Alfa Romeo 147 2011 Instructieboek (in Dutch)
Page 241 of 283
MANUTENZIONE DELLA VETTURA
239fig.
fig.
1 Motorolie - 2 Accu - 3Remvloeistof -
4 Ruiten-/koplampsproeiervloeistof -
5 Motorkoelvloeistof - 6Olie van de
stuurbekrachtiging - 7Olie Selespeed ver-
snellingsbakfig. 1 - Uitvoeringen 1.6 T.SPARK (105 pk) - 1.6 T.SPARK (120 pk) - 2.0 T.SPARK
fig. 2 - Uitvoeringen 2.0 T.SPARK Selespeed
A0A0192m
A0A0194m
NIVEAUS
CONTROLEREN
Let op. Tijdens het bij-
vullen mogen de vloei-
stoffen met verschillende
specificaties niet gemengd wor-
den: als de specificaties van de
vloeistoffen verschillen, kan de
auto ernstig beschadigd worden.
Rook nooit tijdens werk-
zaamheden in de motor-
ruimte: er kunnen licht ontvlam- bare gassen aanwezig zijn;brandgevaar.
ATTENTIE
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 239
Page 242 of 283
ONDERHOUD VAN DE AUTO
240
fig. 4 - Uitvoering JTDM(150 pk)
A0A0396m
1Motorolie - 2 Accu - 3Remvloeistof -
4 Ruiten-/koplampsproeiervloeistof -
5 Motorkoelvloeistof - 6Olie van de
stuurbekrachtiging
fig. 3 - Uitvoeringen JTDM(120 pk)
A0A0345m
1 Motorolie - 2 Accu - 3Remvloeistof -
4 Ruiten-/koplampsproeiervloeistof -
5 Motorkoelvloeistof - 6Olie van de
stuurbekrachtiging
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 240
Page 243 of 283
ONDERHOUD VAN DE AUTO
241
MOTOROLIE (fig. 5-6-7)
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat en enige minuten
(circa 5) na het uitzetten van de motor.
Verwijder de oliepeilstok (A ) en maak de
peilstok schoon. Plaats de peilstok geheel
terug, verwijder de peilstok en controleer of
het niveau tussen het MIN- en MAX-
merkteken op de peilstok staat. Het ver-
schil tussen het MIN- en MAX-merkteken
komt overeen met ongeveer 1 liter olie. Als het olieniveau dicht bij of onder het
MIN-merkteken staat, moet via de olie-
vulopening ( B) motorolie tot aan het
MAX-merkteken worden bijgevuld. BELANGRIJK
Als het motoroliepeil,
na regelmatige controles, boven het
MAX-niveau blijft, laat dan de Alfa
Romeo-dealer het systeem controleren.
BELANGRIJK Na het bijvullen of het
verversen van de olie, moet u de motor
enige seconden laten draaien, vervolgens
de motor uitzetten en na enige minuten
het olieniveau controleren.
fig. 5 - Uitvoering T.SPARK
A0A0195m
Vul nooit motorolie bij
met andere specificaties
(klasse, viscositeit) dan
de olie waarmee de motor is
gevuld.
fig. 6 - Uitvoering JTDM(120pk)
A0A0347m
fig. 7 - Uitvoering JTDM(150pk)
A0A0398m
Wees voorzichtig als u werkzaamheden in de
motorruimte moet verrichten en de motor nog warm is, om brandwon-den te voorkomen. Onthoud dat bijeen warme motor de elektroventi-lateur onverwacht kan inschake-len: kans op verwonding.
ATTENTIE
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 241
Page 244 of 283
ONDERHOUD VAN DE AUTO
242
OLIE SELESPEED VERSNEL-
LINGSBAK
(fig. 8)
Het oliepeil van de Selespeed versnel-
lingsbakbediening moet op een vlakke
ondergrond en bij een auto met stilstaan-
de en koude motor worden gecontroleerd.
Ga als volgt te werk:
– draai de contactsleutel in stand MAR;
– maak de ontluchtingsslang los, verwij-
der de dop (A) en controleer of het olie-
peil nabij het MAX-merkteken staat op
de aan de dop bevestigde peilstok;
– als het niveau lager staat dan het
MAX-merkteken, vul dan olie bij tot het
juiste niveau is bereikt;
– draai de dop weer vast, monteer de
ontluchtingsslang op de aansluiting op de
dop en draai de contactsleutel in stand
STOP. Vul nooit olie bij met
andere specificaties dan
de olie waarmee de ver-
snellingsbak is gevuld.
fig. 8
A0A0197m
Afgewerkte transmissie-
olie bevat stoffen die
schadelijk zijn voor het
milieu. Het is raadzaam om het
verversen van de olie door de
Alfa Romeo-dealer te laten uit-
voeren. De dealer beschikt over
de uitrusting voor het op milieu-
vriendelijke wijze en conform de
wettelijke bepalingen verwerken
van afgewerkte olie.
Afgetapte motorolie en
gebruikte oliefilters
bevatten stoffen die
schadelijk zijn voor het milieu.
Het is raadzaam om het verver-
sen van de motorolie en het ver-
vangen van het oliefilter door de
Alfa Romeo-dealer te laten uit-
voeren. De dealer beschikt over
de uitrusting voor het op milieu-
vriendelijke wijze en conform de
wettelijke bepalingen verwerken
van afgewerkte olie en oliefil-
ters.
Wees bij het uitvoeren
van werkzaamheden in
de motorruimte extra voorzichtig als de motor nog warm is: gevaarvoor verbranding. Onthoud datbij een warme motor de elektro-ventilateur onverwacht kaninschakelen: kans op verwonding.
ATTENTIE
Motorolieverbruik
Als richtlijn geldt een maximaal motor-
olieverbruik van ongeveer 400 gram per
1000 km.
De motor van een nieuwe auto moet
nog worden ingereden. Dit betekent dat
het motorolieverbruik pas na de eerste
5.000 ÷ 6.000 km stabiliseert.
BELANGRIJK Het motorolieverbruik
hangt af van de rijstijl en de gebruiksom-
standigheden van de auto.
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 242
Page 245 of 283
ONDERHOUD VAN DE AUTO
243
OLIE VAN DE STUUR-
BEKRACHTIGING
(fig. 10-11)
Controleer of de olie van de stuurbe-
krachtiging nog op het maximale niveau
staat.
De controle moet worden uitgevoerd als
de auto op een vlakke ondergrond staat
en bij een stilstaande koude motor.
Controleer of het niveau nabij het MAX-
merkteken op het reservoir staat of bij het
bovenste merkteken (maximum niveau)
op de peilstok (A). De peilstok is vast met
de dop van het reservoir verbonden.
Het koelsysteem staat
onder druk. Vervang de
dop zo nodig alleen door
een exemplaar van hetzelfde
type, anders kan de werking van
het systeem in gevaar worden
gebracht.
fig. 10 - Uitvoeringen T.SPARK
A0A0216m
MOTORKOELVLOEISTOF
(fig. 9)
Het niveau van de koelvloeistof moet op
een vlakke ondergrond en bij een koude
motor worden gecontroleerd en moet zich
tussen het MIN- en MAX-merkteken op
het reservoir bevinden.
fig. 9
A0A0240m
Draai, bij een te laag niveau, de dop ( A)
van het expansiereservoir los en vul via de
vulopening langzaam de vloeistof bij die
vermeld staat in de tabel “Vloeistoffen en
smeermiddelen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”, totdat het niveau
bij het MAX-merkteken staat; wendt u
hiervoor tot de Alfa Romeo-dealer.
Het anti-vriesmengsel in het koelsys-
teem beschermt tot een temperatuur van
-40°C.
Gebruik voor het eventu-
eel bijvullen vloeistof met
dezelfde specificaties als
waarmee het motorkoelsysteem is
gevuld.
Draai bij een warme
motor de dop van het
expansiereservoir nooit los: gevaar voor verbranding.
ATTENTIE
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 243
Page 246 of 283
ONDERHOUD VAN DE AUTO
244
REM- EN KOPPELINGSVLOEI-
STOF
(fig. 12)
Draai de dop (A) los en controleer of de
vloeistof in het reservoir op het hoogste
niveau staat.
fig. 12
A0A0217m
fig. 11 - Uitvoeringen JTDM
A0A0400m
Voorkom, als u de dop
losdraait, contact tussen
de vloeistof en de lak. Als
remvloeistof wordt gemorst,
moet de lak onmiddellijk met
water worden afgespoeld.
Als het olieniveau lager is dan voorge-
schreven, vul dan bij met een van de pro-
ducten uit de tabel “Smeermiddelen en
vloeistoffen” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”. Vul als volgt bij:
– Start de motor en wacht tot het olie-
niveau in het reservoir stabiliseert.
– Draai bij draaiende motor het stuur-
wiel een aantal malen naar uiterst rechts
en uiterst links.
– Vul olie bij, totdat het niveau nabij het
MAX-merkteken staat en monteer de
dop. Het olieverbruik van de
stuurbekrachtiging is zeer
laag; als na het bijvullen
de olie binnen korte tijd weer
moet worden bijgevuld, moet het
systeem door een Alfa Romeo-
dealer op eventuele lekkage wor-
den gecontroleerd.
Voorkom dat de olie van de
stuurbekrachtiging in con-
tact komt met warme delen van de motor: de olie is licht ontvlambaar.
ATTENTIE
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 244
Page 247 of 283
ONDERHOUD VAN DE AUTO
245
Gebruik de ruitensproei-
ers niet als het reservoir
leeg is om schade aan de
pompmotor te voorkomen.
BELANGRIJKDe rem- en koppelings-
vloeistof is hygroscopisch (trekt water
aan). Daarom verdient het aanbeveling,
als de auto overwegend wordt gebruikt in
gebieden met een hoge luchtvochtigheid,
de vloeistof vaker te vervangen dan in het
onderhoudsschema staat aangegeven.
RUITENSPROEIER-/KOPLAMP-
SPROEIERVLOEISTOF
(fig. 13)
Open de dop (A) en controleer visueel
het vloeistofniveau in het reservoir.
Als de vloeistof bijgevuld moet worden,
gebruik dan een mengsel van water en
TUTELA PROFESSIONAL SC 35 in
de volgende mengverhouding:
– 30% TUTELA PROFESSIONAL
SC 35 en 70% water in de zomer;
– 50% TUTELA PROFESSIONAL SC
35 en 50% water in de winter;
– bij temperaturen onder -20° TUTELA
PROFESSIONAL SC 35 onverdund
gebruiken.
fig. 13
A0A0242m
De rem- en koppelings- vloeistof is giftig en zeer
corrosief. Als per ongeluk remvloei- stof wordt gemorst, moeten debetreffende delen onmiddellijk wor-den gewassen met water en neu-trale zeep en daarna met veelwater worden afgespoeld. Bijinslikken dient onmiddellijk een artste worden geraadpleegd.
ATTENTIE
Het symbool pop het
reservoir geeft aan dat
synthetische remvloeistof en geen minerale vloeistof moet wordengebruikt. Het gebruik van minera-le vloeistoffen moet absoluutworden vermeden, omdat de rub-bers in het remsysteem door dezevloeistoffen worden beschadigd.
ATTENTIE
Enkele in de handel ver-krijgbare ruitensproeier-
vloeistoffen zijn licht ontvlambaar. In de motorruimte bevinden zichwarme onderdelen die bij contact devloeistof kunnen doen ontbranden.
ATTENTIE
Rijd niet met een leeg rui-tensproeierreservoir: de
ruitensproeiers zijn van funda- menteel belang voor een opti-maal zicht.
ATTENTIE
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 245
Page 248 of 283
ONDERHOUD VAN DE AUTO
246
DIESELFILTER
(dieseluitvoeringen)
CONDENS AFTAPPEN
Water in het brandstof-
systeem kan het inspuit-
systeem ernstig beschadi-
gen en de motor kan onregelma-
tig gaan draaien. Als het lampje
cop het instrumentenpaneel
gaat branden (of als er een
bericht en symbool verschijnen bij
uitvoeringen met instelbaar mul-
tifunctioneel display), wendt u
dan zo snel mogelijk tot de Alfa
Romeo-dealer om het systeem te
laten aftappen. Als het lampje
direct na het tanken gaat bran-
den, bestaat de mogelijkheid dat
er tijdens het tanken water in de
brandstoftank is gekomen: zet in
dit geval de motor direct uit en
neem contact op met een Alfa
Romeo-dealer.
LUCHTFILTER
Het luchtfilter is verbonden met de sys-
temen die de luchttemperatuur en lucht-
hoeveelheid meten. Deze sturen elektri-
sche signalen naar de regeleenheid, die
noodzakelijk zijn voor een correct functio-
neren van het inspuit-/ontstekingssys-
teem.
Voor de juiste werking van de motor,
een laag verbruik en een lage uitstoot van
uitlaatgassen, is het daarom noodzakelijk
dat het luchtinlaatsysteem altijd in perfec-
te conditie is.
Als het filter niet op de
juiste wijze wordt ver-
vangen en als de voor-
zorgsmaatregelen niet in acht
worden genomen, dan kan de
veiligheid tijdens het rijden in
gevaar komen. Voor het vervan-
gen van het luchtfilter raden wij u
aan om contact op te nemen met
de Alfa Romeo-dealer.
Als veel over stoffige
wegen wordt gereden,
moet het filter vaker
worden vervangen dan in het
onderhoudsschema staat aange-
geven.
Als het filter wordt
gereinigd, kan het bescha-
digd worden, waardoor
ernstige schade aan de motor kan
ontstaan.
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 246
Page 249 of 283
ONDERHOUD VAN DE AUTO
247
ACCU
De accu is “onderhoudsarm” en voor-
zien van een optische hydrometer ( A-
fig. 14) voor de controle van het elek-
trolytniveau en de acculading. Onder nor-
male omstandigheden hoeft het elektrolyt
niet bijgevuld te worden met gedestilleerd
water. Het blijft af en toe echter nodig de
doelmatigheid van de accu te controleren
met behulp van de optische meter op het
deksel van de accu. De meter moet een
donkere kleur hebben en een groen mid-
denstuk. Als de meter daarentegen een
heldere lichte kleur heeft, of donker
gekleurd is zonder groen middenstuk,
dient u contact op te nemen met de Alfa
Romeo-dealer.
fig. 14
A0A0224m
Accu’s bevatten zeer
schadelijke stoffen voor
het milieu. Het is raadzaam
om de accu door de Alfa Romeo-
dealer te laten vervangen. De
dealer beschikt over de uitrusting
voor het op milieuvriendelijke wijze
en conform de wettelijke bepalin-
gen afvoeren van de accu.
Onoordeelkundige mon-
tage van elektrische
apparatuur kan ernstige
schade toebrengen aan de auto.
Als u na aanschaf van uw auto
accessoires wilt monteren die
constante voeding nodig hebben
(diefstalalarm, autoradio, mobie-
le telefoon enz.), raden wij u aan
contact op te nemen met de Alfa
Romeo-dealer. Deze kan u de
meest geschikte installaties aan-
raden en controleren of het nood-
zakelijk is een accu met
een grotere capaciteit te
monteren.
POLLENFILTER
Het filter filtert de lucht mechanisch en
elektrostatisch mits de portierruiten zijn
gesloten.
Laat het pollenfilter ten minste een keer
per jaar controleren door de Alfa Romeo-
dealer, bij voorkeur aan het begin van het
zomerseizoen.
Het verdient aanbeveling, als de auto
overwegend wordt gebruikt in stoffige
gebieden, het filter vaker te vervangen
dan in het onderhoudsschema staat aan-
gegeven.
BELANGRIJK Als het pollenfilter niet
wordt vervangen, dan wordt de werking
van de klimaatregeling nadelig beïnvloed.
Iedere keer als de accu
losgekoppeld is geweest,
moet tenminste 3 minuten
worden gewacht voordat de motor
wordt gestart, zodat de regeleen-
heid van de airconditioning de ac-
tuatoren van de temperatuur en de
luchtverdeling kan resetten.
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 247
Page 250 of 283
ONDERHOUD VAN DE AUTO
248
ACCU OPLADEN
BELANGRIJKDe beschrijving voor het
opladen van de accu dient slechts ter infor-
matie. Wendt u bij voorkeur tot een Alfa
Romeo-dealer om deze werkzaamheden
uit te laten voeren.
We raden u aan de accu langzaam en
met een lage stroomsterkte (ampère)
gedurende ca. 24 uur op te laden. Als u
de accu langer oplaadt, kan de accu wor-
den beschadigd.
Ga voor het opladen als volgt te werk:
– Maak de minklem ( –) los van de
accu.
– Sluit de kabels van het laadapparaat
aan op de accupolen. Let hierbij op de
polariteit.
– Schakel het laadapparaat in.
ACCULADING CONTROLEREN
De acculading kan kwalitatief gecontro-
leerd worden door de kleur van de opti-
sche meter te controleren.
Zie de volgende tabel of de sticker
(fig. 15) op de accu.
Helderwitte kleur
Donkere kleur
zonder
groen middenstuk
Donkere kleur met
groen middenstuk
Elektrolyt bijvullen
Accu niet voldoende opgeladen
Niveau elektrolyt en acculading vol- doende Wendt u tot de Alfa Romeo-dealer
Accu opladen (wij raden u aan con- tact op te nemen
met de Alfa Romeo-dealer)
Geen enkele handeling
fig. 15
A0A0393m
Als u de auto langere tijd
stalt in extreem koude
omstandigheden moet, om bevrie-
zing te voorkomen, de accu worden
verwijderd en op een verwarmde
plaats worden bewaard.
ATTENTIE
Bij werkzaamheden aan de accu of in de buurt van de
accu, moet u uw ogen altijd bescher- men met een speciale bril. De vloei-stof in de accu is giftig en corrosief.Voorkom contact met de huid en deogen. Het opladen van de accu moetworden uitgevoerd in een goedgeventileerde ruimte, ver verwij-derd van open vuur en vonkvor-mende apparaten: brand- en ont-ploffingsgevaar.
ATTENTIE
Als de accu werkt met een
zeer laag vloeistofniveau,
ontstaat onherstelbare schade aan de accu en kan de accu open-barsten.
ATTENTIE
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 248