Alfa Romeo MiTo 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2010Pages: 258, PDF Size: 5.09 MB
Page 131 of 258

130WEGWIJS IN UW AUTO
Tijdens hun werking bereiken de katalysator en
het roetfilter (DPF) hoge temperaturen. Parkeer
daarom niet boven brandbare materialen (gras,
droge bladeren, dennennaalden enz.): brandgevaar.
BESCHERMING VAN HET MILIEU
De emissiereductiesystemen voor benzinemotoren zijn: katalysa-
tor, lambdasondes en benzinedamp-opvangsysteem.
De emissiereductiesystemen voor dieselmotoren zijn: oxidatieka-
talysator, uitlaatgasrecirculatiesysteem (EGR) en roetfilter (DPF).
ROETFILTER DPF
(Diesel Particulate Filter)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit is een mechanisch filter in het uitlaatsysteem dat de partikels
in het uitlaatgas van dieselmotoren opvangt.
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 130
Page 132 of 258

VEILIGHEID131
2
Veiligheidsgordels ............................................................. 132
S.B.R.-systeem.................................................................. 133
Gordelspanners................................................................. 135
Kinderen veilig vervoeren ................................................... 138
„Universeel” kinderzitje monteren....................................... 139
Montagevoorbereiding voor „Isofix”-kinderzitjes...................... 143
Frontairbags ..................................................................... 146
Zij-airbags (sidebags – headbags) ....................................... 149
Kit „Alcohol Tester” ............................................................ 152
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:11 Pagina 131
Page 133 of 258

132VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg dan de
gordel om. Maak de gordels vast door de gesp A-fig. 1 in de slui-
ting B te drukken, totdat hij hoorbaar blokkeert.
Als tijdens het uittrekken van de gordel de rolautomaat blokkeert,
laat dan de gordel een stukje teruglopen en trek de gordel ver-
volgens weer geleidelijk uit.
Voor het losmaken van de gordel moet u op de knop C drukken.
Begeleid de gordel tijdens het teruglopen om te voorkomen dat de
gordelband draait.
fig. 1A0J0101mfig. 2A0J0102m
Druk tijdens het rijden niet op de knop C-fig. 1.
De achterbank is voorzien van driepunts-veiligheidsgordels met rol-
automaat. Leg de veiligheidsgordels van de achterzitplaatsen om
zoals is afgebeeld in fig. 2
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:11 Pagina 132
Page 134 of 258

VEILIGHEID133
2
BELANGRIJK Als de rugleuning goed is vergrendeld, dan is de „ro-
de band” B-fig. 3 op de hendels A niet meer zichtbaar. Als de „ro-
de band” zichtbaar is, is de rugleuning niet goed vergrendeld.
BELANGRIJK Plaats de veiligheidsgordels op de juiste wijze terug
als de achterbank weer in de normale gebruiksstand wordt ge-
zet, zodat ze altijd direct klaar voor gebruik zijn.SBR-SYSTEEM
(Seat Belt Reminder)
Dit akoestische waarschuwingssysteem waarschuwt, samen met
het knipperende lampje
Op enkele uitvoeringen is boven de binnenspiegel ook een pa-
neel fig. 4 aanwezig (als alternatief voor de waarschuwingslamp-
jes op het instrumentenpaneel) dat de passagiers op de zitplaat-
sen achter via een zichtbaar en akoestisch signaal waarschuwt
als ze hun veiligheidsgordels niet hebben omgelegd.
Voor permanente uitschakeling dient u zich tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk te wenden. Het SBR-systeem kan ook via het setup-
menu van het display weer worden geactiveerd (zie hoofdstuk „1”).
Controleer of de rugleuning aan beide zijden goed
vergrendeld is („rode band” B-fig. 3 niet zichtbaar)
om te voorkomen dat in geval van bruusk rem-
men, de rugleuning naar voren klapt en de passagiers
verwondt.
fig. 4A0J0210m
AB
fig. 3A0J0182m
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:11 Pagina 133
Page 135 of 258

134VEILIGHEID
De lampjes hebben een rode en groene kleur en werken als volgt:
❍gedoofd als de sleutel in stand MAR wordt gedraaid en de vei-
ligheidsgordels al zijn omgelegd
❍rood als de veiligheidsgordels voor niet zijn omgelegd
❍knipperend rood (alleen voor de veiligheidsgordels van de ach-
terzitplaatsen) als de veiligheidsgordels niet zijn omgelegd
❍groen als de veiligheidsgordels zijn omgelegd
❍gedoofd, rood brandend, rood brandend, rood knipperend
Als alleen de bestuurder in de auto zit en geen enkele veilig-
heidsgordel is omgelegd, gaan de eerste 4 lampjes (fig. 4) rood
branden en de laatste groen. De drie lampjes in het midden knip-
peren ongeveer 30 seconden en gaan daarna constant rood bran-
den. De twee lampjes aan de zijkant A en B-fig. 4 zijn bestemd
voor de zitplaatsen voor (in dit geval met stuur links), terwijl de
drie lampjes in het midden bestemd zijn voor de passagiers ach-
ter. De werking van de lampjes voor de zitplaatsen voor en ach-
ter is verschillend.
Zitplaatsen voor
Bestuurder
Als alleen de bestuurder in de auto zit, geldt de situatie die in fig.
4 is aangegeven. Als harder dan 20 km/h wordt gereden of als
langer dan 5 seconden een snelheid wordt aangehouden tussen
10 km/h en 20 km/h, start er een waarschuwingscyclus voor
de zitplaatsen voor (de eerste 6 seconden een ononderbroken akoe-
stisch signaal en vervolgens nog een „beep” van 90 seconden) en
gaat het lampje knipperen. Als de cyclus is beëindigd, blijven de
lampjes constant branden totdat de motor wordt uitgezet. Het akoe-
stische signaal stopt onmiddellijk en het lampje wordt groen zod-
ra de veiligheidsgordel aan bestuurderszijde is omgelegd. Als de veiligheidsgordel tijdens het rijden weer wordt losgemaakt,
klinkt opnieuw het akoestische signaal en gaat het lampje weer
knipperen zoals hiervoor beschreven.
Passagier
Dezelfde situatie geldt voor de passagier voor, met als verschil
dat het lampje groen gaat branden en het akoestische signaal
ook wordt onderbroken als de passagier de auto verlaat.
In het geval dat beide veiligheidsgordels voor kort na elkaar wor-
den losgemaakt bij een rijdende auto, heeft het akoestische sig-
naal betrekking op de gordel die het laatst is losgemaakt, terwijl
de twee lampjes onafhankelijk van elkaar werken.
Achterzitplaatsen
Bij de achterzitplaatsen is er alleen een signalering als een van
de gordels wordt losgemaakt. In deze situatie gaat het lampje van
de betreffende gordel ongeveer 30 seconden knipperen. Boven-
dien klinkt er een akoestisch signaal. Als er meer gordels worden
losgemaakt, geven de lampjes onafhankelijk van elkaar een zicht-
bare signalering.
BELANGRIJKE TIPS
Alle lampjes blijven altijd branden als ten minste een van de zit-
plaatsen voor bezet is met niet omgelegde gordel.
Alle lampjes doven (30 seconden na de laatste gordel die is om-
gelegd) zodra alle zitplaatsen voor bezet zijn, ongeacht of de gor-
dels achter wel of niet zijn omgelegd.
Alle lampjes gaan branden op het moment dat ten minste een om-
gelegde gordel wordt losgemaakt of omgekeerd. Alle lampjes blij-
ven gedoofd als bij het starten alle gordels al zijn omgelegd.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:11 Pagina 134
Page 136 of 258

VEILIGHEID135
2
GORDELSPANNERS
De veiligheidsgordels voor zijn voorzien van gordelspanners. Dit
systeem trekt bij een heftige frontale botsing de gordel enige cen-
timeters aan. Op deze wijze worden de inzittenden veel beter op
hun plaats gehouden en wordt de voorwaartse beweging beperkt.
Als de gordelspanners hebben gewerkt, dan is dit herkenbaar aan
een gordel die naar de rolautomaat is teruggetrokken.
De auto is bovendien uitgerust met een tweede gordelspanner (ter
hoogte van de dorpel): een ingekorte metalen kabel geeft aan dat
het systeem in werking is getreden.
Tijdens de werking van de gordelspanner kan er een beetje rook
ontsnappen; deze rook is niet schadelijk en duidt niet op brand.
BELANGRIJK Voor een maximale bescherming door de gordel-
spanner moet de veiligheidsgordel zo worden omgelegd dat hij
goed aansluit op borst en bekken.
De gordelspanner behoeft geen enkel onderhoud of smering: el-
ke verandering van de oorspronkelijke staat zal de doelmatigheid
verminderen. Als de gordelspanner door extreme natuurlijke om-
standigheden (bijv. overstromingen en vloedgolven) met water en
modder in contact is geweest, dan moet de spanner worden ver-
vangen.
TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de bescherming van de inzittenden bij een ongeval te vergro-
ten, zijn de oprolautomaten van de gordels voor voorzien van trek-
krachtbegrenzers die tijdens een frontale aanrijding de piekbelas-
ting op de borst en schouders beperken.
De gordelspanner werkt slechts eenmaal. Als de
gordelspanners hebben gewerkt, moet u zich tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk wenden om de
spanners te laten vervangen. De geldigheid van het sys-
teem staat vermeld op een plaatje dat zich in het dash-
boardkastje bevindt: laat voor het verstrijken van deze
termijn het systeem door het Alfa Romeo Servicenetwerk
vervangen.
Werkzaamheden waarbij stoten, sterke trillingen
of verhitting (maximaal 100°C gedurende ten
hoogste 6 uur) optreden, kunnen de gordelspan-
ners beschadigen of activeren: bij die omstandigheden ho-
ren niet trillingen die voortgebracht worden door een
slecht wegdek of door contacten met kleine obstakels zo-
als trottoirs. Wendt u altijd tot de Alfa Romeo Service-
netwerk.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:11 Pagina 135
Page 137 of 258

136VEILIGHEID
De gordelband mag nooit gedraaid zijn. Het diagonale gordelge-
deelte moet via het midden van de schouder schuin over de borst
liggen. Het horizontale gordelgedeelte moet over het bekken fig.
6 en niet over de buik liggen. Gebruik geen voorwerpen (was-
knijpers, klemmen enz.) die een goed aansluiten van de gordel op
het lichaam verhinderen.
fig. 6A0J0095m
Voor maximale veiligheid moet u de rugleuning
rechtop zetten, tegen de leuning aan gaan zitten en
de gordel goed laten aansluiten op borst en bekken.
Draag altijd veiligheidsgordels zowel voor als achter in
de auto! Rijden zonder veiligheidsgordels vergroot het ri-
sico op ernstig letsel of dodelijke afloop bij een ongeval.
ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET
GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS
Houdt u aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot het ver-
plichte gebruik van de veiligheidsgordels (en maak de inzittenden
hierop attent). Leg de veiligheidsgordel altijd om voordat u vertrekt.
Ook zwangere vrouwen moeten een gordel dragen: ook voor hen
(zowel voor de aanstaande moeder als het kind) is de kans op let-
sel bij een ernstig ongeval kleiner als ze een gordel dragen.
Uiteraard moeten zwangere vrouwen het onderste deel van de gor-
del meer naar beneden omleggen, zodat de gordel over het bek-
ken en onder de buik langs loopt fig. 5.
fig. 5A0J0094m
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:11 Pagina 136
Page 138 of 258

VEILIGHEID137
2
Iedere gordel dient slechts ter bescherming van een enkel persoon:
gebruik de gordel niet voor een kind dat bij een volwassene op
schoot zit, waarbij de gordel beiden zou moeten beschermen fig.
7. Plaats bovendien geen enkel voorwerp tussen de gordel en het
lichaam van een inzittende.
HOE U DE VEILIGHEIDSGORDELS
IN OPTIMALE STAAT HOUDT
❍Zorg dat de gordel goed uitgetrokken en niet gedraaid is; con-
troleer ook of de oprolautomaat zonder haperingen werkt;
❍vervang de gordels na een ongeval, ook al zijn ze ogenschijnlijk
niet beschadigd. Vervang de gordels ook als de gordelspanners
in werking zijn geweest;
❍u kunt de gordels met de hand wassen met warm water en
een neutrale zeep; spoel ze uit en laat ze in de schaduw dr-
ogen. Gebruik geen bijtende, blekende of kleurende middelen.
Vermijd het gebruik van alle chemische producten die het weef-
sel van de gordel kunnen aantasten;
❍voorkom dat vocht in de oprolautomaat komt: de werking
van de oprolautomaten is alleen gegarandeerd, als ze niet
nat zijn geweest;
❍vervang de gordels bij tekenen van slijtage of beschadigingen.
fig. 7A0J0096m
Het is streng verboden onderdelen van de veilig-
heidsgordels of gordelspanners te demonteren of
open te maken. Werkzaamheden aan de veilig-
heidsgordels en gordelspanners moeten worden uitge-
voerd door gekwalificeerd personeel. Wendt u altijd tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Als de gordel aan een zware belasting wordt bloot-
gesteld (bijvoorbeeld tijdens een ongeval), dan
moet de gordel samen met de verankeringen, be-
vestigingspunten en de eventueel gemonteerde gordel-
spanners worden vervangen. Ook als de schade niet zicht-
baar is, dan kan de gordel toch verzwakt zijn.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:11 Pagina 137
Page 139 of 258

138VEILIGHEID
KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle inzitten-
den zittend reizen en beschermd worden door goedgekeurde vei-
ligheidssystemen. Dit geldt met name voor kinderen. Dit is een wet-
telijk voorschrift volgens richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten van
de Europese Unie. Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding
met de rest van het lichaam groter en zwaarder dan dat van vol-
wassenen, terwijl spieren en botstructuur nog niet volledig zijn ont-
wikkeld. Daarom moeten kleine kinderen door andere systemen
beschermd worden dan door de veiligheidsgordels.
De resultaten van het onderzoek over de optimale bescherming
van kleine kinderen zijn opgenomen in de Europese ECE/R44-voor-
schriften die wettelijk verplicht zijn. De systemen zijn onderverdeeld
in vijf groepen:
Groep 0 gewicht tot aan 10 kg
Groep 0+ gewicht tot aan 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
Alle systemen moeten zijn voorzien van de typegoedkeuring en
van een goed vastgehecht plaatje met het controlemerk, dat ab-
soluut niet mag worden verwijderd. Kinderen met een lengte van
meer dan 1,50 m worden, met betrekking tot de veiligheidssys-
temen, gelijkgesteld met volwassenen en moeten dan ook nor-
maal de veiligheidsgordels omleggen.
Als het absoluut noodzakelijk is een kind op de
passagiersstoel voor te vervoeren, in een kinder-
zitje dat achterstevoren is geplaatst, moeten de air-
bags aan passagierszijde worden uitgeschakeld
(frontairbag en zij-airbag voor de bescherming van
borstkas/bekken (sidebag)) in het setup-menu. Contro-
leer direct of de airbags daadwerkelijk zijn uitgeschakeld:
het waarschuwingslampje
“op het instrumentenpaneel
moet continu branden. Bovendien moet de stoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voorkomen
dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt met het
dashboard.
In het Alfa Romeo Lineaccessori-programma zijn kinderzitjes op-
genomen voor elke gewichtsgroep. Deze zijn speciaal ontworpen
en ontwikkeld voor de Alfa Romeo-modellen.
Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren
op de passagiersstoel voor als de airbag aan pas-
sagierszijde is ingeschakeld. Als bij een ongeval de
airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ernstig let-
sel en zelfs de dood tot gevolg hebben, ongeacht de
zwaarte van het ongeluk. Wij raden u aan kinderen altijd
in een kinderzitje op de zitplaatsen achter te vervoeren,
omdat die plaatsen bij een ongeval de meeste bescher-
ming bieden.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:11 Pagina 138
Page 140 of 258

VEILIGHEID139
2
„UNIVERSEEL”
KINDERZITJE MONTEREN
(met de veiligheidsgordels)
GROEP 0 en 0+ fig. 8
Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjes worden vervoerd die
achterstevoren zijn geplaatst, waardoor het achterhoofd wordt
gesteund en bij plotseling remmen de nek niet wordt belast. Het
babyzitje moet op zijn plaats worden gehouden door de veilig-
heidsgordel van de auto, zoals in de afbeelding is aangegeven,
en het kind moet op zijn beurt worden beschermd door de gordel
van het wiegje zelf.
fig. 8A0J0097mfig. 9A0J0098m
De afbeeldingen dienen alleen ter illustratie van
de bevestiging. Houdt u voor de montage van het
kinderzitje aan de instructies. De fabrikant is ver-
plicht deze instructies bij te leveren.
GROEP 1 fig. 9
Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg moeten worden ver-
voerd in een kinderzitje dat naar voren is gekeerd. Enkele kinder-
zitjes zijn uitgerust met een voorste kussen, waarbij de veilig-
heidsgordel van de auto zowel het kinderzitje als het kind op zijn
plaats houdt.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:12 Pagina 139