Alfa Romeo MiTo 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2010Pages: 258, PDF Size: 5.09 MB
Page 101 of 258

100WEGWIJS IN UW AUTO
BAGAGERUIMTE INITIALISEREN
BELANGRIJK Als de accu losgekoppeld is geweest of als een ze-
kering is doorgebrand, moet het open/sluitmechanisme van de
achterklep geïnitialiseerd worden. Ga hiervoor als volgt te werk:
❍sluit alle portieren en de achterklep;
❍druk op knop Áop de afstandsbediening;
❍druk op knop Ëop de afstandsbediening.
SLUITEN
Trek aan lus A-fig. 61 en duw de achterklep op de plaats van het
slot naar beneden totdat u de vergrendeling hoort.
BELANGRIJK Voordat de achterklep wordt gesloten, moet gecon-
troleerd worden of u in het bezit bent van de contactsleutel, om-
dat de achterklep automatisch vergrendeld wordt.
fig. 61A0J0079m
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 100
Page 102 of 258

WEGWIJS IN UW AUTO101
1
BAGAGERUIMTE VERGROTEN
Hoedenplank verwijderen
Ga als volgt te werk:
❍maak de uiteinden van de twee trekkoorden A-fig. 62 voor
de hoedenplank B los. Maak hiervoor de ogen C los van de
pennen D;
❍maak de pennen A-fig. 63 aan de buitenzijde van de hoeden-
plank los uit de bijbehorende zittingen B in de zijsteunen en
verwijder vervolgens de hoedenplank via de buitenzijde.
❍als de hoedenplank verwijderd is, kan deze dwars in de ba-
gageruimte worden geplaatst of dwars tussen de rugleuningen
van de voorstoelen en de naar voren geklapte zitplaatsen ach-
ter (bij maximaal vergrote bagageruimte).
Zitplaatsen naar voren klappen
Ga als volgt te werk:
❍zet de hoofdsteunen in de hoogste stand, druk beide knop-
pen A-fig. 64 naast de twee steunen in en trek de hoofdsteu-
nen omhoog uit de rugleuning;
❍plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of de gordels
niet gespannen zijn of gedraaid zitten;
fig. 62A0J0080mfig. 63A0J0081m
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 101
Page 103 of 258

102WEGWIJS IN UW AUTO
Zitplaatsen achter terugplaatsen
Plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of de gordels niet
gespannen zijn of gedraaid zitten.
Plaats de rugleuningen omhoog en druk de leuningen naar ach-
teren, totdat beide borgmechanismen hoorbaar inklikken. Con-
troleer of de „rode band” B op de hendels A-fig. 65 niet meer
zichtbaar is. Als de „rode band” zichtbaar is, dan is rugleuning
niet goed vergrendeld.
Plaats de hoofdsteunen terug door de steunen in de zittingen
te steken.
❍trek de borghendels A-fig. 65 van de rugleuningen omhoog
en kantel de gewenste zitting naar voren (als de borghendel
omhoog staat, is er een „rode band” B zichtbaar).
fig. 64A0J0083mfig. 65A0J0082m
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 102
Page 104 of 258

WEGWIJS IN UW AUTO103
1MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❍trek de hendel A-fig. 66 in de richting van de pijl;
❍trek de hendel B in de richting van de pijl;
❍til de motorkap op en trek gelijktijdig de steunstang C-fig. 67
uit de klem; steek vervolgens het uiteinde van de stang in de
zitting D op de motorkap.
BELANGRIJK Controleer of de armen van de ruitenwissers tegen de
voorruit aanstaan en de ruitenwissers niet zijn ingeschakeld voor-
dat u de motorkap optilt.
fig. 66A0J0085m
SLUITEN
❍houd de motorkap met een hand omhoog, trek met de ande-
re hand de stang C-fig. 67 uit de zitting D en plaats de steun-
stang terug in de klem;
fig. 67A0J0086m
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 103
Page 105 of 258

104WEGWIJS IN UW AUTO
❍laat de motorkap tot op ongeveer 20 cm van de motorruimte
zakken, laat de motorkap vallen en controleer of de motor-
kap goed is gesloten door de motorkap op te tillen. De mo-
torkap mag niet alleen door de beveiliging vergrendeld zijn.
Druk in dit laatste geval de motorkap niet dicht, maar til hem
opnieuw op en herhaal de handeling.
BELANGRIJK Controleer altijd of de motorkap vergrendeld is om
te voorkomen dat deze tijdens het rijden opengaat.IMPERIAAL/SKIDRAGER
Voor het monteren van de imperiaal/skidrager moeten de lippen
A-fig. 68 met de bijgeleverde schroevendraaier worden opgetild.
De bevestigingspunten B zijn nu bereikbaar.
Om veiligheidsredenen moet de motorkap tijdens
het rijden altijd goed gesloten zijn. Controleer daar-
om altijd of de motorkap goed vergrendeld is. Als
u tijdens het rijden merkt dat de motorkap niet goed ver-
grendeld is, stop dat onmiddellijk en sluit de motorkap op
de juiste wijze.
Voer deze handeling alleen uit als de auto stilstaat.
Als de steunstang verkeerd geplaatst wordt, kan
de motorkap onverwachts dichtvallen.
fig. 68A0J0059m
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 104
Page 106 of 258

WEGWIJS IN UW AUTO105
1
Controleer na enkele kilometers opnieuw of de be-
vestigingsbouten nog goed vastzitten.
Verdeel de lading gelijkmatig en houd tijdens de rit
rekening met een verhoogde zijwindgevoeligheid.
Houdt u zorgvuldig aan de wettelijke bepalingen
betreffende de maximale afmetingen.
Overschrijd nooit het maximum draagvermogen.
In het Alfa Romeo Lineaccessori-programma is een imperiaal/
skidrager opgenomen.KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk voor het comfort en de
veiligheid van uzelf en de overige weggebruikers. Bovendien zijn er
wettelijke voorschriften met betrekking tot de koplampafstelling.
Voor optimaal zicht en zichtbaarheid moeten de koplampen op
de juiste wijze zijn afgesteld. Wendt u voor controle of afstelling
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 105
Page 107 of 258

106WEGWIJS IN UW AUTO
KOPLAMPVERSTELLING
De stand kan worden geregeld als de contactsleutel in stand MAR
staat en de dimlichten zijn ingeschakeld.
Koplampverstelling
Druk voor de verstelling op de knoppen Òen(fig. 69 en fig.
70). Op het display van het instrumentenpaneel wordt de stand
aangegeven.
Stand 0 – een of twee personen op de voorstoelen.
Stand 1 – vier personen.
Stand 2 – vier personen + bagage.
Stand 3 – bestuurder + maximale lading in de bagageruimte.BELANGRIJK Controleer de afstelling van de koplampen telkens als
het gewicht van de lading wijzigt.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met bixenonlampen, worden
de koplampen elektronisch afgesteld; daarom zijn de bedienings-
knoppen
Òenniet aanwezig.
MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wendt u voor controle of afstelling tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
KOPLAMPAFSTELLING IN HET BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik in het land waarin de
auto is verkocht. In die landen waarin aan de andere zijde van de
weg wordt gereden, moet om het tegemoetkomende verkeer niet
te verblinden, een gedeelte van de koplampen worden afgeplakt
overeenkomstig de wetgeving van het land waarin u rijdt.
fig. 69A0J0026mfig. 70 – Uitvoeringen met Start&Stop-systeemA0J0277m
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 106
Page 108 of 258

WEGWIJS IN UW AUTO107
1ABS
Het ABS dat geïntegreerd is in het remsysteem, voorkomt dat tij-
dens het remmen de wielen blokkeren, ongeacht de conditie van
het wegdek en de pedaaldruk, en verhindert daarmee het door-
slippen van een of meerdere wielen. Hierdoor blijft de auto be-
stuurbaar, zelfs bij noodstops.
Het systeem wordt gecompleteerd met een elektronische rem-
drukverdeling EBD (Electronic Braking Force Distribution), die de
remdruk verdeelt tussen de voor- en achterwielen.
BELANGRIJK Voor een maximale werking van het remsysteem is
een inrijperiode nodig van ongeveer 500 km: tijdens deze perio-
de moet bruusk, herhaaldelijk of langdurig remmen worden voor-
komen.
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Als het ABS in werking is getreden, merkt de bestuurder dit aan
een trilling in het rempedaal, die gepaard gaat met enig geluid: dit
geeft aan dat het noodzakelijk is uw snelheid aan te passen aan
de beschikbare grip op het wegdek.
Als het ABS in werking treedt, dan is de grip van
de banden op het wegdek beperkt: u dient uw snel-
heid te verlagen en aan te passen aan de be-
schikbare grip.
Het ABS maakt zoveel mogelijk gebruik van de be-
schikbare grip maar kan deze niet verhogen. Daar-
om moet op gladde weggedeelten altijd voorzich-
tig worden gereden en mogen er geen onnodige risico’s
worden genomen.
Als het ABS in werking treedt, merkt u dat aan een
trilling in het rempedaal. Verlaag de remdruk niet
maar houd het rempedaal juist goed ingetrapt; op
deze manier hebt u de kortste remweg in relatie tot de
conditie van het wegdek.
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 107
Page 109 of 258

108WEGWIJS IN UW AUTO
VDC-systeem
(Vehicle Dynamics Control)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wielen hun
grip verliezen, waardoor de auto beter op koers blijft.
Het VDC-systeem omvat de volgende systemen:
❍Hill Holder
❍ASR
❍Brake Assist
❍MSR
❍CBC
❍„ELECTRONIC Q2” („E-Q2”)
❍DST
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Dit wordt aangegeven door het knipperen van lampje áop het
instrumentenpaneel: om de bestuurder er op te wijzen dat de au-
to de stabiliteit en de grip dreigt te verliezen.
WERKING VAN HET SYSTEEM
De VDC wordt automatisch ingeschakeld als de motor wordt ge-
start en kan niet worden uitgeschakeld.
HILL HOLDER-SYSTEEM
Dit in de VDC geïntegreerde systeem helpt bij het wegrijden op een
helling.
Het systeem schakelt automatisch in de volgende gevallen in:
❍omhoog: de auto stilstaat op een helling van meer dan 5% met
draaiende motor, ingetrapt rem- en koppelingspedaal en ver-
snellingsbak in vrij of als een andere versnelling dan de ach-
teruit is ingeschakeld;
❍omlaag: de auto stilstaat op een helling van meer dan 5% met
draaiende motor, ingetrapt rem- en koppelingspedaal en als de
achteruit is ingeschakeld.
Tijdens het wegrijden zorgt de regeleenheid van het VDC-systeem
ervoor dat de wielen geremd blijven, totdat het noodzakelijke
motorkoppel is bereikt om weg te rijden (of in ieder geval onge-
veer 1 seconde), zodat u meer tijd heeft om uw rechter voet van
het rempedaal naar het gaspedaal te verplaatsen.
Als u na deze tijd niet bent weggereden, schakelt het systeem
automatisch uit en wordt de remdruk geleidelijk verlaagd. Tijdens
deze fase kunt u een typisch schurend geluid horen: dit betekent
dat de auto ieder moment in beweging kan komen.
BELANGRIJK Het Hill Holder-systeem is geen handrem. Verlaat dus
nooit de auto zonder de handrem aan te trekken, de motor uit te
zetten en een versnelling in te schakelen.
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 108
Page 110 of 258

WEGWIJS IN UW AUTO109
1
ASR-SYSTEEM (Antislip Regulation)
Dit is onderdeel van het VDC-systeem. Het systeem grijpt auto-
matisch in als een of beide aangedreven wielen dreigen door te
slippen, bij gripverlies op natte weggedeelten (aquaplaning), bij
acceleratie op gladde, besneeuwde of beijzelde wegen enz.
Afhankelijk van de oorzaak van het doorslippen, worden er twee
verschillende regelsystemen geactiveerd:
❍als beide aangedreven wielen doorslippen, vermindert het ASR-
systeem het motorvermogen;
❍als slechts een aangedreven wiel doorslipt, zorgt het ASR-sys-
teem ervoor dat het wiel automatisch wordt afgeremd.
Tijdens het eventuele gebruik van het noodreser-
vewiel werkt de ASR niet: in dat geval brandt lamp-
je
áop het dashboard constant.
Voor de juiste werking van het VDC- en ASR-sys-
teem is het noodzakelijk dat de banden van alle
wielen van hetzelfde merk en type zijn. De ban-
den moeten in perfecte conditie zijn en de voorgeschre-
ven afmetingen hebben.
Als eventueel met het noodreservewiel wordt ge-
reden, dan blijft de VDC ingeschakeld. Houd er re-
kening mee dat het noodreservewiel kleiner is dan
de normale band en dat daarom de grip lager is dan bij de
andere banden van de auto.
De prestaties van het VDC- en ASR-systeem mogen
de bestuurder er niet toe verleiden onnodige en
onverantwoorde risico’s te nemen. De rijstijl moet
altijd zijn aangepast aan het wegdek, het zicht en het ver-
keer. De verantwoordelijkheid voor de verkeersveiligheid
ligt altijd en overal bij de bestuurder.
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 109