in
de paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk
"Technische gegevens" of op het
daarvoor bestemde label op de meter
7 verschijnt, schakel de compressor dan
weer uit met de AAN-UIT-knop 5;
verwijder het busje 1 van de
compressor door op knop 8 te drukken en
het busje 1 voorzichtig omhoog te
trekken fig. 99.Als de meter 7 fig. 98 een spanning van
minder dan 1,8 bar / 26 psi weergeeft
15 minuten nadat de compressor
ingeschakeld werd, schakel dan de
compressor uit, ontkoppel de vulleiding
4 van het ventiel van de band en
verwijder het busje 1 van de compressor
fig. 99.
Verplaats het voertuig circa 10 m voor
een betere verdeling van het
afdichtmiddel; stop het voertuig op een
veilige wijze, schakel de handrem in en
herstel de spanning met de zwarte
vulleiding 9 fig. 100 tot de vereiste
waarde is bereikt. Als ook dan na
15 minuten na de inschakeling van de
compressor de spanning minder dan
1,8 bar / 26 psi is, rijd dan niet verder,
maar neem contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
97A0K1303C
98A0K1304C
99A0K1305C
100A0K1307C
124
NOODGEVALLEN
Page 127 of 228

Na ongeveer 8 km / 5 mijl gereden te
hebben, het voertuig op een veilige en
geschikte plaats zetten, met de handrem
ingeschakeld. Neem de compressor en
herstel de spanning met de zwarte
vulleiding 9 fig. 100.
Als de weergegeven spanning hoger dan
1,8 bar / 26 psi is, herstel dan de
spanning en rij voorzichtig zo snel
mogelijk naar een dealer van het Alfa
Romeo Servicenetwerk. Indien de
spanning lager is dan 1,8 bar / 26 psi, rij
dan niet verder, maar neem contact op
met een Alfa Romeo Servicenetwerk.
OPPOMPEN
Ga als volgt te werk:
stop het voertuig op een veilige
manier, zoals hierboven beschreven, en
schakel de handrem in;
neem de zwarte vulleiding 9
fig. 100 uit en schroef deze stevig op het
ventiel van de band. Volg de aanwijzingen
in fig. 97 en fig. 100.
Druk op de ontluchtingsknop 10
fig. 98 om eventuele overmatige
bandenspanning weg te nemen.
VERVANGING FILTERELEMENT
Ga als volgt te werk:
gebruik alleen Fix&Go originele
filterelementen die kunnen worden
aangeschaft bij een Alfa Romeo
Servicenetwerk.
om het busje 1 fig. 95 te verwijderen,
druk op de knop 8 fig. 99 en trek het
omhoog.
BELANGRIJK
121)De informatie die vereist is door het
voorschrift dat van toepassing is, staat
vermeld op het etiket van de verpakking van
de Fix&Go kit. Lees het etiket op het busje
vóór gebruik, vermijd oneigenlijk gebruik. De
kit dient gebruikt te worden door
volwassenen en mag niet gebruikt worden
door kinderen.
122)BELANGRIJK: Overschrijd de snelheid
van 80 km/h niet. Vermijd abrupt
accelereren of remmen. De Fix&Go-kit
voorziet in een tijdelijke reparatie, daarom
moet de band zo snel mogelijk onderzocht en
gerepareerd worden door een specialist.
Alvorens de kit te gebruiken, controleren of
de band niet buitensporig beschadigd is en
dat de velg in goede conditie is, gebruik de
kit anders niet en bel pechverhelping.
Verwijder vreemde voorwerpen niet uit de
band. Laat de compressor niet langer dan
20 minuten achter elkaar aan staan -
oververhittingsgevaar.
BELANGRIJK
37)Het afdichtmiddel werkt bij
buitentemperaturen tussen -40°C en +55°C.
Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Banden met een
beschadiging van het bandoppervlak tot een
maximale diameter van 6 mm kunnen
hersteld worden. Toon het busje en het etiket
aan het personeel dat de band zal
behandelen die hersteld werd met de
bandenreparatiekit.
125
Page 128 of 228

STARTEN MET HULPACCU
STARTEN MET HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor gestart
worden met een hulpaccu met dezelfde
of een iets hogere capaciteit dan de lege
accu.
38) 39)123)
Ga als volgt te werk om de auto te
starten:
Sluit de plusklem (+) fig. 101 van de
hulpaccu alleen aan op het aangeduide
punt op de accu van de auto (door "OK" te
schrijven) en nergens anders;
sluit met een tweede startkabel de
minklem(−)vandehulpaccu aan op een
massapunt
op de motor of de
versnellingsbak/transmissie van de auto
die gestart moet worden;
start de motor, maak als de motor
gestart is, de kabels in omgekeerde
volgorde los.
Als de motor na enkele pogingen niet
start, contact opnemen met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
STARTEN MET HULPACCU
(Voor versies met Start&Stop-systeem)
Wanneer men met een hulpaccu moet
starten, mag de minkabel (–) vanaf de
hulpaccu nooit in verbinding worden
gebracht met de minpool 1 fig. 102 van
de accu in de auto. Sluit de minkabel aan
op een massapunt op de motor of op de
versnellingsbak.
124)
ROLLEND STARTEN
Probeer, onder geen enkele
omstandigheid, de motor te starten door
de auto te duwen, te slepen of van een
helling af te laten rijden.
BELANGRIJK
38)Verbind de minklemmen van de twee
accu’s nooit rechtstreeks met elkaar! Als de
hulpaccu in een andere auto is geïnstalleerd,
moet accidenteel contact tussen de metalen
delen van beide auto's vermeden worden.
39)Gebruik nooit een accusnellader om de
motor te starten, aangezien deze de
elektronische systemen kan beschadigen,
met name de regeleenheden van de
ontsteking en de brandstoftoevoer.
BELANGRIJK
123)Deze startprocedure moet door
ervaren personeel verricht worden,
aangezien verkeerde handelingen
elektrische ontladingen van aanzienlijke
kracht kunnen veroorzaken. Bovendien is
accuvloeistof giftig en corrosief: vermijd
contact met huid en ogen. Houd open vuur en
brandende sigaretten uit de buurt van de
accu en veroorzaak geen vonken.
101A0K0247C
102A0K0755C
126
NOODGEVALLEN
DE MOTOR STARTEN
Als het pictogramconstant aan blijft
op het display van het
instrumentenpaneel, neem dan
onmiddellijk contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Page 129 of 228

124)Controleer alvorens de motorkap te
openen of de motor is afgezet en of de
contactsleutel in de stand STOP staat. Volg
de instructies op die zijn aangegeven op het
plaatje op de voorste traverse. Wij adviseren
om de contactsleutel te verwijderen als er
zich nog inzittenden in het voertuig bevinden.
Alle inzittenden moeten uit het voertuig
stappen nadat de contactsleutel is
uitgenomen of naar de STOP-stand is
gedraaid. Controleer bij het tanken of de
motor is afgezet (en of de contactsleutel in
de stand STOP staat).AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER
Werking
Deze grijpt bij een botsing in en
veroorzaakt het volgende:
de afsluiting van de brandstoftoevoer
waarna de motor afslaat;
automatische ontgrendeling van de
portieren;
automatische inschakeling van de
interieurverlichting.
Wanneer het systeem in werking treedt,
verschijnt er een bericht op het display.
Controleer het voertuig zorgvuldig op
brandstoflekkage, bijvoorbeeld in de
motorruimte, onder het voertuig of in de
buurt van de tank.
125)
Draai na een botsing de contactsleutel
naar STOP om te voorkomen dat de accu
leegloopt.
Ga als volgt te werk om de correcte
werking van de auto te herstellen:
draai de contactsleutel naar de stand
MAR;
schakel de richtingaanwijzer rechts in;
schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
schakel de richtingaanwijzer links in;
schakel de richtingaanwijzer links uit;
schakel de richtingaanwijzer rechts in;
schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
schakel de richtingaanwijzer links in;
schakel de richtingaanwijzer links uit;
contactsleutel op de stand OFF
gedraaid;
draai de contactsleutel naar de stand
MAR.
BELANGRIJK
125)Als na een botsing een brandstoflucht
wordt geroken of brandstoflekkage wordt
geconstateerd, dan mag het systeem niet
opnieuw ingeschakeld worden om brand te
voorkomen.
127
Page 130 of 228

TCT - SLEUTEL VERWIJDEREN
De contactsleutel kan alleen verwijderd
worden als de pook in stand P (parkeren)
staat.
Als de accu leeg is en de contactsleutel is
ingebracht, is de sleutel in het
contactslot geblokkeerd.
Ga als volgt te werk om de sleutel
handmatig te verwijderen:
trek de handrem aan;
dashboardzekeringen (om te
verwijderen, breng uw hand in de
behuizing 1 fig. 103en breng klep
2 omlaag);
met de meegeleverde Allen sleutel (zie
fig. 104) schroef de bovenste schroeven
2 fig. 105los en zet deksel 1 vast;
Ontgrendel hendel 1 fig. 106voor
stuurwielverstelling;
trek het stuurwiel naar u toe totdat
deze zich aan het einde van de reispositie
bevindt, vergrendel hem dan met hendel
1;
gebruik de Allen sleutel om de twee
onderste schroeven 1 fig. 107los te
draaien en zet het deksel vast;
verwijder het profiel 1 fig. 108voor
het bovenste deksel;
103A0K0527C
104A0K0713C
105A0K0711C
106A0K0710C
107A0K0732C
128
NOODGEVALLEN