BMW MOTORRAD K 1200 S 2005 Handleiding (in Dutch)

Page 111 of 165

van de passagier aanbren-
gen.
Uitlaatdemper aan voet-
steun passagier, rechts
28 Nm
Uitlaatdemperafdekking2
met de geleiders Ain de
beugels B schuiven.
Een eventueel gemonteerde
hulpstandaard verwijderen.
VoorwielstandaardVoorwielstandaardVoor een eenvoudig en vei-
lig vervangen van het voor-
wiel biedt BMW Motorrad een
voorwielstandaard aan. De-
ze voorwielstandaard met
het BMW speciaal gereed-
schap nummer 36 3 971 is
verkrijgbaar bij uw BMW Mo-
torrad dealer. Tevens zijn de
adapters met het BMW spe-
ciaal gereedschap nummer
36 3 973 benodigd.
De BMW Motorrad voor-
wielsteun is er niet voor
bedoeld om een motorfiets
zonder midden- of eventuele
andere hulpstandaard rechtop
te houden. Een motorfiets die
alleen op de voorwielsteun
en op het achterwiel rust kan
omvallen.
De motorfiets vóór het optillen
met de BMW Motorrad voor- wielsteun op de middenstan-
daard of een hulpstandaard
zetten.
Voorwielstandaard mon-
terenDe motorfiets op een hulp-
standaard zetten, BMW Mo-
torrad adviseert de BMW
Motorrad achterwielstan-
daard.
Achterwielstandaard monte-
ren
met OA Middenbok:
De motorfiets op de mid-
denstandaard plaatsen en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
7109zOnderhoud

Page 112 of 165

Afstelbouten1losdraaien.
De beide pennen 2zo ver
naar buiten schuiven, dat de
voorwielgeleiding ertussen
past.
De gewenste hoogte van de
voorwielstandaard m.b.v.
de fixeerpennen 3instellen.
Voorwielstandaard in het
midden van het voorwiel
plaatsen en naar de voor-
as schuiven. De beide pennen
2door
de driehoek van de rem-
klauwbevestiging zo ver
naar binnen schuiven dat
het voorwiel er nog tussen-
door past.
Bij BMW Integral ABS
kan de ABS-sensorring
worden beschadigd.
Pennen slechts zo ver naar
binnen schuiven dat geen
contact met de sensorring
van het BMW Integral ABS
ontstaat.
Afstelbouten 1vastzetten. Als de motorfiets op de
middenstandaard staat,
en de motorfiets aan de voor-
zijde te ver wordt opgetild,
komt de middenstandaard los
van de grond en kan de mo-
torfiets opzij vallen.
Erop letten dat de midden-
standaard bij het optillen op
de grond blijft.
De voorwielstandaard gelijk-
matig naar beneden druk-
ken om de motorfiets op te
tillen.
7110zOnderhoud

Page 113 of 165

AchterwielstandaardAchterwielstandaardOm ook aan motorfietsen
zonder middenstandaard
veilig te kunnen werken,
biedt BMW Motorrad een
achterwielstandaard aan.
Deze hulpstandandaard
met het BMW speciaal-
gereedschapnummer
36 3 980 is verkrijgbaar bij uw
BMW Motorrad dealer.
Achterwielstandaard
monterenDe gewenste hoogte van de
achterwielstandaard m.b.v.
de bouten1instellen.
De borgring 2verwijde-
ren, hiertoe ontgrendelings-
knop 3indrukken. De achterwielstandaard
vanaf de linkerzijde in de
achteras schuiven.
De borgring vanaf de rech-
terzijde aanbrengen, hiertoe
de ontgrendelingsknop in-
drukken.
Met de linkerhand de linker
handgreep van de motor-
fiets
4vasthouden, met de
rechter hand de hendel van
de achterwielstandaard 5.
7111zOnderhoud

Page 114 of 165

De motorfiets optillen, tege-
lijkertijd de hendel naar be-
neden drukken tot de mo-
torfiets loodrecht staat.
De hendel op de bodem
drukken.
LampenAlgemene aanwijzingenEen defect van een gloei-
lamp wordt op het display
door het symbool lampde-
fect aangeduid. Bij een de-
fect aan het rem- of het ach-
terlicht brandt bovendien de
waarschuwingslamp alge-
meen geel. Bij het uitvallen
van het achterlicht wordt als
vervanging het remlicht ge-
bruikt door de lichtsterkte
van de tweede gloeispiraal
tot achterlichtniveau terug te
brengen. Het uitvallen van het
achterlicht wordt bovendien
op het display aangegeven.Een defecte lamp bij een
motorfiets vormt een vei-
ligheidsrisico, omdat berijder
en machine door andere ver-
keersdeelnemers sneller over
het hoofd worden gezien.
Defecte gloeilampen zo snel mogelijk vervangen; bij voor-
keur altijd een set geschikte
reservelampen meenemen.
Gloeilampen staan onder
druk, beschadigingen
kunnen tot verwondingen lei-
den.
Bij het verwisselen van lam-
pen bescherming voor ogen
en handen dragen.
In het hoofdstuk "Tech-
nische gegevens" vindt u
een overzicht van de op uw
motorfiets aanwezige lam-
pen.
Het glas van de nieuwe
gloeilamp niet met de
blote vingers aanraken. Voor
het aanbrengen een schone
droge doek gebruiken. Vuilaf-
zettingen, vooral olie en vet-
ten, beïnvloeden de warmte-
afvoer. Oververhitting en een
kortere levensduur van de
7112zOnderhoud

Page 115 of 165

gloeilampen zijn hiervan het
gevolg.Gloeilamp dimlicht ver-
vangen
Bij de volgende werk-
zaamheden kan een on-
veilig geplaatste motorfiets
omvallen.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
Om een betere toegang
te krijgen het stuur naar
links draaien.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Contact uitschakelen. Afdekking
1door linksom
draaien losmaken en verwij-
deren.
Stekker 2losmaken. Veerbeugel
3links en rechts
uit de arretering haken en
omhoogklappen.
Gloeilamp 4verwijderen.
Gloeilamp in omgekeerde
volgorde aanbrengen.
7113zOnderhoud

Page 116 of 165

Een droge doek gebruiken
om de lamp vast te pakken.
Bij de montage erop letten
dat de neus5naar boven
wijst.Gloeilamp grootlicht ver-
vangen
Bij de volgende werk-
zaamheden kan een on-
veilig geplaatste motorfiets
omvallen.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat. Om een betere toegang
te krijgen het stuur naar
links draaien.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Contact uitschakelen.
Afdekking 1door linksom
draaien losmaken en verwij-
deren. Stekker
2losmaken.
Veerbeugel 3links en rechts
uit de arretering haken en
omhoogklappen.
7114zOnderhoud

Page 117 of 165

Gloeilamp4verwijderen.
Gloeilamp in omgekeerde
volgorde aanbrengen.
Een droge doek gebruiken
om de lamp vast te pakken. Bij de montage erop letten
dat de neus
5naar boven
wijst.
Onderdelen in koplampDe gloeilamp voor het stads-
licht 1is bereikbaar via 2.Gloeilamp stadslicht ver-
vangen
Bij de volgende werk-
zaamheden kan een on-
veilig geplaatste motorfiets
omvallen.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
7115zOnderhoud

Page 118 of 165

Contact uitschakelen.
Stekker3onder de koplamp
losmaken.
Lamphouder 4door linksom
draaien uit het koplamphuis
nemen.
Gloeilamp 5 uit de lamphou-
der draaien.
Gloeilamp in omgekeerde
volgorde aanbrengen.
Een droge en schone doek
gebruiken om de nieuwe
gloeilamp vast te pakken.
Gloeilampen rem- en
achterlicht vervangen
Bij de volgende werk-
zaamheden kan een on-
veilig geplaatste motorfiets
omvallen.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Buddyseat verwijderen.
( 50)
Contact uitschakelen.
Draai de bout 1los. Lamphuis naar achteren uit
de houders
2trekken.
Lamphouder 3door links-
om draaien uit het lamphuis
verwijderen.
7116zOnderhoud

Page 119 of 165

Gloeilamp in de houder
drukken en door linksom
draaien verwijderen.
Gloeilamp rem- en achter-
licht in omgekeerde volgor-
de aanbrengen.
Een droge doek gebruiken
om de lamp vast te pakken.Gloeilamp richtingaan-
wijzer, voor, vervangen
Bij de volgende werk-
zaamheden kan een on-
veilig geplaatste motorfiets
omvallen.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Contact uitschakelen. Draai de bout
1los.
Lamphuis aan bevestigings-
zijde uit het spiegelhuis
trekken. Lamphouder
2door links-
om draaien uit het lamphuis
verwijderen.
Gloeilamp 3uit de lamphou-
der trekken.
Gloeilamp in omgekeerde
volgorde aanbrengen.
Een droge doek gebruiken
om de lamp vast te pakken.
Gloeilamp richtingaan-
wijzer, achter, vervangen
Bij de volgende werk-
zaamheden kan een on-
veilig geplaatste motorfiets
omvallen.
7117zOnderhoud

Page 120 of 165

Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Contact uitschakelen.
Draai de bout 1los. Lampglas aan bevestigings-
zijde uit het richtingaanwij-
zerhuis trekken.
Gloeilamp
2in de houder 3
drukken en door linksom
draaien verwijderen. Gloeilamp in omgekeerde
volgorde aanbrengen.
Een droge doek gebruiken
om de lamp vast te pakken.
Starten met hulpstart-
kabels
De bedrading naar de
contactdoos is niet be-
rekend op het starten van de
motor m.b.v. hulpstartkabels.
Een te hoge stroomsterkte
kan tot brand of schade aan
de boordelektronica leiden.
Bij starthulp de contactdoos
niet gebruiken.
Het aanraken van onder
spanning staande delen
van het ontstekingssysteem
bij draaiende motor kan tot
elektrische schokken leiden.
Bij draaiende motor geen on-
derdelen van het ontstekings-
systeem aanraken.
7118zOnderhoud

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 170 next >